Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 4 februari 2021, nr. MINBUZA-2021.6475.25, tot vaststelling van subsidieplafonds op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieplafonds OKP 2018–2022 eerste en tweede kwartaal 2021)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 6, 7 en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op de artikelen 6.4 en 6.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Voor subsidieverlening in het kader van het OKP 2018–2022 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 30 juni 2021 voor subsidieverstrekking voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen, het aanbieden van trainingen en het verstrekken van institutionele samenwerkingsprojecten een subsidieplafond van € 19.050.000,–. Dit bedrag is als volgt verdeeld over de verschillende soorten subsidies:

    • a. subsidies voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen voor de volgende soorten opleidingen:

      • 1. Short Courses: € 4.100.000,–, welk bedrag verdeeld is over twee openstellingen:

        • 1. één openstelling van € 3.100.000,–, waarvan (i) € 375.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Short Courses aan kandidaten wonend en werkzaam in Jordanië, Libanon, Egypte, Palestijnse Gebieden, Burkina Faso, Ethiopië, Mali, Nigeria of Niger, en (ii) € 250.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Short Courses aan kandidaten wonend en werkzaam in Somalië, Soedan, Zuid-Soedan, voor zover er voldoende hierop gerichte aanvragen zijn die voldoen aan de maatstaven neergelegd in de beleidsregels voor het OKP 2018–2022;

        • 2. één openstelling van € 1.000.000,–, waarvan (i) € 150.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Short Courses aan kandidaten wonend en werkzaam in Jordanië, Libanon, Egypte, Palestijnse Gebieden, Burkina Faso, Ethiopië, Mali, Nigeria of Niger, en (ii) € 80.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Short Courses aan kandidaten wonend en werkzaam in Somalië, Soedan, Zuid-Soedan, voor zover er voldoende hierop gerichte aanvragen zijn die voldoen aan de maatstaven neergelegd in de beleidsregels voor het OKP 2018–2022.

        Voor beide openstellingen geldt dat bij de verdeling van de beschikbare middelen, uitgezonderd de middelen bedoeld bij (ii), aanvragen gericht op het verstrekken van beurzen voor opleidingen gericht op het thema Sexual and reproductive health and rights en/of Security and the rule of law als eerste in aanmerking komen voor subsidie, mits zij voldoen aan de maatstaven neergelegd in de beleidsregels voor het OKP 2018–2022.

        Indien middelen resteren van de middelen die beschikbaar zijn voor in de eerste openstelling ingediende aanvragen die zijn gericht op de landen genoemd bij (i), respectievelijk (ii), komen deze middelen beschikbaar voor in de tweede openstelling ingediende aanvragen gericht op de landen genoemd bij (i), respectievelijk (ii).

      • 2. Masters: € 8.800.000,–, waarvan (i) € 3.340.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Masters die starten na 1 september 2021, (ii) € 800.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Masters aan kandidaten wonend en werkzaam in Jordanië, Libanon, Egypte, Palestijnse Gebieden, Burkina Faso, Ethiopië, Mali, Nigeria of Niger, en (iii) € 560.000,– beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Master aan kandidaten wonend en werkzaam in Somalië, Soedan, Zuid-Soedan, voor zover er voldoende hierop gerichte aanvragen zijn die voldoen aan de maatstaven neergelegd in de beleidsregels voor het OKP 2018–2022.

        Bij de verdeling van de beschikbare middelen, uitgezonderd de middelen bedoeld bij (iii), komen aanvragen gericht op het verstrekken van beurzen voor Masters gericht op het thema Sexual and reproductive health and rights en/of Security and the rule of law als eerste in aanmerking voor subsidie, mits zij voldoen aan de maatstaven neergelegd in de beleidsregels voor het OKP 2018–2022.

        Indien middelen resteren van de middelen die beschikbaar zijn voor activiteiten als bedoeld onder (i), komen deze middelen naar rato beschikbaar voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen voor Short Courses en voor activiteiten gericht op het aanbieden van trainingen.

    • b. subsidies voor activiteiten gericht op het aanbieden van de volgende soorten trainingen:

      • 1. Opfriscursussen: € 750.000,–;

      • 2. Tailor-made trainingen: € 1.750.000,–;

      • 3. Tailor-Made trainingen Plus: € 3.600.000,–, welk bedrag verdeeld is over drie openstellingen:

        • 1. één openstelling van € 150.000,–;

        • 2. één openstelling van € 1.100.000,–;

        • 3. één openstelling van € 2.350.000,–.

    • c. subsidies voor activiteiten gericht op institutionele samenwerkingsprojecten: € 0,–

  • 2. Voor subsidieverlening in het kader van het OKP 2018–2022 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2021 voor subsidieverstrekking voor alumniactiviteiten: € 50.000,–.

Artikel 2

Voor de openstellingen genoemd in artikel 1, eerste lid, onder a en b, worden op www.nuffic.nl nadere beleidsregels bekend gemaakt.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2022.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, De waarnemend Directeur Sociale Ontwikkeling S. Tuinstra

Naar boven