Regio Deal Zuidoost Friesland

Inhoudsopgave

Partijen:

1

Algemene overwegingen

2

Deel 1 | Aanleiding en inhoud Regio Deal

3

Specifieke overwegingen

3

Komen het volgende overeen:

7

Ambitie, doel, beoogde resultaten en aanpak Regio Deal Zuidoost Friesland

7

Artikel 1 – Ambitie

7

Artikel 2 – Doel

7

Artikel 3 – Beoogde resultaten

8

Artikel 4 – Inzet en aanpak

10

Deel 2 | Uitvoering & rapportage

14

Inzet middelen Regio Envelop uitvoering Regio Deal Zuidoost Friesland

14

Artikel 5 – Uitgangspunten

14

Artikel 6 – Regiokassier

14

Governance uitvoering Regio Deal Zuidoost Friesland

14

Artikel 7 – Rijk-Regio-overleg

14

Monitoring, evaluatie en communicatie Regio Deal

15

Artikel 8 – Monitoring en evaluatie

15

Artikel 9 – Communicatie

15

Deel 3 | Slotbepalingen

16

Slotbepalingen

16

Artikel 10 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht

16

Artikel 11 – Gegevenswisseling

16

Artikel 12 – Wijzigingen

16

Artikel 13 – Opzegging

16

Artikel 14 – Toetreding nieuwe partijen

16

Artikel 15 – Nakoming

17

Artikel 16 – Counterparts

17

Artikel 17 – Citeertitel

17

Artikel 18 – Inwerkingtreding en looptijd

17

Artikel 19 – Openbaarmaking

17

Deel 4 | Ondertekening

18

Partijen:

  • 1. de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten, hierna te noemen: LNV;

  • 2. de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw drs. K.H. Ollongren, hierna te noemen: BZK;

  • 3. de minister van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw S. van Veldhoven-van der Meer, hierna te noemen: IenW;

  • 4. de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw mr. drs. M.C.G. Keijzer, hierna te noemen: EZK;

Partijen genoemd onder 1 tot en met 4 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: Rijk;

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Jelle Zoetendal (wethouder), en de burgemeester van de gemeente Heerenveen, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Heerenveen, namens deze de heer Jelle Zoetendal (wethouder), hierna te noemen: gemeente Heerenveen.

  • 6. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Harry Oosterman (burgemeester), en de burgemeester van de gemeente Ooststellingwerf, de heer Harry Oosterman, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Ooststellingwerf, hierna te noemen: gemeente Ooststellingwerf.

  • 7. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland, handelend als bestuursorgaan, namens deze mevrouw Ellen van Selm (burgemeester), en de burgemeester van de gemeente Opsterland, mevrouw Ellen van Selm, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Opsterland, hierna te noemen: gemeente Opsterland.

  • 8. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Sipke Hoekstra (wethouder), en de burgemeester van de gemeente Smallingerland, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Smallingerland, namens deze de heer Sipke Hoekstra (wethouder), hierna te noemen: gemeente Smallingerland.

  • 9. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer André van de Nadort (burgemeester), en de burgemeester van de gemeente Weststellingwerf, de heer André van de Nadort, handelend als vertegenwoordiger van de gemeente Weststellingwerf, hierna te noemen: gemeente Weststellingwerf.

  • 10. Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer Douwe Hoogland (gedeputeerde), en de commissaris van de Koning van de provincie Fryslân, handelend als vertegenwoordiger van de provincie Fryslân, namens deze: de heer Douwe Hoogland, (gedeputeerde), hierna te noemen: Provincie Fryslân;

  • 11. Het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, handelend als bestuursorgaan, namens deze mevrouw Annet van der Hoek (lid van het dagelijks bestuur), de voorzitter van Wetterskip Fryslân, handelend als vertegenwoordiger van Wetterskip Fryslân, namens deze mevrouw Annet van der Hoek (lid van het dagelijks bestuur), hierna te noemen: Wetterskip Fryslân.

Partijen genoemd onder 5 tot en met 11 hierna tezamen te noemen: Regio of (publieke) regiopartners;

Alle Partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen.

Algemene overwegingen

  • 1. Deze Regio Deal is tot stand gekomen tijdens de coronapandemie. De context waarin deze Regio Deal tot stand is gekomen, heeft betekenis gehad voor de wijze waarop Partijen gezamenlijk tot een uitwerking van de Regio Deal zijn gekomen. De verschillende stappen op weg naar deze Regio Deal zijn anders geweest, doordat Partijen elkaar niet in persoon hebben kunnen zien en spreken en bijeenkomsten en werksessies online en telefonisch plaats hebben moeten vinden. Partijen onderstrepen het belang van commitment en draagvlak bij alle betrokken stakeholders van de Regio Deal, zowel in de Regio als bij het Rijk. Partijen hechten hier onverminderd aan en hebben daarom gezamenlijk extra oog voor het borgen van dit commitment en het draagvlak tijdens de uitvoeringsfase van deze Regio Deal. Juist in deze ingewikkelde tijd vinden Rijk en Regio het van groot belang om gezamenlijk te investeren in en een impuls te geven aan de brede welvaart en het toekomstperspectief van bewoners en bedrijven in de regio. De drie Planbureaus wijzen in hun briefadvies1 aan het kabinet d.d. 28 mei 2020 op de noodzaak om als gevolg van de coronapandemie te blijven werken aan brede welvaart en daarbij ook oog te hebben voor regionale verschillen. Uitvoering van deze Regio Deal kan daarmee bijdragen aan gewenst herstel.

  • 2. Het kabinet Rutte III erkent dat elke regio uniek is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave. De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor een regio vormen de basis voor een regionale opgave om de brede welvaart, leefbaarheid en economische kracht te bevorderen.

  • 3. De regionale opgave heeft een meervoudig karakter en vergt een integrale aanpak op de verschillende opgaven. Doel is om door verschillende beleidskolommen heen te werken. Verder heeft de regionale opgave een gebiedsoverstijgende impact, waardoor inzet op rijksniveau nodig is, maar die ook zorgt voor een vliegwieleffect.

  • 4. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken. Hierbij wordt samengewerkt tussen vakdepartementen, decentrale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Voor deze regionale opgaven stelt het kabinet middelen beschikbaar uit de Regio Envelop, waaruit Regio Deals worden gefinancierd tussen het Rijk en de regio. Ook vanuit de regio zelf wordt gezorgd voor financiering (regionale publieke en private cofinanciering). Ter onderstreping van hun partnerschap hebben Rijk en Regio als vertrekpunt dat de rijksbijdrage gepaard gaat met minimaal eenzelfde bijdrage aan regionale publieke cofinanciering. De middelen uit de Regio Envelop dienen verder als vliegwiel voor extra investeringen in de regionale ontwikkeling zodat uiteindelijk vanuit de regio nog meer financiering wordt ingezet voor de aanpak van de regionale opgave.

  • 5. Deze integrale en gezamenlijke aanpak met bijbehorende financiering van zowel Rijk als regio is het onderscheidende karakter van de Regio Deals ten opzichte van reguliere beleidsinstrumenten.

  • 6. Met de Regio Deal gaan Rijk en Regio een duurzaam partnerschap aan om de opgave die in de regio speelt gezamenlijk aan te pakken. Het ondertekenen van de Regio Deal is daarbij niet het eind, maar slechts het begin van de samenwerking.

  • 7. De bijdragen uit de Regio Envelop zijn bedoeld als een tijdelijke en eenmalige impuls voor regionale ontwikkeling met een duurzaam effect, waarbij structurele exploitatiekosten van lange termijn investeringen geborgd moeten zijn.

  • 8. Regio Deals gaan om meer dan alleen de gecoördineerde inzet van financiële middelen. Zij kenmerken zich ook door een sterke, continue inzet van alle betrokkenen, creëren nieuwe samenwerkingsvormen en niet-financiële ondersteuning om de in de regionale opgave gestelde ambities en doelen te bereiken. Regio Deals leveren daarmee een bijdrage aan welvaart in brede zin.

  • 9. De in de Regio Deal gemaakte wederzijdse afspraken over ambitie, doelen, beoogde resultaten, inzet en aanpak zijn in gezamenlijk overleg en met onderlinge overeenstemming tussen Rijk en Regio tot stand gekomen.

  • 10. De middelen uit de Regio Envelop voor de Regio Deals derde tranche worden door LNV beschikbaar gesteld als een specifieke uitkering op grond van de Regeling specifieke uitkering Regio Deals derde tranche.

Deel 1 | Aanleiding en inhoud Regio Deal

Specifieke overwegingen

Zuidoost Friesland kent een unieke cultuurhistorie2. Turfwinning en vervening hebben zowel landschap als inwoners mede gevormd. De relatief grote sociaaleconomische problemen vinden daar hun oorsprong, zo is er sprake van overerfde armoede. Tegelijkertijd is er de sterke mienskip (gemeenschap) en een uniek landschap waar inwoners trots op zijn en waar zij rust en ruimte ervaren. Een landschap dat wel onder druk staat door verdroging, klimaatverandering en gevolgen van traditionele landbouw.

