Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijkswaterstaat | Staatscourant 2021, 7385 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijkswaterstaat | Staatscourant 2021, 7385 | Overig |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat maakt bekend dat hij op 18 februari 2021, op grond van artikel 15.36, eerste lid, van de Wet milieubeheer heeft besloten om een door een belangrijke meerderheid van de producenten en importeurs van EEA vrijwillig gesloten overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrageovereenkomst met betrekking tot AEEA algemeen verbindend te verklaren voor de periode van 1 maart 2021 tot en met 31 december 2025.
Het verzoek is ingediend door Stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkheid E-waste Nederland (Stichting OPEN). De overeenkomst is gesloten tussen Stichting Belangen A/V Producenten en Importeurs, Stichting ICT Milieu,Stichting LightRec Nederland, Stichting Metalektro Recycling, Stichting Verwijdering Elektrische Gereedschappen, Stichting Witgoed en Stichting Zonne-energie Recycling Nederland, die de belangen behartigen van de bij hen aangesloten producenten met betrekking tot de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, en
Stichting OPEN.
De overeenkomst vormt de financiële basis voor de uitvoering van de verplichtingen van Stichting OPEN en dient ter financiering van een inzamel- en verwerkingssysteem voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.
De algemeen verbindend verklaring van de overeenkomst is onder andere nodig om te bewerkstelligen dat ook de producenten en importeurs, die niet vrijwillig partij zijn bij deze overeenkomst verplicht worden de afvalbeheerbijdrage af te dragen. Wanneer één overkoepelende organisatie het voortouw neemt en in een regiefunctie de voorstellen uit het plan van aanpak 65% uitvoert, zal volgens Stichting OPEN het inzamelpercentage van 65% binnen 2 jaar na afgifte van de avv behaald kunnen zijn.
Van het ontwerpbesluit is op 15 september 2020 mededeling gedaan in de Staatscourant (Nr. 48313). Het ontwerpbesluit heeft van 15 september 2020 tot en met 26 oktober 2020 ter inzage gelegen. Naar aanleiding hiervan zijn 39 zienswijzen ingediend.
Het definitieve besluit en bijbehorende stukken liggen de eerste werkdag na de dag van publicatie van het besluit in de Staatscourant gedurende zes weken ter inzage bij Rijkswaterstaat Leefomgeving, afdeling Afval Circulair, Griffioenlaan 2, 3526 LA te Utrecht. U dient vooraf echter wel een afspraak te maken (email: producentenverantwoordelijkheid@rws.nl).
Tevens is er de mogelijkheid het dossier per e-mail te ontvangen via een verzoek aan producentenverantwoordelijkheid@rws.nl.
De tekst van het definitieve besluit en van de overeenkomst is hieronder opgenomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat neemt het volgende in overweging:
1. De heer J. Kamminga, voorzitter van Stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkheid E-waste Nederland, gevestigd op de Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN in Zoetermeer, heeft op 1 april 2020 een verzoek tot algemeen verbindend verklaring als bedoeld in artikel 15.36 van de Wet milieubeheer (hierna: Wm) van de afvalbeheerbijdrageovereenkomst met betrekking tot AEEA (hierna: Overeenkomst AEEA) ingediend.
Stichting Belangen A/V Producenten en Importeurs, statutair gevestigd te ’s-Hertogenbosch, met adres De Baken 68, 5231 HS te ’s-Hertogenbosch, met Kamer van Koophandelnummer 28079527;
De Overeenkomst AEEA is gesloten tussen:
– Stichting ICT Milieu, statutair gevestigd te Woerden, met adres De Corridor 5, 3621 ZA te Breukelen, met Kamer van Koophandelnummer 30174849;
– Stichting LightRec Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer, met adres Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN te Zoetermeer, met Kamer van Koophandelnummer 27186445;
– Stichting Metalektro Recycling, statutair gevestigd te Zoetermeer, met adres Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN te Zoetermeer, met Kamer van Koophandelnummer 27186445;
– Stichting Verwijdering Elektrische Gereedschappen, statutair gevestigd te Pijnacker, met adres Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN te Zoetermeer, met Kamer van Koophandelnummer 27184005;
– Stichting Witgoed, statutair gevestigd te Zoetermeer, met adres Voorburgseweg 35, 2264 AC te Leidschendam, met Kamer van Koophandelnummer 27174030;
– Stichting Zonne-energie Recycling Nederland, statutair gevestigd te Utrecht, met adres Arthur van Schendelstraat 550, 3511 MH te Utrecht, met Kamer van Koophandelnummer 63913658,
Welke belangenbehartigers de belangen behartigen van de bij hen aangesloten producenten met betrekking tot de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (hierna: AEEA);
en,
– Stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkeheid E-waste Nederland, statutair gevestigd te zoetermeer, met adres Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN te Zoetermeer, met Kamer van Koophandelnummer 76846563 (hierna: Stichting OPEN).
De algemeen verbindend verklaring (hierna: avv) wordt aangevraagd voor de periode van 5 jaar, ingaande op 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.
2. Met betrekking tot het verzoek tot avv wordt de in titel 15.10 van de Wm en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) voorgeschreven procedure gevolgd.
Op 28 mei 2020 is een verzoek om aanvullende informatie aan Stichting OPEN verzonden. Op 4 juni 2020 is het verzoek om aanvulling mondeling aan verzoeker toegelicht. Het verzoek tot avv is door Stichting OPEN op 12 juni 2020 aangevuld.
Per e-mail is op 15 juni 2020 om toelichting gevraagd op de aangevulde gegevens. Naar aanleiding van dit verzoek is op 19 juni 2020 telefonisch toelichting gegeven door RWS en zijn op 26 juni 2020 nog aanvullende stukken van Stichting OPEN ontvangen. Op 7 juli 2020 is wederom gevraagd om toelichting op het verzoek. Op 13 juli 2020 is het verzoek door Stichting OPEN nogmaals aangevuld.
Tevens is op 18 augustus 2020 bij monde van de heer J. Kamminga aan de directeur-generaal Milieu en Internationaal de toezegging gedaan dat een ‘Actieplan 65%’ met de nadere uitwerking op financiële en organisatorische middelen van de maatregelen uit het bij het verzoek geleverde Stappenplan, wordt opgeleverd en onderdeel uit zal gaan maken van het definitieve besluit. Dit Actieplan 65% geeft volgens de heer J. Kamminga tevens de nadere invulling aan en is de basis zijn voor de uitvoering van de aanbevelingen uit de evaluatie van het oorspronkelijke Plan van Aanpak ter verhoging van het inzamelpercentage AEEA 2018 (Plan van Aanpak 65%), uitgevoerd door onderzoeksbureau Rebel Group.
Het verzoek, het ontwerpbesluit en de overige van belang zijnde stukken hebben van 16 september 2020 tot en met 28 oktober 2020 ter inzage gelegen bij Rijkswaterstaat, afdeling Afval Circulair, Griffioenlaan 2, 3526 LA te Utrecht.
De kennisgeving over de terinzagelegging is op 15 september 2020 gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt-2020-48313).
Naar aanleiding van het ontwerpbesluit zijn er 39 zienswijzen ontvangen.
Op 29 oktober 2020 is Stichting OPEN van de inhoud hiervan op de hoogte gebracht en gevraagd op de zienswijzen te reageren.
In onderdeel 10 van en bijlage 1 bij dit besluit wordt ingegaan op de inhoud van de ingediende zienswijzen.
Op 7 december 2020 is van Stichting OPEN het toegezegde Actieplan 65% ontvangen. Op 4 januari 2021 is van Stichting OPEN een addendum op het Actieplan 65% ontvangen betreffende de toezegging van Stichting OPEN om een tussentijdse evaluatie uit te voeren op de voortgang van de uitvoering van het Actieplan 65%. Het Actieplan 65% met bijbehorende addendum (hierna: het Actieplan 65%) maken onderdeel uit van dit avv-besluit en zijn daartoe gepubliceerd op de website van Stichting OPEN www.stichting-open.org.
3. Doel van de avv
Partijen bij de Overeenkomst AEEA hebben een afvalbeheerstructuur opgezet. Met deze afvalbeheerstructuur zijn de betrokken producenten voornemens collectief aan hun verplichtingen op grond van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (hierna: Regeling AEEA) te voldoen. De afvalbeheerstructuur bouwt voort op een (deel van de) bestaande afvalbeheerstructuur en beoogt deze, onder centrale regie van de betrokken producentenorganisatie te optimaliseren. De Overeenkomst AEEA vormt de financiële basis voor de realisatie van deze afvalbeheerstructuur.
De avv is nodig om te bewerkstelligen dat ook de producenten en importeurs, die niet vrijwillig partij zijn bij de Overeenkomst AEEA, verplicht worden de afvalbeheerbijdrage af te dragen die nodig is om de voorgestelde afvalbeheerstructuur in stand te houden.
In de statuten van Stichting OPEN is opgenomen dat de stichting tot doel heeft om namens producenten collectief uitvoering te geven aan de verantwoordelijkheden en verplichtingen uit hoofde van de Regeling AEEA en te streven naar uitvoering hiervan tegen zo laag mogelijke kosten met betrekking tot de (organisatie van) de inzameling en de bewerking en/of verwerking en/of nuttige toepassing of milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in het afvalstadium, een en ander zoals nader uitgewerkt in de afvalbeheerbijdrageovereenkomst en bijlage 1 bij het verzoek.
De stichting verricht voorts al wat met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
De stichting heeft niet ten doel het maken van winst en de stichting mag geen uitkeringen doen aan haar oprichters of aan hen die deel uitmaken van haar organen noch aan anderen, tenzij wat deze laatsten betreft de uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben.
De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door:
– het opzetten en in stand houden van een landelijk dekkende afvalbeheerstructuur en een heffingsorganisatie ter inning van de middelen van de stichting voor collectieve uitvoering van de verplichtingen van producenten uit hoofde van de Regeling AEEA;
– het periodiek vaststellen van de tarieven en bedragen van de afvalbeheerbijdrage en eventuele andere heffingen conform de daarvoor binnen de stichting geldende procedures en methodes;
– het innen van de afvalbeheerbijdrage ter bekostiging van het opzetten, in stand houden en het uitvoeren van de afvalbeheerstructuur en de organisatie daarvan;
– het (laten) monitoren van en rapporteren over de inzameling, de toepassing en het hergebruik van afgedankte elektronische en elektrische apparaten;
– het verstrekken van informatie aan afvalstoffenhouders;
– het (doen) registreren van (al dan niet afgedankte) elektronische en elektrische apparaten die beschikbaar zijn voor inzameling en/of de daaropvolgende bewerking en/of verwerking en/of nuttige toepassing of milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering;
– het uitvoeren van onderzoek ten behoeve van de bewerking en/of verwerking en/of nuttige toepassing of milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van bepaalde producten in het afvalstadium;
– het aangaan en sluiten van contracten met gemeenten, retailers en andere partijen die verantwoordelijk zijn voor het (gescheiden) inzamelen van afgedankte elektronische en elektrische apparaten, dan wel met organisaties die verantwoordelijk zijn voor het bewerken en/of verwerken van afgedankte elektronische en elektrische apparaten;
– het verzorgen van voorlichting en het verrichten van onderzoek en andere activiteiten die met het duurzaam omgaan met afgedankte elektronische en elektrische apparaten in Nederland verband houden.
Centrale regie en maatregelen ter verbetering inzameling
Stichting OPEN heeft aangegeven dat de huidige versnippering van regie over de uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid optimalisering van de organisatie van de inzameling en recycling van AEEA in de weg staat. Op termijn leidt dit volgens Stichting OPEN tot afname van de landelijke dekking van het inzamelsysteem en tot uitholling van de kwaliteit van de recycling. Daarmee staat het halen van de inzameldoelstellingen en doelstellingen voor verantwoord afvalbeheer van AEEA onder druk.
Stichting OPEN heeft aangegeven dat de avv nodig is om verandering te brengen in het versnipperde speelveld waarmee uitvoering wordt gegeven aan de verplichtingen van de Regeling AEEA en waarmee het wettelijk vereiste inzamelpercentage, ondanks het Plan van Aanpak 65%, niet is gehaald. Dit plan van aanpak is in 2018 op verzoek van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat opgesteld door de gezamenlijke producentenorganisaties, gericht op de verhoging van het inzamelpercentage AEEA naar 65%. Volgens dit plan moest het inzamelpercentage AEEA voor Nederland in 2019 65% zijn. De maatregelen uit het Plan van Aanpak 65% hebben, zo blijkt uit een recente conceptversie van de evaluatie, niet het gewenste resultaat gehad. Volgens Stichting OPEN is dit te wijten aan het versnipperde landschap van producentenorganisaties in Nederland.
Met een avv wil Stichting OPEN, namens de meerderheid van de producenten, een centrale regiefunctie op zich te nemen. Wanneer één overkoepelende organisatie het voortouw neemt en in een regiefunctie de voorstellen uit het plan van aanpak uitvoert, zal volgens stichting OPEN het inzamelpercentage van 65% binnen 2 jaar na afgifte van de avv behaald kunnen zijn. Stichting OPEN heeft bij het verzoek een Stappenplan overlegd waarin meer concreet is aangegeven met welke maatregelen zij dit doel zal bereiken.
Dit Stappenplan is uitgewerkt in het Actieplan 65%. Het Stappenplan (en daarmee het Actieplan 65%) gaat uit van het volgende:
De inzameldoelstelling voor 2021 wordt volgens artikel 10, eerste lid, onder c van de Regeling AEEA gesteld op 65% van het driejaargemiddelde van de op de markt gebrachte hoeveelheden (put on the market, hierna: POM) van de drie voorgaande jaren te weten de jaren 2018, 2019 en 2020. De NWR heeft in zijn rapportage over het jaar 2019 op 28 augustus 2020 de exacte waarde van de POM 2019 gepubliceerd. De POM 2020 zal omstreeks 1 juli 2021 bekend worden gemaakt door de NWR op basis van de door betrokken partijen rapportages over de geleverde prestaties in het jaar 2020.
Daarom heeft Stichting OPEN een statistische analyse uitgevoerd op beschikbare data van brancheorganisaties Wecycle en Stichting Zonne-energie Recycling Nederland (hierna: ZRN) en van data uit openbare bronnen waaronder het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) en het NWR. Op basis van deze analyse wordt voor 2019 een forse stijging van de POM verwacht van meer dan 150 kton. Met name de POM van zonnepanelen, waarvoor een toename in de POM verwacht wordt van 95 kton, en de toename in POM van de zogeheten open scope producten dragen hier aan bij. Door de toename van de POM stijgt de inzameldoelstelling in absolute zin. De POM 2020 is met nog meer onzekerheden omgeven door de wereldwijde corona crisis. Wat de precieze impact van de pandemie zal zijn, laat zich lastig voorspellen.
Op basis van de uitgevoerde analyse is volgens Stichting OPEN de voorlopige inschatting dat om de 65%-doelstelling in 2021 te kunnen halen er 250 kton (exclusief zonnepanelen) ingezameld dan wel verantwoord verwerkt zal moeten worden.
Verdeling inzameling 250 kton over inzamelroutes
In het opgeleverde Stappenplan zijn onderstaande inzamelroutes opgenomen. Deze stappen zijn nader uitgewerkt in het Actieplan 65% om in 2022-2023 de 65% inzameling te realiseren.
De inzamelroutes zijn als volgt verdeeld: 170 kton wordt ingezameld via de bestaande inzamelkanalen, 40 kton via registratie door gecertificeerde verwerkers en 40 kton via additionele activiteiten om de doelstelling te realiseren.
Het volume uit de bestaande inzamelkanalen is gebaseerd op het ingezamelde volume uit 2018 (145 kton); vermeerderd met de gerapporteerde groei van Wecycle over 2019 (+10,6%) en met de verwachte groei van 2020, gebaseerd op de inzameling van de eerste vier maanden in 2020 (+6%).
Het geregistreerde volume is gelijk gesteld aan het volume zoals door gecertificeerde verwerkers is gerapporteerd aan het NWR in 2018.
Het volume van 40 kton, via additionele activiteiten om de doelstelling te realiseren, is gebaseerd op de analyse zoals in 2018 uitgevoerd ter voorbereiding van het Plan van Aanpak 65%.
De analyse die aan het Plan van Aanpak 65% ten grondslag ligt, is bevestigd door de recente studie uitgevoerd door UNITAR (UNU) over de Dutch WEEE Flows 2020.
In deze studie wordt geconcludeerd dat 50% van het geproduceerde AEEA bij gecertificeerde verwerkers wordt verwerkt. 27% (100 kton) wordt verwerkt bij niet-gecertificeerde verwerkers; 9% (33 kton) verdwijnt in de vuilnisbak; 8% (31 kton) wordt voor hergebruik naar het buitenland geëxporteerd en van 6% is onbekend wat ermee gebeurt.
Dit betekent dat de grootste volumepotentie om de inzameldoelstelling te halen ligt bij het niet-gecertificeerd verwerkte AEEA: 100 kton.
Ten aanzien van de 31 kton die voor hergebruik naar het buitenland wordt geëxporteerd geldt dat deze, indien de hoeveelheid op basis van de monitoring met voldoende zekerheid kan worden bepaald, wordt afgetrokken van de POM. Dit vraagt uiteraard zorgvuldige rapportage met aandacht voor datakwaliteit aan de bron. Voor 2018 en 2019 is door de onderbouwde raming van het volume exporthergebruik 21,2 kton afgetrokken van de POM, wat overeenkomt met circa 5% van het volume. Het behaalde inzamelpercentage neemt door deze correctie voor exporthergebruik met circa 2,5% toe.
Met dit stappenplan streeft Stichting OPEN ernaar om in 2022-2023 65% inzameling te realiseren. Het stappenplan is nader uitgewerkt in het Actieplan 65%.
Extra activiteiten
Naast de uitvoering van de aanbevelingen uit de evaluatie van het Plan van Aanpak 65% zijn ook andere extra activiteiten opgenomen in het Actieplan 65%. Stichting OPEN noemt onder andere de verkenning van het retourpremiesysteem, het verkennen van de mogelijkheden voor registratie van bepaalde specifiek bij bedrijven vrijkomende stromen AEEA, registratie van bepaalde soorten AEEA die worden hergebruikt door consumenten en bedrijven via speciaal daarvoor opgerichte bedrijven zoals kringloopwinkels en refurbishers. En indien nodig zullen aanvullende inzameling en verwerking in de markt worden gecontracteerd om te bewerkstelligen dat de inzameling en verwerking doorgang kan vinden ook als ten gevolge van de avv meer of andere capaciteit voor inzameling en verwerking vereist mocht blijken te zijn,
Het contracteren van deze aanvullende capaciteit kan onder meer door nieuwe locaties, inzamelaars en verwerkers te contracteren of door capaciteit in te kopen bij (uitvoerings)organisaties die reeds in de markt actief zijn en beschikken over dergelijke capaciteit.
In artikel 2.1.5 van de Overeenkomst AEEA is opgenomen dat de producenten door middel van de afvalbeheerstructuur collectief voldoen aan hun verplichtingen wat betreft de inzameldoelstelling van 65% zoals genoemd in artikel 10, onder c van de Regeling AEEA. De Stichting OPEN gaat hiermee de inspanningsverplichting aan en kan op basis van de Overeenkomst AEEA door de producenten aangesproken worden om de inzameldoelstelling waar te maken.
Toetsing inhoud verzoek
Het verzoek tot avv is getoetst aan titel 15.10 van de Wm en de Regeling verzoek algemeen verbindend verklaring overeenkomst afvalbeheerbijdrage (hierna: de Regeling).
4. In de Regeling is aangegeven dat in een overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod dienen te komen:
a. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder a, van de Regeling dient in de overeenkomst de naam, adres, registratienummer bij de Kamer van Koophandel en desgevraagd statuten van degenen die partij zijn bij de overeenkomst en, indien van toepassing, van de producentenorganisatie te worden gegeven.
De Overeenkomst AEEA bevat de namen, adressen en registratienummers bij de Kamer van Koophandel van de organisaties die partij zijn bij de Overeenkomst AEEA en van de bedrijven die lid zijn van deze organisaties. Verder bevat het verzoek ook de naam, adres, registratienummer en de statuten van de producentenorganisatie.
b. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder b, van de Regeling dient in de overeenkomst het product waarop de afvalbeheerbijdrage betrekking heeft te worden aangegeven.
In artikel 4.1 van de Overeenkomst AEEA is opgenomen dat producenten een afvalbeheerbijdrage verschuldigd zijn over hun op de markt gebrachte elektrische of elektronische apparatuur (hierna: EEA) per kalenderjaar.
Hierbij is EEA gedefinieerd als apparaten die afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden om naar behoren te werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1.000 volt bij wisselstroom en 1.500 volt bij gelijkstroom.
In artikel 2.3 van de Overeenkomst AEEA is aangegeven dat de afvalbeheerstructuur betrekking heeft op AEEA, ongeacht of deze in huishoudelijke of bedrijfsafvalstromen voorkomen. AEEA zijn elektrische of elektronische apparatuur die afvalstoffen zijn in de zin van artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2008/98/EG (hierna: EU-Kaderrichtlijn afvalstoffen), daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt voor zover deze binnen het toepassingsbereik van de Regeling AEEA vallen.
EEA worden op grond van de Richtlijn 2012/19/EU (hierna: AEEA Richtlijn) ingedeeld in de volgende 6 categorieën uit bijlage III van de AEEA Richtlijn:
1 |
Warmte- of koude-uitwisselende apparatuur |
2 |
Schermen |
3 |
Lampen |
4 |
Grote apparatuur (incl. zonnepanelen) |
5 |
Kleine apparatuur |
6 |
Kleine ICT-apparatuur |
OS |
Open scope apparatuur |
De afvalbeheerstructuur heeft betrekking op de AEEA in alle zes voornoemde categorieën, inclusief de open scope. Apparatuur vallend onder ‘open scope’ wil zeggen dat deze apparatuur nog moet worden ingedeeld in één van de overige 6 categorieën. Tot die tijd wordt de open scope apparatuur wel meegeteld, maar nog niet bij de categorieën.
Avv voor lampen
Voor de duur van de huidige algemeen verbindend verklaring voor de productcategorie 3 Lampen (avv voor lampen) als bedoeld in bijlage lll van de AEEA Richtlijn die is verleend aan Stichting LightRec Nederland, (kenmerk IENW/BSK-2019/180062 en zaaknummer PBAAV18019), zal de afvalbeheerstructuur geen betrekking hebben op AEEA voor productcategorie 3. Voornoemde avv voor lampen eindigt op 31 december 2022, zodat AEEA in de productcategorie 3 Lampen met ingang van 1 januari 2023 wel binnen de scope van de afvalbeheerstructuur vallen.
Onder de avv voor lampen is en wordt een specifieke voorziening opgebouwd ten behoeve van de uitfasering van TL en CFL. Na afloop van de avv voor lampen zal deze specifiek voor dit doel opgebouwde voorziening beschikbaar blijven voor de uitfasering van TL en CFL.
c. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder c, van de Regeling dienen in de overeenkomst de met de afvalbeheerstructuur te realiseren doelstellingen voor het afvalbeheer aan bod te komen, waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met de afvalhiërarchie.
In de Overeenkomst AEEA, artikel 2.8 is aangegeven dat Stichting OPEN door middel van de afvalbeheerstructuur gaat voldoen aan de op de individuele producenten rustende wettelijke verplichtingen.
In artikel 10 van de Regeling AEEA is opgenomen dat een producent er zorg voor draagt dat jaarlijks minimaal 65% van de gemiddelde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur die door hem in de voorgaande drie jaren in Nederland in de handel is gebracht, aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur namens hem wordt ingezameld en verwerkt, of minimaal 85% van de door hem in het betreffende jaar in Nederland geproduceerde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur namens hem wordt ingezameld en verwerkt. Deze inzameldoelstelling is tevens in artikel 2.1.5 van de Overeenkomst AEEA opgenomen. Op grond van de Overeenkomst AEEA zal Stichting OPEN namens de producenten voldoen aan de verplichtingen uit de Regeling AEEA. De Stichting OPEN gaat hiermee een inspanningsverplichting aan om de inzameldoelstelling waar te maken en kan op basis van de Overeenkomst AEEA daarop door de producenten aangesproken worden. Stichting OPEN beoogt tevens normadressaat te worden voor de verplichtingen uit de Regeling AEEA.
Door middel van de afvalbeheerstructuur wordt gedurende het gehele jaar AEEA ingezameld, ongeacht of op enig moment ten aanzien van een bepaald kalenderjaar de inzameldoelstelling is behaald.
Afvalhiërarchie
In artikel 2.2.3 van de Overeenkomst AEEA is opgenomen dat de afvalbeheerstructuur bestaat uit passende verwerking van AEEA in verband met nuttige toepassing en product- en materiaalhergebruik van AEEA en met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Regeling AEEA.
Afzonderlijke acties en maatregelen zijn in Bijlage 1 bij het verzoek uitgewerkt per productcategorie.
In het verzoek heeft Stichting OPEN verder aangegeven dat met de avv de producenten een beter uitgangspunt verkrijgen om oplossingen te ontwikkelen voor online verkoop en platformen en effectief te reageren op toenemende productverweving. Ook zijn er diverse nieuwe producten op de markt zoals zonnepanelen, warmtepompen en e-bikes, die nu in grote aantallen op de markt worden gebracht, maar nog niet als afval vrijkomen. Stichting OPEN beoogt met de avv ook voor deze producten de inzameling en verwerking en de bekostiging daarvan op bestendige wijze vorm te geven.
Ander doel is om de continuïteit in de verwerking van meer complexe AEEA stromen te borgen. Door stijgende complexiteit van producten; en uitfasering van producten als CRT beeldschermen en spaarlampen, waarvoor wijzigingen in wet- en regelgeving materiaalhergebruik beperken, zegt Stichting OPEN dat dit vraagt om innovatie en investeringen bij verwerkers van AEEA.
Omdat het aantal verwerkers in Nederland afneemt is volgens Stichting OPEN een centrale regie nodig, waarmee de stimulering van innovatie, kennisdeling en langetermijninvesteringen ten behoeve van een gezonde verwerkingsmarkt en continuïteit van verwerking, kunnen worden geborgd.
Stichting OPEN heeft met de avv verder tot doel om te voorkomen dat producenten onverhoopt profiteren van collectieve inspanningen zonder daaraan naar gelang hun eigen aandeel bij te dragen (zogenaamde free riders).
Andere instrumenten die aanvullend zijn op de (doelstellingen van de) avv
In Bijlage I bij het verzoek, onder punt 1.11, is door Stichting OPEN beschreven dat zij aanvullende uitvoeringsinstrumenten nodig heeft, die niet via deze avv geregeld worden. Stichting OPEN geeft hier aan dat het succesvol behalen van de doelen uit onderdeel a afhankelijk is van een aantal externe factoren, zoals de invoering van een zichtbare circulariteitsbijdrage, de wettelijke afgifteplicht, een wettelijke registratieplicht export voor hergebruik, aandacht voor compliance bij subsidies zoals SDE zonnepanelen en handhaving door de overheid.
Bij verlening van de avv zal Stichting OPEN zich ten behoeve van de producenten inspannen om samen met ketenpartners en het ministerie knelpunten op zinvolle wijze te adresseren en daartoe instrumenten te ontwikkelen en te realiseren. In dat kader voert Stichting OPEN verschillende onderzoeken uit naar instrumenten die kunnen bijdragen aan het behalen van de doelstellingen. Afhankelijk van de uitkomsten van die onderzoeken en met inachtneming van wet- en regelgeving zullen de desbetreffende instrumenten op een passende wijze worden ingezet.
d. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder d, van de Regeling dient in de overeenkomst een omschrijving te worden gegeven van de wijze waarop producenten elkaar en bij de afvalbeheerstructuur betrokken actoren informeren over de afvalbeheerstructuur en de doelstellingen voor het afvalbeheer, bedoeld in artikel 2, onder c.
In artikel 2.2.9 van de Overeenkomst AEEA is opgenomen dat de afvalbeheerstructuur onder meer voorziet in voorlichting met betrekking tot de afvalbeheerstructuur en de met de afvalbeheerstructuur te behalen milieudoelstellingen, waaronder het aanbieden van een website waarop de werking van de afvalbeheerstructuur en de rol van de bij de afvalbeheerstructuur betrokken partijen wordt toegelicht.
In artikel 2.4 van de Overeenkomst AEEA is opgenomen dat producenten de in artikel 16 eerste en tweede lid van de Regeling AEEA voorgeschreven informatie verstrekken aan Stichting OPEN, op een voorgeschreven wijze en binnen de in de Regeling AEEA gestelde termijn. Deze informatie wordt door Stichting OPEN in de vorm van handboeken, of via elektronische media verstrekt aan inrichtingen als bedoeld in artikel 16, derde lid van de Regeling AEEA.