Zuidoost Friesland heeft te maken met bevolkingsdaling. In de periode 2019-2040 neemt het aantal inwoners naar verwachting met gemiddeld 1,9% af. In de grotere kernen is nog sprake van 2,7% groei, maar vooral in de vele kleinere kernen neemt het inwonersaantal af, variërend van 1,4% tot 3,5%. De vergrijzing is sterker dan in de rest van Friesland en Nederland. In 2040 is 30,3% van de inwoners ouder dan 65 jaar en 16,5% ouder dan 75 jaar. Bevolkingsdaling, dubbele vergrijzing en ontgroening hebben onder andere tot gevolg dat voorzieningen -zoals winkels, scholen en huisartspraktijken- onder druk komen te staan, ontmoetingsplaatsen schaarser worden, de sociale cohesie komt onder druk te staan, er meer kans is op eenzaamheid, er meer behoefte ontstaat aan (mantel)zorg, woningbehoeften veranderen en de beroepsbevolking krimpt.

Een integrale aanpak is nodig om deze regio een blijvend en nieuw perspectief te bieden. Met aandacht voor Vitale Kernen en een Veerkrachtig Landschap wordt de leefbaarheid verbeterd, en gewerkt aan een landschap waarin landbouw, natuur, energieproductie en recreatie hand in hand gaan. En dat op een manier die recht doet aan de kracht van de mienskip en die deze ook structureel sterker maakt en ondersteunt.

In Zuidoost Friesland wonen ruim 187.000 mensen. De grond is voor driekwart in gebruik door de landbouw. De regio heeft veel kleine kernen; van de 90 dorpen hebben 68 minder dan 1.500 inwoners. Twee van de vijf gemeenten zijn P10-gemeenten. P10-gemeenten kenmerken zich door een uitgestrekt grondgebied met veel (kleine) dorpen en geen stedelijke kernen. De grote stedelijke centra in de regio zijn Drachten en Heerenveen. Beide hebben een belangrijke regionale verzorgings-, werkgelegenheids- en woonfunctie voor de direct omliggende gemeenten. Het landelijk gebied heeft een belangrijke woon- en recreatiefunctie. De drie grotere regionale centra in het landelijk gebied zijn Oosterwolde, Wolvega en Gorredijk. Daarnaast zijn er kleinere regionale kernen met een belangrijke (toeristische) positie in Zuidoost Friesland, zoals Akkrum, Appelscha, Bakkeveen, Beetsterzwaag, Noordwolde, Oudega en Jubbega.

De regionale samenhang en verbondenheid tussen de gemeenten in Zuidoost Friesland is groot. De kracht van de mienskip in de kleine dorpen en de eigenheid van de grotere regionale kernen vullen de dynamiek van Drachten en Heerenveen aan. Vanwege de bevolkingsdaling is het de uitdaging een goed evenwicht te behouden in de voorzieningen tussen de kleine en grotere dorpskernen en de stedelijke centra. Bereikbaarheid van die voorzieningen (winkels, zorg-, culturele- en sportvoorzieningen) is cruciaal. De gemiddelde afstand tot voorzieningen is in de regio nu al groter dan in de rest van Friesland.3

De inwoners van Zuidoost Friesland zijn gemiddeld lager opgeleid.2Het aantal laagopgeleiden in de regio is 32%, terwijl dit in de rest van Friesland 30% is en in Nederland 28%. Ze hebben bovendien met gemiddeld € 27.100 een lager inkomen dan landelijk (€ 29.400). Dit blijkt ook uit het soort werk dat in de grotere regionale kernen is te vinden: industrie- en fabriekswerk. De arbeidsdeelname is lager dan landelijk. Inwoners in Zuidoost Friesland roken iets minder dan landelijk, maar hebben wel iets meer overgewicht. Meer huishoudens dan landelijk ontvangen hulp uit de Jeugdwet, Participatiewet of Wmo. De mensen zijn enorm betrokken bij elkaar en is er een rijk cultureel- en verenigingsleven.

Het landschap is gevarieerd en heeft veel kwaliteiten.4 Kenmerkend is de combinatie van hoog- en laaggelegen gebieden. De hooggelegen zandgronden van het Drents Friese Plateau gaan over naar de laaggelegen veen- en kleigronden en naar de Friese meren bij Akkrum en Drachten. De landbouw vult en bepaalt het landschap voor het grootste deel. Deze sector staat voor belangrijke uitdagingen, zoals het grondwaterpeil, de stikstofproblematiek en de eiwittransitie. De sector beweegt naar een toekomstbestendig bestaan dat in evenwicht is met de natuur. Biodiversiteit is hierbij een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het landschap.

De gevoeligheid voor droogte vraagt specifieke aandacht. Water dat door de regio stroomt wordt maar beperkt vastgehouden. De hellende zandgronden (en beekdalen) zijn gevoelig voor verdroging en droogteschade. Landbouw en natuur hebben beide op een eigen manier water nodig en moeten zich ook aanpassen aan klimaatverandering. In de integrale aanpak van de Regio Deal daarom specifiek veel aandacht voor de bodem en het water.

De kwaliteit van het landschap levert een cruciale bijdrage aan de brede welvaart in Zuidoost Friesland. Inwoners waarderen de rust en ruimte. Het landschap biedt daarnaast goede kansen voor het versterken van de gastvrijheidseconomie. Friesland profiteert van de landelijke groei van het toerisme. Echter, Zuidoost Friesland kent op dit moment slechts een aandeel van 4,8% aan banen in toerisme en recreatie. Dit is lager dan in de rest van Friesland (6,4%) en in Nederland (7,5%). Er liggen goede kansen voor groei in balans (natuur – landbouw – recreatie).

Zuidoost Friesland kent een rijke historie van turfwinning, de huidige energietransitie biedt in die zin een kans de identiteit van ‘energieleverancier’ nieuw leven in te blazen. Zo kan de transitie verbindend werken in de dorpen (energiecoöperaties) en kansen bieden op nieuwe werkgelegenheid. Daarnaast is er de uitdaging om inwoners met een kleine portemonnee hierin mee te krijgen en tegelijk zorgvuldig met de ruimte om te gaan zodat het landschap niet achteruitgaat en verrommelt.

Urgentie

De mienskip, de sociaaleconomische problematiek en het unieke landschap is wat Zuidoost Friesland bindt. De brede welvaart wordt op vele aspecten bedreigd: sociaal, economisch en ecologisch. Er is sprake van een meervoudige problematiek, die de draagkracht van de Regio te boven gaat. Partnerschap tussen Rijk en Regio biedt kansen om de brede welvaart en leefbaarheid te versterken en het perspectief voor de mienskip te verbeteren.

Aansluiting bij regionale beleidsdoelen, programma’s of actieplannen

Zuidoost Friesland staat voor de grote opgave om de regio leefbaar te houden, de kernen vitaal en het unieke landschap veerkrachtig. De regio voert daar al langer in samenwerking op verschillende fronten beleid op. Denk aan het ROM-project in de jaren ’90, het vroegere programma Plattelandsprojecten en diverse andere samenwerkingsverbanden. Vanaf 2013 werkte de regio aan de uitvoering van de Streekagenda Zuidoost Friesland om samen te werken aan een bruisend en toekomstbestendig platteland en de leefbaarheid van de regio. De Streekagenda was een integrale gebiedsgerichte aanpak op de thema’s groenblauw, toerisme en recreatie, wonen en economie. Met aandacht voor actuele demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. De Streekagenda Zuidoost Friesland liep tot 2020. De Regio Deal geeft een doelgerichte impuls aan het vervolg van de regionale samenwerking. Maar er gebeurt meer in de regio dan alleen de Regio Deal.

Mienskip en landschap dragen samen onlosmakelijk bij aan de brede welvaart. De Regio Deal zorgt voor een impuls en versnelling van de regionale aanpak en is nodig om een stap vooruit te zetten in plaats van in een neerwaartse spiraal terecht te komen. De Regio Deal kent in de aanpak twee pijlers: vitale kernen en een veerkrachtig landschap. Ondanks dat het opleidingsniveau, het inkomen en de arbeidsparticipatie logischerwijs wel bij de versterking van de brede welvaart horen, zoals ook blijkt uit de analyses door het Fries Sociaal Planbureau5 en de Rabobank6, staat de economie niet centraal in deze deal. In de regio lopen namelijk al initiatieven gericht op arbeidsmarkt en economie. De Regio Deal is hier een goede aanvulling hierop. Indirect is er binnen de pijlers vitale kernen en veerkrachtig landschap wel aandacht voor de economische dragers, zoals de landbouw, toerisme en recreatie, en de zorg. Kansen op meer banen, betere opleidingsmogelijkheden en inkomen worden benut, bijvoorbeeld via de klimaat- en energietransitie, het stimuleren van recreatie en toerisme en de zorgeconomie.