In het verzoek heeft Stichting OPEN verder aangegeven dat de indieners vaak communiceren met hun achterban en zijn vertegenwoordigd in het bestuur van Stichting OPEN. Producenten kunnen zich langs diverse wegen tot Stichting OPEN richten (bijvoorbeeld per e-mail of telefonisch) en Stichting OPEN zal actief de relatie met producenten onderhouden (accountmanagement). Stichting OPEN heeft een website waar producenten onder meer informatie kunnen vinden over Stichting OPEN (www.stichting-open.org), de afvalbeheerstructuur en de afvalbeheerbijdrage. Ook stuurt zij aan producenten reguliere nieuwsbrieven om hen te informeren over specifieke onderwerpen en ontwikkelingen.
e. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder e, van de Regeling dient in de overeenkomst een omschrijving van de organisatorische en technische opzet van de afvalbeheerstructuur en daarbij betrokken actoren te worden gegeven.
Organisatorisch
In artikel 2 van de Overeenkomst AEEA is de afvalbeheerstructuur opgenomen. Artikel 2.1 beschrijft de verplichtingen waaraan producenten collectief voldoen door middel van de afvalbeheerstructuur. In artikel 2.2 is omschreven waarin de afvalbeheerstructuur voorziet: een landelijk dekkend systeem van gescheiden inzameling van AEEA, de sortering van ingezameld AEEA, de passende verwerking van AEEA conform de eisen van de Regeling AEEA, de wijze van monitoring van de inzameling en verwerking, de rapportage- en meldingsverplichtingen, het verstrekken van gegevens aan verwerkers, de inning van de afvalbeheerbijdrage, de handhaving, de voorlichting met betrekking tot de afvalbeheerstructuur en het voorzien in onderzoek en andere activiteiten ten behoeve van de uitvoering van de Regeling AEEA.
Verder is omschreven in artikel 2.3 dat de afvalbeheerstructuur betrekking heeft op alle AEEA, ongeacht dat deze in huishoudelijke of bedrijfsafvalstromen voorkomen en zonder het systeem te beperken tot de gebieden waar de inzameling en het beheer van afval het winstgevendst is. Het systeem van gescheiden inzameling is het gehele jaar op passende wijze beschikbaar en stelt degene die zich van AEEA wil ontdoen in staat om dit kosteloos te doen. De Overeenkomst AEEA voorziet in de financiële basis voor het opzetten, in stand houden en uitvoeren van de afvalbeheerstructuur.
Technisch
Sortering en verwerking van ingezamelde AEEA vindt plaats conform geldende wet- en regelgeving. In de overwegingen van de Overeenkomst AEEA is aangegeven dat de partijen van de Overeenkomst AEEA de samenwerking met stichting OPEN zijn aangegaan en de afvalbeheerstructuur hebben opgezet met het oog op het behalen van de in de Regeling AEEA geformuleerde milieudoelstellingen. Door middel van de afvalbeheerstructuur voldoen producenten collectief aan hun verplichtingen op grond van de Regeling AEEA. Conform de in Landelijk Afvalbeheerplan 3 gehanteerde afvalhiërarchie, schrijft de Regeling AEEA in artikel 11 voor dat verwerkers de AEEA passend dienen te verwerken overeenkomstig bijlage V van de AEEA Richtlijn. De afvalbeheerstructuur regelt onder meer ook de passende verwerking, zoals o.a. genoemd in artikel 2.2.3 van de Overeenkomst AEEA. De Overeenkomst AEEA vormt ten behoeve van de producenten de financiële basis voor de afvalbeheerstructuur. Omdat Stichting OPEN de verantwoordelijkheid op zich neemt van de collectieve uitvoering van de afvalbeheerstructuur in plaats van de individuele producenten, is Stichting OPEN ook mede ondertekenaar van de Overeenkomst AEEA. De producenten voldoen collectief aan hun verplichtingen en met behulp van de afvalbeheerstructuur aan hun verplichtingen waaronder de artikelen 6 tot en met 10 van de Regeling AEEA, het zorgen voor een passende financiële regeling voor de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënisch verantwoorde verwerking van AEEA en het doen van verslag aan de bevoegde autoriteit conform artikel 19 van de Regeling AEEA.
In de Overeenkomst AEEA zijn de bij de afvalbeheerstructuur betrokken actoren welke verantwoordelijk zijn voor de afvalbeheerstructuur en daarbij ook de juridische en financiële verantwoordelijkheid op zich nemen, omschreven.
In Bijlage I bij het verzoek is een nadere beschrijving van de technische aspecten van de afvalbeheerstructuur opgenomen. De infrastructuur en de activiteiten van Stichting OPEN zijn in deze bijlage nader uitgewerkt voor de verschillende categorieën AEEA, en zijn tevens aangevuld met de activiteiten uit het Actieplan 65%.
f. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder f, van de Regeling dient in de overeenkomst de financieel-economische opzet van de afvalbeheerstructuur en het mechanisme voor zelfbeheer met betrekking tot de financiële- en informatiehuishouding van die structuur te worden gegeven.
In de Overeenkomst AEEA is in artikel 3 de financiële basis voor de afvalbeheerstructuur neergelegd. Bijlage 1 van de Overeenkomst AEEA bevat een nadere beschrijving en uitwerking van de berekening van de afvalbeheerbijdrage.
In artikel 5 van de Overeenkomst AEEA is de mogelijkheid beschreven van controle door een accountant bij de producenten.
Daarnaast heeft Stichting OPEN in haar statuten de jaarlijkse verantwoording met het opstellen van een balans en verslaggeving vastgelegd. Hierbij kan controle door een accountant worden ingezet.
De afvalbeheerstructuur bestaat ertoe te voorzien in de handhaving van de afvalbeheerstructuur ten behoeve van de effectiviteit van de structuur en ter voorkoming van free rider gedrag. In dat kader is door Stichting OPEN tevens voorzien in een adequaat mechanisme voor zelfbeheer, ondersteund door regelmatige onafhankelijke controles voor de beoordeling van het financiële beheer en de kwaliteit van de gegevens ten behoeve van rapportages, meldingen en monitoring
g. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder g, van de Regeling dient in de overeenkomst de hoogte en de wijze van berekenen van de afvalbeheerbijdrage en, indien van toepassing, de wijze van differentiatie van deze bijdrage naar producten of groepen van soortgelijke producten, rekening houdend met duurzaamheid, de beoogde vorm van nuttige toepassing en de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen aan de orde te komen.
In de Overeenkomst AEEA is in artikel 3 en 4 opgenomen waaruit de afvalbeheerbijdrage bestaat en zijn de grondslagen en betalingsvoorwaarden opgenomen. In bijlage 1 van de Overeenkomst AEEA is de wijze van berekening van de afvalbeheerbijdrage omschreven en in bijlage 2 zijn de betalingsvoorwaarden omschreven.
De Overeenkomst AEEA regelt de wijze van berekenen van de afvalbeheerbijdrage. Op basis van deze wijze van berekenen, stelt Stichting OPEN de hoogte van de afvalbeheerbijdrage per soort EEA periodiek vast.
De afvalbeheerbijdrage die de producenten moeten afdragen aan Stichting OPEN is gebaseerd op de volgende componenten:
a. operationele kosten (een netto kostenpost)
b. systeemkosten; en,
c. vaste bijdrage.
Stichting OPEN stelt periodiek de tarieven en vaste bijdragen voor de afvalbeheerbijdrage vast. Op grond van artikel 3 van de Overeenkomst AEEA, is het tarief dat Stichting OPEN vaststelt per soort EEA, een optelsom van het tarief voor operationele kosten van die soort EEA en het tarief voor de systeemkosten dat aan die soort EEA wordt toegerekend. Bij elk tarief stelt Stichting OPEN de tariefgrondslag vast, zijnde het aantal stuks EEA of een gewichtshoeveelheid EEA. De afvalbeheerbijdrage kan mede gebaseerd
worden op een vast bedrag per producent ter dekking van bepaalde vaste kosten die niet in de operationele kosten en de systeemkosten zijn begrepen, zoals de bijdrage aan het NWR. Bij de vaststelling van het tarief voor een bepaald soort EEA worden begrote operationele en systeemkosten betrokken die betrekking hebben op de desbetreffende EEA in het afvalstadium. Indien
bepaalde operationele kosten of systeemkosten voor rekening van meer soorten EEA behoren te komen worden door Stichting OPEN verdeelsleutels vastgesteld om te komen tot een redelijke toerekening van die kosten aan elke betrokken soort EEA.
In artikel 3.3 van de Overeenkomst AEEA is omschreven dat indien onderzoeken daartoe aanleiding geven, de wijze van berekening van de afvalbeheerbijdrage zoals beschreven in dit artikel 3 en de Bijlage 1 door de ondertekenaars van de Overeenkomst AEEA en Stichting OPEN gezamenlijk kan worden aangepast.
Gedurende de looptijd van de avv voor de productcategorie 3 Lampen zijn producenten voor EEA in voornoemde productcategorie geen afvalbeheerbijdrage aan Stichting OPEN verschuldigd.
h. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder h, van de Regeling dient in de overeenkomst een omschrijving van degenen op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheerbijdrage wordt gelegd, aan de orde te komen.
De verplichting tot afdracht van de afvalbeheerbijdrage wordt gelegd op producenten zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Overeenkomst AEEA.
Voor de definitie van een producent is aansluiting gezocht bij de Regeling AEEA. Een producent betreft derhalve een natuurlijke persoon of rechtspersoon die ongeacht de verkooptechniek:
1. is gevestigd in Nederland en onder zijn eigen naam of merk elektrische en elektronische apparatuur vervaardigt, of elektrische en elektronische apparatuur laat ontwerpen of vervaardigen die hij onder zijn naam of merk in Nederland verhandelt;
2. is gevestigd in Nederlands en in Nederland onder zijn eigen naam of handelsmerk apparatuur wederverkoopt die door andere leveranciers is geproduceerd waarbij de wederverkoper niet als producent wordt aangemerkt wanneer het merkteken van de producent zoals bepaald in onderdeel 1, op het apparaat zichtbaar is;
3. is gevestigd in Nederland en beroepsmatig elektrische en elektronische apparatuur uit een derde land of een andere lidstaat van de Europese Unie invoert en het in Nederland in de handel brengt; of,
4. via verkoop op afstand elektrische en elektronische apparatuur rechtstreeks verkoopt aan particuliere huishoudens of aan andere gebruikers dan particuliere huishoudens in Nederland, en is gevestigd in een ander land dan Nederland.
i. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder i, van de Regeling dient in de overeenkomst een omschrijving van degenen aan wie de afdracht van de afvalbeheerbijdrage moet plaatsvinden, aan de orde te komen.
In artikel 3 van de Overeenkomst AEEA is opgenomen dat de afdracht van de afvalbeheerbijdrage plaats vindt aan Stichting OPEN. Stichting OPEN heeft als doel het collectief uitvoering geven aan de verantwoordelijkheden en verplichtingen van producenten uit hoofde van de Regeling AEEA.
In artikel 7 van de Overeenkomst AEEA is tevens opgenomen dat Stichting OPEN erop toeziet dat de verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie vertrouwelijk wordt behandeld.
j. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder j, van de Regeling dient in de overeenkomst het moment en de wijze waarop de afdracht van de afvalbeheerbijdrage moet plaatsvinden aan de orde te komen.
In artikel 4 en bijlage 2 van de Overeenkomst AEEA is opgenomen dat het tijdvak waarover de afvalbeheerbijdrage moet worden betaald het kalenderjaar is.
Iedere producent doet jaarlijks uiterlijk op 1 april opgave van de EEA die hij in het voorgaande kalenderjaar in Nederland op de markt heeft gebracht. Op basis van deze opgave wordt de afvalbeheerbijdrage voor de betreffende producent vastgesteld. Deze opgave wordt digitaal gedaan.
Op basis van deze opgave wordt een factuur gegenereerd. De afvalbeheerbijdrage moet vervolgens binnen 30 dagen na factuurdatum worden voldaan.
k. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder k, van de Regeling dient in de overeenkomst de wijze waarop toezicht en controle op de afdracht van de afvalbeheerbijdrage plaatsvindt aan de orde te komen.
In de Overeenkomst AEEA is in artikel 5 en in bijlage 2 opgenomen dat Stichting OPEN op basis van de Overeenkomst AEEA gegevens kan opvragen bij producenten ter uitvoering van de Overeenkomst AEEA of de afvalbeheerstructuur. Stichting OPEN is gerechtigd deze gegevens op juistheid en volledigheid te controleren en daarbij gebruik te maken van externe accountants. Producenten zijn gehouden om aan een controle mee te werken en de daarvoor door Stichting OPEN aangewezen personen toe te laten tot hun bedrijf en administratie en om alle noodzakelijke informatie te verstrekken en medewerking te verlenen in verband met de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst AEEA of de afvalbeheerstructuur.
Stichting OPEN zal een controle protocol opstellen voor de controles op door producenten ingediende opgaven van hun in Nederland op de markt gebrachte EEA. Deze controles zullen periodiek plaatsvinden waarbij de controlefrequentie wordt afgestemd op de omvang van de op de markt
gebrachte EEA en het financiële belang. Stichting OPEN kan opgaven tot vijf jaar na het moment waarop opgaven zijn gedaan, controleren.
Controles zullen onder meer bestaan uit enkele automatische controles op gewichten en aantallen op basis van trendanalyses en uit steekproefsgewijze individuele controles die Stichting OPEN laat uitvoeren door gekwalificeerde derden. Aan producenten die een grote hoeveelheid EEA op de markt brengen kan in het controleprotocol een verplichting worden opgelegd om hun opgave zelf door een gekwalificeerde derde te laten controleren. Stichting OPEN zal niet alleen controles uitvoeren op opgaven van producenten' maar zal ook onderzoek doen naar producenten die zich niet bij Stichting OPEN hebben aangemeld. Stichting OPEN zal hiervoor datamining en signalen uit de markt benutten. Indien een producent de afvalbeheerbijdrage niet tijdig betaalt, biedt Stichting OPEN hem schriftelijk een redelijke termijn om alsnog tot betaling over te gaan. Na het verstrijken van deze termijn is een verzuimboete verschuldigd conform het Bijlage 3 Boetereglement van de Overeenkomst AEEA. Daarnaast kan Stichting OPEN de vordering overdragen aan een incassobureau en/of gerechtelijke stappen nemen.
Bijlage 3 Boetereglement van de Overeenkomst AEEA voorziet tevens in de mogelijkheid vergrijpboetes op te leggen.
l. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder l, van de Regeling dient in de overeenkomst de wijze waarop degenen op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheerbijdrage is gelegd, gebruik kunnen maken van de afvalbeheerstructuur voor dat product aan de orde te komen.
In artikel 2, van de Overeenkomst AEEA is geregeld dat Stichting OPEN een afvalbeheerstructuur in stand houdt en een infrastructuur ter beschikking stelt ten behoeve van de inzameling en verwerking. Ook wordt hierover gecommuniceerd richting de houders van (A)EEA. Producenten nemen deel aan deze afvalbeheerstructuur en sluiten zich daartoe aan bij Stichting OPEN. Stichting OPEN voert deze afvalbeheerstructuur collectief uit en voldoet op die manier, in plaats van de individuele producenten, aan de wettelijke verplichtingen. De afvalbeheerstructuur staat open voor alle producenten. Deelname aan de afvalbeheerstructuur is niet afhankelijk van lidmaatschap van enige branche- of productorganisatie.
De afvalbeheerstructuur ziet bovendien op alle (A)EEA die binnen de scope van de Regeling AEEA vallen, zodat elke producent die een afvalbeheerbijdrage afdraagt, de zekerheid heeft dat de door hem op de markt gebrachte EEA onder de afvalbeheerstructuur vallen.
Tot het moment dat de avv voor lampen afloopt zal de afvalbeheerstructuur geen betrekking hebben op (A)EEA als bedoeld in productcategorie 3 (lampen). Deze avv voor lampen eindigt op 31 december 2022, zodat AEEA in de productcategorie 3 Lampen met ingang van 1 januari 2023 binnen de scope van de afvalbeheerstructuur vallen. De producenten van EEA uit de productcategorie 3 Lampen zijn gedurende de looptijd van de avv Lampen geen afvalbeheerbijdrage aan Stichting OPEN verschuldigd.
m. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder m, van de Regeling dient in de overeenkomst de looptijd van de overeenkomst te worden gegeven.
In artikel 8 van de Overeenkomst AEEA is opgenomen dat de Overeenkomst AEEA een looptijd heeft van 10 jaar vanaf inwerkingtreding. De Overeenkomst AEEA treedt in werking op het moment dat een besluit tot algemeenverbindendverklaring van kracht wordt. De Overeenkomst AEEA eindigt voortijdig indien de algemeenverbindendverklaring komt te vervallen.
5. In de Regeling is verder aangegeven dat bij een verzoek tot algemeen verbindend verklaren van een overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage naast de overeenkomst in ieder geval de volgende gegevens moeten worden overlegd:
a. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder a, van de Regeling dient de naam, adres, registratienummer bij de Kamer van Koophandel en desgevraagd statuten van degenen die het verzoek indienen en namens wie het verzoek wordt ingediend, overlegd te worden.
Bij het verzoek zijn door Stichting OPEN de producenten opgegeven die het verzoek ondersteunen. Tevens heeft Stichting OPEN een lijst van de producenten aangeleverd die hebben aangegeven het verzoek tot avv niet te willen ondersteunen. Van de producenten en de organisaties, genoemd onder 1 van dit besluit, zijn de namen, adressen en registratienummers bij de Kamer van Koophandel bij het verzoek gevoegd.
b. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder b, van de Regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de marktstructuur van de producenten die het product in de handel brengen, waaronder in ieder geval:
I. de totale omvang, gerekend naar gewicht, aantal of grootte, in de handel gebrachte producten en het aandeel daarin van degenen die het verzoek indienen en namens wie het verzoek wordt ingediend
II. het aantal van diegenen als bedoeld in onderdeel a ten opzichte van het totale aantal producenten dat het product in Nederland in de handel brengt
De gegevens genoemd bij I en II zijn verstrekt en worden ten behoeve van de toetsing van de meerderheid onder punt 5c en punt 6 Beoordeling van de meerderheid behandeld.
De marktstructuur
In het verzoek is de marktstructuur als volgt beschreven:
Op grond van de Regeling AEEA zijn producenten van (A)EEA verplicht zich te melden bij het NWR. Op de website van het NWR wordt een actueel overzicht bijgehouden van de producenten die zich hebben geregistreerd. Uit dat overzicht (datum 3 maart 2020) blijkt dat in Nederland 3.131 producenten bij het NWR staan geregistreerd. Producenten die in Nederland EEA op de markt brengen, zijn op grond van de Regeling AEEA verplicht om jaarlijks aan het NWR de gewichtshoeveelheid EEA die zij in Nederland op de markt hebben gebracht te rapporteren. Het NWR rapporteert jaarlijks de totale hoeveelheid op de markt gebrachte EEA aan de Minister. De meest recente rapportage van het NWR aan de Minister is over 2018. Uit deze rapportage blijkt dat in totaal 500.428 ton EEA als op de markt gebracht is gerapporteerd. In de periode 2016-2018 steeg de hoeveelheid op de markt gebrachte EEA jaarlijks gemiddeld met zo'n 15%. Ook naar de toekomst toe wordt een stijging van de hoeveelheid op de markt gebracht EEA verwacht. In 2018 brachten 12 producenten gezamenlijk 33% van de totale gewichtshoeveelheid EEA op de markt en 50 producenten 50%. Conform de Regeling AEEA rust op producenten een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Van de 3.131 producenten die bij het NWR zijn geregistreerd, voldoen 3.009 producenten collectief aan hun producentenverantwoordelijkheid en 122 individueel. De 3.009 producenten die collectief aan hun uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voldoen, hebben daartoe deelnemersovereenkomst(en) gesloten met diverse partijen en dragen aan die partijen een bijdrage af. De partijen die individueel aan hun uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voldoen, dragen op dit moment direct zelf de kosten voor de uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Bij algemeenverbindendverklaring van de Overeenkomst AEEA, zal Stichting OPEN voor alle producenten de uitvoering van de wettelijke verplichtingen vormgeven en zullen alle producenten een afvalbeheerbijdrage aan Stichting OPEN afdragen.
De impact van het verzoek op de markt en actoren.
In het verzoek, onderdeel 1.12 en in artikel 2.8 van de Overeenkomst AEEA is met betrekking tot de uitvoering opgenomen dat Stichting OPEN zelf de regie zal voeren en de uitvoeringsactiviteiten zal uitbesteden aan marktpartijen als onderdeel van de afvalbeheerstructuur.
Daartoe zal Stichting OPEN dergelijke activiteiten in de markt inkopen en op die manier de mededinging versterken en bewerkstelligen dat sprake is van efficiëntie en een eerlijke verdeling van kosten onder de producenten van EEA.
Bestaande uitvoeringsorganisaties zullen blijven bestaan. De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is in de Regeling AEEA belegd bij de producent (inclusief importeur). De avv brengt hierin geen wijziging aan. De producenten of importeurs betalen eenzelfde afvalbeheerbijdrage en voldoen daarmee aan hun verplichtingen op grond van de overeenkomst. Stichting OPEN zal de uitvoeringsregie op zich nemen en de inzamelaars en vervoerders via gelijke kansen laten meedingen naar de verschillende taken.
Het verzoek richt zich op producenten (dus inclusief importeurs), die via de afvalbeheerbijdrage, die wordt vastgesteld per productcategorie in een tarievenlijst, voldoen aan de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. De tarieven zijn vastgesteld door het bestuur van Stichting OPEN en maken onderdeel uit van het verzoek. Met de avv zal daarom voor alle producenten per specifiek product of productgroep eenzelfde tarief gelden bij het op de markt brengen van hun product in Nederland. Dit resulteert in een meer gelijk speelveld voor de producenten van EEA.
Een meerderheid van deze producenten en importeurs ondersteunen het verzoek.
Het selecteren van ketenpartners in de uitvoering en contractering van activiteiten ten behoeve van de afvalbeheerstructuur zal plaatsvinden conform het inkoopbeleid van Stichting OPEN. In dat beleid zullen de met de afvalbeheerstructuur te behalen doelen en de continuïteit van de met de afvalbeheerstructuur uit te voeren activiteiten van belang zijn.
Selectie van marktpartijen zal non-discriminatoir zijn.
Stichting OPEN heeft aangegeven zich bij de inkoop niet alleen te richten op het realiseren van de doelstellingen op de korte termijn maar in het bijzonder ook op de duurzaamheid van de samenwerking Stichting OPEN geeft aan dat het de avv en de in dat kader in stand te houden afvalbeheerstructuur en de daarmee te behalen doelstellingen zijn die de aanleiding en noodzaak vormen voor de contractering van bepaalde (aanvullende) inzameling en verwerking.
met ketenpartners op de lange termijn en de vereiste investeringen en de te realiseren innovatie. Het inkoopbeleid zal worden vastgesteld door het bestuur van Stichting OPEN. De vertrouwelijkheid van de selectie en contractering en de zorgvuldige handelwijze met betrekking tot (commercieel) vertrouwelijke gegevens, zal in de inkoopprocessen worden gewaarborgd.
De inkoop en aansturing van uitvoeringsactiviteiten ten behoeve van de afvalbeheerstructuur kunnen, binnen de door Stichting OPEN neergelegde beleidskaders, door Stichting OPEN worden ondergebracht in een separate entiteit (inkooporganisatie). Een uitwerking van de richtlijnen voor contractering is gegeven in Annex B bij Bijlage 1 van de aanvullende informatie die op 13 juli 2020 is verstrekt door Stichting OPEN.
c. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder c, van de Regeling dient een onderbouwing gegeven te worden van de aanwezigheid van een belangrijke meerderheid van de door verzoekers in de handel gebrachte producten, waarbij mede rekening wordt gehouden met de totale omvang en het gewogen aantal verzoekers als bedoeld in onderdeel b, onder (i) en (ii).
Bij het verzoek is door Stichting OPEN een lijst aangeleverd met 2.080 producenten en importeurs (inclusief Kamer van Koophandelnummer voorzover het in Nederland gevestigde bedrijven betreft) die het verzoek tot avv ondersteunen. Tevens is bij het verzoek een lijst aangeleverd met 35 producenten en importeurs, lid van één van de aanvragende partijen, die het verzoek niet ondersteunen (opt out).
Op grond van de Regeling AEEA zijn producenten verplicht zich te melden bij het NWR. Op de website van het NWR wordt een actueel overzicht bijgehouden van de producenten die zich hebben geregistreerd. Uit dat overzicht (datum 3 maart 2020) blijkt dat in Nederland 3.166 producenten bij het NWR staan geregistreerd.
Vanwege dubbele registraties in het NWR, onder andere door de avv lampen (producenten die onder deze avv lampen vallen staan soms zowel via WEEE Nederland B.V. als via Wecycle geregistreerd bij het NWR), moet hierop volgens Stichting OPEN een correctie van 35 producenten worden doorgevoerd. Het totaal aantal producenten komt daarmee op 3.131.
Hiervan zijn 2.080 producenten aangesloten bij de indieners van het verzoek. Naast de producenten die bij de indieners zijn aangesloten, ondersteunen ook 39 andere producenten dit verzoek. Deze zijn bij deze 2.080 opgenomen. Het percentage producenten dat het verzoek ondersteunt komt hiermee op 66,4%.
Deze producenten brengen gezamenlijk 401.848 ton EEA op de markt.
Op basis van de gegevens van het NWR over de op de markt gebrachte hoeveelheden is in 2018 een totale hoeveelheid van 500.428 ton EEA op de Nederlandse markt gebracht. Het aantal producenten dat het verzoek ondersteunt brengen gezamenlijk dus 80,3% van de totale hoeveelheid EEA op de markt.
Deze onderbouwing en gegevens worden onder punt 6 Beoordeling van de meerderheid nader behandeld.
d. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder d, van de Regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop afvalstoffenhouders van de afgedankte producten geïnformeerd worden over afvalpreventiemaatregelen, innamesystemen, voorzieningen voor hergebruik of nuttige toepassing en de preventie van zwerfafval te worden omschreven.
In het bestuur van Stichting OPEN is de taakverdeling zodanig dat elk soort EEA valt onder en is toegewezen aan een specifieke bestuurder. Die bestuurder ziet toe op adequate afstemming vanuit Stichting OPEN met producenten en – in voorkomend geval – brancheorganisaties over aangelegenheden die de producenten van de desbetreffende soort(en) EEA raken.
Stichting OPEN geeft aan dat alle producenten op een gelijke wijze en non-discriminatoir worden behandelt. Indien producenten bedenkingen, vragen of voorstellen hebben, worden deze op een zorgvuldige wijze meegewogen bij de besluitvorming binnen Stichting OPEN. De belangen van alle producenten worden op een zorgvuldige wijze meegewogen bij de besluitvorming binnen Stichting OPEN.
Stichting OPEN geeft daarbij aan dat het niet uit maakt of de producenten reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van de avv gebruik maakten van de bestaande infrastructuur waarop de structuur van OPEN is gebaseerd, of dat het gaat om producenten die voor het eerst na verlening van de avv gebruik zullen maken van de afvalbeheerstructuur.
Voorafgaand aan het verzoek tot avv heeft Stichting OPEN zoveel mogelijk
producenten benaderd. Alle bij de indieners aangesloten producenten zijn geïnformeerd over het onderhavige verzoek via een producentenbrief en informatie op de website. Deze informatie is ook opgenomen bij het verzoek. Producenten zijn daarna gevraagd om aan te geven bij hun jaarlijkse opgave of ze het verzoek ondersteunen. Aan de producenten die op individuele basis invulling geven aan de producentenverantwoordelijkheid is een brief gestuurd met uitleg over het verzoek tot avv en de gevolgen voor hen.
Ook heeft Stichting OPEN contact opgenomen met verschillende organisaties die in het NWR als producentenorganisatie staan geregistreerd. Getracht is door Stichting OPEN deze zoveel als mogelijk bij het verzoek van de avv te betrekken.
e. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder e, van de Regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop aan de eindgebruiker van het product voorlichting zal worden gegeven over de afvalbeheerbijdrage te worden omschreven.
Primair is de communicatie over de afvalbeheerstructuur niet gericht op consumenten en wordt de afvalbeheerbijdrage niet bij de consumenten geheven. De producent staat centraal.
Stichting OPEN streeft ernaar de inzameling via de in de afvalbeheerstructuur aangeven huishoudelijke (en professionele) inzamelkanalen structureel te bevorderen. Daartoe zal Stichting OPEN zich onder andere actief inzetten op het versterken van door haar gefinancierde en te financieren communicatie initiatieven gericht op (onder meer) consumenten. Deze initiatieven zullen zien op landelijke (consumenten)campagnes gericht op een brede promotie van de afvalbeheerstructuur waaronder de inleverpunten van AEEA, het promoten van retourservices van via webshops verkregen EEA en op specifieke stromen AEEA waarbij inzameling kan worden verbeterd zoals datadragers, lampen en kleine en middelgrote apparaten en armaturen.