Drachten en Heerenveen vormen de belangrijkste stedelijke kernen in de regio voor werkgelegenheid en (boven-)regionale voorzieningen. Denk hierbij aan grotere bedrijven zoals Philips, en A-Ware, de ziekenhuizen Tjongerschans en Nij Smellinghe.de economische zone rondom de A7, en Sportstad Heerenveen. In deze stedelijke kernen lopen onder meer de volgende meer economische trajecten die sterk bijdragen aan de leefbaarheid en brede welvaart in deze regio. Deze zijn daarmee aanvullend op de aanpak van de Regio Deal:

  • De samenwerkingsagenda tussen de provincie Friesland en de gemeenten Smallingerland en Heerenveen, waarmee onder meer de bereikbaarheid en sociaaleconomische structuur verbeterd worden;

  • Het Innovatiepact Fryslân (IPF); het samenwerkingsverband tussen het Friese hoger onderwijs, het beroepsonderwijs, het bedrijfsleven, de provincie Fryslân en de F4-gemeenten. Hiermee wordt de innovatiekracht en het ondernemerschap in de provincie versterkt;

  • Samenwerking economische agenda’s F4-gemeenten7, over regionaal economisch beleid, waarmee een sterkere Friese economie, meer werkgelegenheid en een betere ondersteuning voor ondernemers het doel zijn;

  • Het Kennis- en innovatiecluster Drachten, een internationaal werkend ecosysteem van samenwerkende High Tech bedrijven en kennisinstellingen in Noord-Nederland die voorlopen met innovaties en concurrerend zijn in de wereldmarkt;

  • De opwaardering van de N381 Drachten-Oosterwolde (tussen de A7 en de A28) waardoor de verbinding met andere economische zones verbetert.

De Regio Deal begint niet vanaf nul. Hierboven is geschetst welke regionale samenwerking al gestalte heeft gekregen in de afgelopen decennia. De middelen uit de Regio Envelop kunnen een extra impuls geven aan de thema’s die centraal staan in de Regio Deal. Op de terreinen van landbouw, duurzaamheid, biodiversiteit, klimaatadaptatie, de vitaliteit van de dorpen, toerisme en recreatie en de veerkracht van het landschap bestaan de volgende projecten en initiatieven. Hierop wordt aangesloten en voortgeborduurd:

  • Friese klimaatadaptatiestrategie

  • Toerisme Alliantie Friesland met 11 Friese icoonprojecten (TAF)

  • P10- netwerk

  • Regionale Energiestrategie

  • Vereniging Circulair Friesland

  • Friese Omgevingsvisie

  • Regiomarketing Het Andere Friesland

  • Regionaal uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme (ER)varen en Turf

  • Stichting Beekdallandschap Koningsdiep/Boarne

  • Dorpenplannen

  • Iepen Mienskipsfûns

  • Provinciaal beleid veenweidegebieden (o.a. Hegewarren, Grote Veenpolder en Alde Boarne Deelen)

  • Ambitie Provincie om van Friesland een Blue Zone te maken

  • Friese retailaanpak provincie: toekomstbestendig maken winkelgebieden

  • Arbeidsmarktregio Zuidoost Friesland.

Aansluiting bij nationale beleidsdoelen of programma’s

Zuidoost Friesland is uniek en kent natuurlijk net als iedere regio een aantal opgaven die op veel plekken samenkomen en urgent zijn. Vandaar ook dat op veel terreinen raakvlakken zijn met nationale beleidsdoelen en programma’s. Deze raakvlakken bieden kansen voor kennisdeling, het vinden van aansluiting bij relevante netwerken, het aantrekken van mogelijk aanvullende middelen en ze zijn van belang om met deze Regio Deal echt iets aanvullends te doen. Hieronder worden de belangrijkste raakvlakken genoemd. In de uitwerking van de aanpak wordt er waar relevant uitgebreider bij stilgestaan.

Opgaven die te maken hebben met bevolkingsdaling, de mienskip en het vitaal houden van de dorpen:

  • Programma Bevolkingsdaling (kennis, beleid en netwerken), ministerie van BZK;

  • Programma Langer Thuis, ministerie van VWS ;

  • Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland, ministerie van LNV en ministerie van BZK;

  • Programma Democratie in Actie.

Opgaven die te maken hebben met klimaat, landbouw en energietransitie:

  • Eindrapportage Beleidstafel Droogte, ministerie van IenW; heeft in 2019 5 hoofdaanbevelingen en 46 aanbevelingen opgeleverd gericht op 1) water vasthouden en 2) ruimtelijke inrichting gericht op waterbeschikbaarheid, genoemd in de Kamerbrief8;

  • Deltaprogramma Zoet Water, DPZW, ministerie van IenW; voor de 2e fase is onlangs een lijst met projecten en maatregelen opgesteld, waarbij aangesloten kan worden. Zaak om geen overlap te creëren, want deze 2e fase kent ook financiële middelen;

  • Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, DAW, ministerie van IenW; binnen het netwerk van DAW werken agrariërs op proef- en demolocaties aan o.a. water- en bodemmaatregelen en wordt kennis ontwikkeld en gedeeld. Dit is mogelijk een kans om samen te werken;

  • Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie, DPRA, ministerie van IenW; de provincie Fryslân is een van de 42 regio’s en werkt aan een Friese Klimaatadaptatiestrategie;

  • Actieprogramma Klimaatadaptie Landbouw, ministerie van LNV;

  • Nationaal Programma landbouwbodems, ministerie van LNV;

  • Programma Lumbricus, o.a. WUR en STOWA; het programma levert een toolbox met kennis over en instrumenten en werkwijzen voor het klimaat-robuust inrichten en beheren van stroomgebieden op de hogere zandgronden;

  • Expertisenetwerk Bodem & Ondergrond, ministerie van IenW;

  • Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling, ministerie van IenW en LNV;

  • Expertisetraject over de energietransitie, ministerie van BZK. De betaalbaarheid van de energietransitie in krimpgebieden wordt in 5 casusgemeenten onderzocht, waaronder in het Friese Dantumadiel;

  • Programma Aardgasvrije wijken. ministerie van BZK en ministerie van EZK;

  • Nationaal Klimaat- en Energieakkoord, ministerie van EZK (klimaatneutraal samenleven en schone, betrouwbare en betaalbare energie);

  • Realisatieplan Waardevol en Verbonden, visie op kringlooplandbouw, ministerie van LNV (voor een vitaal platteland, divers landschap, duurzame landbouw, en biodiversiteit);

  • NOVI; aansluiting bij de prioriteiten 1) ruimte voor klimaatadaptatie9 en energietransitie, 2) duurzaam economisch groeipotentieel, 3) sterke en gezonde steden en 4) regio’s en toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. En specifiek de ambitie om in gebieden met bevolkingsdaling de vitaliteit en leefbaarheid te versterken.

Groeikansen in recreatie en toerisme:

  • Actieagenda Perspectief op Toerisme 2030, ministerie van EZK, 2019;

  • Spreidingsstrategie Rijk en NBTC om de toerismedruk op te vangen en te spreiden.

Naast deze kaders en aanknopingspunten vanuit nationale beleidsdoelen en programma's, zijn er adviezen vanuit landelijke adviesorganen waar deze Regio Deal bij aansluit, bijvoorbeeld het advies ‘Waardevol toerisme: onze leefomgeving verdient het’ van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, en het signalenrapport ‘Zorg voor het landschap – naar een landschapsinclusief omgevingsbeleid’ van het Planbureau voor de Leefomgeving.

Raakvlakken andere Regio Deals

De opgaven die voortkomen uit de bevolkingsdaling in Zuidoost Friesland lijken deels op die van Regio Deal Noordoost Fryslân/Holwerd aan Zee. Verschil is wel dat deze regio echt is aangewezen als ‘krimpregio’ en Zuidoost als ‘anticipeer-regio’. De sociaaleconomische problematiek is vergelijkbaar met die van wijken en dorpen in Zuid- en Oost-Drenthe, die deels dezelfde geschiedenis hebben van turfwinning en vervening. In de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland gaat de provincie Fryslân onder meer in een aantal deelgebieden in het Veenweidegebied aan de slag, die deels in Zuidoost Friesland liggen. (o.a. Hegewarren, Grote Veenpolder en Alde Boarne Deelen) De Regio Deal Zuidoost Friesland kan de kennis die hierin wordt opgedaan gebruiken, omgekeerd kan de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland gebruik maken van het te ontwikkelen leer- en kenniscentrum bodem (zie verder onder Aanpak). Tot slot, de Regio Deal Groningen-Oost die in dezelfde periode als Zuidoost Friesland wordt uitgewerkt, kent ook overeenkomsten in opgaven op sociaaleconomische vlak.

Waarom rol voor het Rijk?

De cultuurhistorie, de sociaaleconomische problematiek en het unieke landschap bindt de regio. De brede welvaart wordt op vele aspecten bedreigd: sociaal, economisch en ecologisch. Er is sprake van een meervoudige problematiek die de regionale draag- en daadkracht te boven gaat. Daarom sluiten Partijen deze Regio Deal. Door elkaars kennis en kunde in te zetten kunnen Rijk en Regio van elkaar leren hoe in een plattelandsregio als Zuidoost Friesland om te gaan met grote landelijke opgaven.

Komen het volgende overeen:

Ambitie, doel, beoogde resultaten en aanpak Regio Deal Zuidoost Friesland

Artikel 1 – Ambitie

Partijen streven samen met de mienskip naar een regio met toekomstkracht: naar een leefbare regio Zuidoost Friesland met vitale kernen in een veerkrachtig landschap.