Consumenten zullen door Stichting OPEN ook voorgelicht worden over de afvalbeheerstructuur via landelijke initiatieven waar (lokale) stakeholders op kunnen aanhaken. Deze initiatieven zullen door Stichting OPEN worden voortgezet en doelgerichte initiatieven gericht op het bereiken van specifieke communicatie doelstellingen met een lokale insteek (zoals bij scholen en kinderboerderijen en voor educatie) zullen worden voortgezet.
Naast het bovenstaande zullen jaarlijks door Stichting OPEN rapportages uitgebracht worden. Deze zijn een vertaling van de monitoringsrapportages die Stichting OPEN jaarlijks zal uitbrengen aan de Minister over de afvalbeheerstructuur. Deze rapportages worden op de website van Stichting OPEN (www.stichting-open.org) gepubliceerd en zijn openbaar, waardoor ze voor een breed publiek – alle (eind)gebruikers – toegankelijk zijn.
De communicatie initiatieven van Stichting OPEN hebben tot doel:
het verhogen van het kennisniveau van de consumenten en andere (eind)gebruikers van het systeem en het verbeteren van de houding van consumenten met betrekking tot hun inlevergedrag en andere (eind)gebruikers. Daarnaast heeft het nog ten doel het stimuleren van gewenst gedrag door het opzetten van inzamelacties en andere incentives.
Ook zal door Stichting OPEN worden ingezet op het versterken van een benadering waarbij consumenten worden gestimuleerd om reparatie en hergebruik te verhogen zoals door middel van het platform www.watismijnapparaatwaard.nl en www.watismijnlampwaard.nl.
f. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder f, van de Regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is de in onderdeel b en, indien betrokken bij de uitvoering van de afvalbeheerstructuur, onderdeel d bedoelde personen bij het indienen van het verzoek te betrekken te worden omschreven.
Op 18 december 2019 hebben de verschillende oprichtende productstichtingen aan alle aangesloten producenten een brief verzonden over de oprichting van Stichting OPEN en het voornemen om een avv aan te vragen. Ook heeft Stichting OPEN contact opgenomen met verschillende organisaties die in het NWR als producentenorganisatie staan geregistreerd.
Per brief van 4 maart 2020 heeft Stichting OPEN de producenten geïnformeerd die individueel uitvoering geven aan de producentenverantwoordelijkheid. Stichting OPEN heeft daartoe de registratie van individuele producenten bij het NWR geraadpleegd en alle individueel geregistreerde producenten aangeschreven. In deze brief van 4 maart 2020 heeft Stichting OPEN uitleg gegeven over haar organisatie, haar plannen, het verzoek van de avv en de consequenties daarvan voor deze individuele producenten.
De individuele producenten zijn door Stichting OPEN in deze brief uitgenodigd om met hen in contact te treden. In de brief zijn de mogelijkheden geschetst die er voor deze individuele producenten zijn bij het verkrijgen van de avv door Stichting OPEN, namelijk 1) aansluiten bij het verzoek van Stichting OPEN, 2) registreren bij Stichting OPEN om de bijdrage af te dragen, 3) in overleg met Stichting OPEN treden over op welke wijze er invulling wordt gegeven aan de wettelijke producentenverantwoordelijkheid en daarna bezien op welke wijze daarmee rekening kan worden gehouden, of 4) een ontheffing aan te vragen op de avv, als deze individuele producent aan de eisen daarvoor in aanmerking denkt te komen.
g. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder g, van de Regeling dient in ieder geval de wijze waarop jaarlijks openbaar verslag en verslag aan de Minister wordt uitgebracht over het naleven van de voorwaarden waaronder de algemeen verbindend verklaring is verstrekt, zoals het behalen van de doelstellingen voor het afvalbeheer te worden beschreven.
Stichting OPEN heeft aangegeven dat ingevolge artikel 18 en 19 van de Regeling AEEA zij jaarlijks voor 1 mei zal rapporteren aan het NWR namens de bij Stichting OPEN aangesloten producenten. De rapportage van de door Stichting OPEN gecontracteerde verwerkers aan het NWR zal zoveel als mogelijk worden afgestemd tussen Stichting OPEN en de verwerkers. De verwerkers zullen zelf hun rapportage tijdig indienen.
Jaarlijks zal Stichting OPEN verslag uitbrengen aan de Minister over de afvalbeheerstructuur door middel van een monitoringsrapportage. Het format voor de monitoringsrapportage moet nog worden ontwikkeld, maar deze rapportage zal in ieder geval de volgende informatie bevatten:
1. de handelsgegevens (naam en KvK-nummer) van de producenten die een afvalbeheerbijdrage hebben afgedragen;
2. de POM en gerealiseerde inzameling, zowel in absolute getallen als in relatie tot de inzameldoelstelling;
3. de hoeveelheden AEEA die passend verwerkt zijn, zowel in absolute getallen als in relatie tot de doelstellingen met betrekking tot de passende verwerking (product- en materiaalhergebruik en nuttige toepassing);
4. een overzicht van de inkomsten en uitgaven;
5. inzicht in de eventuele opbouw van risico en continuïteitsreserve;
6. inzicht in de eventuele opbouw van waarborgfonds;
7. onderbouwing van de juistheid van de gegevens in het verslag;
8. inzicht in de wijze waarop de marktconforme aanbesteding van de uitvoering van inzameling, sortering, passende verwerking en transport wordt uitgevoerd.
Ten aanzien van de onderbouwing van de juistheid van de gegevens in het verslag, wordt voor de verzameling van en controle op de op de markt gebrachte hoeveelheden door Stichting OPEN aangegeven dat zij op basis van de Overeenkomst AEEA gegevens kan opvragen bij producenten ter uitvoering van de Overeenkomst AEEA of de afvalbeheerstructuur. Stichting OPEN is gerechtigd deze gegevens op juistheid en volledigheid te controleren en daarbij gebruik te maken van externe accountants. Producenten zijn gehouden om aan een controle mee te werken en de daarvoor door Stichting OPEN aangewezen personen toe te laten tot hun bedrijf en administratie en om alle noodzakelijke informatie te verstrekken en medewerking te verlenen in verband met de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst AEEA of de afvalbeheerstructuur.
Stichting OPEN stelt een controleprotocol op voor de controles op door producenten ingediende opgaven van hun in Nederland op de markt gebrachte EEA. Deze controles vinden periodiek plaats waarbij de controlefrequentie is afgestemd op de omvang van de op de markt gebrachte EEA en het financiële belang. Stichting OPEN zal opgaven tot vijf jaar na het moment waarop opgaven zijn gedaan, controleren.
Controles bestaan onder meer uit automatische controles op gewichten en aantallen op basis van trendanalyses en uit steekproefsgewijze individuele controles die Stichting OPEN laat uitvoeren door gekwalificeerde derden. Aan producenten die een grote hoeveelheid EEA op de markt brengen wordt in het controleprotocol een verplichting opgelegd om hun opgave zelf door een gekwalificeerde derde te laten controleren.
Stichting OPEN voert niet alleen controles uit op opgaven van producenten' maar doet ook onderzoek naar producenten die zich niet bij Stichting OPEN hebben aangemeld. Stichting OPEN benut hiervoor datamining en signalen uit de markt. Indien een producent de afvalbeheerbijdrage niet tijdig betaalt, biedt Stichting OPEN hem schriftelijk een redelijke termijn om alsnog tot betaling over te gaan. Na het verstrijken van deze termijn is een verzuimboete verschuldigd conform het Bijlage 3 Boetereglement van de Overeenkomst AEEA. Daarnaast kan Stichting OPEN de vordering overdragen aan een incassobureau en/of gerechtelijke stappen nemen.
Bijlage 3 Boetereglement van de Overeenkomst AEEA voorziet tevens in de mogelijkheid vergrijpboetes op te leggen.
Indien een producent blijvend niet aan zijn verplichtingen voldoet, voorziet de Overeenkomst AEEA in de mogelijkheid de betreffende producent uit te sluiten van aansluiting en Stichting OPEN doet melding hiervan aan de Inspectie Leefomgeving en Transport.
De gegevens over de behaalde inzameling en de passende verwerking worden door de door Stichting OPEN gecontracteerde verwerkers aangeleverd. De gecontracteerde verwerkers leggen nauwkeurig verslag over de bestemming en toepassing van verwerkte materialen. Deze verslaglegging wordt ondersteund door middel van een internet registratieportal waarin op detailniveau gegevens per verwerkingsstroom eenduidig worden geregistreerd en dat door een externe onafhankelijke partij wordt gecontroleerd op juistheid en compleetheid. De verwerkers zijn wettelijk verplicht om de gegevens over inzameling en passende verwerking ook aan het NWR te rapporteren.
De monitoringsrapportage bevat daarnaast de volgende informatie:
1. de organisatorische opzet van Stichting OPEN en de uitbestede taken aan één of meer beheerorganisaties of afzonderlijke entiteiten;
2. de bestaande infrastructuur voor inzamel-, sorteer- en verwerkingsactiviteiten en de extra activiteiten ten opzichte van de bestaande infrastructuur met het oog op het behalen van de milieudoelstellingen;
3. de controle op vereiste certificaten (WEEELABEX/CENELEC) voor sortering en verwerking;
4. de wijze van inzameling en de bij sortering en verwerking toegepaste technieken;
5. de controle op naleving van de gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van inzameling, sortering en verwerking.
Tevens publiceert stichting OPEN een versie van de monitoringsrapportage op haar website. Via periodiek overleg met (vertegenwoordigers van) het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en/of de Inspectie Leefomgeving en Transport wordt ook tussentijds aan de hand van de rapportage de voortgang besproken en geëvalueerd.
h. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder h, van de Regeling, dient indien van toepassing, de naam, de organisatorische opzet, taken en verantwoordelijkheden en desgevraagd statuten van de uitvoeringsorganisatie die namens de producenten of producentenorganisatie geheel of gedeeltelijk uitvoering geeft aan de afvalbeheerstructuur te worden verstrekt.
Wanneer een verzoek tot avv namens producenten wordt ingediend door een producentenorganisatie wordt deze organisatie aangemerkt als een producentenorganisatie als bedoeld in artikel 1 van deze regeling. Deze organisatie is medeverantwoordelijk voor nakoming van de verplichtingen uit hoofde van het besluit tot avv.
Organisatorisch
In het verzoek tot avv moet duidelijk worden beschreven wat de organisatiestructuur is van een uitvoeringsorganisatie en met welke taken deze organisatie is belast. Duidelijk moet zijn hoe deze uitvoeringsorganisatie zich verhoudt tot de producentenorganisatie omdat de verplichtingen tot uitvoering van het besluit tot avv en de afvalbeheerstructuur rusten op de producentenorganisatie en niet op een uitvoeringsorganisatie. Daarnaast is de rol van de uitvoeringsorganisatie mede van belang bij beoordeling van de doelmatigheid van de afvalbeheerstructuur.
Organisatiestructuur
Bij de start van de afvalbeheerstructuur wordt uitgegaan van de bestaande infrastructuur voor inzamel, sorteer en verwerkingsactiviteiten. De indieners van de avv brengen hun infrastructuur en activiteiten in.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de afvalbeheerstructuur wordt gedragen door Stichting OPEN. Stichting OPEN wordt bestuurd door vertegenwoordigers van producenten.
Het statutaire doel van Stichting OPEN is neergelegd in de akte van oprichting welke is bijgevoegd bij het verzoek. In deze akte is tevens opgenomen hoe Stichting OPEN dat doel tracht te verwezenlijken.
Stichting OPEN zal, ten behoeve van de producenten centrale regie voeren over de nakoming van de wettelijke verplichtingen en zal de in het kader daarvan noodzakelijke afvalbeheerstructuur en het financieringsstelsel in stand houden.
Stichting OPEN zal een aantal taken via service level agreements uitbesteden aan één of meer beheerorganisaties of afzonderlijke entiteiten. De inkoop en aansturing van uitvoeringsactiviteiten ten behoeve van de afvalbeheerstructuur kan, binnen de door Stichting OPEN neergelegde beleidskaders, door Stichting OPEN worden ondergebracht in een separate entiteit (inkoop- en uitvoeringsorganisatie).
Ten behoeve van de afvalbeheerstructuur zullen door of namens Stichting OPEN aan marktpartijen opdrachten worden verstrekt. Die marktpartijen zullen zorg dragen voor de feitelijke inzameling, sortering en verwerking van AEEA.
De bestaande infrastructuur voor inzamel-, sorteer- en verwerkingsactiviteiten van indieners vormt de basis voor de afvalbeheerstructuur. Indieners brengen deze infrastructuur en activiteiten in waardoor Stichting OPEN effectief komt te beschikken over de contracten met gemeenten, retail bedrijven en andere marktpartijen die nu reeds zijn afgesloten.
De bestaande infrastructuur en activiteíten houden in grote lijnen het volgende in:
1. alle AEEA worden op gecontracteerde inzamellocaties opgehaald en vervolgens verwerkt;
2. er zijn ruim 12.000 inzamellocaties die zijn onder te verdelen in 11 typen waaronder gemeentelijke milieustraten, kringloopwinkels, retail filialen, distributiecentra, installateurs, groothandel locaties, en specifieke overige inzamellocaties die de inzameling kunnen bevorderen;
3. AEEA worden vanuit de inzamellocatie aangemeld waarna inzameling en vervoer plaatsvindt naar sorteercentra;
4. per verwerkingsfractie zijn één of meerdere gecertificeerde verwerkers gecontracteerd voor de verantwoorde verwerking van materialen;
5. alle orders, transportopdrachten en financiële transacties worden door middel van een integraal online systeem geregistreerd en gecontroleerd (zowel operationeel als financieel);
6. beheersing van activiteiten wordt extern ge-audit en door middel van het online systeem gecontroleerd en gegarandeerd;
7. in geval zich bij activiteiten in de infrastructuur ten aanzien van bepaalde AEEA risico’s kunnen voordoen met betrekking tot milieugevaarlijke stoffen worden adequate beheersmaatregelen getroffen en wordt voldaan aan de geldende wet en regelgeving.
8. het verzorgen van voorlichting en het verrichten van onderzoek en andere activiteiten die met het duurzaam omgaan met afgedankte elektronische en elektrische apparaten in Nederland AEEA verband houden.
Selectie en inkoop
Het selecteren van ketenpartners in de uitvoering en contractering van activiteiten ten behoeve van de afvalbeheerstructuur zal plaatsvinden conform het inkoopbeleid van Stichting OPEN. In dat beleid zullen de met de afvalbeheerstructuur te behalen doelen en de continuïteit van de met de afvalbeheerstructuur uit te voeren activiteiten van belang zijn. Stichting OPEN zal zich bij de inkoop niet alleen richten op het realiseren van de doelstellingen op de korte termijn maar in het bijzonder ook op de duurzaamheid van de samenwerking met ketenpartners op de lange termijn en de vereiste investeringen en de te realiseren innovatie. Het inkoopbeleid zal – indachtig het voorgaande – worden vastgesteld door het bestuur van Stichting OPEN. De vertrouwelijkheid van de selectie en contractering en de zorgvuldige handelwijze met betrekking tot (commercieel) vertrouwelijke gegevens, zal in de inkoopprocessen worden gewaarborgd.
Bij de contractering van ketenpartners geldt dat het daadwerkelijk contracteren van de (aanvullende) inzameling en verwerking mede wordt bepaald door het moment waarop de avv wordt verleend. Het is immers de avv en de in dat kader in stand te houden afvalbeheerstructuur en de daarmee te behalen doelstellingen die de aanleiding en noodzaak zullen vormen voor de contractering van bepaalde (aanvullende) inzameling en verwerking. De contractering kan voorts alleen plaatsvinden als er financiële dekking is voor de verplichtingen die voor Stichting OPEN voortvloeien uit (aanvullend gecontracteerde) capaciteit van inzameling en verwerking. Die dekking komt er als de algemeenverbindendverklaring is verleend. Een uitwerking van de richtlijnen voor contractering is gegeven in Annex B bij Bijlage 1 van de aanvullende informatie die op 13 juli 2020 is verstrekt door Stichting OPEN.
Stichting OPEN geeft aan te allen tijde open te staan voor samenwerking. Zowel in het kader van samenwerking op commerciële basis met afvalbedrijven zoals WEEE Nederland B.V., als met betrekking tot de regie over de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Stichting OPEN is voornemens om zowel geïnstitutionaliseerd overleg te voeren met gemeenten en retail als met andere stakeholders.
i. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder i, van de Regeling, dient het verzoek de gegevens over de financiële middelen die worden ingezet voor uitvoering van de afvalbeheerstructuur en de daarmee te realiseren doelstellingen te bevatten.
Begroting afvalbeheerstructuur
Door verzoeker moet een begroting worden overgelegd waaruit blijkt dat er een ketendeficit is of dreigt, dat gedekt dient te worden uit de opbrengsten van de afvalbeheerbijdrage en andere opbrengsten. In de gegevens bij het verzoek dient duidelijk gemaakt te worden hoe de afvalbeheerstructuur financieel is verantwoord. In de begroting dienen in ieder geval de volgende punten aan de orde te komen:
De financiële verantwoording van de afvalbeheerstructuur, waarbij ingegaan wordt op de kosten van het afvalbeheer, vermogen, baten en het ketendeficit; de voorziening en het fonds, dat wil zeggen de voorziene en onvoorziene kosten van de afvalbeheerstructuur
Inkomsten
De afvalbeheerstructuur wordt bekostigd door middel van afvalbeheerbijdragen die worden afgedragen door producenten aan Stichting OPEN. De hoogte van de afvalbeheerbijdrage wordt periodiek vastgesteld door Stichting OPEN op basis van de ingeschatte kosten volgens de berekeningswijze zoals vastgelegd in Bijlage 1 ‘Berekening Afvalbeheerbijdrage’ van de Overeenkomst AEEA.
Uitgaven
De afvalbeheerbijdragen dienen ter dekking van de operationele kosten (een netto kostenpost), de systeemkosten en de (eventuele) vaste bijdragen, zoals voor het NWR.
Indien in een jaar voor een bepaalde soort EEA een groter of kleiner bedrag aan afvalbeheerbijdrage is geheven dan noodzakelijk ter dekking van de operationele kosten, de systeemkosten en de vaste bijdragen, dan zullen deze verrekend worden met voorgaande jaren. In het geval dit niet meer mogelijk is worden deze verrekend c.q. verdisconteerd met het vast te stellen tarief volgens Bijlage 1 ‘Berekening Afvalbeheerbijdrage’ bij de Overeenkomst AEEA.
In de conceptbegroting van Stichting OPEN voor 2021 is dit als volgt opgenomen:
Uitgaven |
Inkomsten |
---|---|
Operationele kosten: 45.700.000 euro Systeemkosten: 10.167.000 euro Plan van aanpak: 5.000.000 euro Vaste bedragen: 300.000 euro |
Afvalbeheerbijdragen: 61.167.000 euro |
Totaal 61.167.000 euro |
Totaal 61.167.000 euro |
Onderbouwing afvalbeheerbijdrage
In de onderbouwing van de afvalbeheerbijdrage dient aandacht besteed te worden aan:
– De berekeningsmethode;
De berekeningsmethode is onderdeel van artikel 3 van de Overeenkomst AEEA. Het tarief bestaat uit een optelsom van 3 componenten, te weten een tarief voor operationele kosten dat voor de bepaalde soort EEA wordt vastgesteld, een tarief voor systeemkosten dat voor de bepaalde soort EEA wordt vastgesteld en een vaste bijdrage. De som van de eerste twee componenten wordt vermenigvuldigd met het aantal of gewichtshoeveelheid van de EEA die op de markt wordt gebracht. Hierbij wordt de vaste bijdrage opgeteld.
De Operationele Kosten hebben betrekking op de vergoedingen aan derden (waaronder gemeenten), inzameling en sortering, transport (inclusief inzamelmiddelen), verwerking (na aftrek van eventuele opbrengsten) en overige operationele activiteiten.
De Systeemkosten hebben betrekking op personeel en organisatie, communicatie, onderzoek, controles en audits, vorming van een passende risico- en continuïteitsvoorziening, vorming van een waarborgfonds en rapportage en verantwoording.
De vaste bijdrage bestaat uit een vast bedrag per producent van bepaalde vaste kosten die niet in de operationele kosten en de systeemkosten zijn begrepen, zoals de bijdrage aan het NWR.
– Tariefdifferentiatie;
Stichting OPEN berekent per type EEA een tarief. Per productcategorie zijn lijsten aangeleverd door Stichting OPEN waarbij iedere categorie verder onderverdeeld is in productgroepen die de EEA nog verder specificeren. Op basis van deze indeling kunnen nagenoeg alle EEA worden ingedeeld en kan het bijbehorend tarief afgeleid worden. Deze tarievenlijst is opgenomen in het verzoek als annex a bij de concept begroting.
– Tijdstip waarop de afvalbeheerbijdrage wordt geheven;
In de Overeenkomst AEEA is het tijdstip waarop de afvalbeheerbijdrage wordt geheven omschreven. Het tijdvak waarover de afvalbeheerbijdrage moet worden betaald is het kalenderjaar.
Iedere producent doet jaarlijks uiterlijk op 1 april opgave van de EEA die hij in het voorgaande kalenderjaar in Nederland op de markt heeft gebracht. Op basis van deze opgave wordt de afvalbeheerbijdrage voor de betreffende producent vastgesteld. Deze opgave wordt digitaal gedaan.
Op basis van deze opgave wordt een factuur gegenereerd. De afvalbeheerbijdrage moet vervolgens binnen 30 dagen na factuurdatum worden voldaan. Producenten zijn in beginsel een voorschot op de afvalbeheerbijdrage verschuldigd. Betaling van dit voorschot vindt plaats in door Stichting OPEN te stellen termijnen, die, zoals nu reeds het geval is, kunnen verschillen per soort EEA. Het voorschotbedrag kan op nul worden bepaald. Indien een voorschot is betaald, wordt dit betaalde bedrag verrekend met de afvalbeheerbijdrage die na de opgave over het afgelopen kalenderjaar verschuldigd is.
– De kosten waarvoor de afvalbeheerbijdrage wordt aangewend;
Stichting OPEN heeft aangegeven dat de afvalbeheerbijdrage wordt aangewend om de afvalbeheerstructuur te bekostigen.
– Hoe en wanneer de afvalbeheerbijdrage wordt bijgesteld;
Stichting OPEN stelt de hoogte van de afvalbeheerbijdrage vast aan de hand van de berekening zoals opgenomen in bijlage 1 van de Overeenkomst AEEA. In artikel 3.3 van de Overeenkomst AEEA is aangegeven dat indien onderzoeken daartoe aanleiding geven, de wijze van berekening van de afvalbeheerbijdrage door de partijen bij de Overeenkomst AEEA en Stichting OPEN gezamenlijk kan worden aangepast.
– Wat er na beëindiging van de avv of de afvalbeheerstructuur gebeurt met de in de voorziening of fonds aanwezige gelden;
In Bijlage 1 ‘berekening afvalbeheerbijdrage’ bij de Overeenkomst AEEA is opgenomen hoe wordt omgegaan met eventuele tekorten en overschotten. Deze worden verrekend met voorgaande jaren. In het geval dit niet meer mogelijk is worden deze verrekend c.q. verdisconteerd met het vast te stellen tarief.
Onderbouwing van de voorziening
De voorziening moet de vaste kosten dragen die voortvloeien uit het afvalbeheer van de producten waarvoor een bijdrage is geheven. Tevens bevat de voorziening de kosten van de uitvoering van de avv, waaronder de organisatorische kosten en systeemkosten. De hoogte van de voorziening hangt af van het stelsel dat wordt gekozen (omslagstelsel of spaarstelsel). De voorziening wordt bekostigd uit de opbrengsten van de afvalbeheerbijdrage. Met de voorziening worden de kosten gedekt die nodig zijn voor de inzameling en verwerking van de op de markt gebrachte producten waarvoor een afvalbeheerbijdrage is betaald.
Inzake operationele kosten
1. basis voor een inschatting van het gewicht van de inzameling in 2021 is de inzameling door de collectieve systemen in 2018 conform de cijfers van het NWR 2018 (144.883 ton). Voornoemd gewicht van de inzameling is gecorrigeerd voor:
a. a. groei 2019 van het gewicht van de inzameling met 10,6% op basis van de groei van de bestaande infrastructuur in 2019;
b. verwachte groei in 2020 van het gewicht van de inzameling van 9.759 ton (6,09%). Hetgeen resulteert in een verwacht ingezameld volume van 170.000 ton;
2. kosten- en opbrengsten niveau van januari 2020 van de bestaande infrastructuur is als uitgangspunt genomen;
3. inschatting van 2% indexering van voornoemde kosten voor 2020 ten behoeve van 2021; en,
4. de bedragen zijn ten behoeve van de begroting afgrond op € 10.000 naar boven.
Inzake systeemkosten
1. basis voor de systeemkosten is het kostenniveau overhead 2020 van de bestaande infrastructuur;
2. inschatting van 2% indexering van voornoemde kosten overhead voor 2020 ten behoeve van 2021;
3. opslag van 20% op voornoemde kosten overhead, bij wijze van extrapolatie naar landelijk niveau (uitbreiding van personeel en overige personeel gerelateerde kosten, uitgangspunt dat de huidige infrastructuur en activiteiten een dekking hebben van 80%);
4. verwachte kosten voor communicatie, onderzoek, controles en audits en rapportage en verantwoording;
5. een additionele 10% van de operationele kosten is opgenomen als risico- en continuïteitsvoorziening;
6. nog geen bedrag opgenomen voor een waarborgfonds voor een specifiek soort EEA; en,
7. de bedragen zijn ten behoeve van de begroting afgrond op € 10.000 naar boven.
Vorming van een passende risico- en continuïteitsvoorziening voor bepaalde soorten EEA om schommelingen in de (netto) kosten bij de inzameling en verwerking van die EEA op te kunnen vangen en om een voorziening te treffen voor de afwikkelingskosten als bedoeld in artikel 8, zesde lid, van de Overeenkomst AEEA.
Onderbouwing fonds
Een fonds kan worden opgebouwd om onvoorziene omstandigheden financieel te dekken. Ook het fonds wordt uit de afvalbeheerbijdrage betaald. Bij onvoorziene zaken valt te denken aan een negatieve opbrengst als gevolg van de financiële koersen zoals metaalprijzen, papierprijzen, grondstofprijzen. Ook kan het fonds worden gebruikt om toekomstige problemen financieel op te vangen, zoals bijvoorbeeld een wettelijke verplichte uitfasering van een product.
De omvang van het fonds mag niet groter worden dan 1½ keer de in 1 jaar begrote kosten van verwerking. Dit betekent dat er een reserve gevormd mag worden gedurende de looptijd van een avv met een omvang van maximaal 1½ keer de in 1 jaar begrote kosten van inzameling, sortering, demontage, bewerking, verwerking en transport.
6. Beoordeling van de meerderheid
In artikel 15.37, eerste lid, van de Wm is opgenomen dat een verzoek tot algemeen verbindend verklaring van een overeenkomst over de afvalbeheerbijdrage slechts kan worden ingediend door degenen die, onderscheidenlijk organisaties van degenen die wat betreft de gezamenlijke omzet van de betrokken stoffen, preparaten of producten een naar het oordeel van Onze Minister belangrijke meerderheid vormen van degenen die deze stoffen, preparaten of producten in Nederland invoeren of op de markt brengen.
Onze Minister beoordeelt of sprake is van een belangrijke meerderheid als aangegeven in de toelichting op de Regeling. In de toelichting is aangegeven dat een belangrijke meerderheid wordt aangetoond op basis van de in de handel gebrachte producten naar de maatstaf van gewicht, aantal of grootte van de producten. Een uitgangspunt is dat twee maatstaven ten minste moeten 55% zijn. Bovendien moet ten minste een van beide hoger dan of gelijk zijn aan 75%.
Met behulp van onderstaande twee formules M1 en m2 kan de belangrijke meerderheid van producenten worden aangetoond.
A: aantal producenten dat het verzoek tot avv steunt; B: aantal producenten dat een afvalbeheerbijdrage onder de avv zou moeten afdragen maar niet bij het verzoek tot avv bedoeld onder A betrokken zijn; A+B: totaal aantal producenten; M1: A / (A+B) x100 = vertegenwoordiging producenten |
C: hoeveelheid in de handel gebrachte producten (gerekend naar gewicht, aantal of grootte) door producenten bedoeld onder A in het jaar voorafgaand aan het verzoek; D: hoeveelheid in de handel gebrachte producten (gerekend naar gewicht, aantal of grootte) door producenten bedoeld onder B in het jaar voorafgaand aan het verzoek; C+D: totale hoeveelheid in de handel gebracht; M2: C / (C+D) x100 = vertegenwoordiging in de handel gebrachte hoeveelheden |
M1 + M2 ≥130, waarbij ten minste M1 of m2 ≥75 |
In het kader van doelmatig afvalbeheer kan de Minister gemotiveerd afwijken van deze methodiek of van de daarin gehanteerde percentages.
Stichting OPEN vraagt de avv aan namens de onder punt 1 van dit besluit genoemde zes stichtingen en de bij hen aangesloten producenten met betrekking tot de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Voor het verzoek is per brief aan de aangesloten producenten de vraag voorgelegd of zij het verzoek tot avv ondersteunen. Deze brief is bijgesloten bij het verzoek. De producenten is bij hun jaarlijkse opgave aan de uitvoeringsorganisatie van de stichtingen de mogelijkheid gegeven om zich tegen het verzoek uit te spreken (opt out).
Bij het verzoek is door Stichting OPEN een lijst aangeleverd met 2.080 producenten en importeurs (inclusief Kamer van Koophandelnummer voorzover het in Nederland gevestigde bedrijven betreft) die het verzoek tot avv ondersteunen. Tevens is bij het verzoek een lijst aangeleverd met 35 producenten en importeurs, lid van één van de aanvragende partijen, die het verzoek niet ondersteunen (opt out).
Op grond van de Regeling AEEA zijn producenten verplicht zich te melden bij het NWR. Op de website van het NWR wordt een actueel overzicht bijgehouden van de producenten die zich hebben geregistreerd. Uit dat overzicht (datum 3 maart 2020) blijkt dat in Nederland 3.166 producenten bij het NWR staan geregistreerd.
Vanwege dubbele registraties in het NWR, onder andere door de avv lampen (de producenten die onder deze avv vallen staan soms zowel via WEEE Nederland B.V. als via Wecycle geregistreerd bij het NWR), moet hierop volgens Stichting OPEN een correctie van 35 producenten worden doorgevoerd. Het totaal aantal producenten komt daarmee op 3.131.
Hiervan zijn 2.080 producenten aangesloten bij de indieners van het verzoek. Naast de producenten die bij de indieners zijn aangesloten, ondersteunen ook 39 andere producenten dit verzoek. Deze zijn bij deze 2.080 opgenomen.
Het aantal producenten dat het verzoek ondersteunt komt hiermee op 66,4%.
Deze producenten brengen gezamenlijk 401.848 ton elektrische en elektronische apparaten (hierna: EEA) op de markt.
Op basis van de gegevens van het NWR over de op de markt gebrachte hoeveelheden is in 2018 een totale hoeveelheid van 500.428 ton EEA op de Nederlandse markt gebracht. Het aantal producenten dat het verzoek ondersteunt brengen gezamenlijk dus 80,3% van de totale hoeveelheid EEA op de markt.
Producenten (aantallen) |
Hoeveelheid op de markt gebracht (tonnen) |
|
---|---|---|
Avv AEEA |
2.080 |
401.848 |
NWR (totaal) |
3.131 |
500.428 |
Percentage |
66,4% |
80,3% |
De gegevens uit tabel 5 ingevuld in de formule uit tabel 4 geeft aan dat de vertegenwoordiging van producenten (M1) uitkomt op 66,4%. De vertegenwoordigde hoeveelheid op de markt gebrachte EEA (m2) komt dit op 80,3%. De som hiervan (M1+M2) bedraagt 146,7%. Zowel M1 als m2 zijn groter dan 55%.
Omdat EEA conform de Regeling AEEA in zes categorieën en de open scope ingedeeld wordt, en Stichting OPEN voor alle EEA een avv aangevraagd heeft, is ook op basis van deze categorieën de belangrijke meerderheid onderbouwd. Omdat veel producenten uit verschillende categorieën producten op de markt brengen, is de categorie indeling niet op aantallen producenten aan te tonen.
Categorie |
POM in NWR |
POM van producenten aangesloten bij indieners |
POM aandeel |
|
---|---|---|---|---|
1 |
Warmte- of koude-uitwisselende apparatuur |
66.181 ton |
42.888 ton |
65% |
2 |
Schermen |
22.379 ton |
17.083 ton |
75% |
3 |
Lampen |
4.238 ton |
4.239 ton |
100% |
4 |
Grote apparatuur (incl. zonnepanelen) |
277.607 ton |
189.051 ton |
68% |
5 |
Kleine apparatuur |
93.217 ton |
75.129 ton |
81% |
6 |
Kleine ICT-apparatuur |
31.528 ton |
27.221 ton |
86% |
O S |
Open scope apparatuur |
5.275 ton |
5.010 ton |
95% |
Met behulp van de twee formules M1 en m2 uit de toelichting van de Regeling (tabel 3) komt de som van M1 en m2 uit op 146,7 procentpunten (66,4 + 80,3). Hiermee is conform de toelichting van de Regeling de belangrijke meerderheid van producenten aangetoond.
Gelet op de aangeleverde gegevens en de toelichting bij de Regeling is voldoende aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan de vereiste meerderheid volgens artikel 15.37, eerste lid, van de Wm.
7. Beoordeling doelmatigheid van het afvalbeheer
Op grond van artikel 15.36, eerste lid, van de Wm beoordeelt de Minister aan de hand van het verzoek tot algemeen verbindend verklaring de doelmatigheid van het desbetreffende afvalbeheer als volgt:
a. Aanleiding en achtergrond: verzoek avv afvalbeheerovereenkomst.
De met de beschreven afvalbeheerstructuur te realiseren wettelijke doelstelling voor inzameling en verplichtingen ten aanzien van passende verwerking van AEEA zijn door middel van de Overeenkomst AEEA en de daarop betrekking hebbende gegevens in het verzoek bindend voor Stichting OPEN en de overige partijen bij de Overeenkomst AEEA. Samen vertegenwoordigen zij de meerderheid van de producenten van EEA. In de Overeenkomst AEEA is bepaald dat Stichting OPEN met de afvalbeheerstructuur, namens de bij haar aangesloten producenten, collectief zal voldoen aan de op hen rustende wettelijke verplichtingen. Stichting OPEN fungeert daarmee als centraal aanspreekpunt voor de naleving van de verplichtingen uit de Regeling AEEA die ze namens deze producenten op zich nemen. De producenten blijven individueel verantwoordelijk voor de naleving van de op hen rustende verlichtingen in voornoemde regeling. De avv verandert dit niet.
Uit de rapportage van het NWR over het jaar 2019 blijkt dat in 2019 het resultaat van de inzameling uitkomt op 48%. Daarmee is de inzameldoelstelling uit de Richtlijn AEEA en Regeling AEEA van 65% ruimschoots niet gehaald en is een extra inspanning noodzakelijk. Door een stijging van de verkoop van elektronica (in 2019 circa 27%) zal die noodzakelijke extra inspanning bovendien in omvang en gewicht AEEA nog eens navenant toenemen.
Stichting OPEN stelt zich ten doel om met de afvalbeheerstructuur de wettelijke doelstelling van 65% inzameling binnen 2 jaar alsnog te behalen. Hiertoe zal de stichting een centrale regierol vervullen die nodig is om de bestaande nadelen van versnippering van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor AEEA over verschillende organisaties, waarmee ondanks de extra inspanningen van de afgelopen twee jaar de doelstelling niet is gehaald, tegen te gaan en de verantwoordelijkheid te bundelen.
Volgens Stichting OPEN staat de huidige versnippering van regie over de uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid de noodzakelijke optimalisering van de organisatie van de inzameling en recycling van AEEA in de weg. Op termijn leidt dit volgens Stichting OPEN tot afname van de landelijke dekking van het inzamelsysteem en tot uitholling van de kwaliteit van de recycling. Daarmee staat het halen van de doelstellingen voor inzameling en passende verwerking onder druk.
De versnipperde markt van producentenorganisaties en hun opdrachtnemers in het afvalbeheer is onderhevig aan concurrentie op laagste prijs hetgeen uiteindelijk ten koste kan gaan van de kwaliteit van inzameling en het bereiken van de wettelijke inzameldoelen. Stichting OPEN heeft aangegeven dat de avv nodig is om verandering te brengen in dit speelveld waarmee uitvoering wordt gegeven aan de verplichtingen van de Regeling AEEA. Volgens Stichting OPEN is het aan dit versnipperde landschap van producentenorganisaties te wijten dat het wettelijk vereiste inzamelpercentage in 2019, ondanks de uitvoering van het Plan van Aanpak 65% uit 2018, niet is gehaald.
Met een avv wil Stichting OPEN, namens de meerderheid van de producenten, een centrale regiefunctie op zich te nemen. Wanneer één overkoepelende organisatie het voortouw neemt en in een regiefunctie de voorstellen uit het plan van aanpak uitvoert, zal volgens stichting OPEN het inzamelpercentage van 65% binnen 2 jaar na afgifte van de avv behaald kunnen zijn.
Stichting OPEN heeft een statistische analyse uitgevoerd op beschikbare data van Wecycle en ZRN en van data uit openbare bronnen waaronder het CBS en het NWR. Op basis van deze analyse wordt voor 2019 een forse stijging van de POM verwacht van meer dan 150 kton. Met name bij de POM van zonnepanelen is een toename in de POM te verwachten van 95 kton en open scope producten (verbreding van de reikwijdte van wat EEA is) dragen tevens bij aan de stijging van de POM. Door de toename van de POM stijgt de inzameldoelstelling in absolute zin. De POM 2020 is met nog meer onzekerheden omgeven door de wereldwijde corona crisis. Wat de precieze impact van de pandemie zal zijn, laat zich lastig voorspellen.
Op basis van de uitgevoerde analyse is volgens Stichting OPEN de voorlopige inschatting dat om de 65%-doelstelling al in 2021 te kunnen halen er 250 kton (exclusief zonnepanelen) ingezameld dan wel verantwoord zal moeten worden. Deze inschatting is aannemelijk als uitgangspunt voor de inzamelinspanning.
Het genoemde Plan van Aanpak 65% is in 2018 opgesteld door de gezamenlijke producentenorganisaties, gericht op de verhoging van het inzamelpercentage AEEA naar 65% in 2019. De maatregelen uit het Plan van Aanpak 65% hebben, zo blijkt uit de recente conceptversie van de evaluatie alsmede de cijfers van het NWR, niet het gewenste resultaat gehad doordat de beoogde verbeteringen in de inzameling in de huidige situatie onvoldoende tot stand zijn gekomen. De conceptversie van de evaluatie is inmiddels besproken in het Monitoringsberaad AEEA waarin alle bij AEEA betrokkenen partijen zijn vertegenwoordigd.
Stichting OPEN heeft in het verzoek in hoofdstuk 3 van bijlage 1, alsmede in een Stappenplan uiteengezet welke extra activiteiten zij ten opzichte van de bestaande afvalbeheerstructuur zal nemen om de inzameldoelstelling van 65% te behalen. Stichting OPEN geeft aan het initiatief te zullen nemen tot de daarin genoemde acties en de uitvoering daarvan, onder regie van Stichting OPEN, in co-creatie met alle relevante ketenpartners te zullen oppakken. In een continu en iteratief proces zullen acties worden gemonitord, gerapporteerd en geëvalueerd waarna eventueel noodzakelijke bijstelling of introductie van nieuwe acties plaatsvindt.
Stichting OPEN zal de aanbevelingen uit de evaluatie van het Plan van Aanpak 65% uitvoeren1. Waar nodig zal aanvullende inzameling en verwerking in de markt worden gecontracteerd. Daarbij geeft Stichting OPEN aan door middel van contractering met verwerkers erop toe te zullen zien dat verwerkers de streefcijfers voor hergebruik en nuttige toepassing conform de Regeling AEEA blijven realiseren en bepaalde maatregelen te zullen nemen die ertoe moeten leiden dat de hergebruikdoelstelling ook in de veranderende markt zal worden behaald. Het organiseren en inzetten van deze aanvullende capaciteit kan onder meer door nieuwe locaties, inzamelaars en verwerkers te contracteren of door capaciteit in te kopen bij (uitvoerings)organisaties die reeds in de markt actief zijn en beschikken over dergelijke capaciteit. Onderzocht wordt op welke wijze tot invoer van retourpremiesystemen voor verschillende AEEA, waaronder in ieder geval koel- en vriesapparatuur, kan worden overgegaan en waar dat nuttig en praktisch uitvoerbaar is voor specifieke AEEA. Actieplannen worden uitgewerkt en uitgerold om meer inzameling te realiseren voor warmte- of koude-uitwisselende apparatuur en voor grote en kleine apparatuur; dit zijn de categorieën waar de afstand tot het mimimaal vereiste inzameldoel nog groot is volgens Stichting OPEN. De continuïteit in de verwerking van meer complexe AEEA stromen moet verder worden geborgd. De stijgende complexiteit van producten vraagt voorts om innovatie en investeringen bij verwerkers van AEEA die volgens Stichting OPEN uitsluitend via een centrale regie kan worden verzekerd.
Landelijke (consumenten)campagnes zullen worden uitgevoerd. Die regie is met name gericht op een brede promotie van de afvalbeheerstructuur waaronder de inleverpunten van AEEA, het promoten van retourservices van via webshops verkregen EEA en op specifieke stromen AEEA waarbij inzameling kan worden verbeterd zoals datadragers, lampen en kleine en middelgrote apparaten en armaturen. Ook zullen doelgerichte initiatieven worden uitgerold gericht op het bereiken van specifieke doelgroepen of met een lokale insteek en een educatief oogmerk zoals bij scholen en kinderboerderijen. De communicatie-initiatieven van Stichting OPEN hebben tot doel het verhogen van het kennisniveau van de consumenten, het stimuleren van gewenst gedrag (het op juiste wijze ontdoen van AEEA) en het stimuleren van reparatie en hergebruik.
De acties en maatregelen zijn opgenomen in de bij het verzoek geleverde Bijlage 1. Vervolgens is op mijn verzoek als voorwaarde in het ontwerpbesluit het Stappenplan door Stichting OPEN nader uitgewerkt op financiële en organisatorische middelen en daarmee beoogde resultaten in Actieplan 65%.
b. Opties voor een aanpak van inzameldoel AEEA
In mijn Kamerbrief van 13 november 20202 heb ik de stand van zaken en ontwikkelingen in de uitvoering van producentenverantwoordelijkheid voor AEEA uiteengezet. In deze brief heb ik benadrukt dat het nakomen van het wettelijk inzameldoel van 65% voor AEEA voorop staat en zo spoedig als mogelijk is, moet worden gerealiseerd. Het rapport van het NWR over de inzamelprestatie in Nederland alsmede het evaluatierapport van Rebel Group inzake de uitvoering van het Plan van Aanpak 65% uit 2018, bieden inzicht in de urgentie en noodzaak tot verbetering in de uitvoering van producentenverantwoordelijkheid voor AEEA.
Volgens het NWR bedraagt de in het jaar 2019 gerealiseerde inzameling 48% ten opzichte van de driejaar gemiddelde POM in de jaren 2016-2018. Exclusief zonnepanelen bedraagt het inzamelresultaat 58% (zonnepanelen worden in grote getalen in de handel gebracht, maar nog niet of nauwelijks afgedankt en ingezameld dus vertekenen enigszins het beeld). Duidelijk is dat de wettelijke doelstelling niet wordt behaald. De vooruitzichten zijn dat bij voorzetting van huidig beleid de inzamelpercentages niet of nauwelijks stijgen mede vanwege de toename van in de handel gebrachte EEA/elektronica. Het globale beeld dat de inzamel- en verwerkingsopgave voor de producenten niet minder wordt maar eerder nog verder zal toenemen de komende jaren.
Het Monitoringsberaad heeft in 2018 een Plan van Aanpak opgeleverd met een analyse en een set van maatregelen gericht op het behalen van het inzameldoel van minimaal 65% AEEA in 2019. In het Plan van Aanpak zijn negen specifieke acties opgenomen die tezamen de geprognotiseerde afstand tot het inzameldoel zouden overbruggen (distance to target), inclusief de omvang van de lekstromen van AEEA en de grootste bronnen daarvan. Onderzoeksbureau Rebel Group heeft de uitvoering van het Plan van Aanpak 65% uit 2018 geanalyseerd in het rapport ‘Resultatenonderzoek van het Plan van Aanpak 65% AEEA’. Volgens Rebel Group zijn vijf van de negen acties met een positief resultaat afgerond en vier acties onvoldoende tot uitvoering gekomen. In het rapport doet Rebel Group diverse aanbevelingen gericht op het realiseren van een hogere inzamelprestatie waaronder het introduceren van retourpremiesystemen voor AEEA, het vergroten van het inlevergemak, het intensiveren van de voorlichting en communicatie, het versterken van het effect van het inkoopbeleid, het invoeren van een afgifteplicht voor AEEA en aandacht voor samenwerking in de handhaving. De aanbevelingen van Rebel Group zijn verwerkt in het bij dit besluit gevoegde Actieplan 65% van Stichting OPEN (zie onderdeel 7c hierna).
Op basis van het gegeven dat het wettelijk inzameldoel uiterlijk in 2019 moet worden nagekomen heb ik de onderstaande scenario’s voor een keuze in de aanpak voor het nemen van mogelijke maatregelen beschouwd.
Scenario 1 – business as usual
Dit scenario veronderstelt voortgaan met 10 producentenorganisatie op de huidige wijze. Er ligt in dit scenario geen voorstel van de producenten hoe de vereiste inzamelhoeveelheid, een hoeveelheid die weliswaar jaarlijks stijgt in absolute zin, volgens het wettelijke doel binnen afzienbare tijd zal worden bereikt. Onduidelijk is of het doel in de toekomst alsnog zal worden behaald. Het scenario 1 als voortzetting van de huidige situatie is aannemelijk als een avv-besluit voor OPEN niet tot stand komt. Omdat de bestendiging van Stichting OPEN door de producenten is verbonden aan het verkrijgen van een avv, zal de stichting niet meer als de beoogde centrale regie-organisatie kunnen opereren voor alle producenten en marktdeelnemers. In dat geval zullen de afzonderlijke producentenorganisaties en hun producenten terugvallen in hun oorspronkelijke posities en deelnames.
Beoordeling scenario 1 – Dit scenario is uit oogpunt van milieubelang niet gunstig. Ondanks het instellen van een Monitoringsberaad, een Stuurgroep en het uitvoeren van een Plan van Aanpak door 10 producentenorganisaties en de andere spelers in de AEEA keten (retail, gemeenten en verwerkers) is de wettelijke doelstelling niet behaald. Het doorgaan op deze voet levert onvoldoende perspectief.
Scenario 2 – regelgeving
De huidige regelgeving voor AEEA speelt een normerende en sturende rol in de taken en verantwoordelijkheden voor de inzameling en verwerking van AEEA. De regelgeving verhindert niet een situatie met meerdere en concurrerende producentenorganisaties zoals die onder scenario 1 is beschreven. De regelgeving zal moeten worden aangepast om scenario 1 om te buigen naar een scenario waarin uiteindelijk een landelijk dekkend en doelmatig afvalbeheerstructuur ontstaat waarmede de wettelijke doelen worden behaald. In een scenario van regelgeving ligt het primaat bij de rijksoverheid om de condities voor een doelmatig afvalbeheerstructuur te formuleren en de eventuele (concrete) middelen te benoemen waarlangs de doelen worden behaald. Er is momenteel geen analyse beschikbaar van de materiële elementen van een doelmatig afvalbeheerstructuur en de juridische verankering daarvan, laat staan een concreet voorstel voor regulering. Ook ligt er geen gedeelde analyse van de organisatie van het afvalbeheer in termen van regievoering, uitvoering en spelregels die een gelijk speelveld garanderen. De regelgeving zal in ieder geval duidelijkheid moeten brengen in de normadressaat voor de uitvoering en naleving van de AEEA-regelgeving bij producenten of een producentenorganisatie. Ook de taken en verantwoordelijkheden in de betreffende afvalbeheermarkt (artikelen 8 en 8 bis van de EU-Kaderrichtlijn afvalstoffen) met betrekking tot de regievoering, toelating van concurrentie of juist samenwerking moeten nog nader worden beschouwd en afgewogen. Ik ben van mening dat gezorgd moet worden voor één organisatie die kan worden aangesproken op het nakomen van de wettelijke verplichtingen. Deze analyses zullen door de rijksoverheid eerst moeten worden uitgevoerd met betrokkenheid van alle stakeholders in de keten van AEEA. De regelgeving, een productbesluit voor (A)EEA, zal ongeveer twee jaar in beslag nemen en een nationale kop betekenen ten opzichte van de Europese kaders voor AEEA (Richtlijn AEEA). Optie 2 zal ook vragen om een politiek besluit (daadkracht) van een nieuw kabinet en betrokkenheid van de Tweede Kamer (vanwege de invloed vanuit verschillende belangen).
Beoordeling scenario 2 – In dit scenario verschuift de verantwoordelijkheid voor de vormgeving van het systeem, de organisatie en eventuele middelen van productenverantwoordelijkheid van de producenten naar de overheid. In de context van producentenverantwoordelijkheid heeft dit nimmer de eerste voorkeur in Nederland. Ingeschat wordt dat verdergaand, aanvullende maatregelen ten opzichte van Europese regelgeving aan de orde zijn (een nationale kop) hetgeen de steun van de Tweede Kamer en de Europese Commissie zal vereisen. Het milieubelang wordt pas ruim na 2023 bediend. Dit scenario zal in tijd zodanig uitlopen dat een kritische reactie vanuit de Europese Commissie mag worden verwacht over wat Nederland als lidstaat heeft gedaan om de inzameldoelstellingen te bereiken of hoe dat alsnog snel gebeurt.
Scenario 3 – avv Stichting OPEN
Een meerderheid van de producenten heeft het initiatief genomen tot oprichting van Stichting OPEN en het aanvragen van een avv. Een avv is volgens de producenten noodzakelijk om het inzameldoel te behalen, omdat een avv de vereiste condities zeker stelt voor:
− het kunnen voeren van regie op de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot inzameling en passende verwerking, alsmede uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in brede zin;
− het bereiken van een financieel stabiel en doelmatig afvalbeheerstructuur waaraan alle producenten naar rato financieel bijdragen; en
− het stimuleren van innovatie en transparante marktwerking in de uitvoering van inzameling, sortering en passende verwerking van AEEA.
− De producenten opereren in lijn met de aan hen opgelegde verantwoordelijkheden, dat wil zeggen dat de producenten in hoge mate zélf bepalen op welke wijze de wettelijke verplichtingen worden nagekomen (en niet de overheid) op basis van een actieplan dat inzicht geeft in doelbereiking en maatregelen daartoe. Hierop kan de avv-houder worden afgerekend.
Beoordeling scenario 3 – In dit scenario maken de producenten zelf de keuze voor de wijze van uitvoering van de opgelegde verplichtingen, overeenkomstig de verplichtingen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. De rol van de overheid blijft beperkt tot beoordelaar en toezichthouder. De avv-aanvragers beogen het wettelijk inzameldoel binnen twee jaar te realiseren en zelf een impuls te geven aan de stappen naar een meer circulair opererende sector.
Omdat ik van mening ben dat het wettelijke inzameldoel zo spoedig mogelijk moet worden behaald om te voorkomen dat Nederland door de Europese Commissie in gebreke wordt gesteld en extra maatregelen moet nemen om die op te heffen:
− valt scenario 1 af als aanvaardbare optie;
− valt scenario 2 af als optie waarlangs het wettelijk inzameldoel op korte termijn kan worden gerealiseerd;
− heeft scenario 3 de voorkeur om het wettelijk inzameldoel binnen twee jaar te behalen.
Daarbij neem ik in aanmerking dat wetgeving in formele zin vanuit het oogpunt van noodzakelijkheid (keuze voor minst belastende maatregel om een doel te bereiken) een zwaarder middel is dan een avv van een afvalbeheerovereenkomst waarvoor het initiatief uit de markt is ontstaan. De basis is een systeem op initiatief van een groot deel van de sector zelf waarin alle producenten naar rato bijdragen aan het doelmatig afvalbeheer en voorzien wordt in een stabiele en slagvaardige uitvoering van producentenverantwoordelijkheid voor AEEA.
Ik constateer dat de huidige ingewikkelde structuur met een versnippering van verantwoordelijkheden voor de uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor AEEA over diverse organisaties, het Convenant Monitoringsberaad AEEA (uit 2015) en het gezamenlijke Plan van Aanpak 65% tussen producentenorganisaties (uit 2018) niet hebben geleid tot het behalen van het wettelijk inzameldoel van minimaal 65% in 2019. In de huidige markt met een verdeelde en deels overlappende uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor AEEA bestaat bovendien het risico van een te grote focus op de kostencomponent ten koste van het behoud van draagvlak voor en financiering van een doelmatige afvalbeheerstructuur. De in concurrentie tot stand gekomen bijdrage die producenten aan verschillende producentenorganisaties betalen voor het afvalbeheer mag bovendien niet ten koste gaan van de kwaliteit en dekkingsgraad van de afvalbeheerstructuur. Een markt die onderhevig is aan (concurrentie op overwegend) prijsverlaging kan op de (midden)lange termijn tot gevolg hebben dat de levensvatbaarheid van een landelijk dekkend fijnmazig netwerk, waarin ook bewerkelijke en minder rendabele afvalstromen worden beheerd, onder druk komt te staan. Voorts kan hierdoor de bekostiging van de maatschappelijke lasten, die gepaard gaan met (de gevolgen van) het weglekken of een verkeerde verwerking van AEEA, teveel worden afgewenteld op de maatschappij in plaats van op de (financiële) verplichtingen die voortvloeien uit de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor die afvalstroom. Ik beschouw de avv aanvraag als een onderkenning door de meerderheid van producenten van EEA dat deze situatie een verbetering vergt in de aansturing en effectuering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en een doelmatig(er) afvalbeheer voor AEEA.
c. De maatregelen in het Actieplan 65%
Ik constateer dat de Stichting OPEN in hoofdstuk 3 van Bijlage 1 van de aanvraag (1 april 2020), het Stappenplan (13 juli 2020) en het Actieplan 65% een kwantitatieve analyse heeft gemaakt van de zogenaamde distance to target voor de 6 categorieën AEEA. Uit de analyse blijkt dat categorie 4 (grote AEEA) en categorie 5 (kleine AEEA) nog een forse inzamelinspanning behoeft.
De doelmatigheid van het afvalbeheer dat ten grondslag ligt aan het avv-verzoek kan naar mijn mening definitief worden beoordeeld op basis van een nadere uitwerking van de benodigde maatregelen en daarmee beoogde resultaten die het voorgenomen inzameldoel van ten minste 65% inzameling binnen twee jaar onderbouwen.
In het ontwerpbesluit van 15 september 2020 was daarom opgenomen dat de Overeenkomst AEEA, onder voorwaarde van een opgeleverd en door mij als adequaat onderbouwd en beoordeeld Actieplan 65%, algemeen verbindend kan worden verklaard. Op 7 december 2020 is door Stichting OPEN het Actieplan 65% aangeleverd zoals als voorwaarde was opgenomen in het ontwerpbesluit.
Het Actieplan 65% is op 4 januari 2021 van een addendum voorzien.
Dit Actieplan 65% en het bijbehorende addendum zijn gepubliceerd op de website van Stichting OPEN (www.stichting-open.org).
Het Actieplan 65% bied aanvullende informatie op de avv-aanvraag die door Stichting OPEN op 1 april 2020 is ingediend en is onlosmakelijk verbonden aan de avv-aanvraag. Het Actieplan 65% bevat de gevraagde nadere uitwerking, programmering en onderbouwing van de in de avv-aanvraag opgenomen acties van Stichting OPEN.
Overzicht inhoud Actieplan 65%
In deel 1 van het Actieplan 65% worden achtergrond en doelstelling beschreven. Het actieplan is voor Stichting OPEN de routekaart die in samenwerking met de ketenpartners de producentenverantwoordelijkheid voor AEEA op een dusdanige manier vormgeeft dat de doelstellingen blijvend gaan worden gehaald.
In deel 2 van het Actieplan 65% wordt de samenwerking beschreven met andere partijen zoals gemeenten, publieke en private afvalbedrijven (inzamelaars, sorteerders, verwerkers, recyclers), de detailhandel, dienstverleners en installateurs, kringloopbedrijven en handhavingsinstanties. Het is de ambitie van Stichting OPEN om actief bij te dragen aan de doeltreffendheid van de handhaving.