In de regio is een sterke sociale cohesie, onze inwoners zijn trots om te wonen en te werken in de regio en voelen zich verbonden en betrokken. Zij kunnen rekenen op voldoende en goed bereikbare voorzieningen op het gebied van winkelaanbod, sport, zorg en welzijn. In de groeiende sector recreatie en toerisme vinden zij ontspanning of werk en ze worden ondersteund bij de transitie naar schone energie. Inwoners, agrariërs, bedrijven en bezoekers koesteren het unieke landschap, zij genieten er van rust, rijke natuur, cultuur(historie) en ruimte. Het veerkrachtige landschap draagt net als vroeger bij aan de energievoorziening en het is klimaat- en droogtebestendig. Het landschap is van wezenlijk belang voor het welzijn van de inwoners.

Omschrijving pijler vitale kernen

In vitale kernen voelen inwoners zich gezond, zeker en hebben ze vertrouwen in de toekomst:

  • er is een sterke sociale cohesie, zelforganiserend vermogen en zelfredzaamheid;

  • de inrichting van de openbare ruimte nodigt uit om elkaar te ontmoeten en te verblijven;

  • voorzieningen zijn voldoende, eigentijds en bereikbaar en passend bij de vraag van de inwoners en bezoekers; er is een goed evenwicht tussen voorzieningen in kleine en grotere dorpskernen en stedelijke centra;

  • de regionale kernen hebben een goede positie, zijn met elkaar verbonden en profileren zich elk met hun eigen identiteit en unieke karakter;

  • inwoners hebben passende banen en een besteedbaar inkomen op gemiddeld landelijk niveau;

  • vitale kernen liggen in een veerkrachtig landschap (zie hieronder).

Omschrijving pijler veerkrachtig landschap

Een veerkrachtig landschap wordt verantwoord benut en niet uitgeput:

  • is divers, beleefbaar en toegankelijk: unieke kwaliteiten en de cultuurhistorie worden versterkt;

  • kent een goede bodemgesteldheid, is waterrijk en heeft een sterke biodiversiteit;

  • biedt ruimte aan toerisme en recreatie;

  • er is sprake van balans met duurzame landbouw en (lokale) energieproductie en ruimte voor functiecombinaties;

  • draagt bij aan oplossingen voor klimaat- en wateropgaven;

  • draagt bij aan het welzijn van onze inwoners en de vitaliteit van de kernen.

Artikel 2 – Doel

Partijen hebben tot doel dat in 2030 de inwoners de leefbaarheid van de regio waarderen met een 8! Dit cijfer komt tot stand aan de hand van tal van indicatoren die opgeteld de brede welvaart weergeven in de regio. Het Fries Sociaal Planbureau (FSP) monitort dit door o.a. tweejaarlijks het Panel Fryslân te bevragen over onderwerpen zoals de tevredenheid met de leefbaarheid in het algemeen, de tevredenheid met de sociale contactenvoorzieningen en de beschikbaarheid van werk. Investeren in de dorpen en het landschap zorgt voor perspectief, veerkracht en toekomstkracht. Daarom is deze Regio Deal opgebouwd uit twee samenhangende pijlers: vitale kernen en veerkrachtig landschap. Beide dragen bij aan het versterken van de leefbaarheid en brede welvaart van de regio.

Artikel 2a – Doel pijler vitale kernen:

Partijen hebben de volgende doelen:

  • het versterken van de grote en kleine regionale kernen;

  • het levendig en vitaal houden en maken van de kleine kernen;

  • het verhogen van de vitaliteit en het welzijn van de inwoners;

  • een impuls te geven aan energietransitie en de zorgeconomie;

  • het vergroten van de werkgelegenheid in toerisme en recreatie.

Artikel 2b – Doel pijler veerkrachtig landschap:

Partijen hebben de volgende doelen:

  • het versterken van landschap, cultuurhistorie, natuur en biodiversiteit;

  • de bereikbaarheid en beleefbaarheid vergroten t.b.v. recreatie en toerisme;

  • het water beter vasthouden in de regio (tegengaan van droogte) door het vergroten van de robuustheid van het watersysteem voor natuur en landbouw (waterpeil en beschikbaar zoet water);

  • het verbeteren van de bodemgesteldheid en waterkwaliteit;

  • het ontwikkelen van een innovatie- en kennisfunctie op het gebied van bodem vooral ook ter ondersteuning van agrariërs in de landbouwtransitie;

  • meer ruimte bieden voor vernieuwende landschapsinitiatieven uit de mienskip (duurzaamheid, klimaat en energie).

Artikel 3 – Beoogde resultaten

Vitale kernen en veerkrachtig landschap zijn de pijlers in onze meervoudige programmatische aanpak. Beide pijlers kennen actielijnen die samen een integrale en samenhangende aanpak vormen. De beoogde resultaten zijn per actielijn beschreven. Er zijn ook twee verbindende actielijnen, die waarde hebben voor beide pijlers. Tot slot wordt ingegaan op het beoogde resultaat van de monitoring door en betrokkenheid van het Fries Sociaal Planbureau.

Artikel 3a – Beoogde resultaten pijler vitale kernen

Actielijn 1: sterke regionale kernen

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • de sociale cohesie is vergroot in regionale kernen door een gecombineerde sociale en fysieke aanpak op maat;

  • deze aanpakken zijn samen met de mienskip opgesteld;

  • de winkelgebieden in minimaal drie regionale kernen zijn versterkt;

  • kennis over de aanpakken wordt onderling tussen de Partijen gedeeld.

Actielijn 2: levendige kleine(re) kernen

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • een nieuwe procesaanpak is gebruikt om in minimaal vijf dorpen te helpen bij het ontwikkelen van mienskipsinitiatieven, onder andere door kennisuitwisseling; en dit krijgt navolging in andere dorpen;

  • een regiofonds is opgezet met een vernieuwende werkwijze waar vooral de mienskip bepaalt welke mienskipsinitiatieven bijdragen ontvangen;

  • minimaal vijftien mienskipsinitiatieven op het gebied van leefbaarheid, ontmoetingsplekken of energietransitie hebben een bijdrage ontvangen uit een regiofonds in 2021, 2022, 2023.

Actielijn 3: welzijn van de inwoners

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • er is een nieuw samenwerkingsverband ontstaan tussen overheid, onderwijs en ondernemers op gebied van zorgeconomie;

  • er is een nieuw programma zorgeconomie door het samenwerkingsverband opgesteld en (gedeeltelijk) uitgevoerd,er wordt actief kennis uitgewisseld. Het programma richt zich op:

    • Positieve gezondheid | Blue Zone | Behoud en versterking van de mate van Geluk

    • Werkgelegenheid

    • Gezond en veilig oud worden

Artikel 3b – Beoogde resultaten pijler veerkrachtig landschap

Actielijn 4: een plus op de gebiedsontwikkeling beekdalen e.o.

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • een ‘plus’ op de integrale ontwikkeling natuur, wateropgaven en toerisme en recreatie in de beekdalen Linde, Koningsdiep/Boarne en aanliggende gebieden zoals de Deelen, de Alde Feanen of de Oostelijke Poort Friese Meren (slimme combinaties waterberging, natuur, toerisme en recreatie). Dit gebeurt in samenwerking met de mienskip zoals lokale ondernemers, maatschappelijke partners uit de R&T-sector en natuurorganisaties (afhankelijk van de aanpak);

    • realisatie van minimaal 20 extra hectares natuur in aansluiting op het NatuurNetwerk Nederland;

    • herstel meandering in de beekdalen;

    • realisatie van een duurzaam en functioneel watersysteem o.a. door het creëren van minimaal 100 hectare extra waterberging;

    • aanleg van recreatieve verbindingen en dagrecreatieve- en aanlegvoorzieningen.

Actielijn 5: robuust watersysteem voor landbouw en natuur

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • de grondwateraanvulling is vergroot door meer en langer water vast te houden in de regio;

  • er is door het Wetterskip een aanpak opgesteld met relevante partijen zoals agrariërs en natuurorganisaties en (gedeeltelijk) uitgevoerd. Deze aanpak is erop gericht om waterpeil meer getrapt met maaiveld te laten verlopen en te kunnen laten variëren, bijvoorbeeld door duikers in hellend gebied hoger te leggen en stuwen regelbaar te maken;

  • droogteschade is verminderd voor natuur en landbouw door een plus te zetten op het gebiedsproces voor verbeteren van de waterhuishouding (vasthouden gebiedseigen water en verbeteren watertoevoer);

  • er is een praktijkproef water vasthouden in bos op zand (natuur/cultuur) uitgevoerd;

  • kennis hierover wordt actief gedeeld met partijen in vergelijkbare gebieden.

Actielijn 6: bodemgesteldheid, waterkwaliteit, biodiversiteit

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • een regionaal leer- en kenniscentrum bodem is versneld en uitgebreider gerealiseerd voor bedrijven, argrariërs, studenten en onderzoekers (10.000 bezoekers in de looptijd van de Regio Deal);

    • met een loket voor agrariërs en grondeigenaren voor kennisuitwisseling en vragen;

    • een onderzoekstuin en een belevenistuin;

  • het leer- en kenniscentrum bodem werkt structureler samen met het onderwijs: met MBO/HBO, middelbaar- en basisonderwijs; en cursisten binnen het groene domein voor praktijkonderwijs en onderzoeksmatige onderwijsactiviteiten;

  • er is door het leer- en kenniscentrum een aanpak ontwikkeld en uitgevoerd voor minimaal dertig unieke bodemproeven/projecten op het gebied van klimaat, waterkwaliteit en biodiversiteit;

  • er zijn 1 tot 3 nieuwe verdienmodellen voor en met agrariërs uitgewerkt, bijvoorbeeld in relatie tot het organisch stofgehalte (sponswerking) van de bodem;

  • cultuurhistorische landschapselementen zijn aangelegd/hersteld waardoor de biodiversiteit is verbeterd.