In deel 3 van het Actieplan 65% zijn de taken en rollen van betrokken partijen alsmede het instrumentarium beschreven. Tevens meldt OPEN dat onderzoek wordt uitgevoerd naar instrumenten om tot structurele procesoptimalisatie te komen binnen het systeem op middellange termijn. Elementen daarbij zijn retourpremiesystemen, organisatie van inzameling, invloed op retourgedrag van consumenten en tariefdifferentiatie (eco-modulatie).
In deel 4 van het Actieplan 65% wordt de ontwikkeling van de POM van EEA en de distance to target op basis van scenario’s geanalyseerd. De jaarlijkse groei van EEA bestaat voor een groot deel uit nieuwe zonnepanelen. In een systematische benadering is de potentie om de distance to target te dichten nader bepaald.
In deel 5 van het Actieplan 65% zijn de additionele inzamelacties en andere acties met beoogde resultaten beschreven om de doelstelling binnen twee jaar na ingang van de avv te behalen. Het betreft de volgende acties:
1. Metaalbedrijven als inzamelkanaal in de afvalbeheerstructuur;
2. Versterking van inzameling complete apparatuur;
3. Terugname AEEA bij aflevering en pakketbezorging;
4. Uitbreiden inzameling via kringloopwinkels;
5. Retourpremieactie van koel- en vriesapparaten;
6. Betere inzameling armaturen;
7. Opzetten van een inzamelstructuur voor cv-ketels;
8. Opzetten van een inzamelstructuur voor professionele apparatuur;
9. Registratie voor hergebruik binnenland;
10. Harden data export voor hergebruik;
11. Verkenning diverse ontdoeners voor betrekken in het systeem;
12. Voorbereiden inzamelstructuur voor diverse nieuwe AEEA;
13. Verkenning omgang met garantiegoederen;
14. Organiseren van de randvoorwaarden voor passende verwerking;
15. Onderzoek mogelijkheden nascheiding kleine AEEA;
16. Communicatie.
Met deze acties verwacht Stichting OPEN binnen twee jaar de in deel 4 geraamde distance to target te overbruggen en binnen twee jaar te kunnen voldoen aan het inzameldoel van 65%.
Beoordeling van het Actieplan 65%
Naar aanleiding van dit Actieplan 65% zijn op 16 december 2020 nadere vragen gesteld aan Stichting OPEN die op 18 december 2020 met een verduidelijkende toelichting mondeling zijn beantwoord door Stichting OPEN. Volgens Stichting OPEN is in het Actieplan 65% de beschikbare kennis op alle facetten van het speelveld van AEEA samengebracht en vertaald naar noodzakelijke acties. Stichting OPEN verwacht in de uitvoering van inzameling, sortering en verwerking meer effect dan in voorgaande jaren te kunnen bereiken nu de krachten en financiële bijdragen alle producenten gebundeld zijn, de onderlinge samenwerking tussen producentenorganisaties en afvalbeheerbedrijven met een eenduidige aanpak en uitvoering van acties geborgd is en de financiële middelen beschikbaar komen om de acties volledig tot uitvoering te brengen.
Volgens de raming in deel 4 van het Actieplan 65% dient in 2022 een totale hoeveelheid van 304 kton te worden ingezameld. Naast de verwachte autonome groei binnen bestaande kanalen (8,3% per jaar naar 199 kton in 2022) en bij gecertificeerde verwerkers (groei naar 40 kton in 2022), zal het verwachte tekort of distance-to-target 65 kton bedragen. Dit tekort zal moeten worden overbrugd door de additionele inzamelacties. Per 2022 is de verwachting van Stichting OPEN dat de 16 voorgestelde acties in het Actieplan 65% potentieel 65,5 tot 70,5 kton additioneel aan inzameling kunnen opbrengen.
Stichting OPEN verklaart dat mogelijke tegenvallers binnen een bepaalde actie gecompenseerd zullen worden door een extra inspanning op een andere actie. Deze benadering biedt tevens de nodige flexibiliteit in de uitvoering. Stichting OPEN is overigens van mening dat het potentieel aan de voorzichtige kant is ingeschat.
Bij een tweetal acties wordt een specifieke kanttekening geplaatst:
– actie 1 Metaalbedrijven als inzamelkanaal: Belangrijke factoren in de huidige weglek van AEEA bij metaalbedrijven is 1) het gegeven dat de gecertificeerde MRF-leden maar een klein deel omvatten van alle metaalbedrijven en 2) dat metalen een positieve waarde hebben. Geraamd wordt een inzamelpotentieel van 45 tot 50 kton (met name grote apparaten) dat nu niet passend worden verwerkt waarvan 15 tot 20 kton in 2022 wordt omgebogen naar passende verwerking. Gezien het verschil tussen het aanwezige potentieel en het effect van de actie is het raadzaam in de vormgeving van actie 1 zorgvuldig na te gaan op welke wijze juist méér effect te bereiken is.
– actie 9 Opzetten registratie voor hergebruik binnenland: Vanuit de optiek van een circulaire economie is levensduurverlenging door hergebruik en reparatie vanzelfsprekend de eerste optie boven inzameling en verwerking als afval. Hoewel het in de regulering een geformuleerd wettelijk inzameldoel AEEA betreft, zou hergebruik feitelijk en beleidsmatig dienen mee te wegen in de beoordeling van de doelmatigheid omdat het, samen met preventie, hoog scoort in de afvalhiërarchie. Hoewel we nu toepassing moeten geven aan een verouderde stimulus – dat wil zeggen meer inzamelen door meer afdanken – staat het in beginsel niet in de weg aan het voorkomen, beperken en uitstellen van afdankingen in toekomstig beleid. Echter, de ingeboekte 10 kton voor het geregistreerde hergebruik in Nederland kan in het huidige systeem niet worden verrekend met het wettelijk inzameldoel van 65%. Alleen bij voorbereiding voor hergebruik (ook redelijk hoog in de afvalhiërarchie) kan het resultaat als verwerking na afdanking wél worden meegenomen in de inzamelcijfers. Stichting OPEN heeft gemeld op korte termijn nader te willen spreken met het ministerie IenW over de wijze van verrekening van actie 9.
Stichting OPEN verklaart dat het inzameldoel linksom of rechtsom gehaald gaat worden door het onverhoopt mindere effect van de ene actie te compenseren met een groter effect van een andere actie. De kanttekeningen bij actie 1 en actie 9 onderstrepen het belang van het flexibele mechanisme dat Stichting OPEN voor ogen heeft. In de gegeven omstandigheden, met name het milieubelang van de hergebruikdoelstellingen, de toezegging van controleerbare compenserende maatregelen en de samenhang van overige acties in het totale pakket, zie ik op basis van de huidige inzichten en beschikbare kennis geen alternatief voor het doelbereik van ten minste 65% inzameling binnen twee jaar, dan toepassing van dit flexibele mechanisme op het Actieplan 65%. In een uitvoeringspraktijk waarin vele partijen en schakels een rol spelen is onzekerheid over het behalen van gewenste effecten van acties een gegeven.
Om in een vroegtijdig stadium vast te stellen of de acties op koers liggen voor het realiseren van de geraamde effecten, heb ik de Stichting OPEN gevraagd een tussenevaluatie uit te voeren. Op 4 januari 2021 is van Stichting OPEN een addendum op het Actieplan 65% ontvangen met de toezegging van Stichting OPEN om een tussentijdse evaluatie uit te voeren op de voortgang van de uitvoering van het Actieplan 65%. In een voortgangsrapport zal Stichting OPEN aan mij tussentijds verslag doen van de vorderingen met betrekking tot het behalen van het inzamelpercentage van 65% door Stichting OPEN en de acties uit het Actieplan 65%. De tussentijdse rapportage zal in het derde kwartaal van 2021 worden opgesteld. De rapportage moet inzicht geven in de vraag of bijsturing of intensivering in de acties, en zo ja op welke wijze en wanneer, van het Actieplan 65% noodzakelijk is. De noodzaak en een eventueel vereiste extra inspanning op het doelbereik zal in een voortgangsoverleg tussen Stichting OPEN en het ministerie IenW en RWS besproken en vastgelegd worden. Het opvolgende avv-jaarverslag over 2021 en de rapportage van de NWR over de inzamelprestatie 2021 zal definitief inzicht in de voortgang bieden en duidelijk maken of verdere bijsturing of intensivering noodzakelijk is.
De door Stichting OPEN gemaakte keuzes voor de extra activiteiten, met de nadere uitwerking op de financiële- en organisatorische middelen in het Actieplan 65%, beschouw ik in de huidige omstandigheden als best beschikbaar uitgangspunt voor het met voldoende zekerheid behalen van het communautaire en wettelijke inzameldoel en het nakomen van de verplichtingen voor hergebruik en recycling. Met een avv ontstaat bovendien meer garantie op draagvlak, financiering, instandhouding en uitbreiding van een landelijk dekkend systeem van inzameling en verwerking van AEEA, ook waar het beheer van afvalstromen complex of vanuit economisch perspectief niet of nauwelijks rendabel is. Het huidige inzamelsysteem heeft in de basis een landelijke dekking en voldoet daarmee aan de minimale vereisten van spreiding, verdichting en toegankelijkheid. Waar nodig zal Stichting OPEN extra inzamelcapaciteit contracteren.
Resumerend ben ik van mening dat met de in het Actieplan 65% beschreven maatregelen en daaraan gekoppelde beoogde resultaten Stichting OPEN voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat met de avv als instrument kan worden voldaan aan de in de RAEEA gestelde doelstelling met betrekking tot het behalen van het inzamelpercentage van 65% binnen 2 jaar na verlening van de avv.
De voornoemde aanname dat de 65% inzameldoelstelling binnen twee jaar haalbaar is, baseer ik mede op de verwachting dat met een avv de Stichting OPEN vanuit een centrale regierol op het afvalbeheer en met een versterkte financiële draagkracht op basis van de te innen afvalbeheerbijdragen van producenten, voldoende toegerust is om de benodigde acties en maatregelen uit te (laten) voeren.
Vanuit voornoemde centrale regierol heeft de houder van de avv de mogelijkheid om te sturen op een strategische uitbreiding van locaties voor inzameling en om contracten te sluiten met bij het afvalbeheer betrokken (markt)spelers voor het realiseren van de 65% inzameldoelstelling van AEEA. Stichting OPEN wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de producenten en streeft het ‘all actors principe’ na waarbij alle spelers in de afvalbeheerstructuur, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, grote retailers, gemeenten, inzamelbedrijven en verwerkers, in de uitvoering worden betrokken en de verantwoordelijkheid nemen die past bij hun rol. De uitvoering van de inzameling, sortering en verwerking van AEEA zal overwegend door (private) marktpartijen worden uitgevoerd. Die marktpartijen worden op basis van non-discriminatoire criteria gecontracteerd waarbij de beoordeling op zowel efficiëntie en effectiviteit als op de bijdrage aan circulariteit van EEA op de langere termijn plaatsvindt. De Stichting OPEN beoogt met een centrale regie op de afvalbeheerbijdrage bovendien te borgen dat alle producenten per soort EEA op gelijke wijze naar rato van hun marktaandeel bijdragen aan een doelmatig afvalbeheerstructuur. Dat met dit beginsel een gelijk speelveld tussen producenten met een eerlijke verdeling van de kosten voor doelmatig afvalbeheer wordt beoogd, waardeer ik positief. Met de geschetste organisatiestructuur en met inachtneming van een jaarlijkse verantwoording over de eigen bedrijfsvoering, heb ik vertrouwen in een transparante en eerlijke uitvoering van de producentenverantwoordelijkheid voor AEEA.
Bij de beoordeling van de financiële draagkracht, neem ik in overweging dat een avv voor maximaal vijf jaar de inkomsten uit een afvalbeheerbijdrage zekerstelt waarbij die bijdrage, met het oog op het behalen van de 65% inzameldoelstelling, binnen een bepaalde bandbreedte kan worden aangepast voor de financiering van de benodigde acties en maatregelen uit het Actieplan 65%. De gegevens met betrekking tot de onderbouwing van de afvalbeheerbijdrage, de voorziening en het fonds tonen de bestendigheid van de afvalbeheerstructuur voldoende overtuigend aan. Met de voorziening en het fonds gepaard gaande middelen wordt het mogelijk geacht het afvalbeheerstructuur op lange termijn in stand te houden en een financiële basis te bieden voor de uitvoering van de benodigde acties uit het Actieplan 65%. De afvalbeheerstructuur is in staat het afvalbeheer op korte en lange termijn te waarborgen op organisatorisch, technisch en financieel-economisch vlak, hierbij rekening houdend met de gebruiksduur van de verschillende categorieën AEEA. De structuur waarbij opdrachten worden gegeven aan inzamelaars en verwerkers en de wijze waarop de samenwerking met de gemeenten wordt uitgevoerd, maakt aannemelijk dat de afvalbeheerstructuur voldoende bestendig kan worden uitgevoerd. De aansluiting van alle producenten bij de te verlenen avv maakt dat de financiering van het afvalbeheerstructuur en de benodigde extra inzamel- en verwerkingscapaciteit op de lange termijn gewaarborgd kan worden.
De aanwezigheid van een adequaat mechanisme voor zelfbeheer is voldoende aangetoond. Een mechanisme voor zelfbeheer met betrekking tot de financiële huishouding van de afvalbeheerstructuur en de informatiehuishouding binnen die structuur tussen de producenten, producentenorganisaties en de afvalbeheerbedrijven is aanwezig. De hoogte van de afvalbeheerbijdrage en mate van differentiatie van deze bijdrage in relatie tot de kosten die voor verschillende afvalstromen gemaakt worden in de afvalbeheerstructuur, is daarbij voldoende inzichtelijk gemaakt. De inrichting van het afvalbeheer dat Stichting Open voorstaat komt voor een groot deel overeen met de conclusies en aanbevelingen uit enkele onderzoeken en rapporten over potentieel succesvolle uitvoering van uitgebreide producenten verantwoordelijkheid3.
Het Actieplan 65% en de financieel-economische onderbouwing daarvan zijn zodanig uitgewerkt dat op nakoming van de daarin opgenomen acties en maatregelen kan worden toegezien.
De nakoming moet blijken op basis van de rapportage van gegevens over 2022 die in het jaar 2023 moeten worden aangeleverd aan de Minister
Concluderend, beoordeel ik de aangevraagde avv om te komen tot een transparante regie op de uitvoering van een doelmatige afvalbeheerstructuur met een stabiele financiële grondslag voor het kunnen nakomen van de wettelijke verplichtingen, daarom als positief.
In het Actieplan 65% zijn de voorgenomen acties en maatregelen onderbouwd en uitgewerkt op beoogde resultaten en het (kunnen) behalen van minimaal 65% inzameling van AEEA. Ik beschouw dit in het belang van een doelmatig afvalbeheer van AEEA.
In aanvulling op de beoordeling van een avv voor de doelmatigheid van het afvalbeheer, ga ik in op de mogelijke gevolgen voor de mededinging in de markt voor het afvalbeheer van AEEA.
8. De avv in relatie tot de mededinging.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is geraadpleegd in de procedure voor de avv-aanvraag. Met de ACM zijn gesprekken gevoerd over de toetsing aan de mogelijke mededingingsrechtelijke aspecten, waaronder de voorwaarden voor ontheffing van het kartelverbod zoals gesteld in artikel 6, derde lid, van de Mededingingswet. De ACM heeft het belang van onderbouwing van de noodzaak voor een avv die beoogt een doelmatig afvalbeheer voor AEEA te realiseren binnen twee jaar en daaruit eventueel voortvloeiende mededingingsbeperkingen benadrukt. Daarnaast heeft de ACM vernomen dat Stichting OPEN en WEEE Nederland BV hebben besloten tot samenwerking. De ACM heeft in het belang van een voldoende open markt en de gewenste prikkels voor kwaliteit en innovatie aandacht gevraagd voor de wijze waarop de marktconforme aanbesteding van de uitvoering van inzameling, sortering, passende verwerking en transport zal plaatsvinden na verlening van een avv-besluit. Om de mogelijkheid van een inbreuk op de mededinging van de markt voor afvalbeheer zoveel mogelijk te beperken, heb ik de ACM toegezegd dat die aanbesteding in het avv-besluit wordt meegewogen, in de praktijk zal worden toegepast en met betrokken partijen zal worden geëvalueerd op een nader te bepalen moment ter voorkoming van een eventuele strijdigheid met de Mededingingswet.
In paragraaf 7 is onderbouwd waarom een avv noodzakelijk wordt geacht om op een zo spoedig mogelijke termijn, binnen twee jaar na verlening van een avv, de Europese eis uit artikel 7, eerste lid, van Richtlijn 2012/19/EU van minimaal 65% inzameling van AEEA te behalen.
Concurrentie tussen producentenorganisaties en daarmee producenten in de huidige afvalbeheerketen heeft ertoe geleid dat de inzameling en verdere verwerking van AEEA toenemend is ingericht op basis van de laagste prijs van afvalbeheer. Het gevolg is dat bewerkelijke en minder rendabele product- en afvalstromen niet of op een onjuiste, en vaak milieuschadelijke wijze, worden afgedankt en verwijderd. De kosten daarvan worden afgewenteld op de samenleving. Een avv van het voorgenomen afvalbeheer door Stichting OPEN beoogt deze ondoelmatigheid in de markt te ondervangen waarbij alle producenten een afvalbeheerbijdrage betalen die nodig is voor het inzamelen en (hoogwaardig) verwerken van alle, rendabele en niet-rendabele, afvalstromen.
In paragraaf 7.1 staat beschreven hoe Stichting OPEN de aanbesteding en inkoop van contracten voor de uitvoering van het afvalbeheer van AEEA organiseert. Met een centrale regie en inkoop en de daarmee gepaarde gaande schaalgrootte en expertise, kan het afvalbeheer efficiënt worden ingericht met als doel het binnen twee jaar inzamelen van 65% AEEA. Dit efficiencyvoordeel is niet haalbaar (gebleken) indien individuele producenten het afvalbeheer zelf uitvoeren of meerde producentorganisaties naast elkaar op basis van een lage prijs (afvalbeheerbijdrage) het afvalbeheer namens een deel van de producenten organiseren en uitvoeren ten koste van de kwaliteit van het afvalbeheer in de gehele keten. Een versnippering van de aansturing van het afvalbeheer verhindert een optimale en effectieve landelijke dekking van het afvalbeheer en zorgt op de langere termijn voor schaalnadelen voor met name bewerkelijke en onrendabele afvalstromen. Het gebrek aan overzicht en regie in het avalbeheer door een veelheid aan partijen wreekt zich voor een deel ook in een ontoereikende integrale taakopvatting en aanspreekbaarheid van verantwoordelijke partijen op het behalen van de minimaal 65% inzameldoelstelling.
Daarnaast is de markt voor EEA sterk aan verandering onderhevig en zijn de uitdadingen voor de inzameling van AEEA fors toegenomen. Door de traag groeiende inzamelpercentages in de afgelopen jaren, de tekortkomingen van het Plan van Aanpak 65% van alle producentenorganisaties, de exponentieel toenemende vraag naar EEA en de transitie naar een circulaire economie in 2050, vergt de inzameling en recycling van AEEA een andere en verdergaande aanpak. Lidstaten moesten in 2019 minimaal 65% AEEA inzamelen en voorkomen moet worden dat deze doelstelling de komende jaren verder uit het zicht raakt.
De Europese inzameldoelstelling van stopt niet bij minimaal 65% inzameling en is mede gericht op preventie en vooral nuttige toepassing en veilige verwijdering van AEEA. Door hergebruik, inzameling, recycling en andere vormen van nuttige toepassing wordt de hoeveelheid te verwijderen afval verminderd en een efficiënt hulpbronnengebruik en de terugwinning van waardevolle secundaire grondstoffen gestimuleerd. Voorts bevorderen de kwalitatieve en technische eisen aan inzameling en verwerking een verbetering van de milieuprestaties van alle marktdeelnemers (producenten, op distributeurs, afvalbeheerders, verwerkers) die zijn betrokken bij de levenscyclus van (A)EEA, met name de inzameling en verwerking van AEEA. Het op een duurzame wijze inzamelen en nuttig toepassen van AEEA beperkt de verspilling van natuurlijke hulpbronnen en voorkomt verontreiniging door gevaarlijke (afval)stoffen in AEEA4. Deze stoffen, met name kwik, lood, cadmium, chroom, maar ook plastics en ozonlaag-afbrekende stoffen, kunnen door onzorgvuldige inname, sortering, detectie en verwerking in het milieu terecht komen en worden blootgesteld aan mens en natuur. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat EEA een snelgroeiende markt vormt (zonnepanelen, elektrische fietsen, klimaatapparatuur, technologisering en digitalisering van de samenleving) en daarmee een toenemende bron van (gevaarlijke) afvalstoffen, maar ook terug te winnen zeldzame grondstoffen.
De aanpak en samenwerking door producenten(organisaties) die aan deze avv ten grondslag ligt, leidt naar verwachting tot een extra inzameling van 65 kiloton binnen twee jaar, tot een totaal van 304 kiloton: dit is 65% van een verwachte hoeveelheid gemiddeld in de handel gebracht EEA van circa 468 kiloton in 2022 (exclusief zonnepanelen). De extra inzameling van 65 kiloton zorgt ervoor dat ten opzichte van 2019 binnen twee jaar circa 50% meer aan AEEA duurzaam wordt ingezameld en verwerkt met als uiteindelijke doel maximale nuttige toepassing van (gevaarlijke) afvalstoffen en herwinning van grondstoffen in de afvalfase.
De beperking van milieuschade, het dichterbij brengen van een circulaire economie voor grondstoffen en het zo snel mogelijk bereiken van minimaal 65% inzameling rechtvaardigen naar mijn mening een avv. De noodzaak van een avv voor Stichting OPEN, als een samenwerkingsverbod tussen producenten en producentenorganisaties, kan mede worden beoordeeld in de verhouding tot het mededingingsrecht. Een vraag hierbij is of en in hoeverre de toetreding tot de markt van producenten(organisaties) en marktdeelnemers in de afvalbeheerketen wordt gehinderd.
Het primaire doel van de avv is dat alle producenten van EEA in Nederland verplicht zijn een gewogen (op basis van handelsgewicht EEA) afvalbijdrage te betalen aan de Stichting OPEN als regisseur van de afvalbeheerovereenkomst en de maatregelen in het Actieplan 65%. De uitvoering van deze overeenkomst en de maatregelen in het Actieplan 65% worden ingevolge paragraaf 7 als ‘in het belang van een doelmatig afvalbeheer’ (artikel 15.36 van de Wet milieubeheer) aangemerkt. De gewogen kosten uit de afvalbeheerbijdrage worden noodzakelijk geacht voor financiering van de milieumaatregelen en daarmee beoogde beperking van milieuschade door de productie en verhandeling van EEA (duurzaamheidsvoordelen). Een gewogen bijdrage op basis van handelsgewicht waarborgt voorts dat het gelijke speelveld tussen producenten die gelijksoortige EEA op de markt aanbieden niet of nauwelijks wordt verstoord. Kostenuniformering of uniformering van de bijdrageberekening leidt op zichzelf overigens niet tot een mededingingsbeperking. Daaraan kan worden toegevoegd dat de kosten van de afvalbeheerbijdrage slechts een gering aandeel vormen van de totale productiekosten van het op de markt aanbieden van EEA. De doorberekening van deze kosten in de prijzen wordt daarmee eveneens als gering beschouwd. Stichting OPEN moet jaarlijks aan mij verantwoorden dat de afvalbeheerbijdrage van producenten niet hoger is dan noodzakelijk om de voorgenomen uitvoering van het afvalbeheer te bekostigen.
De toetreding van nieuwe producenten tot de markt van EEA wordt met een avv derhalve niet gehinderd. Iedere producent die aan de eisen voldoet voor het in de handel brengen van EEA kan toetreden tot de markt. De voorwaarden met betrekking tot het (kunnen) voldoen aan de regels voor producentenverantwoordelijkheid zijn daarbij relatief beperkt ten opzichte van andere fiscale, economische en veiligheidseisen die bedrijven moeten naleven. Dit klemt des te meer indien de producentenverantwoordelijkheid namens bedrijven wordt uitgevoerd door een of meer producentenorganisaties, in dit geval onder de Stichting OPEN.
Met betrekking tot de afvalbeheerketen heeft Stichting OPEN vastgelegd dat concurrentie op de markt voor de inzameling, het vervoer, de sortering en verwerking van EEA zal worden nagestreefd door een open en transparante gunning van nieuwe opdrachten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de expertise van de bestaande uitvoeringsorganisatie van Wecycle. Ook de concurrentie in het vervolg van de afvalbeheerketen, de zogenaamde downstream verwerking van onderdelen en fracties van AEEA, wordt daarmee niet nadelig beïnvloed.
Het Actieplan 65% dat door Stichting OPEN de komende jaren wordt uitgevoerd, stelt daarnaast een aantal vernieuwende maatregelen in het vooruitzicht, zoals het ontwikkelen van retourpremies voor bepaalde apparatuur (onder meer voor koel- en vriessystemen), uitlijning van meetmethoden voor het meten van recycling, refurbishment en CO2-reductie en het opzetten van inzamelkanalen voor cv-ketels en professionele apparatuur. Bestaande en nieuwe marktdeelnemers kunnen van deze initiatieven profiteren. Bestaande contracten van producentenorganisaties of hun uitvoeringsorganisaties met de afvalbeheerketen blijven in stand of worden eerbiedigt dan wel overgenomen van organisaties die toetreden tot de Stichting OPEN.
Voorts heeft Stichting OPEN in haar afvalbeheerovereenkomst verzekerd dat nieuwe producentenorganisaties kunnen toetreden tot de stichting en gebruik kunnen maken van het op te zetten afvalbeheerstructuur.
Producentenorganisatie Weee Nederland BV is met Stichting OPEN overeengekomen dat het na een avv zijn krachten met betrekking tot de inzameling, sortering, verwerking en het transport van AEEA bundelt met deelnemende partijen in de stichting. Stichting OPEN moet transparant zijn in de voorwaarden voor deelname van nieuwe of bestaande producentenorganisaties aan de stichting of aan de afvalbeheerstructuur onder regie van de stichting en daarin non-discriminatoir handelen. De voorwaarden voor toetreding van andere producentenorganisaties mogen in ieder geval niet zodanig belemmerend zijn dat de mededinging onnodig of onredelijk wordt beperkt. Indien nieuwe producentenorganisaties aangeven dat onder de avv de toetreding tot de markt wordt belemmerd door Stichting Open, kan met het oog op de mededingingsrechtelijke gevolgen in overleg met de ACM de avv waar nodig worden aangepast. Dat laat onverlet dat ik op grond van de aanvraag en de grondslag daarvoor in de Wet milieubeheer een avv primair beoordeel op het belang van een avv voor een doelmatig afvalbeheer, de daaraan gepaard gaande efficiencyvoordelen en de daarmee gemoeide milieuwinst, waaronder het doen naleven van de Europese inzameleis.
Omdat de toegang tot de markt voor producenten, producentorganisaties en bedrijven in het afvalbeheer (inzameling, transport, sortering, verwerking) zoveel mogelijk is geborgd, wordt concurrentie niet uitgesloten. Er is daarom ook geen reden aan te nemen dat prikkels voor vernieuwing en innovatieve toepassingen om die reden zullen uitblijven.
Tot slot wordt met een avv voor een gezamenlijke en effectieve aanpak van het afvalbeheer door alle producenten, aanvullend toepassing gegeven aan het Europese beginsel van producentenverantwoordelijkheid. Een avv geeft immers uitvoering aan artikel 8 en 8 bis van de EU-Kaderrichtlijn afvalstoffen waarbij producenten en marktdeelnemers in de afvalbeheerketen gezamenlijk taken en verantwoordelijkheden van producentenverantwoordelijkheid voor een bepaalde afvalstroom op zich nemen. Dit omvat mede permante beschikbaarheid en een adequate geografische spreiding van inzamelsystemen ongeacht de verlies- of winstgevendheid van het afvalbeheer. Hierdoor kunnen verschillen in de financiële lasten van afvalbeheer voor ondernemers worden geminimaliseerd en geoptimaliseerd. Een avv brengt voor maximaal 5 jaar een zodanige stabiliteit en rechtszekerheid dat taken en verantwoordelijkheden in het kader van producentenverantwoordelijkheid kunnen worden waargemaakt.
9. Ingediende zienswijzen op ontwerpbesluit
Naar aanleiding van het ontwerpbesluit zijn 39 zienswijzen ontvangen.
De zienswijzen zijn beschreven en beantwoord in bijlage 1 bij dit besluit. De ingediende zienswijze gaven geen aanleiding tot wijziging van het ontwerpbesluit.