Artikel 3c – Beoogde resultaten voor de verbindende actielijnen tussen de twee pijlers

Actielijn 7: duurzame lokale energie met de mienskip

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • de regionale samenwerking en de samenwerking met de mienskip op het gebied van energietransitie is versterkt;

  • er zijn meerdere initiatieven opgezet om energiearmoede tegen te gaan, zoals energiecoaches in dorpen, collectieve besparingsinitiatieven, regeling mensen met kleine beurs;

  • er zijn nieuwe lokale energiecoöperaties opgezet, gebruik makend van de ervaringen van de al bestaande coöperaties in de regio; en de deskundigheid bij de mienskip hierover is bevorderd;

  • er is duurzame verlichting in het buitengebied aangebracht om lichtvervuiling te verminderen, minder energie te gebruiken en de biodiversiteit te vergroten.

Actielijn 8: ‘het gastvrije andere Friesland’

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • er is een regionale ontwikkelstrategie ‘het gastvrije andere Friesland’ opgesteld voor een slimme groei van de gastvrijheidseconomie (met aandacht voor de invloed van corona op toerisme en recreatie in de regio);

  • het huidige aandeel van 4,8% aan banen in toerisme en recreatie ontwikkelt zich mee met en in de richting van het Friese gemiddelde;

  • het lopende regionale uitvoeringsprogramma, om de toeristisch-recreatieve infrastructuur op orde te brengen, wordt doorgezet. Concreet met de versnelde aanleg van:

    • kwalitatief hoogwaardige toeristische overstappunten (TOP’s);

    • men-, ruiter en ATB- routes; en wandel- en fietspaden.

Artikel 3d – Beoogde resultaten proeftuin regionale monitor brede welvaart

De beoogde resultaten van deze Regio Deal worden onder andere gemonitord door het Fries Sociaal Planbureau (FSP). De Regio Deal Zuidoost Friesland is een proeftuin voor de vertaling van de landelijke monitor brede welvaart naar regionale schaal, met het FSP als kennismakelaar. Aandachtspunt in de monitoring zal zijn het mogelijke effect van de coronapandemie op de voortgang en de resultaten.

Partijen zetten zich in om de volgende resultaten te behalen:

  • jaarlijks is door het FSP samen met de Regio, een regionale brede welvaartsscan opgesteld, die aansluit bij de nationale brede welvaartsmonitor van het Centraal Bureau van Statistiek (CBS);

  • deze regionale brede welvaartsscan kent een basisdeel en jaarlijks een aanvullend thematisch (regiospecifiek) deel.

Artikel 4 – Inzet en aanpak

Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet om de beoogde resultaten van Regio Deal Zuidoost Friesland te realiseren, waarbij de Regio uitvoering geeft aan de aanpak van de Regio Deal zoals uitgewerkt in dit artikel.

Samen met de mienskip

De belangrijkste doelgroep? De mienskip. Iedereen die in de regio woont, werkt en recreëert moet straks het verschil merken. Daarom is SAMEN het sleutelwoord. Deze Regio Deal is mede geïnspireerd door projecten en ideeën uit de mienskip. Er wordt bij de aanpak en de uitvoering van de Regio Deal nadrukkelijk samengewerkt met de mienskip: met inwoners, ondernemers, onderwijs, belangenvertegenwoordigers, (natuur)verenigingen, en maatschappelijke partners. Het draait om het benutten en versterken van de mienskipskracht in de regio.

Initiatieven van de mienskip krijgen zo veel mogelijk ruimte. Hoe dan? Met geld, kennis en aandacht! De mienskip kan een beroep doen op een regiofonds voor plannen die aantoonbaar een regionale meerwaarde hebben en meervoudig (samenhangend en integraal) bijdragen aan de ambities en opgaven in deze Regio Deal. Daarnaast kan de mienskip voor kennis een beroep doen op de (publieke) regionale partners, als faciliterende experts. Zo stimuleert de Regio de mienskipskracht en ontstaan nieuwe vormen van samenwerken en kennisuitwisseling. In andere gevallen neemt de Regio het initiatief vanuit haar verantwoordelijkheden. Dat doet de Regio in nauw samenspel met de mienskip: want de mienskip is de gebiedsexpert. Samen zoeken de Regio en mienskip naar maatwerkoplossingen. De specifieke situaties, problematiek en behoeften vormen de basis. Dit sluit aan bij de aanpak uit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI): anders kijken, anders kiezen. Door samen te experimenteren, te leren en te delen, wordt een sneeuwbaleffect door de hele regio en daarbuiten gecreëerd.

Kennis delen

Rijk en Regio brengen kennis en expertise in op het gebied van bevolkingsdaling, transformatie Sociaal Domein, landschap, duurzame landbouw, toerisme en recreatie, energietransitie en klimaatadaptatie. Krachten worden gebundeld. Door gebruik te maken van elkaars kennis en kunde kunnen Rijk en Regio van elkaar leren hoe in een plattelandsregio om te gaan met landelijke opgaven en hoe het zelforganiserende vermogen van de mienskip en de kracht van het landschap hieraan positief kunnen bijdragen. Concreet organiseert de Regio minimaal één keer per jaar een bijeenkomst waar kennisuitwisseling centraal staat.

Het Fries Sociaal Planbureau sluit aan bij de Regio Deal als kennismakelaar. Zuidoost Friesland is proeftuin voor de vertaling van de landelijke Monitor Brede Welvaart van het CBS naar regionale schaal. Hiervoor wordt een meerjarig en lerend onderzoeksprogramma opgezet. Dit is niet alleen een papieren exercitie. Er wordt juist ook interactie en dialoog aangegaan tussen de onderzoekers van het FSP en de praktijkmensen: de beleidsmedewerkers, bestuurders, en de mienskip om zo een verdieping te krijgen op de ontwikkeling van de regio. Als onderdeel van het bredere onderzoek ‘Naar een brede kijk op (regionale) ontwikkeling’ van het FSP wordt vergelijking met andere regio’s mogelijk, waardoor de kwaliteiten van Zuidoost-Friesland met meer contrast onder woorden gebracht kunnen worden. Tot slot is er verbinding met de bijzondere leerstoel Regionale Vitaliteit & Dynamiek, die door het FSP wordt ingesteld aan de Rijksuniversiteit Groningen. Mede op basis van de Friese Regio Deals onderzoekt deze leerstoel hoe regio’s hun eigen kracht kunnen (h)erkennen en verder kunnen uitbouwen.

Samenhangende aanpak in de pijlers

Vitale kernen en veerkrachtig landschap zijn de pijlers in onze meervoudige programmatische aanpak. Beide pijlers zijn van invloed op elkaar en met elkaar verbonden. Er is een samenhangende aanpak binnen de pijlers en de pijlers raken elkaar onderling ook. Hieronder wordt per actielijn in grote lijnen de aanpak beschreven, waar mogelijk geïllustreerd aan de hand van een vooruitblik op de aanpak.

Artikel 4a – Aanpak pijler vitale kernen

In de regio is de ervaring opgedaan dat voor de leefbaarheid een gecombineerde sociaal en fysieke aanpak meest effectief is. Deze gecombineerde aanpak wordt doorgezet in de pijler vitale kernen.

Actielijn 1. Sterke regionale kernen

De regionale kernen hebben een belangrijke voorzieningenfunctie voor de vele kleine dorpen in de regio. Deze voorzieningen staan zowel qua omvang als kwaliteit onder druk. Ook is de sociale cohesie in deze kernen minder groot dan in de kleinere dorpen. Om de cohesie te vergroten en de voorzieningenfunctie van regionale kernen te behouden en te versterken, komt er een sociaal-fysieke aanpak in de drie grotere kernen Wolvega, Gorredijk en Oosterwolde en in Akkrum en Jubbega. De sociale cohesie wordt vergroot door de mienskip te betrekken en ontmoetingsplaatsen te realiseren, de winkelcentra te vitaliseren (o.a. het tegengaan van leegstand) en het toevoegen van andere winkelconcepten. Hier wordt samen met de inwoners en ondernemers uitvoering aan gegeven. Door de Regio Deal kan er meer gelijktijdig en integraal aangepakt worden.

Actielijn 2. Levendige kleine(re) kernen

De mienskip is krachtig in de vele kleine kernen. Door de ontgroening en dubbele vergrijzing staat het mienskipgevoel echter toch onder druk in deze nu nog sterk verbonden gemeenschappen. Om de kleine kernen levendig en vitaal te houden is de betrokkenheid van de mienskip essentieel. Initiatieven vanuit de mienskip voor het versterken van de leefbaarheid krijgen in deze actielijn meer ruimte. De methodiek Dorp Ontwikkelmaatschappijen (DOM), die in Noordoost Fryslân beproefd is, wordt ingezet om de mienskip te ondersteunen bij het ontwikkelen van leefbaarheidsinitiatieven. DOM’s staat voor toekomstbestendige dorpsontwikkeling: kwaliteit van de ruimtelijke en sociale omgeving is een stimulans voor de leefbaarheid. Hierbij werken ondernemende inwoners samen met de (publieke) regiopartners. Daarnaast wordt een regiofonds opgezet. Het regiofonds heeft een vernieuwende werkwijze ter stimulering van de regionale verbinding en samenwerking, waarbij de mienskip een belangrijke rol heeft bij de verdeling van de budgetten binnen de kaders van de Regio Deal. Dit regiofonds is bedoeld om mienskipsinitiatieven te ondersteunen die de leefbaarheid versterken, zoals het creëren van ontmoetingsplekken of het opzetten van dorpsenergiecoöperaties. Het regiofonds bestaat naast het lopende Iepen Mienskipsfûns van de provincie Fryslân en de dorpenfondsen van de gemeenten. Doordat het regiofonds gericht is op samenwerking en verbinding tussen de kernen ontstaat er een uitwisseling van kennis en werkwijzen. Bijvoorbeeld de initiatieven in de zorg ten aanzien van gezamenlijk wonen en elkaar helpen, op cultureel gebied de podiumkunsten op dorpsniveau, maar ook het gezamenlijk gebruik en de uitwisseling van sportvoorzieningen. Wat de ene kern bedenkt kan een voorbeeld zijn voor andere kernen en voor samenwerking. Het regiofonds is met name bedoeld om deze kennis, ervaring en methodieken met elkaar te delen in de regio.

Bij het verder uitwerken van de aanpak wordt nadrukkelijk contact, uitwisseling en samenwerking gezocht met het ministerie van BZK voor de thema’s burgerparticipatie, lokale democratie en bevolkingsdaling.

Actielijn 3. Welzijn van de inwoners

Naast de duidelijke fysieke aanpak is het van belang de sociaal economische vraagstukken aan te pakken, zoals dat gebeurt bij de aandachtsgebieden Noordwolde, Oosterwolde en Haulerwijk. Door het ontwikkelen van vernieuwende en innovatieve concepten, bevorderen van vitaliteit en preventieve ondersteuning aan inwoners (met name ouder wordenden en ouderen) kan gevraagde zorg worden uitgesteld. Hierdoor kunnen kosten worden bespaard en de tekorten in het Sociaal Domein beter worden beheersd. De kosten worden gemonitord om te onderzoeken waar mogelijke besparingen om de WMO budgetten plaats vinden. Oud en jong helpen elkaar en formele en informele zorg versterken elkaar. In samenwerking met onderwijs en ondernemers wordt gestart met een programma Zorgeconomie. De regio gaat fungeren als proeftuin waarin onderzocht wordt wat wel/niet werkt voor deze regio. Gezond en veilig oud worden: hoe kunnen ouderen met de voorzieningen op de juiste plek in de regio blijven wonen? Hier ligt een relatie met het project wonen & zorg uit de Streekagenda. Positieve gezondheid: hoe blijven inwoners mentaal en fysiek gezond en hoe kunnen zij hierin zelf een rol spelen en preventief actie ondernemen? Er wordt verbinding gezocht met het programma Blue Zone van de Provincie. Werkgelegenheid: hoe kunnen vraagstukken rondom werkgelegenheid in de zorg aangepakt worden, gezien de ontgroening en vergrijzingsproblematiek in Zuidoost Friesland? Hoe kan huidig personeel hoger worden opgeleid, zodat arbeidsplaatsen vrijkomen voorinwoners die nog op zoek zijn naar werk? Zorgpersoneel is noodzakelijk om goede zorg te kunnen bieden. Met inzet van de Regio Deal kan de aanpak voor de zorgeconomie in regionaal verband worden opgepakt en uitgevoerd.

Naar verwachting kan contact en uitwisseling met de ministeries van SZW, VWS en EZK de nader uit te werken aanpak versterken. Hierin kan eventueel ook een koppeling worden gemaakt met concrete initiatieven vanuit het innovatiecluster Drachten.

Artikel 4b – Aanpak pijler veerkrachtig landschap

In de pijler veerkrachtig landschap zijn actielijnen benoemd die elkaar aanvullen en zo ontstaat een samenhangende aanpak. De focus ligt op de waterproblematiek en klimaat- en energieopgaven onder meer om natuur en landbouw in goede balans te brengen. In samenhang daarmee wordt een integrale aanpak met recreatie en toerisme opgesteld.

Actielijn 4. Plus op gebiedsontwikkeling beekdalen e.o.

De beekdalen maken de regio uniek. Actuele integrale gebiedsontwikkelingen in drie beekdalen worden binnen de Regio Deal doorgezet en uitgebreid. In de gebiedsontwikkeling rond het Beekdal Linde wordt de natuur versterkt (NatuurNetwerk Nederland). Door de Regio Deal is een ‘plus’ mogelijk en een meer integrale aanpak waarmee het natuurlijk karakter terug gebracht wordt en de meandering van de gekanaliseerde Linde wordt hersteld. Hierdoor wordt het landschap, robuuster en klimaatbestendiger. De kwaliteit van het fietspad langs de Linde wordt verbeterd, waardoor bewoners en recreanten meer van de natuur kunnen genieten. Dit in combinatie met het verhogen van het waterpeil voor het aangrenzend natuurgebied Lindevallei, het creëren van extra waterberging in de Tepespolder en het laten vervallen van het huidige gemaal in de polder IJkenverlaat. In de gebiedsontwikkeling Beekdal Koningsdiep/Boarne, de gebiedsontwikkeling Alde Feanen en de Oostelijke Poort Friese Meren maakt de Regio Deal een aantal quick wins mogelijk. De (integrale) gebiedsontwikkeling Alde Feanen en Oostelijke Poort Friese Meren maken het gebied tussen Grou en Drachten aantrekkelijker en vergroten de leefbaarheid voor inwoners, bezoekers en natuur. Deze gebiedsontwikkelingen verbinden landgebonden recreatie in de Friese Wouden met waterrecreatie op de Friese Meren, in samenhang met water-, landbouw- en natuuropgaven. Met fysieke ingrepen in het landschap wordt de recreatieve basisstructuur versterkt in combinatie met het oppakken van wateropgaven (boezemuitbreiding, oever- en kadeonderhoud). De Regio Deal maakt een versnelling en een plus op de ambities mogelijk.

Bij het verder uitwerken van deze actielijn is kennis van en waar nodig afstemming met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie en Deltaplan Zoet Water behulpzaam. Kennis en expertise kan betrokken worden vanuit het kennis- en ervaringsprogramma Lumbricus.

Actielijn 5. Robuust watersysteem voor landbouw en natuur

Vanwege de hellende zandgronden wordt water moeilijk vastgehouden in de regio. Landbouw en natuur hebben water nodig, de droogte problematiek wordt steeds actueler. In de regio werkt het Wetterskip Fryslân samen met agrariërs, natuurorganisaties en andere (publieke) regiopartners aan aanpassingen en verbeteringen in het watersysteem. In deze actielijn worden natuur- en watermaatregelen genomen in het gebied Oldelamer/Nijelamer. Zowel in natuur- als landbouwgebied en op de grens hiervan. Dit zorgt voor minder wateroverlast en droogteschade voor de landbouw, betere waterkwaliteit in natuurgebied Brandemeer, vergroting van de biodiversiteit door uitbreiding van het leefgebied van de Grote Vuurvlinder en een hoger, stabieler waterpeil. Daarnaast wordt een programma opgezet voor het inrichten van een meer getrapt watersysteem, door het realiseren van regelbare stuwen en (visvriendelijke) duikers op een andere hoogte te leggen. De Regio Deal maakt het mogelijk dit te versnellen en in te spelen op het actuele probleem van droogte. Een specifiek voorbeeld is de verdroging van de bossen bij Oranjewoud. Daar wordt een proef opgezet met waterpeilbeheer voor een bos op zand met hoge natuur en cultuur waarde. Resultaten van deze proef kunnen worden meegenomen naar en toegepast bij vergelijkbare situaties, zoals bijvoorbeeld in de bossen van Bakkeveen en Appelscha. Daarnaast wordt als quick win de wateraanvoer naar het natuurgebied Grachtkavel verbeterd. Dit maakt het natuurgebied robuuster en minder kwetsbaar voor verdroging.

De verdere concretisering van de aanpak gebeurt onder meer aan de hand van een nadere verkenning van raakvlakken met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie, Deltaplan Zoet Water, Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw en het Nationaal programma Landbouwbodems. Concrete uitvloeisels zouden aanvullende pilots of afspraken voor kennisdeling kunnen zijn.

Actielijn 6. Goede bodemgesteldheid, waterkwaliteit en biodiversiteit

Er zijn veel vraagstukken rond de bodemgesteldheid, water en biodiversiteit in relatie tot de klimaatopgaven en de huidige transitie in de landbouw. De Regio Deal maakt het mogelijk een leer- en kenniscentrum bodem uitgebreider en sneller op te zetten. Dit idee komt voort uit een bestaand kennisconsortium van dertien organisaties. Hier kunnen agrariërs, bedrijven, onderzoekers en studenten kennis vergaren en uitwisselen over de samenhang tussen ecoysteemdiensten van de bodem, organische stofgehalte, circulariteit van gebruik van stofstromen, adaptatie aan klimaatverandering en hiervan afgeleide verdienmodellen. De bodem is de basis voor groene circulaire economie. Het te ontwikkelen leer- en kennis centrum is regionaal ingebed en heeft tevens een (inter)nationaal netwerk en uitstraling. Het wordt gehuisvest in het bestaande Biosintrum in Oosterwolde. Er wordt samengewerkt met bijvoorbeeld de Vereniging Circulair Friesland. Het leer- en kenniscentrum draagt bij aan onderwijs, werkgelegenheid en duurzaamheid binnen de regio. Daarnaast wordt verder uitvoering gegeven aan de regionale landschapsvisie10 waarbij de focus ligt op landschapsherstel en leefgebiedenbenadering, samen met agrarische natuurbeheerorganisaties.