Op basis van de voorgenomen acties en maatregelen gericht op de versterking van de inzamelingcapaciteit, verhoging van de daadwerkelijke inzameling, harmonisering en standaardisering van de inzamelstructuur en uitbreiding van de communicatie op de inzameling van AEEA bij verschillende gebruikers, met name op sectoren die aandacht behoeven, acht ik het aannemelijk dat de inzameldoelstelling van minimaal 65% AEEA van de totaal in de handel gebrachte EEA volgens de berekening op grond van de Regeling AEEA en de AEEA Richtlijn (zonder zonnepanelen) binnen twee jaar na een eventueel besluit tot avv haalbaar is.
Gelet op het voorgaande en artikel 15.37 van de Wet milieubeheer,
BESLUIT
I. de afvalbeheerbijdrageovereenkomst met betrekking tot AEEA, algemeen verbindend te verklaren van 1 maart 2021 tot 31 december 2025 of zoveel eerder als de Overeenkomst AEEA voortijdig eindigt.
Het besluit tot vaststelling van de algemeen verbindend verklaring en de tekst van de Overeenkomst AEEA worden bekendgemaakt in de Staatscourant.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-Van der Meer
Naar aanleiding van het ontwerpbesluit zijn 39 zienswijzen ontvangen.
De zienswijzen worden hieronder behandeld.
Op 9 oktober 2020 is door ATAG Nederland B.V. (hierna: ATAG) een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft ATAG aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. ATAG is van oordeel dat een avv zal leiden tot een gelijk en transparant speelveld met positieve impulsen voor ketensamenwerking, innovatie, tegengaan van free riders, bevordering van concurrentie tussen marktpartijen en instandhouding van het fijnmazige inzamelsysteem.
Op 15 oktober 2020 is door Coolrec Nederland B.V. (hierna: Coolrec) een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Coolrec aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Coolrec is van oordeel dat een centrale regie organisatie zal bijdragen aan optimalisering van de uitvoering van producentenverantwoordelijkheid, het bereiken van het wettelijke doel, ruimte voor innovatie, correcte verwerking en meer circulariteit en hergebruik.
Op 15 oktober 2020 is door Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (hierna: BRBS) een zienswijze ingediend.
In de reactie heeft BRBS een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1a:
Hoe ziet het ministerie het verband tussen enerzijds het Actieplan 65% dat voor een belangrijk deel leunt op de inbreng en uitvoering van producentencollectieven (die ruim 1.000 producenten en importeurs vertegenwoordigen) en samenwerken met uitvoerende organisaties, maar nu door het Besluit op zeer korte termijn hier geen onderdeel meer van uitmaken?
Antwoord 1a:
De beoogde afvalbeheerstructuur is uitgebreid beschreven in bijlage 1 van de avv-aanvraag, de respectievelijke aanvullingen op die aanvraag en het Actieplan 65%. Het is de primaire verantwoordelijkheid van de producenten om te zorgen dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd en wettelijke doelstellingen worden behaald. Gegeven de actuele distant-to-target is het niet waarschijnlijk dat bestaande inzamel-, sorteer- en verwerkingscapaciteit komt te vervallen, sterker nog er moet juist capaciteit bij. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking in de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 1b:
Heeft uw ministerie tijdens het Plan van Aanpak ter verhoging van het inzamelpercentage AEEA en de evaluatie hiervan met de producentencollectieven overlegd over het voornemen van het ministerie om te komen tot één producentenorganisatie voor AEEA en de wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven? Zo ja, wat is hierover afgesproken in relatie tot de te wijzigen Afvalbeheersstructuur en de consequenties die dit heeft voor uitvoerende partijen (zoals leden van BRBS Recycling)?
Antwoord 1b:
Het voornemen om te komen tot één (of meerdere) producentenorganisatie behoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de producenten van EEA en behoort dus niet tot de verantwoordelijkheid van het ministerie. In de context van het Plan van Aanpak 65% en de evaluatie daarvan is niet gesproken over de ‘te wijzigen Afvalbeheerstructuur’.
Vraag 1c:
Bent u het met ons eens dat het Actieplan 65% de grootste kans van slagen heeft wanneer het beste uit de verschillende werelden van producentencollectieven wordt ingezet en bestaande en nieuwe activiteiten niet hoeven te worden uitgesloten, maar hier juist onderdeel van zijn? Zo ja, op welke wijze is dit geborgd binnen het Besluit als mogelijke opdracht voor Stichting Open, kunt u dit motiveren?
Antwoord 1c:
Het is aan de producenten om zelf de meest effectieve maatregelen te bepalen vanzelfsprekend in samenspraak met de daarbij betrokken actoren. Uit het Actieplan 65% dat door de producenten is opgesteld, blijkt dat de inzameldoelstelling binnen twee jaar zal worden gerealiseerd.
Vraag 2a:
Kunt u uitleggen (organisatie, uitvoering en financiering) in hoeverre u bekend bent met de werkzaamheden en verplichtingen die vanuit de bestaande Afvalbeheersstructuur door producenten/importeurs specifiek worden ingevuld, maar mogelijk door het Besluit komen te vervallen?
Antwoord 2a:
In de avv-aanvraag is uiteengezet dat het uitgangspunt voor de beoogde afvalbeheerstructuur de reeds bestaande afvalbeheerstructuur is. Er is geen reden te veronderstellen dat bestaande activiteiten komen te vervallen, integendeel er is meer capaciteit nodig om aan de doelstelling te voldoen. In de avv-aanvraag is ook gesteld dat waar nodig extra capaciteit zal worden ingekocht. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 2b:
Ziet het ministerie het als een taak om de voorgestelde Afvalbeheersstructuur zoals zij aangeeft in stand te houden, respectievelijk erop toe te zien dat dit gebeurt? Zo ja, kunt u aangeven hoe deze structuur eruit zal zien per 1 januari 2021 ruim 1.000 producenten worden verplicht om zich bij een nieuw initiatief aan te sluiten waarvan het nog onduidelijk is of de (wettelijke) doelstellingen, die zij nu realiseren vanuit de huidige invulling van de Afvalbeheersstructuur, voortgezet kunnen worden. Hoe kijkt het ministerie hiertegen aan?
Antwoord 2b:
Het is de primaire verantwoordelijkheid van de producenten om de vereiste afvalbeheerstructuur in stand te houden waarmee de wettelijke doelstellingen worden gerealiseerd. De ILT ziet toe op de handhaving en nakoming van de gestelde doelen. De beoogde afvalbeheerstructuur is uitgebreid beschreven in bijlage 1 van het avv-verzoek en de respectievelijke aanvullingen op dat verzoek.
Vraag 2c:
Kunt u helder uiteenzetten wat het Besluit in de praktijk betekent voor (markt) partijen die zowel korte als lange termijn (financiële) afspraken hebben gemaakt met door de overheid erkende producentencollectieven en nu invulling geven aan de werkzaamheden en verplichtingen zoals genoemd onder 2a)?
Antwoord 2c:
Zoals blijkt uit het actieplan, worden afspraken gecontinueerd.
Vraag 2d:
Kunt u ons informeren op basis van welke relevante feiten en de daarmee af te wegen belangen betrokken zijn bij de besluitvorming van het Besluit door het ministerie?
Antwoord 2d:
Een avv-aanvraag wordt beoordeeld op basis van de gegevens die in de aanvraag zijn verstrekt en die worden getoetst aan artikel 15.36 van de Wet milieubeheer.
Vraag 3:
Hoe kijkt het ministerie aan tegen het inperken van mededinging door het Besluit nu keuzemogelijkheden voor gemeenten, retailers en producenten mogelijk vervallen en zeer waarschijnlijk consequenties heeft voor de leden van BRBS Recycling?
Antwoord 3:
Door Stichting OPEN wordt een centrale regie beoogt die zorgdraagt voor de financiële basis en effectieve besteding van de afvalbeheerbijdrage aan doelmatig afvalbeheer op basis van non-discriminatoire criteria. Het staat elke organisatie vrij om desgewenst producenten te vertegenwoordigen of andere diensten te verrichten namens producenten of andere actoren in de AEEA keten. De uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking zal onder marktcondities en in concurrentiestelling worden aanbesteed op basis van non-discriminatoire criteria.
Daar komt bij dat de (meeste van de) lopende contracten met gemeenten en producenten worden geborgd omdat, indien een avv is vastgesteld, deze contracten worden overgenomen door Stichting OPEN in samenwerking met WEEE Nederland. Dat is mogelijk omdat de partijen binnen Stichting OPEN (in opdracht aan Wecycle) en WEEE Nederland zelf nagenoeg alle contracten met producenten en gemeenten over het afvalbeheer van AEEA in beheer hebben. Daarnaast wordt in paragraaf 8 aangegeven dat de milieu en efficiëntievoordelen van dit besluit opwegen tegen een vermeend beperkte inbreuk op de mededinging van producenten en uitvoerende partijen in het afvalbeheer.
Vraag 4:
Indien door het Besluit keuzemogelijkheden voor producenten, retailers en gemeenten vervallen en daardoor ook consequenties heeft voor de activiteiten voor de leden van BRBS Recycling, staat het ministerie dan open voor overleg? Kunt u dan met ons in overleg treden voor een passende oplossing voor die partijen die op basis van de bestaande Afvalbeheersstructuur met door de overheid erkende producentencollectieven contractueel samenwerken, dan wel de producentencollectieven zelf, maar door het Besluit mogelijk buitenspel komen te staan en contracten en andere verplichtingen niet nageleefd kunnen worden?
Antwoord 4:
Het ministerie IenW is te allen tijde bereid tot overleg over passende oplossingen indien partijen in problemen komen van welke aard dan ook.
Op 15 oktober 2020 is door E-waste Race een zienswijze ingediend.
In de reactie heeft E-waste Race een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1a:
Is het correct dat door het Besluit producentencollectief WEEE Nederland in alle redelijkheid en billijkheid vanaf 1 januari 2021 geen zelfstandige uitvoering meer namens producenten kan geven aan de Regeling AEEA omdat vanaf dan de afvalbeheerbijdrage door producenten voldaan moet worden aan Stichting OPEN? Wordt producentencollectief WEEE Nederland daardoor mogelijk in de markt uitgesloten? Acht het ministerie deze verandering wenselijk? En zo ja, waarom?
Antwoord 1a:
Bij verlening van de aangevraagde avv zal WEEE Nederland geen aanspraak meer kunnen maken op de afvalbeheerbijdrage van producenten. WEEE Nederland mag desgewenst producenten blijven vertegenwoordigen of hun belangen verdedigen, daar is niets op tegen. De producenten zijn primair verantwoordelijk voor het behalen de wettelijke doelen op basis van doelmatig afvalbeheer, daar worden zij op afgerekend door de ILT. Producenten zijn daarbij vrij in de keuze of organisatie van een producentenorganisatie die hen vertegenwoordigt. Overigens heeft WEEE Nederland een overeenkomst gesloten met Stichting OPEN waarbij is afgesproken dat WEEE Nederland een taak krijgt in de uitvoering van het afvalbeheer van AEEA nadat een avv is verleend. De uitvoering wordt gefinancierd door de afvalbeheerbijdragen van producenten waarbij kan worden aangenomen dat WEEE Nederland indirect een aanspraak op de bijdragen maakt. Na vaststelling van de samenwerkingsovereenkomst met Stichting OPEN is er naar mijn mening ook geen aanspraak meer van WEEE Nederland op het zelfstandig uitvoeren namens producenten van de Regeling AEEA.
Vraag 1b:
Alle producenten/importeurs dragen na toekenning van de avv voortaan de afvalbeheerbijdrage verplicht af aan Stichting OPEN en niet meer aan andere producentencollectieven. Is het correct te veronderstellen dat vanaf dat moment Stichting OPEN ook als enige producentencollectief bepaalt tegen welke voorwaarden en met welke partners zij zullen samenwerken? Zo ja, vindt u dat dit ten opzichte van de huidige afvalbeheerstructuur van AEEA-voordelen biedt? Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 1b:
Door Stichting OPEN wordt een centrale regie beoogt die zorgdraagt voor de financiële basis en effectieve besteding van de afvalbeheerbijdrage aan doelmatig afvalbeheer op basis van non-discriminatoire criteria. Het staat elke organisatie vrij om desgewenst producenten te vertegenwoordigen of andere diensten te verrichten namens producenten of andere actoren in de AEEA-keten. De uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking zal onder marktcondities en in een concurrentiestelling worden aanbesteed op basis van non-discriminatoire criteria.
Vraag 1c:
Met het Besluit worden de inkomsten van bestaande producentencollectieven verplicht overgeheveld naar Stichting OPEN. De Staatssecretaris acht het mogelijk dat daarmee de acties die Stichting OPEN zal nemen, nadat zij het Actieplan verder hebben uitgewerkt, de afvalbeheerstructuur op korte en lange termijn in stand houden. De nakoming hiervan zal echter pas in 2023 beoordeeld worden. Kunt u aangeven waarom bestaande activiteiten (korte en lange termijn) en daarmee werkgelegenheid en milieudoelstellingen niet onderbouwd beschreven worden in het Besluit en daarmee niet zichtbaar geborgd worden in de afvalbeheerstructuur? In plaats van het geven van globale verwachtingen en het vermelden van aannames die nader uitgewerkt moeten worden, zijn concretere aannames van belang. Dit is mogelijk door zorgvuldig marktonderzoek te doen. Bent u het met ons eens dat een meer robuuste onderbouwing mogelijk is en gewenst is? Kunt u het Besluit voorzien van een onderbouwing waaruit tenminste blijkt dat bestaande activiteiten gehandhaafd kunnen worden, ook met het oog op de financiering hiervan?
Antwoord 1c:
Stichting OPEN neemt de regierol en zal de andere actoren in de keten aansturen. Dit zal via de binnengekomen afvalbeheerbijdragen geschieden. Met de avv zullen producenten en importeurs via Stichting OPEN invulling geven aan hun producentenverantwoordelijkheid en Stichting OPEN zal gericht op de gestelde doelen acties kunnen opzetten en financieren.
Vraag 1d:
Er zijn geen financiële afspraken gemaakt met marktpartijen zoals E-waste Race die op dit moment veel positieve impact maken en wettelijk invulling geven aan de landelijke afvalbeheerstructuur conform de Regeling AEEA. Kunt u vermelden In hoeverre de bestaande activiteiten zoals die van onze organisatie deel uitmaken van het Actieplan en de afvalbeheerstructuur die op 1 januari 2021 in gaat?
Antwoord 1d:
Er is inmiddels een akkoord van Stichting OPEN met WEEE Nederland. Samenwerking met E-waste Race is daarmee ook meegenomen.
Vraag 1e:
Indien het ministerie er met het Besluit wel van uitgaat dat de bestaande AEEA-activiteiten op 1 januari aanstaande op de huidige wijze worden voortgezet, vragen wij u om ons te informeren hoe zich dit verhoudt tot de bestaande contractuele verplichtingen van partijen? Indien huidige duurzame activiteiten met het besluit vervallen, bent u dan bereid om het Besluit te heroverwegen, of op zijn minst uit te stellen met als doel om de bestaande AEEA-activiteiten te borgen?
Antwoord 1e:
Er is een akkoord tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland. De bestaande AEEA-activiteiten zijn daarmee geborgd.
Vraag 2:
Kunt u bevestigen dat met de avv-mededinging tussen producentencollectieven per 1 januari 2021 wordt uitgesloten? Zo nee, kunt u dit toelichten? Zo ja, kunt toelichten waarom u hiertoe besluit?
Antwoord 2:
De kern van een avv is dat de avv-houder als enige centrale orgaan functioneert voor inning en besteding van afvalbeheerbijdrage ten dienste van doelmatig afvalbeheer uitsluitend van de onder die avv vallende productgroepen of afvalstromen. De uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking zal onder marktcondities en in concurrentiestelling worden aanbesteed op basis van non-discriminatoire criteria.
Vraag 3a
Wanneer de activiteiten van producentencollectief WEEE Nederland zoals zij aangeven niet meer door hen uitgevoerd kunnen worden, welke afspraken zijn er dan gemaakt over de gevolgen voor medewerkers, de inzet van participatiebanen, de exploitatie van sorteercentra, de uitvoering van de retail inzameling, de gevolgen voor gemeenten en de gevolgen voor partnerorganisaties als de onze, E-waste Race?
Antwoord 3a:
De beoogde afvalbeheerstructuur is uitgebreid beschreven in bijlage 1 van het avv-verzoek en de respectievelijke aanvullingen op dat verzoek. Het is de primaire verantwoordelijkheid van de producenten om te zorgen dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd en wettelijke doelstellingen worden behaald. Gegeven de actuele distant-to-target is het niet waarschijnlijk dat bestaande inzamel-, sorteer- en verwerkingscapaciteit komt te vervallen, sterker nog er moet juist capaciteit bij. Producenten zijn primair verantwoordelijk voor de organisatie en financiering van de uitvoering van hun wettelijke verplichtingen voor AEEA. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland voor continuïteit gezorgd voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 3b:
Indien de consequenties van het Besluit naar ons oordeel negatief blijken te zijn op basis van uw antwoorden, staat het ministerie dan open voor een dialoog met als doel om de negatieve maatschappelijke gevolgen te voorkomen met als mogelijk middel het uitstellen van het Besluit zolang als nodig is?
Antwoord 3b:
De primaire redenen die aanleiding kunnen geven tot uitstel van een besluit tot avv zijn beperkt tot 1) een verzoek daartoe van de aanvragers en 2) onvoldoende informatie om met zekerheid vast te kunnen stellen dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd.
Vraag 4a:
Kunt u aangeven hoe en of ook producentencollectieven, uitvoerende organisaties zoals ook wijzelf, gemeenten, sociale sorteercentra en producenten die niet zijn aangesloten bij Stichting OPEN betrokken zijn bij de totstandkoming van het Besluit?
Antwoord 4a:
Zie antwoorden hierboven.
Vraag 4b:
Elk besluit dient door de overheid zorgvuldig te worden voorbereid. Onze zienswijze geeft aan dat er veel onduidelijkheid is. Wij vragen ons af de kennis die vergaard is om alle relevante feiten en belangen af te wegen voor er een beslissing wordt gemaakt, wel voldoende is geweest. Deze zorgvuldigheid is essentieel gezien de grote belangen. Indien blijkt dat er meer tijd en aandacht nodig is om a) de juiste beslissingen te kunnen nemen zodat bestaande AEEA-activiteiten geborgd blijven en b) het daarvoor belangrijk is dat huidige producentencollectieven bestaansrecht houden per 1 januari 2021, dan wel samen kunnen optrekken, eventueel in één nieuw op te richten organisatie, bent u dan bereid om het Besluit in heroverweging te nemen en/of uit te stellen?
Antwoord 4b:
De redenen die aanleiding kunnen geven tot uitstel van een besluit tot avv zijn beperkt tot 1) een verzoek daartoe van de aanvragers en 2) onvoldoende informatie om met zekerheid vast te stellen dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Op 20 oktober 2020 is door Avri een zienswijze ingediend.
Avri is een samenwerkingsverband van de gemeenten Buren, Culemborg, Neder-Betuwe, Maasdriel, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal en Zaltbommel.
In de reactie heeft Avri een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1a:
Is het correct dat door het Besluit producentencollectief WEEE Nederland in alle redelijkheid en billijkheid vanaf 1 januari 2021 geen zelfstandige uitvoering meer namens producenten kan geven aan de Regeling AEEA omdat vanaf dan de afvalbeheerbijdrage door producenten voldaan moet worden aan Stichting OPEN? Wordt producentencollectief WEEE Nederland daardoor mogelijk in de markt uitgesloten? Acht het ministerie deze verandering wenselijk? En zo ja, waarom?
Antwoord 1a:
Een avv-besluit heeft tot gevolg dat alle onder de reikwijdte van dat avv-besluit vallende producenten de afvalbeheerbijdrage moeten afdragen aan de houder van het avv-besluit. Het is aan de producenten op welke wijze WEEE Nederland in die situatie hun belangen mag vertegenwoordigen. Het is aan WEEE Nederland zelf op welke wijze de bestaande werkzaamheden op inzameling, sortering en verwerking van AEEA worden gecontinueerd. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 1b:
Alle producenten/importeurs dragen na toekenning van de avv voortaan de afvalbeheerbijdrage verplicht af aan Stichting OPEN en niet meer aan andere producentencollectieven. Is het correct te veronderstellen dat vanaf dat moment Stichting OPEN ook als enige producentencollectief bepaalt tegen welke voorwaarden en met welke partners zij zullen samenwerken? Zo ja, vindt u dat dit ten opzichte van de huidige afvalbeheerstructuur van AEEA-voordelen biedt? Kunt u dit nader toelichten?
Antwoord 1b:
In de avv-aanvraag is uiteengezet onder welke non-discriminatoire criteria de uitvoeringsactiviteiten gericht op inzameling, sortering en passende verwerking in concurrentiestelling zullen worden ingekocht en beoordeeld.
Vraag 1c:
Met het Besluit worden de inkomsten van bestaande producentencollectieven verplicht overgeheveld naar Stichting OPEN. De Staatssecretaris acht het mogelijk dat daarmee de acties die Stichting OPEN zal nemen, nadat zij het Actieplan verder hebben uitgewerkt, de afvalbeheerstructuur op korte en lange termijn in stand houden. De nakoming hiervan zal echter pas in 2023 beoordeeld worden. Kunt u aangeven waarom bestaande activiteiten (korte en lange termijn) en daarmee werkgelegenheid en milieudoelstellingen niet onderbouwd beschreven worden in het Besluit en daarmee niet zichtbaar geborgd worden in de afvalbeheerstructuur? In plaats van het geven van globale verwachtingen en het vermelden van aannames die nader uitgewerkt moeten worden, zijn concretere aannames van belang. Dit is mogelijk door zorgvuldig marktonderzoek te doen. Bent u het met ons eens dat een meer robuuste onderbouwing mogelijk is en gewenst is? Kunt u het Besluit voorzien van een onderbouwing waaruit tenminste blijkt dat bestaande activiteiten gehandhaafd kunnen worden, ook met het oog op de financiering hiervan?
Antwoord 1c:
Stichting OPEN neemt de regierol en zal de andere actoren in de keten aansturen. Dit zal via de binnengekomen afvalbeheerbijdragen geschieden. Met de avv zullen producenten en importeurs via Stichting OPEN invulling geven aan hun producentenverantwoordelijkheid en Stichting OPEN zal gericht op de gestelde doelen acties kunnen opzetten en financieren.
Vraag 1d:
Er zijn geen financiële afspraken gemaakt met marktpartijen zoals E-waste Race die op dit moment veel positieve impact maken en wettelijk invulling geven aan de landelijke afvalbeheerstructuur conform de Regeling AEEA. Kunt u vermelden In hoeverre de bestaande activiteiten zoals die van onze organisatie deel uitmaken van het Actieplan en de afvalbeheerstructuur die op 1 januari 2021 in gaat?
Antwoord 1d:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 1e:
Indien het ministerie er met het Besluit wel van uitgaat dat de bestaande AEEA-activiteiten op 1 januari aanstaande op de huidige wijze worden voortgezet, vragen wij u om ons te informeren hoe zich dit verhoudt tot de bestaande contractuele verplichtingen van partijen? Indien huidige duurzame activiteiten met het besluit vervallen, bent u dan bereid om het Besluit te heroverwegen, of op zijn minst uit te stellen met als doel om de bestaande AEEA-activiteiten te borgen?
Antwoord 1e:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 2:
Kunt u bevestigen dat met de avv-mededinging tussen producentencollectieven per 1 januari 2021 wordt uitgesloten? Zo nee, kunt u dit toelichten? Zo ja, kunt toelichten waarom u hiertoe besluit?
Antwoord 2:
Elke producent of producentenorganisatie staat het vrij om een ontheffing aan te vragen op een verleende avv. Op grond van artikel 15.38, eerste lid, van de wet beoordeelt de Minister aan de hand van het verzoek tot ontheffing van een algemeen verbindend verklaring het afvalbeheer dat de verzoeker aandraagt, opdat die ten minste gelijkwaardig is aan het afvalbeheer dat algemeen verbindend is verklaard.
Vraag 3a:
Wanneer de activiteiten van producentencollectief WEEE Nederland zoals zij aangeven niet meer door hen uitgevoerd kunnen worden, welke afspraken zijn er dan gemaakt over de gevolgen voor medewerkers, de inzet van participatiebanen, de exploitatie van sorteercentra, de uitvoering van de retail inzameling, de gevolgen voor gemeenten en de gevolgen voor partnerorganisaties als de onze, E-waste Race?
Antwoord 3a:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Deze gaat in na vaststelling van de avv. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland voor continuïteit gezorgd voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 3b:
Indien de consequenties van het Besluit naar ons oordeel negatief blijken te zijn op basis van uw antwoorden, staat het ministerie dan open voor een dialoog met als doel om de negatieve maatschappelijke gevolgen te voorkomen met als mogelijk middel het uitstellen van het Besluit zolang als nodig is?
Antwoord 3b:
Het ministerie IenW is te allen tijde bereid tot overleg over passende oplossingen indien partijen in problemen komen van welke aard dan ook.
Vraag 4b:
Elk besluit dient door de overheid zorgvuldig te worden voorbereid. Onze zienswijze geeft aan dat er veel onduidelijkheid is. Wij vragen ons af de kennis die vergaard is om alle relevante feiten en belangen af te wegen voor er een beslissing wordt gemaakt, wel voldoende is geweest. Deze zorgvuldigheid is essentieel gezien de grote belangen. Indien blijkt dat er meer tijd en aandacht nodig is om a) de juiste beslissingen te kunnen nemen zodat bestaande AEEA-activiteiten geborgd blijven en b) het daarvoor belangrijk is dat huidige producentencollectieven bestaansrecht houden per 1 januari 2021, dan wel samen kunnen optrekken, eventueel in één nieuw op te richten organisatie, bent u dan bereid om het Besluit in heroverweging te nemen en/of uit te stellen?
Antwoord 4b:
De redenen die aanleiding kunnen geven tot uitstel van een besluit tot avv zijn beperkt tot 1) een verzoek daartoe van de aanvragers en 2) onvoldoende informatie om met zekerheid vast te stellen dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd, in deze casus binnen twee jaar. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Op 21 oktober 2020 is door Huiskes Metaal B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Huiskes Metaal aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Huiskes Metaal is van oordeel dat een avv een daadkrachtige aanpak mogelijk maakt waarbij alle producenten evenredig bijdragen aan de langjarige financiering van het inzamel- en verwerkingssysteem en circulaire ambities.
Op 21 oktober 2020 is door FME, ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft FME aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. FME is van oordeel dat een avv zal leiden tot een transparant gelijk speelveld voor alle producenten zonder versnippering en winstoogmerk in de uitvoering en met behoud van het fijnmazige inzamelnetwerk, alsmede tot een gecoördineerd werken aan de circulaire economie uitdagingen van de toekomst.
Op 22 oktober 2020 is door Recycling Service Centrum Amsterdam, mede namens Nederlandse fijnmazige Sorteercentra, Virol E-waste B.V., RSC Amsterdam, Nederlands E-waste Centrum en Statice Helden B.V., een zienswijze ingediend.
In de reactie heeft Recycling Service Centrum Amsterdam een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1a:
Is het correct dat door het Besluit producentencollectieven WEEE Nederland, Stichting RTA en NVLG Grootkeuken Recycling vanaf 1 januari 2021 geen zelfstandige uitvoering meer kunnen geven namens de deelnemende producenten aan de Regeling AEEA, omdat vanaf dan de afvalbeheerbijdrage door producenten verplicht voldaan moet worden aan Stichting OPEN, waardoor de financiële dekking van de activiteiten die deze bestaande producentencollectieven uitvoeren vervalt? Worden genoemde producentencollectieven daarmee mogelijk in de markt uitgesloten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel? Acht uw ministerie deze verandering wenselijk? Zo ja, waarom?
Antwoord 1a:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 1b
Omdat met het Besluit één partij financieel bevoordeeld wordt op de AEEA markt, zou dit mogelijk aangemerkt kunnen worden als staatssteun. Heeft uw ministerie adequaat onderzoek verricht naar de effecten op de markt door het Besluit en in het bijzonder aspecten als staatssteun, mededingingsrecht en grondwettelijke aspecten adequaat afgewogen? Zo ja, wilt u toelichten hoe u dit onderzoek heeft verricht en wat de uitkomsten zijn geweest?
Antwoord 1b:
De avv-aanvraag beoogt niet één enkele partij financieel te bevoordelen doch slechts een overeenkomst over de afvalbeheerbijdrage ter bekostiging van een doelmatige afvalbeheerstructuur waarmee de wettelijke verplichtingen worden nagekomen, voor alle betrokken producenten verbindend te verklaren. Met de avv wordt bereikt dat alle producenten naar rato bijdragen en dat afdracht plaatsvindt in een gelijk speelveld. Staatssteun is niet aan de orde omdat het niet gaat om middelen van de Staat die aan bedrijven worden verstrekt. Met betrekking tot de aspecten van mededinging wordt in paragraaf 8 aangegeven dat de milieu en efficiëntievoordelen van dit besluit opwegen tegen een beperkte inbreuk op de mededingingspositie van producenten en uitvoerende partijen in het afvalbeheer.