De ministeries van IenW en LNV worden betrokken als meedenkers bij de opzet van het regionale leer- en kenniscentrum bodem, het kenniscentrum van de waterschappen STOWA kan ook een goede partner hierin zijn. Met dit partnerschap van Rijk en Regio kan het centrum iets aanvullen wat er nog niet is en daarmee een stevige functie in het huidige netwerk krijgen. In de uitvoering wordt uitwisseling opgezet met de kennis-pijler van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw en met de proeftuin in de Veenweidegebieden uit dezelfde deal. Om de Regio Deal als vliegwiel te benutten, biedt het ministerie van IenW aan samen met de regio actief kansen te verkennen en waar mogelijk te benutten voor circulaire economie. Het ministerie van EZK is hierin ook graag partner.

Artikel 4c – Verbindende aanpak in verbindende actielijnen

Mienskip en landschap dragen samen onlosmakelijk bij aan de brede welvaart. In deze Regio Deal is dit zichtbaar in twee verbindende thema’s tussen de pijlers; het landschap wordt benut ter versterking van de leefbaarheid in de kernen.

Verbindende actielijn 7. Duurzame lokale energie met de mienskip

Binnen de regio gebeurt al veel rondom de energietransitie. Hier wordt bij aangesloten. Partners inventariseren samen op welk vlak een regionale aanpak meerwaarde heeft en gaan daarmee aan de slag. Lokale initiatieven, zoals energiecoöperaties en collectieve besparingsinitiatieven, dragen bij aan de vitaliteit in de dorpskernen doordat inwoners en ondernemers samenwerken. Deze lokale samenwerking bevordert tevens het maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie, draagt bij aan energiewinst in plaats van energie-armoede. De mienskip heeft een belangrijke rol bij de aanpak en de transitie naar aardgasvrij-wonen en -leven. Daarnaast onderzoekt de Regio de mogelijkheden van alternatieve energiebronnen. De aanpak bouwt voort op de rijke turfhistorie van de regio en sluit aan bij de daardoor ontstane inrichting. In dat perspectief wordt zorgvuldig omgegaan met zowel het landschap als de dorpen. Alternatieve vormen van energiewinning of -opslag moeten zorgvuldig worden ingepast. Daarnaast wordt in het buitengebied de kernwaarde donkerte weer centraal gesteld door natuurlijk, spaarzaam en duurzaam te verlichten. Door de toepassing van slimme technieken en reflectie wordt lichthinder en vervuiling voor mens en dier tegengegaan en onnodig energieverbruik voorkomen.

Het ministerie van BZK werkt aan een expertisetraject Energietransitie in krimpgebieden, en er is een leerlijn aardgasvrije wijken. Ervaringen daaruit kunnen bruikbaar zijn voor de Regio Deal Zuidoost Friesland. En vice versa is de regionale aanpak interessant en leerzaam voor het Rijk. In de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe loopt ook een aanpak op het gebied van energie-armoede. Hiermee wordt ook uitwisseling verkend.

Verbindende actielijn 8. ‘Het gastvrije Andere Friesland’

Toerisme en recreatie dragen door economische potentie bij aan bredere maatschappelijke opgaven, bieden werkgelegenheid, houden voorzieningen op peil en bieden een verdienmodel onder behoud van landschap, cultuurhistorie en natuur. Met de Regio Deal versnelt de Regio de uitvoering van het regionale uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme, dat samen met de mienskip is opgesteld en zich richt op het gastvrije ‘andere Friesland’. De Regio stelt een regionale ontwikkelstrategie op om de druk en de draagkracht van toerisme en recreatie duurzaam in balans te brengen, (conform het advies “Waardevol Toerisme” van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur). De invloed van corona is nog niet goed in te schatten. Wel is de kans aannemelijk dat veel Nederlanders dit jaar en ook de komende jaren in eigen land op vakantie gaan. Deze kans wordt waar mogelijk benut. Naast het ontwikkelen van een uitvoeringsprogramma en een regionale strategie gaat de Regio een paar quick wins uitvoeren zoals de realisatie van de fietspontverbinding vanaf Gaastereiland naar Opeinde/Oudega, waarmee de populaire pontjesroute wordt uitgebreid. Een realisatie van het Toeristisch Overstap Punt (TOP) De Heide, dat strategisch ligt op het snijvlak tussen water, wegen en wandel-/fietspaden. De Driewegsluis Zuidelijke Poort Friese Wouden om de economische dynamiek op deze locatie te versterken en deze in te richten als HUB-functie binnen de (inter)waterrecreatie.

Het ministerie van EZK is beschikbaar om mee te denken over de mogelijkheden van de aanpak voor toerisme en recreatie. De coronapandemie zet de opgaven en kansen echter in een ander daglicht, zowel op rijks- als regionaal niveau. De komende tijd moet bekeken worden hoe deze samenwerking vruchten kan afwerpen.

Deel 2 | Uitvoering & rapportage

Inzet middelen Regio Envelop uitvoering Regio Deal Zuidoost Friesland

Artikel 5 – Uitgangspunten

  • 1. Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet van hun gezamenlijke financiële middelen op basis van de afspraken in deze Regio Deal Zuidoost Friesland. De Regio geeft met die middelen uitvoering aan de Regio Deal Zuidoost Friesland zoals het initiëren en/of realiseren van programma’s en projecten en andere uitvoeringsactiviteiten in het kader van de ambitie, het doel, de beoogde resultaten en de aanpak van de Regio Deal Zuidoost Friesland zoals bedoeld in artikelen 1 tot en met 4. Op deze wijze zetten Partijen zich in om de regionale opgave van de regio Zuidoost Friesland te realiseren.

  • 2. LNV reserveert maximaal € 15.000.000 inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling:

    Uitvoeringsactiviteiten

    Bedrag

    Pijler VITALE KERNEN

    € 5.650.000

    Pijler VEERKRACHTIG LANDSCHAP (incl. de verbindende actielijnen)

    € 8.900.000

    Uitvoeringskosten (VAT)

    € 450.000

    Rijksbijdrage totaal maximaal

    € 15.000.000

  • 3. De (publieke) regiopartners reserveren minimaal een bedrag van in totaal € 15.000.000 aan regionale publieke cofinanciering voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling:

    Uitvoeringsactiviteiten

    Bedrag

    Pijler VITALE KERNEN

    € 5.650.000

    Pijler VEERKRACHTIG LANDSCHAP (incl. de verbindende actielijnen)

    € 8.900.000

    Uitvoeringskosten (VAT)

    € 450.000

    Regionale publieke cofinanciering totaal

    € 15.000.000

  • 4. De verdeling opgenomen in de tabel in het tweede lid geldt als uitgangspunt. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen. Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, een gewijzigde verdeling afspreken. Op deze wijziging van Regio Deal Zuidoost Friesland is artikel 12, derde lid, van toepassing.

  • 5. De in het derde lid opgenomen indicatieve verdeling van de regionale publieke cofinanciering geeft uitsluitend de intenties weer van de regionale (publieke) partners. Voor zover gedurende de looptijd van de Regio Deal deze indicatieve verdeling wijzigt kunnen die wijzigingen in afwijking van artikel 12 ter kennisname aan het Rijk-Regio-overleg worden overgelegd.

Artikel 6 – Regiokassier

Partijen spreken af dat in het kader van de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal Zuidoost Friesland de gemeente Opsterland de rol zal vervullen van regiokasser.

Governance uitvoering Regio Deal Zuidoost Friesland

Artikel 7 – Rijk-Regio-overleg

  • 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Zuidoost Friesland en met andere publieke en/of private samenwerkingspartners. Dit Rijk-Regio-overleg zorgt voor de coördinatie van de inzet van Partijen in het kader van de uitvoering van Regio Deal Zuidoost Friesland, de daarbij behorende uitwisseling van informatie en voor het bespreken van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoring.

  • 2. Het Rijk-Regio-overleg vergadert tenminste eenmaal per jaar, uiterlijk in de maand september, ten behoeve van de bespreking van de in artikel 8, tweede lid, bedoelde jaarlijkse voortgangsrapportage Regio Deal Zuidoost Friesland.

  • 3. Het Rijk-Regio-overleg formuleert en bewaakt de kaders waarbinnen de uitvoering van de Regio Deal Zuidoost Friesland plaatsvindt.