Vraag 1c:
Alle producenten/importeurs dragen na toekenning van de avv voortaan de afvalbeheerbijdrage verplicht af aan Stichting OPEN en niet meer aan andere producentencollectieven. Is het correct te veronderstellen dat vanaf dat moment Stichting OPEN ook als enige producentencollectief bepaalt tegen welke voorwaarden en met welke partners mogelijke samenwerking ingevuld worden? Zo ja, vindt u dat dit ten opzichte van de huidige afvalbeheerstructuur (“gedragen inzamelketen”) van AEEA voordelen biedt? Kunt u dit nader toelichten? Bent u het met ons eens dat met het alleenrecht voor Stichting OPEN, wanneer het Besluit op 1 januari 2021 in gaat, de huidige keuzemogelijkheden in de markt voor gemeenten, retailers, sorteercentra, bedrijven en instellingen kunnen komen te vervallen? Zo nee, waarom denkt u van niet? Zo ja, acht u het een wenselijke situatie dat bestaande keuzes worden geëlimineerd wanneer zij bijvoorbeeld ook maatschappelijke doelen dienen? Zo ja hoe ziet u deze activiteiten dan in verband met de korte termijn van implementatie en COVID-19 maatregelen georganiseerd worden per 1 januari 2021 (een derde deel van de markt)?
Antwoord 1c:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
In de avv-aanvraag is voorts uiteengezet onder welke non-discriminatoire criteria de uitvoeringsactiviteiten in concurrentiestelling zullen worden ingekocht en beoordeeld. In de avv-aanvraag is uiteengezet dat het uitgangspunt voor de beoogde afvalbeheerstructuur de reeds bestaande afvalbeheerstructuur is. Er is geen reden te veronderstellen dat bestaande activiteiten komen te vervallen, integendeel er is meer capaciteit nodig om aan de doelstelling te voldoen. In de avv-aanvraag is ook gesteld dat waar nodig extra capaciteit zal worden ingekocht.
Vraag 1d:
Met het Besluit worden de inkomsten van bestaande producentencollectieven verplicht overgeheveld naar Stichting OPEN. De Staatssecretaris acht het mogelijk dat daarmee de acties die Stichting OPEN zal nemen, nadat zij het Actieplan verder hebben uitgewerkt, de afvalbeheerstructuur op korte en lange termijn in stand houden. De nakoming hiervan zal echter pas in 2023 beoordeeld worden. Kunt u uiteenzetten waarom bestaande activiteiten (korte en lange termijn) en daarmee werkgelegenheid en milieudoelstellingen niet onderbouwd beschreven worden in het Besluit en niet zichtbaar geborgd worden in de afvalbeheerstructuur? Bent u het met ons eens dat een meer concrete onderbouwing wenselijk is vanwege de grote impact die het Besluit heeft? Het voornamelijk stellen van eenzijdige verwachtingen op basis van aannames van Stichting OPEN in het Besluit die ook nog verder uitgewerkt moeten worden in een Actieplan, met uiteindelijke beoordeling in 2023, is volgens ons onvoldoende robuust. Bent u dit met ons eens? Zo nee waarom niet? Zo ja, kunt u toezeggen dat het Besluit aangepast wordt met een degelijke onderbouwing? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1d:
In de avv-aanvraag is uiteengezet dat het uitgangspunt voor de beoogde afvalbeheerstructuur de reeds bestaande afvalbeheerstructuur is. Er is geen reden te veronderstellen dat bestaande activiteiten komen te vervallen, integendeel er is meer capaciteit nodig om aan de doelstelling te voldoen. In de avv-aanvraag is ook gesteld dat waar nodig extra capaciteit zal worden ingekocht. In het Actieplan 65% is uiteengezet op welke wijze binnen twee jaar het inzameldoel zal worden gehaald. Dit actieplan maakt onderdeel uit van het avv-besluit.
Vraag 1e:
Het blijkt dat er (nog steeds) geen financiële afspraken zijn gemaakt met partijen die op dit moment wettelijke invulling geven aan de landelijke afvalbeheerstructuur conform de Regeling AEEA zoals onze sorteercentra. Kunt u ons aangeven In hoeverre deze bestaande activiteiten deel zullen uitmaken van het Actieplan en de afvalbeheerstructuur die op 1 januari 2021 in gaat? Zo nee, waarom niet? Indien uw antwoord nee is, acht uw ministerie dit dan een wenselijke situatie? Indien u dit geen wenselijke situatie vindt, kunt/wilt u dan het Besluit aanpassen en hiervoor wel een passend kader stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1e:
Vanaf het moment dat de avv in werking treedt zal het regime gelden van de afvalbeheerbijdrageovereenkomst. Op welke moment het avv-besluit wordt afgegeven is nog onbekend. In de avv-aanvraag is uiteengezet dat het uitgangspunt voor de beoogde afvalbeheerstructuur de reeds bestaande afvalbeheerstructuur is. Er is geen reden te veronderstellen dat bestaande activiteiten komen te vervallen, integendeel er is meer capaciteit nodig om aan de doelstelling te voldoen. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 1f:
Indien het ministerie er met het Besluit nog steeds van uitgaat dat de bestaande AEEA activiteiten die onze sorteercentra uitvoeren op 1 januari 2021 op de huidige wijze worden voortgezet, vragen wij aan u om ons te informeren hoe en door wie dit financieel geborgd wordt, wie hiervoor verantwoordelijk is en wat dit betekent voor de bestaande contractuele verplichtingen tussen partijen. Voor onze continuïteit is het essentieel dat ook de financiële borging voor de actuele afvalbeheersstructuur blijft bestaan. Indien huidige duurzame activiteiten met het Besluit vervallen, bent u dan bereid om het Besluit te heroverwegen, anders in te richten of op zijn minst uit te stellen met als doel om sociale en duurzame bestaande AEEA activiteiten te borgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1f:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 2a:
De AEEA activiteiten die nu uitgevoerd worden door onze sorteercentra zijn specifiek in Nederland omdat de fijnmazige sortering zorgt voor meer materiaalhergebruik, meer producthergebruik en meer (sociale) arbeidsplaatsen. De behoefte voor gemeenten om dergelijke sociale activiteiten uit te voeren is groot. Daarnaast vindt er CO2 neutrale inzameling plaats bij retailers met speciale voertuigen en de inzet van participatiebanen. Is het mogelijk dat door het Besluit deze specifieke activiteiten komen te vervallen? Zo nee, kunt toelichten waarom niet? Zo ja, waarom kiest u hier met het Besluit dan voor? Kunt u begrijpelijk aangeven wat de consequenties zijn van het Besluit met betrekking tot de specifieke activiteiten die nu uitgevoerd worden door producentencollectief WEEE Nederland samen met onze sorteercentra?
Antwoord 2a:
In de avv-aanvraag is uiteengezet dat het uitgangspunt voor de beoogde afvalbeheerstructuur de reeds bestaande afvalbeheerstructuur is. Er is geen reden te veronderstellen dat bestaande activiteiten komen te vervallen, integendeel er is meer capaciteit nodig om aan de doelstelling te voldoen. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 2b:
Kunt u bevestigen dat met de avv mededinging tussen producentencollectieven per 1 januari 2021 wordt uitgesloten? Zo nee, kunt u toelichten in welke vorm de mededinging blijft bestaan dan wel vanaf 1 januari 2021 mogelijk blijft? Zo ja, kunt toelichten waarom u hiertoe besluit?
Antwoord 2b:
Elke producent of producentenorganisatie staat het vrij om een ontheffing aan te vragen op een verleende avv. Op grond van artikel 15.38, eerste lid, van de wet beoordeelt de Minister aan de hand van het verzoek tot ontheffing van een algemeen verbindend verklaring het afvalbeheer dat de verzoeker aandraagt, opdat die ten minste gelijkwaardig is aan het afvalbeheer dat algemeen verbindend is verklaard.
Met betrekking tot de aspecten van mededinging wordt in paragraaf 8 van het Besluit aangegeven dat dit besluit nodig is om binnen afzienbare tijd aan de geldende Europese verplichting van minimaal 65% inzameling te kunnen voldoen en zodanige milieu en efficiëntievoordelen oplevert dat dit besluit opweegt tegen een beperkte inbreuk op de mededingingspositie van producenten en uitvoerende partijen in het afvalbeheer.
Vraag 2c:
Het is op dit moment onduidelijk of en op welke wijze de continuïteit van de AEEA activiteiten die producentencollectief WEEE Nederland landelijk uitvoert, geborgd worden. Hierover wordt operationeel en financieel niets concreet vermeld in het Besluit. Daarom hechten we er waarde aan om stil te staan bij de ontheffingsmogelijkheid voor WEEE Nederland. Wanneer WEEE Nederland -nadat het Besluit definitief is- een ontheffing aanvraagt, waardoor mogelijk de huidige activiteiten doorgang kunnen vinden, zal dit door de beoordelingstermijn van het ministerie waarschijnlijk een aantal maanden in beslag nemen. Wanneer het Besluit al wel in gaat op 1 januari aanstaande, conflicteert de duur van de behandeling met de ontheffing die op 1 januari in zou moeten gaan om de continuïteit van de activiteiten zeker te stellen. Daarbij kan eventueel het opschorten van het Besluit een oplossing bieden. Producentencollectief WEEE Nederland wordt dan de mogelijkheid geboden om via de ontheffingsaanvraag zelfstandig invulling te kunnen blijven geven aan de Regeling AEEA namens deelnemende producenten/importeurs. Op deze wijze kunnen de bestaande activiteiten met behoud van sociale werkgelegenheid voortduren en worden keuzemogelijkheden en stimulerende (innovatieve) marktprikkels gecontinueerd.
Antwoord 2c:
In de avv-aanvraag is uiteengezet dat het uitgangspunt voor de beoogde afvalbeheerstructuur de reeds bestaande afvalbeheerstructuur is. Er is geen reden te veronderstellen dat bestaande activiteiten komen te vervallen, integendeel er is meer capaciteit nodig om aan de doelstelling te voldoen. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Elke producent of producentenorganisatie staat het vrij om een ontheffing aan te vragen op een verleende avv. Op grond van artikel 15.38, eerste lid, van de wet beoordeelt de Minister aan de hand van het verzoek tot ontheffing van een algemeen verbindend verklaring het afvalbeheer dat de verzoeker aandraagt, opdat die ten minste gelijkwaardig is aan het afvalbeheer dat algemeen verbindend is verklaard.
Vraag 3a:
Wanneer de activiteiten van WEEE Nederland zoals zij aangeven niet meer door hen uitgevoerd kunnen worden, welke afspraken zijn er dan gemaakt over de gevolgen voor medewerkers, de inzet van participatiebanen, de exploitatie van onze sorteercentra en de uitvoering van de retail inzameling die wij deels verzorgen? Heeft uw ministerie vanuit de aansprakelijkheid die zij hiervoor heeft omdat zij het Besluit goedkeurt de juiste afwegingen gemaakt? Zo ja, kunt u deze toelichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3a:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 3b:
Indien de consequenties naar ons oordeel negatief blijken te zijn op basis van uw antwoorden, staat het ministerie dan nu wel open voor een dialoog met als doel om de negatieve maatschappelijke gevolgen -voordat er schade plaatsvindt- aan te horen en mogelijk een nieuw kader te scheppen zodat schade voorkomen kan worden?
Antwoord 3b:
Het ministerie IenW is te allen tijde bereid tot overleg over passende oplossingen indien partijen in problemen komen van welke aard dan ook.
Vraag 4a:
Wilt u aangeven hoe en of producentencollectieven, uitvoerende organisaties, gemeenten, sociale sorteercentra en producenten die niet zijn aangesloten bij Stichting OPEN betrokken zijn bij de totstandkoming van het Besluit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4a:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 4b:
Elk besluit dient door de overheid zorgvuldig te worden voorbereid. Onze zienswijze geeft aan dat er veel onduidelijkheid is en of de kennis die vergaard is om alle relevante feiten en belangen af te wegen vóór er een beslissing wordt gemaakt, wel voldoende is geweest. Deze zorgvuldigheid is essentieel. Indien blijkt dat er meer afwegingscriteria nodig zijn om a) de juiste beslissingen te kunnen nemen zodat bestaande AEEA activiteiten geborgd blijven teneinde doelstellingen te realiseren en b) het daarvoor belangrijk is dat huidige producentencollectieven bestaansrecht houden per 1 januari 2021, dan wel gestimuleerd worden om gezamenlijk zorg te dragen voor een nieuwe afvalbeheerstructuur al dan niet in één nieuwe organisatie, neemt u het Besluit dan in heroverweging? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4b:
De redenen die aanleiding kunnen geven tot uitstel van een besluit tot avv zijn beperkt tot 1) een verzoek daartoe van de aanvragers en 2) onvoldoende informatie om met zekerheid vast te stellen dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd, in deze casus binnen twee jaar. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 4c:
Wilt u toelichten waarom uw ministerie een avv verstrekt aan Stichting OPEN, zonder te beschikken over een adequate governance en een transparant en doelmatig onderbouwd beleid waarin het all actors principe is uitgewerkt en zo te komen tot een onderbouwde en breed gedragen afvalbeheerbijdrageovereenkomst? Zo nee, waarom niet? Indien u de governance wel adequaat vindt en het beleid ook doelmatig onderbouwd acht, kunt u dan concreet aangeven hoe u dit ziet en daarmee nader toelichten waaruit blijkt dat dit naar uw mening ook zo is?
Antwoord 4c:
Een avv-aanvraag wordt beoordeeld op basis van de gegevens die in de aanvraag zijn verstrekt en die worden getoetst aan artikel 15.36 van de Wet milieubeheer.
Vraag 5:
Indien u vindt dat het beter zou zijn dat Stichting OPEN samen met bestaande producentencollectieven en een integrale ketensamenwerking (als onderdeel van de te vormen governance) de avv vorm geeft, bent u dan bereid om het Besluit te heroverwegen, dan wel als lang als nodig is uit te stellen, dan wel hierin initiatief te nemen om partijen aan elkaar te verbinden? Zo nee, vindt u het niet van primair belang om te komen tot een avv die wel uitgaat van een aantoonbaar all actors principe en een representatieve governance heeft met doelmatig onderbouwde plannen en een zoveel mogelijk gedragen inzamelketen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Op 22 oktober 2020 is door Stichting Social Enterprise NL een zienswijze ingediend.
In de reactie heeft Social Enterprise NL een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1a:
Welke onderzoeken zijn uitgevoerd en welke experts geraadpleegd om tot de conclusie te komen dat de voordelen van deze concentratie opwegen tegen de nadelen van het uitnemen van enige concurrentie in deze keten?
Antwoord 1a:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 1b:
Welke alternatieve regiemodellen zijn onderzocht en verworpen door het ministerie?
Antwoord 1b:
In de context van producentenverantwoordelijkheid voor AEEA is het niet de taak of de verantwoordelijkheid van het ministerie te bepalen op welke wijze de producenten hun wettelijke verplichtingen moeten nakomen.
Vraag 1c:
Acht u het onmogelijk om een regiemodel te vinden waarbij de nadelen van twee collectieven worden verenigd met de voordelen (best of both worlds)?
Antwoord 1c:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 1d:
Graag willen wij vernemen welke alternatieve modellen zijn bekeken en op welke gronden deze zijn verworpen.
Antwoord 1d:
In de context van producentenverantwoordelijkheid voor AEEA is het niet de taak of de verantwoordelijkheid van het ministerie te bepalen op welke wijze de producenten hun wettelijke verplichtingen moeten nakomen.
Vraag 2:
In de beantwoording van de kamervragen 'verzamelregeling implementatie Kra’ van 29 juni (IENW/BSK2020/123256), verder te noemen 'kamervragen' heeft de staatsecretaris gesteld dat de aanvrager minimaal 75% van het marktvolume vertegenwoordigd en 55% van de marktpartijen, dan wel 75% van het aantal partijen en 55% van het marktvolume. Het is niet evident dat de aanvrager aan deze criteria voldoet. Heeft het ministerie een onafhankelijke instantie gevraagd om dit zeker te stellen?
Antwoord 2:
Hiervoor is data van het Nationaal WEEE Register gebruikt, welke door de ILT en Rijkswaterstaat is geanalyseerd. Er is vooralsnog geen reden om te twijfelen aan de cijfers zoals gehanteerd door Stichting OPEN in de aanvraag.
Vraag 3a:
Is deze ingreep geen oneigenlijk gebruik van het instrument avv?
Antwoord 3a:
Een avv-aanvraag is een initiatief van een belangrijke meerderheid van producenten en hun vertegenwoordigende organisaties dat wordt beoordeeld op basis van de gegevens die in de aanvraag zijn verstrekt en die worden getoetst aan met name het belang van een doelmatig afvalbeheer van een avv zoals bedoeld in artikel 15.36 van de Wet milieubeheer. Nadat de aanvraag is ingediend, is het ministerie gehouden om op basis van alle belangen, feiten en omstandigheden een oordeel te geven over het doelmatigheidscriterium en daarmee het avv-verzoek.
Vraag 3b:
De idee is zelforganisatie, maar die heeft helaas nog niet plaatsgevonden in de overleggen tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland. Komt een avv dan niet veel te vroeg?
Antwoord 3b:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 4a:
De Staatssecretaris geeft aan. "Het initiatief voor samenwerking ligt bij producenten en de wijze die bij hen past. Kleinere vooroplopende producenten kunnen zich organiseren los van grote producenten". Wij begrijpen niet hoe dit in het ontwerpbesluit is weerspiegeld. Kunt u aangeven hoe dit is voorzien in het ontwerpbesluit, dan wel hoe dit in het definitieve besluit zal worden voorzien?
Antwoord 4a:
De producenten zijn primair verantwoordelijk voor het behalen de wettelijke doelen op basis van doelmatig afvalbeheer, daar worden zij op afgerekend door de ILT. Producenten zijn daarbij vrij in de keuze of organisatie van een producentenorganisatie die hen vertegenwoordigt.
Vraag 4b:
Marktpartijen die niet onder een avv wensen te vallen kunnen een ontheffing aanvragen. Als voorwaarde moet hiertoe aangetoond worden dat het opgezette systeem tenminste gelijkwaardige prestaties levert als het afvalbeheersysteem dat algemeen verbindend is verklaard. Het collectief van WEEE Nederland voldoet aan deze voorwaarden.
Zou u een dergelijke ontheffing kunnen opnemen in het definitieve besluit, danwel het gelijktijdig invoeren?
Antwoord 4b:
In de Wet milieubeheer staan (onder titel 15.10) de wetsbepalingen over het verlenen van ontheffingen van algemeen verbindend verklaarde overeenkomsten.
De indiener van het verzoek dient in ieder geval aan te tonen dat hij zorgt voor een afvalbeheer dat ten minste gelijkwaardig is aan het afvalbeheer zoals die onder de algemeen verbindend verklaarde overeenkomst functioneert. Daarnaast moeten in het verzoek in ieder geval de punten van de Regeling, met uitzondering van de onderdelen die specifiek gaan over de overeenkomst en de afvalbeheerbijdrage.
Vraag 4c:
Zo niet, kunt u garanderen dat een verzoek tot ontheffing wordt behandeld voordat de avv in
werking treedt zodat de continuïteit van WEEE Nederland niet op het spel wordt gezet en zij haar
verplichtingen naar haar producenten, haar businesspartners waaronder gemeentes en haar personeel kan blijven voldoen?
Antwoord 4c:
Deze garantie kan niet worden afgegeven en een dergelijk scenario is ook zeer onwenselijk zo niet onmogelijk. Ze mijn reactie op de zienswijze hiervoor. Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 4d:
Indien dat niet mogelijk is, kunt u aangeven hoe dit is te rijmen met de basisbeginselen van behoorlijk bestuur?
Antwoord 4d:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 4e:
Voorziet u een compensatie voor de aandeelhouders als de levensvatbaarheid door het wegnemen van de inkomstenstroom van WEEE Nederland vervalt?
Antwoord 4e:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland gezorgd voor continuïteit van de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners. Compensatie is alleen een vraagstuk indien partijen onrechtmatig worden benadeeld en daaruit schade lijden die niet voor hun rekening of risico behoort te komen.
Vraag 5:
Stichting OPEN geeft aan dat zij nog werkt aan een plan hoe zij de 65% doelstelling kan realiseren. Ons inziens zou het logischer zijn om de avv pas in te voeren als er een overtuigend plan op tafel ligt dat door verschillende stakeholders en experts is bekeken op haalbaarheid. Waarom vindt het ministerie een overtuigend plan dat wordt gedragen door alle stakeholders geen voorwaarde voor deze avv?
Antwoord 5:
De avv-aanvraag en het Actieplan 65% tezamen bieden de zekerheid dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd.
Vraag 6:
Indien met het beoordelen van de inkomende zienswijzen blijkt dat meer tijd en aandacht nodig is om de juiste beslissingen te kunnen nemen zodat bestaande maatschappelijke AEEA activiteiten geborgd blijven, en er een goede samenwerking en regiemodel tussen de twee collectieven wordt overeengekomen, bent u dan bereid om het Besluit bij te stellen en indien nodig uit te stellen?
Antwoord 6:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Op 22 oktober 2020 is door gemeentes Oldebroek, Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Elburg een zienswijze ingediend.
In de reactie hebben de gemeentes Oldebroek, Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Elburg een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1:
Indien de huidige keuzemogelijkheden voor onze gemeenten met het ontwerpbesluit komen te vervallen en de huidige sociale activiteiten zoals de huidige afvalbeheerstructuur biedt niet geborgd zijn in het ontwerpbesluit, vragen wij u onze zienswijze te beoordelen als een bezwaar.
Antwoord 1:
Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland na inwerkingtreding van de avv continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners. Voor gemeenten verandert er niets.
Vraag 1a:
Is het correct dat met het toekennen van een avv aan Stichting OPEN het producentencollectief WEEE Nederland in alle redelijkheid en billijkheid vanaf dan geen zelfstandige uitvoering meer namens producenten kan geven aan de Regeling AEEA?
Antwoord 1a:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners.
Vraag 1b:
Producenten dragen na toekenning van de avv aan Stichting OPEN ook verplicht af aan Stichting OPEN. Is het correct te veronderstellen dat vanaf dat moment Stichting OPEN als enige producentencollectief bepaalt tegen welke voorwaarden samenwerking met onze gemeenten ingevuld worden?
Antwoord 1b:
Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland na inwerkingtreding van de avv continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners. Voor gemeenten verandert er niets.
Vraag 2a:
Kunt u aangeven wat de consequenties zijn na het goedkeuren van de avv voor de activiteiten die nu uitgevoerd worden door WEEE Nederland in onze regio in samenwerking met onze gemeente?
Antwoord 2a:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners. Voor gemeenten verandert er niets.
Vraag 2b:
Wie maakt de beslissing om – met het toekennen van de avv- gemeenten geen keuze meer te bieden voor welke marktpartij men wil kiezen als daarmee mededinging wordt uitgesloten?
Antwoord 2b:
De avv-aanvraag beoogt niet één enkele partij financieel te bevoordelen doch slechts een overeenkomst over de afvalbeheerbijdrage ter bekostiging van een doelmatig afvalbeheer waarmee de wettelijke verplichtingen worden nagekomen, voor alle betrokken producenten verbindend te verklaren. Met de avv wordt bereikt dat alle producenten naar rato bijdragen en dat afdracht plaatsvindt in een gelijk speelveld. Staatssteun is niet aan de orde omdat het niet gaat om middelen van de Staat die aan bedrijven worden verstrekt. Met betrekking tot de aspecten van mededinging wordt in paragraaf 8 aangegeven dat de milieu en efficiëntievoordelen van dit besluit opwegen tegen een beperkte inbreuk op de mededingingspositie van producenten en uitvoerende partijen in het afvalbeheer.
Vraag 3a:
Wanneer de activiteiten van WEEE Nederland zoals zij aangeven niet meer door hen uitgevoerd kunnen worden, welke afspraken zijn er dan gemaakt over de gevolgen voor medewerkers, de inzet van participatiebanen, de exploitatie van sorteercentra, de uitvoering van de retail inzameling en de gevolgen voor gemeenten?
Antwoord 3a:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners. Voor gemeenten verandert er niets.
Vraag 3b:
Indien de consequenties naar oordeel van onze gemeenten negatief blijken te zijn op basis van uw antwoorden, op welke gronden kunnen wij dan eventueel bezwaar aantekenen?
Antwoord 3b:
Tegen een avv staat geen bezwaar of beroep open bij de bestuursrechter. Partijen die door het Besluit menen te worden geschaad, kunnen bij de civiele rechter een vordering starten in geval van vermeend onrechtmatig handelen met een avv-besluit door de overheid.
Op 22 oktober 2020 is door United Nations University een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft United Nations University aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. United Nations University is van oordeel dat de huidige concurrentie binnen producentenverantwoordelijkheid voor AEEA en de concurrentie met illegale verwerkers leidt tot versnippering en het niet-behalen van het wettelijk doel. Gepleit wordt voor meer regie, extra handhaving en verbetering in de monitoring van AEEA.
Op 22 oktober 2020 is door Koninklijke Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement (hierna: NVRD) een zienswijze ingediend.
In de reactie heeft NVRD een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1:
Nader specificeren ontwerpbesluit op de volgende punten: De huidige inzamelstructuur waar inwoners bekend mee zijn moet gecontinueerd kunnen worden en geldt als minimum vertrekpunt voor nieuwe afspraken; De financiële en organisatorische verantwoordelijkheid voor AEEA ligt in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij de producenten waarbij het belangrijk is dat er ruimte is voor een verschillende invulling van taken in de AEEA-keten; Gemeenten en hun publieke bedrijven blijven keuzevrijheid hebben bij de keuze van de rol en de samenwerkingspartners die zij kiezen bíj de inzameling, sortering en/of demontage van AEEA; Huidige afspraken met (regionale) partners op het gebied van sociale werkgelegenheid, educatieprogramma's en samenwerkingsinitiatieven met detaillisten blijven mogelijk; De continuïteit van de financiering van huidige projecten (met bestaande contractpartners) wordt zoveel mogelijk gewaarborgd; Gemeenten hebben, in samenwerking met producenten, verschillende keuzemogelijkheden om invulling te geven aan de inzameling op de milieustraat, activiteiten op het sorteer- en demontagecentrum, educatieve projecten, milieuvriendelijke inzameling bij retail, samenwerking met kringloopbedrijven en repair cafés waarbij ook de inzet van sociale werkgelegenheid tot de mogelijkheden behoort; De inzameling en verwerking van afgedankt AEEA vindt waar mogelijk op een zo hoog mogelijke trede van de R-ladder plaats en initiatieven daartoe worden ondersteund; Communicatie aan inwoners en educatieprogramma's worden in gezamenlijkheid met de verschillende ketenpartners opgepakt waarbij wordt aangesloten bij de gemeentelijke en/of regionale aanpak.
Antwoord 1:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. Er is door de overeenkomst tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland continuïteit voor de bestaande afspraken met gemeenten en (publieke) afvalinzamelaars, verwerkers en andere partners. Voor gemeenten verandert er niets.
Vraag 2:
Uw Ministerie geeft aan de afvalbeheerbijdrage-overeenkomst met betrekking tot AEEA, onder voorwaarde van een opgeleverd en adequaat onderbouwd Actieplan 65%, verbindend te willen verklaren. In het ontwerpbesluit wordt aangegeven dat de Stichting OPEN het 'all actors' principe nastreeft. Daarom willen wij u vragen om als minimale uitwerking in dit Actieplan de rol van gemeenten in de ínzamelstructuur en de continuïteit van de bestaande projecten waarin de afgelopen jaren geïnvesteerd is, te borgen.
Antwoord 2:
Het is de primaire verantwoordelijkheid van de producenten om te bepalen op welke wijze de wettelijke verplichtingen worden nagekomen en op welke wijze andere actoren in de keten daarbij worden betrokken. De avv-aanvraag en het Actieplan 65% tezamen bieden de zekerheid dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd.
Op 22 oktober 2020 is door European Energy Research Alliance (hierna: EERA) een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft EERA aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. EERA is van oordeel dat de beoogde centrale regie vergezeld moet gaan van een overlegorgaan tussen overheid, producenten en verwerkers, alsmede moet voorzien in onafhankelijk toezicht op de inzamelingspercentages. Het voldoen aan de verwerkingsstandaards, het creëren van een stabiel investeringsklimaat, focus op circulariteit en eco-modulatie ziet EERA als belangrijke aandachtspunten in de aanpak van AEEA.
Verder heeft EERA in de reactie een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1:
wat zijn de maatregelen indien die doelstelling niet behaald wordt binnen twee jaren?