  • 4. Het in het eerste lid bedoelde Rijk-Regio-overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:

    • a. vanuit de ministeries van het Rijk:

      • i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

      • ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

      • iii. Infrastructuur en Waterstaat

      • iv. Economische Zaken en Klimaat

    • b. vanuit de Regio:

      • i. Gemeente Ooststellingwerf;

      • ii. Gemeente Weststellingwerf;

      • iii. Gemeente Opsterland;

      • iv. Gemeente Heerenveen;

      • v. Gemeente Smallingerland;

      • vi. Provincie Fryslân;

      • vii. Wetterskip Fryslân.

  • 5. Het Rijk-Regio-overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Zuidoost Friesland maakt het Rijk-Regio-overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt dee vast.

Monitoring, evaluatie en communicatie Regio Deal

Artikel 8 – Monitoring en evaluatie

  • 1. Monitoring van de uitvoering van de Regio Deal Zuidoost Friesland als geheel vindt plaats op twee niveaus:

    • a. op het niveau van de concrete initiatieven en projecten;

    • b. op het niveau van de in artikel 3 genoemde beoogde resultaten en beleidsindicatoren.

  • 2. Op basis van deze monitoring voert de Regio een nulmeting uit, uiterlijk in het voorjaar van 2021, en stelt de Regio éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op over het daarvoor voorafgaande jaar. Hierin wordt melding gemaakt van:

    • a. de voortgang van de uitvoering van de Regio Deal Zuidoost Friesland aan de hand van de in artikel 2 genoemde pijlers;

    • b. de behaalde resultaten aan de hand van de in artikel 3 genoemde beoogde resultaten;

    • c. de voortgang van de uitvoering van de Regio Deal Zuidoost Friesland aan de hand van de in artikel 4 genoemde aanpak en een meerjarige projectenplanning.

  • 3. De jaarlijkse voortgangsrapportage wordt (in concept) voor 15 juli van ieder jaar overgelegd aan het Rijk-Regio-overleg.

  • 4. De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de gemeenteraden, provinciale staten, en het algemeen bestuur Wetterskip informeren. LNV gebruikt de jaarlijkse voortgangsrapportage als input voor de periodieke voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

  • 5. De Regio evalueert de uitvoering en werking van de Regio Deal Zuidoost Friesland binnen acht maanden na afronding van deze Regio Deal en maakt daarvan een eindevaluatie op conform de in het tweede lid onder a tot en met c genoemde onderdelen. De Regio legt de eindevaluatie uiterlijk 30 september 2024 voor aan het Rijk-Regio-overleg.

  • 6. Ten behoeve van de evaluatie van de Regio Portefeuille voert het Planbureau voor de Leefomgeving een lerende evaluatie uit. De Regio neemt hieraan deel.

  • 7. Ten behoeve van de monitoring van de arrangementen voor besluitvorming, afstemming, samenwerking en meer in het algemeen sturing, die nodig zijn voor de uitvoering van de Regio Deals op regionaal en op rijksniveau, hebben BZK en LNV een Monitoringstraject Governance opgezet. De Regio neemt hieraan deel.

Artikel 9 – Communicatie

  • 1. Partijen communiceren eensluidend over de Regio Deal Zuidoost Friesland. Hiertoe wordt gewerkt met een kernboodschap. De kernboodschap is: ‘De Regio Deal geeft een stevige impuls aan Zuidoost Friesland. Met de mienskip slaan we de handen ineen om hun dorpen en het landschap nog sterker te maken. Zo blijft dit unieke gebied een fijne plek om te leven, te werken, te ontmoeten én te bezoeken, nu en in de toekomst.

  • 2. De communicatie over de Regio Deal Zuidoost Friesland verloopt primair vanuit de regio door de Regio, waarbij het initiatief bij de coördinator Regio Deal ligt. Het Rijk draagt de kernboodschap ook uit via zijn eigen kanalen.

  • 3. Er wordt een gezamenlijk communicatieplan besproken en nader afgesproken door het in artikel 7 bedoelde Rijk-Regio-overleg.

  • 4. De Regio zal bij projecten die deel uitmaken van de uitvoering van de Regio Deal Zuidoost Friesland vragen om in de communicatie over die projecten kenbaar te maken dat het project mede mogelijk is gemaakt in het kader van de Regio Deal Zuidoosesland.

Deel 3 | Slotbepalingen

Slotbepalingen

Artikel 10 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht

De afspraken van deze Regio Deal worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.

Artikel 11 – Gegevenswisseling

  • 1. De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheim houden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.

  • 2. Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacy gevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.

Artikel 12 – Wijzigingen

  • 1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek heeft kenbaar gemaakt aan de coördinator Regio Deal of het programmateam Regio Portefeuille LNV (de dealmaker en de manager Regio Portefeuille). De coördinator Regio Deal en het programmateam Regio Portefeuille LNV informeren de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.

  • 3. Nadat alle Partijen aan het programmateam Regio Portefeuille LNV kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan deze Regio Deal gehecht.

Artikel 13 – Opzegging

  • 1. Elke Partij kan de Regio Deal Zuidoost Friesland met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze Regio Deal billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

  • 2. Wanneer een Partij deze Regio Deal opzegt, blijft de deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

  • 3. Ingeval van beëindiging van de Regio Deal Zuidoost Friesland krachtens opzegging is geen van de Partijen jegens een andere Partij schadeplichtig.

Artikel 14 – Toetreding nieuwe partijen

  • 1. In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de Regio Deal Zuidoost Friesland als nieuwe partijen toetreden tot deze deal.

  • 2. Het schriftelijke verzoek tot toetreding met daarbij de concrete bijdrage aan de Regio Deal Zuidoost Friesland wordt gericht aan het programmateam Regio Portefeuille LNV. Het programmateam informeert Partijen en vraagt hen om instemming.

  • 3. Zodra alle Partijen aan het programmateam Regio Portefeuille LNV kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Regio Deal Zuidoost Friesland en gelden voor die partij de voor haar uit de deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 4. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal Zuidoost Friesland gehecht.

Artikel 15 – Nakoming

Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken in de Regio Deal Zuidoost Friesland niet in rechte afdwingbaar is.

Artikel 16 – Counterparts

De Regio Deal Zuidoost Friesland kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze Regio Deal is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.

Artikel 17 – Citeertitel

Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal Zuidoost Friesland.

Artikel 18 – Inwerkingtreding en looptijd

Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 1 oktober 2024.

Artikel 19 – Openbaarmaking

  • 1. Deze Regio Deal zal net als andere Regio Deals openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de Regio Deals.

  • 2. LNV rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Deel 4 | Ondertekening

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-der Meer

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

De gemeente Heerenveen vertegenwoordigd door de burgemeester van de gemeente Heerenveen en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen, namens dezen: J. Zoetendal, wethouder van de gemeente Heerenveen

De gemeente Ooststellingwerf en het college van burgemeester en wethoudersvan de gemeente Ooststellingwerf namens dezen: H. Oosterman, burgemeester van de gemeente Oostellingwerf

De gemeente Opsterland en het college van burgemeester en wethouders van gemeente Opsterland, namens dezen: E. van Selm, burgemeester van de gemeente Opsterland

De gemeente Smallingerland vertegenwoordigd door de burgemeester van de gemeente Smallingerland en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland, namens dezen: S. Hoekstra, wethouder van de gemeente Smallingerland

De gemeente Weststellingwerf en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf, namens dezen, A. van de Nadort, burgemeester van de gemeente Westellingwerf

De provincie Fryslân vertegenwoordigd door de commissaris van de Koning van de provincie Fryslân en Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân, namens dezen: D. Hoogland, gedeputeerde van de Provincie Fryslân

Wetterskip Fryslân vertegenwoordigd door de voorzitter van Wetterskip Fryslân en het Dagelijks Bestuur van Wetterskip Fryslân, namens dezen: A. van der Hoek, lid van het dagelijks bestuur Wetteskjp Fryslân


X Noot
1

SCP, PBL en CPB, Aandachtspunten voor een herstelbeleid, briefadvies aan het kabinet, 28 mei 2020.

X Noot
2

‘Zuidoost Fryslân: herontdekking van een uniek gebied’ over onze cultuurhistorie van Bert Looper, directeur Tresoar.

X Noot
3

‘Het leven in Zuidoost Fryslân’ met alle cijfers en kenmerken van de regio, Wilma de Vries senior onderzoeker Fries Sociaal Planbureau (2019).

X Noot
4

‘De kracht van het landschap van Zuidoost Friesland’ van Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis en hoofd Kenniscentrum Landschap Rijksuniversiteit Groningen.

X Noot
5

‘Het leven in Zuidoost Fryslân’ met alle cijfers en kenmerken van de regio, Wilma de Vries senior onderzoeker Fries Sociaal Planbureau (2019).

X Noot
6

‘Perspectief voor de regio Zuidoost Fryslân', een brede welvaartsindicator specifiek voor de regio Zuidoost Fryslân. door de Rabobank (2019).

X Noot
7

F4-gemeenten zijn Drachten, Heerenveen, Leeuwarden en Sneek.

X Noot
8

Eindrapportage Beleidstafel Droogte, Nederland beter weerbaar tegen droogte, 2019.

X Noot
9

Bij het ministerie van LNV lopen ook klimaatadaptatie programma’s voor zowel natuur als landbouw, in de toekomst wordt gekeken of dit nog kansen voor samenwerking met de Regio Deal heeft.

X Noot
10

Landschapsvisie Zuidoost Friesland 2018-2028 (januari 2019)

Naar boven