Antwoord 1:
De avv kan door de bewindspersoon worden ingetrokken.
Vraag 2:
Wij spreken de wens uit dat dat het de intentie is om op termijn de volledige keten (inclusief transport en inzameling) hieraan te laten voldoen, hetgeen nu nog onvoldoende duidelijk omschreven is in de avv.
Antwoord 2:
In de avv-aanvraag is uiteengezet op welke wijze een doelmatig afvalbeheer zal worden gerealiseerd.
Vraag 3:
Hoe worden producenten voldoende uitgedaagd om ervoor te zorgen dat circulariteit van materialen verbeterd.
Antwoord 3:
De avv-aanvraag richt zich op het behalen van de wettelijke verplichtingen volgens de Richtlijn AEEA door middel van een doelmatig afvalbeheer. Voor zover bepalingen in de regelgeving zich uitstrekken tot circulariteit van materialen zal de houder van de avv daaraan worden gehouden.
Vraag 4:
Gaat Eco-modulatie een voldoende rol spelen binnen Stichting OPEN?
Antwoord 4:
Stichting OPEN heeft in het Actieplan 65% opgenomen dat er onderzoek komt naar de retourpremie voor onder andere koel- en vriesapparatuur.
Vraag 5:
EERA wil de Nederlandse wetgever expliciet vragen om invulling te geven aan het borgen van passende verwerking bij export van materiaal naar het buitenland.
Antwoord 5:
Borging is geregeld in de Verordening (EG) Nr. 1013/2006 betreffende de overbrenging afvalstoffen (EVOA).
Vraag 6:
in de avv wordt niet omschreven wat precies met onze B2B volumes zal gebeuren. Het gaat hier om een mix van klanten, sommige met individuele plannen, anderen zijn inzamelaars. Vanuit Stichting OPEN is er nog geen duidelijkheid gegeven hoe hier in de toekomst mee om wordt gegaan.
Antwoord 6:
Stichting OPEN heeft tevens in haar actieplan ook opgenomen dat er onderzoek komt naar een bedrijfsmatige inzamelstructuur (inclusief professionele apparatuur).
Op 22 oktober 2020 is door DAR N.V., namens de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft DAR aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. DAR is van oordeel dat middels Stichting OPEN de kringloop van AEEA beter kan worden gesloten en meer circulair wordt dan in de huidige aanpak, in het bijzonder op basis van het principe dat alle producenten een evenredige bijdrage zullen leveren aan de financiering van het inzamel- en verwerkingssysteem voor AEEA.
Op 22 oktober 2020 is door Vereniging Warmtepompen een zienswijze ingediend.
In de reactie heeft Vereniging Warmtepompen een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1:
Wat ons betreft dient er reëel in plaats van alleen een theoretisch alternatief te zijn voor een met Stichting OPEN concurrerende producentenorganisatie als normadressaat en waarvoor dus geen ontheffing zou hoeven worden aangevraagd ter goedkeuring door functionarissen welke mogelijk belang hebben bij het consolideren in de Stichting OPEN.
Antwoord 1:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten.
Vraag 2:
De doelstelling van 65% lijkt derhalve een statistische uitdaging doordat het een meet- c.q. registratieprobleem is. En daarmee eerder een handhavingsprobleem dan een inzamelingsprobleem. Een randvoorwaarde voor een succesvolle recycling-governance is dan ook een sluitende registratie zonder ‘grijs circuit’.
Antwoord 2:
Het is de primaire verantwoordelijkheid van de producenten om de vereiste afvalbeheerstructuur in stand te houden waarmee de wettelijke doelstellingen worden gerealiseerd. De ILT ziet toe op de handhaving en nakoming van die gestelde doelen. De beoogde afvalbeheerstructuur is beschreven in bijlage 1 van het avv-verzoek en de respectievelijke aanvullingen op dat verzoek.
In het actieplan 65% heeft Stichting OPEN meerdere acties opgenomen dat zij gaat uitvoeren in de looptijd van de avv welke gericht zijn op verbetering van de registratie.
Vraag 3:
Wij zijn wel content met de in de overeenkomst AEEA voorziene mogelijkheid voor (continuïteits-) reserves en waarborgfondsen. Daartoe is echter een avv niet noodzakelijk.
Antwoord 3:
Het besluit tot avv is noodzakelijk om een doelmatig afvalbeheer te realiseren. Het avv-verzoek richt zich hoofdzakelijk op het behalen van de wettelijke doelstellingen in de Regeling AEEA, die momenteel niet allemaal worden gehaald. Om de doelstellingen te behalen is een afvalbeheerstructuur opgezet, die o.a. wordt bekostigd door de afvalbeheerbijdragen. Onderdeel van de financieel-economische opzet van de afvalbeheerstructuur en het mechanisme voor zelfbeheer met betrekking tot de financiële huishouding van die structuur, kan het hebben van een fonds en/of voorziening zijn (zie in dit kader artikel 2, eerste lid, onder f, en tweede lid, onder i, van de Regeling verzoek algemeen verbindend verklaring overeenkomst afvalbeheerbijdrage (hierna: de Regeling). De afvalbeheerstructuur van Stichting OPEN bevat beide.
Vraag 4:
Mocht de tóch avv doorgang vinden dan wordt ons de facto de mogelijkheid ontnomen ons aan te sluiten bij een alternatieve producentenorganisatie dan Stichting Open/SMR en zullen we gebonden worden aan een partij waarin het vertrouwen is verdwenen. Als producenten/importeurs wensen wij juist inhoudelijk betrokken te zijn om zo tot juiste en correcte verbeteringen te komen
Antwoord vraag 4:
Wat met het avv-besluit wordt vastgelegd is dat betreffende producenten de afvalbeheerbijdrage bepaald door Stichting OPEN zoals vastgesteld door dit besluit afdragen. Het staat producenten vrij om zich te verbinden aan andere producentenorganisaties.
Vraag 5:
Er zou ons inziens voordat er over de aanvraag besloten kan worden eerst een actieve opt-in gevraagd moeten worden van tekenbevoegde personen bij de producenten/importeurs
Antwoord 5:
Door Stichting OPEN is de opt-in vraag over of wordt ingestemd met de aanvraag voor de avv aan producenten en importeurs gesteld bij het melden van de jaarlijkse cijferregistratie. De registratie is daarmee gekoppeld aan de contractuele wijze waarop producenten hun cijfers melden aan hun producentenorganisatie. Dit moet altijd worden gemeld door een persoon die hiertoe gemachtigd is.
Vraag 6:
NVMP kan reeds een vuist maken hiervoor is geen Stichting Open voor nodig. NVMP is al een verzameling van (aangesloten) productstichtingen.
Antwoord 6:
In de besluitvorming wordt uitgegaan van het avv-verzoek dat is ingediend. Het verzoek is door Stichting OPEN ingediend.
Vraag 7:
We hebben al langere tijd moeite om inzage, inzicht en uitleg te krijgen, de transparantie is op dit moment en al jaren niet op het gewenste niveau en we vragen ons af waarom dit ineens via Stichting Open anders zal zijn.
Antwoord 7:
Deelname aan een producentenorganisatie die namens een producent de producentenverantwoordelijkheid uitvoert is gebaseerd op vrijwilligheid. Er is geen verplichte deelname aan een organisatie. Dat maakt de avv niet anders. Er is alleen een verplichte bijdrage.
Vraag 8:
Stichting OPEN heeft geen échte mogelijkheid om free riding tegen te gaan. Het idee om mensen aan te nemen om handhaving van correcte registratie en verwerking in de metaal sector te bewerkstellingen lijkt onmogelijk en is in de basis ook onjuist. De wetgever is verantwoordelijk voor handhaving van wetgeving. Stichting OPEN heeft overigens ook geen handhavingsbevoegdheden. Hoe zou dit dan moeten werken en bijdragen aan een overall beter werkend systeem?
Antwoord 8:
Met het afdragen van een afvalbeheerbijdrage wordt geborgd dat álle producenten eraan bijdragen dat voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om tot een doelmatig afvalbeheer te komen voor een bepaalde afvalstroom. Betrokken partijen bij de afvalbeheerovereenkomst die ten grondslag ligt aan de avv kunnen jegens elkaar naleving van de afspraken vorderen op grond van het civiele recht. De handhaving van eventuele meldings- en registratieplichten voor de inname of afgifte van AEEA of een correcte passende verwerking daarvan ligt bij de regionale uitvoeringsdiensten van provincies en gemeenten respectievelijk bij de ILT.
Vraag 9:
zie punt 7: het inzicht over hoe deze kostentoedeling nu verloopt hebben we nog niet ontvangen, waarom zal dit ineens via Stichting OPEN anders zijn en hoe ziet de borging er dan uit? Het is vreemd om producenten te vragen in te stemmen met een avv terwijl de financiële beleid en het effect daarvan nog onduidelijk is.
Antwoord 9:
Met de avv wordt een doelmatig afvalbeheer gerealiseerd mede gebaseerd op de minimale vereisten volgens de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen ingevolge waarvan producenten juridisch, organisatorisch en financieel verantwoordelijk zijn voor en aanspreekbaar zijn op het afvalbeheer van de producten die zij eerder in de handel hebben gebracht. Met het inzetten van een producentenorganisatie en eventuele uitvoeringsorganisatie wordt juist beoogd om op efficiënte wijze uitvoering te kunnen geven aan die producentenverantwoordelijkheid. De afvalbeheerbijdrage van producenten voor de uitvoering van die verantwoordelijkheid maakt daarbij een relatief klein deel uit van de totale kosten van producenten.
Vraag 10:
Een avv zou het algemeen belang (moeten) dienen. Wij verwachten het omgekeerde, namelijk dat een grote groep producenten benadeeld wordt door een niet-transparant proces door een kostbare organisatie met een onmogelijke opdracht waarop zij weinig invloed heeft en zij moeten meebetalen aan oneigenlijke handhaving.
Antwoord 10:
Met de avv wordt een doelmatig afvalbeheer gerealiseerd mede gebaseerd op de minimale vereisten volgens de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen ingevolge waarvan producenten juridisch, organisatorisch en financieel verantwoordelijk zijn voor en aanspreekbaar zijn op het afvalbeheer van de producten die zij eerder in de handel hebben gebracht. Met het inzetten van een producentenorganisatie en eventuele uitvoeringsorganisatie wordt juist beoogd om op efficiënte wijze uitvoering te kunnen geven aan die producentenverantwoordelijkheid. De afvalbeheerbijdrage van producenten voor de uitvoering van die verantwoordelijkheid maakt daarbij een relatief klein deel uit van de totale kosten van producenten.
Vraag 11:
Er is geen expliciete opt-in/steun gevraagd. Er zou vrijwel bewust een ‘vinkje’ kunnen zijn gezet door de medewerkers die de aangiften invullen. O.i. mag dat dan niet worden geïnterpreteerd als steun voor het voorstel tot Oprichting van de Stichting Open en de beoogde avv.
Antwoord 11:
De meerderheid en de wijze van aantonen ervan is omschreven in onderdeel 5 c en onderdeel 6 van het Besluit. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat met de opt-out methodiek van Stichting OPEN om de steun van producenten aan een verzoek tot avv in twijfel te trekken.
Vraag 12:
Hoewel de aanvraag rept van het informeren van alle producenten op 4 maart jl. is de genoemde brief met dat verzoek tot toestemming en steun voor Stichting Open waaraan gerefereerd wordt in de aanvraag avv niet bij de NVI en ook niet bij alle betrokken bedrijven in de VWP bekend; de NVI heeft deze brief wél gezien.
Antwoord 12:
Een avv-verzoek is een initiatief van een belangrijke meerderheid van producenten en hun vertegenwoordigende organisaties, dat wordt beoordeeld op basis van de gegevens die in de aanvraag zijn verstrekt en die worden getoetst aan met name het belang van een doelmatig afvalbeheer van een avv zoals bedoeld in artikel 15.36 van de Wet milieubeheer.
De meerderheid en de wijze van aantonen ervan is omschreven in onderdeel 5 c en onderdeel 6 van het Besluit. Er zijn geen redenen om de opt out-methodiek van Stichting OPEN, om de steun van producenten aan het verzoek tot avv aan te tonen, in twijfel te trekken.
Vraag 14:
Aan het brede draagvlak voor de Stichting OPEN wordt dan ook zeer sterk getwijfeld. Onder de leden van de VWP en NVI is deze níet aanwezig.
Antwoord 14:
Op grond van het verzoek tot avv is er een belangrijke meerderheid van producenten vastgesteld die het verzoek steunen. Zie hiervoor onderdeel 6 van het Besluit.
Op 23 oktober 2020 is door JLN Transport B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft JLN Transport B.V. aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. JLN is van oordeel dat met een evenredige financiële bijdrage van alle producenten de vereiste inzamel- en verwerkingscapaciteit wordt gerealiseerd en circulaire ambities en nieuwe initiatieven tot stand zullen komen.
Op 23 oktober 2020 is door Get2Green Logistics een zienswijze ingediend.
In de reactie heeft Get2Green Logistics een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1:
Het ontwerpbesluit biedt -zoals wij deze nu beoordelen- inhoudelijk nog onvoldoende waarborgen voor (sociale) werkgelegenheid en innovatieve en duurzame inzamelmethodieken.
Antwoord 1:
Wat betreft (sociale) werkgelegenheid, zie antwoord 2.
Wat betreft innovatieve en duurzame inzamelmethodieken het volgende.
De bestaande afspraken met organisaties voor sociale werkgelegenheid worden met de avv gecontinueerd.
Vraag 2:
Met het oog op klimaatdoelstellingen, de transitieagenda en het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt, willen we toch rekening houden met volgende generaties? Waarom schept uw Ministerie hiervoor geen kader met het ontwerpbesluit?
Antwoord 2:
Het opnemen van doelstellingen hieromtrent in het verzoek tot avv, waaronder de overeenkomst, is niet als vereiste opgenomen in de Regeling. Het avv-verzoek richt zich op het behalen van de wettelijke verplichtingen neergelegd in de Regeling AEEA.
Op 23 oktober 2020 is door Internationaal Transportbedrijf Vonk en Co B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Internationaal Transportbedrijf Vonk en Co B.V. aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Vonk is van oordeel dat met een evenredige financiële bijdrage van alle producenten de vereiste inzamel- en verwerkingscapaciteit wordt gerealiseerd en circulaire ambities en nieuwe initiatieven tot stand zullen komen.
Op 23 oktober 2020 is door Barentskrans advocaten namens haar cliënte WEEE Nederland B.V. (WEEE Nederland) een zienswijze ingediend.
De ingediende zienswijze is op 30 november 2020 ingetrokken.
Op 23 oktober 2020 is door Coöperatieve Vereniging Midwaste Milieu UA (hierna: Midwaste) een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Midwaste aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Midwaste erkent de noodzaak tot herstructurering van het huidige systeem van inzameling van AEEA omdat versnippering en ongelijk speelveld de circulaire ambities in de weg staan. Volgens Midwaste zal met de avv een lange termijn continuïteit worden geboden voor inzameling, sorteren en verwerken, alsmede voor innovatie en nieuwe concepten op het gebied van product- en onderdelenhergebruik.
Op 25 oktober 2020 is door FIAR Consumer Electronics (hierna: FIAR CE) namens Stichting Belangen A/V Producenten en importeurs een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft FIAR CE aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. FIAR CE benadrukt dat met een avv producenten transparant en evenwichtig invulling kunnen geven aan hun wettelijke verantwoordelijkheid, versnippering wordt tegengegaan, het fijnmazige inzamelsysteem behouden blijft en gecoördineerd kan worden gewerkt aan de circulaire uitdagingen van de toekomst.
Op 25 oktober 2020 is door de heer A. Habets een zienswijze ingediend.
In zijn zienswijze geeft de heer Habets aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. De heer Habets blikt terug in de geschiedenis van de aanpak van AEEA en wijst erop dat alleen een optimaal resultaat kan worden behaald als alle producenten hun verantwoordelijkheid nemen en gezamenlijk de kosten dragen zoals een avv dat beoogt.
Op 25 oktober 2020 is door Metaal Recycling Federatie (hierna: MRF) een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft MRF aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. MRF vindt het een goede zaak dat met een avv alle niet georganiseerde producenten zullen zijn gehouden financieel bij te dragen aan de inzameling, recycling en communicatie. MRF wijst op het belang van het behoud van structurele arbeidsplaatsen in een beschermde werkomgeving voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Naar de mening van MRF wordt de meeste winst geboekt als producenten open staan voor samenwerking op basis van gelijkwaardigheid met andere schakels in de keten en daarnaast concurrentie in de uitvoering wordt geborgd.
Op 16 oktober 2020 is door United Retail B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft United Retail aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. United Retail benadrukt dat met een avv producenten transparant en evenwichtig invulling kunnen geven aan hun wettelijke verantwoordelijkheid, versnippering wordt tegengegaan, het fijnmazige inzamelsysteem behouden blijft en gecoördineerd kan worden gewerkt aan de circulaire uitdagingen van de toekomst.
Op 23 oktober 2020 is door Inter IKEA Systems B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Inter IKEA Systems B.V. aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Inter IKEA Systems benadrukt dat met een avv producenten transparant en evenwichtig invulling kunnen geven aan hun wettelijke verantwoordelijkheid, versnippering wordt tegengegaan, het fijnmazige inzamelsysteem behouden blijft en gecoördineerd kan worden gewerkt aan de circulaire uitdagingen van de toekomst.
Op 26 oktober 2020 is door NLdigital, branchevereniging van de ICT-sector, een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft NLdigital aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. NLdigital stelt dat één regie organisatie de producenten in staat stelt naar rato bij te dragen aan het gezamenlijk halen van de collectieve inzameldoelstelling en meer circulair maken van de ICT-sector. Samenwerking, publiekscampagnes, nieuwe initiatieven en het fijnmazige inzamelnetwerk zijn daarbij van belang volgens NLdigital.
Op 26 oktober 2020 is door No Time To Waste B.V. (hierna: SNEW) een zienswijze ingediend. Op 19 oktober 2020 heeft SNEW concept zienswijzen ingediend, op 22 oktober 2020 heeft SNEW haar concept zienswijze mondeling toegelicht.
In de zienswijze heeft SNEW een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1:
Het zou het Ministerie van I&W sieren als het ontwerpbesluit zou beginnen met haar eigen geformuleerde doelstelling "Nederland volledig circulair in 2050" en dan terug te redeneren welke instrumenten hebben wii nodig om dit doel te verwezenlijken. Kunt u zich in deze redenering vinden dat de hoofddoelstelling leidend zou moeten zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1:
De avv-aanvraag richt zich op het behalen van de wettelijke verplichtingen volgens de Richtlijn AEEA door middel van een doelmatig afvalbeheer.
Vraag 2:
Deze Avv vindt hoofdzakelijk draagvlak bii de producenten voor zover niet alleen de cijfers kloppen maar er ook daadwerkelijk overeenstemming is over het te voeren beleid. Hetgeen overigens niet duidelijk wordt uit de aangedragen gegevens. Bent u met ons eens dat hierin een gedegen inhoudelijke onderbouwing ontbreekt? Zo ja wat gaat u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2:
Het avv-verzoek en het Actieplan 65% tezamen bieden de zekerheid dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd.
Vraag 3:
Bent u voornemens ook te toetsen wat het draagvlak voor deze Avv is bij andere schakels in de afvalketen? Zo ja hoe wenst u dat te gaan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3:
Verzoeker van een avv moet op grond van de Regeling bepaalde actoren betrekken bij de afvalbeheerstructuur en het verzoek, zie artikel 2, eerste lid, onder d, en tweede lid, onder f, van de Regeling. Een avv-verzoek wordt beoordeeld op basis van de gegevens die in het kader van het verzoek zijn verstrekt. Stichting OPEN heeft in het verzoek en gedurende het voortraject voldoende aangetoond actoren in de ketens te betrekken bij het verzoek en de afvalbeheerstructuur.
Vraag 4:
het huidige level playing field, waarin er meer samenwerking en innovatie mogelijk is en er meer keuzemogelijkheden zijn in een meer competitieve AEEA markt, vervalt met het ontwerpbesluit. Kunt u zich hierbij wat voorstellen? Of bent u ervan overtuigd dat een gelijk speelveld bij slechts één van de schakels voldoende is om de gehele afvalmarkt van elektrische en elektronische apparatuur in te richten en te optimaliseren?
Antwoord 4:
Een avv-aanvraag wordt beoordeeld op basis van de gegevens die in het verzoek zijn verstrekt en die worden getoetst aan artikel 15.36 van de Wet milieubeheer. Het is de primaire verantwoordelijkheid van de producenten om te bepalen op welke wijze de wettelijke verplichtingen worden nagekomen en op welke wijze andere actoren in de keten daarbij worden betrokken. Het avv-verzoek en het Actieplan 65% tezamen bieden de zekerheid dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd.
Vraag 5:
ls het wel te rechtvaardigen dat een consument bepaalt of iets afval is, alleen vanwege de redenering dat hij/zij het zelf niet langer wenst te gebruiken? Wij zijn benieuwd of u ook vindt dat de occasionmarkt van de automobielindustrie hierbij als voorbeeld kan dienen?
Antwoord 5:
Dit onderwerp ligt buiten de reikwijdte van de besluitvorming ter zake.
Ter kennisgeving, het begrip afval is in artikel 1, eerste lid, van de Wet milieubeheer gedefinieerd op grond van de definitie van afval in de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen. Het avv-verzoek richt zich hoofdzakelijk op het behalen van de wettelijke verplichtingen neergelegd in de Regeling AEEA.
Vraag 6:
Na het gebruik door een eerste eigenaar wordt bij inruil een auto toch ook niet gelijk door de shredder gehaald? U wenst toch ook dat er duurzamer met producten wordt omgesprongen? Kunt u aangeven hoe u hierover denk bij Elektrisch en Elektronisch Apparatuur? En wat gaat u eraan doen om een hergebruik te stimuleren en een hergebruiksmarkt mogelijk te maken? Vindt u het een goed idee dat opgebrachte recyclingsbijdrage door consumenten ook voor hergebruiksdoeleinden kan worden aangewend? Zo ja, hoe denkt u dit te gaan realiseren? Zo nee, waarom ziet u hierin nog steeds geen heil?
Antwoord 6:
De avv-aanvraag richt zich op het behalen van de wettelijke verplichtingen volgens de Richtlijn AEEA door middel van een doelmatig afvalbeheer, daaronder vallen verplichtingen gericht op recycling en nuttige toepassing. In andere beleidsprogramma’s wordt hergebruik gestimuleerd waaronder het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2020-2023 en het Afvalpreventieprogramma.
Vraag 7:
Hierbij zou het verstandig zijn om ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te consulteren en de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland. Bent u voornemens dit te gaan doen of vindt u dat zij onvoldoende deel uit maken van de afvalketen m.bt. AEEA? Of leunt u hierbii teveel op de producenten, dat zij deze schakels er voldoende in betrekken zonder dat hierover expliciet verantwoording wordt afgelegd?
Antwoord 7:
Het is de primaire verantwoordelijkheid van de producenten om te bepalen op welke wijze de wettelijke verplichtingen worden nagekomen en op welke wijze andere actoren in de keten daarbij worden betrokken. Zie verder punt 3.
Op 26 oktober 2020 is door Stichting Zonne-energie Recycling Nederland (hierna: ZRN) een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft ZRN aan het verzoek tot avv van Stichting te ondersteunen. ZRN is van oordeel dat een avv een kritische voorwaarde is om op een eerlijke manier aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. Volgens ZRN betreffen de randvoorwaarden voor een effectief inzamelsysteem: 1) een gelijk speelveld tussen producenten onderling, 2) het borgen van de handhaving en tegengaan van free riders en 3) duidelijkheid over verantwoordelijkheden. ZRN stelt dat het noodzakelijk is één regie organisatie verantwoordelijk te maken voor het afval van zonnepanelen en daarmede overstapgedrag omwille van lagere tarieven tegen gaan. Daarbij pleit ZRN voor een duidelijke scheiding tussen regietaken en uitvoeringstaken.
Op 26 oktober 2020 is door advocatenkantoor Lexsigma Healthcare namens haar cliënte Stichting Recycling Technologie Apparatuur (hierna: Stichting RTA) een zienswijze ingediend.
In de zienswijze heeft Stichting RTA een aantal punten aangehaald. Deze worden hieronder samengevat en beantwoord.
Punt 1:
In geval dat een avv-besluit tot stand komt verzoekt Stichting RTA de Staatssecretaris de Stichting RTA in de gelegenheid te stellen een ontheffing te verzoeken en die te verlenen aan Stichting RTA en de bij haar aangesloten producenten. Stichting RTA streeft onafhankelijkheid na en meent dat zij separaat, of gezamenlijk met Stichting NVLG Grootkeuken Recycling en WEEE Nederland een gezonder en beter alternatief voor haar deelnemers kan presenteren.
Antwoord punt 1:
Elke producent of producentenorganisatie is in de gelegenheid om een verzoek tot ontheffing op een verleende avv in te dienen. Of een ontheffing daadwerkelijk kan worden verleend hangt af van de beoordeling of het afvalbeheer waarvoor ontheffing wordt gevraagd een gelijkwaardige prestatie realiseert in doelmatigheid als het systeem waarvan ontheffing wordt gevraagd. Opgemerkt wordt dat Stichting OPEN en WEEE Nederland inmiddels onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA.
Punt 2:
Stichting RTA is van mening dat op basis van het Plan van Aanpak (2018) een stijgende lijn in inzameling en verwerking zichtbaar is en dat met de aangevraagde avv ingezette individuele en collectieve initiatieven en inspanningen de kop worden ingedrukt. Stichting RTA bestrijdt dat het toekennen van een regiefunctie aan Stichting OPEN zal leiden tot het behalen van de doelstellingen.
Antwoord punt 2:
De inzamelpercentages van de afgelopen jaren tonen niet een zodanig stijgende lijn dat wordt verwacht dat met voortzetting van het huidige beleid binnen afzienbare tijd de doelstelling van minimaal 65% inzameling zal worden behaald. De sterke toename van in de handel gebracht elektronica van producten, die pas na langere tijd worden afgedankt, en de uitbreiding van de reikwijdte van EEA vergroten de uitdaging om deze doelstelling dichterbij te brengen. Daar is een andere, aanvullende aanpak voor nodig. Op basis van het rapport ‘Resultatenonderzoek Plan van Aanpak 65%’ van Rebel Group is inzichtelijk gemaakt dat niet alle voorgenomen acties voldoende zijn uitgevoerd waardoor naast voornoemde ontwikkelingen mede het landelijke inzameldoel van 65% niet is behaald. Rebel Group doet op basis van de inbreng van onder meer producentenorganisaties en de afvalbeheerketen diverse aanbevelingen die zullen bijdragen aan meer inzameling en nakomen van het wettelijk inzameldoel op landelijke schaal. Het Actieplan 65% van Stichting OPEN met de maatregelen die moeten leiden tot een doelmatig afvalbeheer is opgesteld met inachtneming van de aanbevelingen van Rebel Group.
Punt 3:
Stichting RTA stelt dat een positief avv-besluit zal leiden tot strijdigheid met het mededingingsrecht.
Antwoord punt 3:
Met betrekking tot de aspecten van mededinging wordt in paragraaf 8 van het Besluit aangegeven dat dit besluit nodig is om binnen afzienbare tijd aan de geldende Europese verplichting van minimaal 65% inzameling te kunnen voldoen en zodanige milieu en efficiëntievoordelen oplevert dat dit besluit opweegt tegen een beperkte inbreuk op de mededingingspositie van producenten en uitvoerende partijen in het afvalbeheer.
Punt 4:
Stichting RTA verzoekt diverse facetten uit de eerdere Beantwoording Kamervragen Schriftelijk Overleg verzamelregeling implementatie Kra (29 juni 2020) mee te wegen in de besluitvorming inzake de avv-aanvraag.
Antwoord punt 4:
In bedoelde Kamerbrief zijn de aspecten van producentenverantwoordelijkheid, doelmatigheid van het afvalbeheer en mededingingsrecht aan de orde geteld. Daarbij is aangegeven dat de doelmatigheid van het afvalbeheer en het mededingingsrecht niet inhoudelijk worden beheerst in de genoemde Kra-implementatieregeling, maar door andere wet- en regelgeving. Van belang is dat het de primaire verantwoordelijkheid is van de producenten om te bepalen op welke wijze de wettelijke verplichtingen uit de producentenverantwoordelijkheid voor AEEA kunnen worden nagekomen. De meerderheid van producenten EEA kiest voor toepassing van het instrument avv. Een ingediende avv-aanvraag en de gegevens die in de aanvraag zijn verstrekt, moeten vervolgens worden getoetst aan de criteria van in ieder geval het meerderheidsvereiste en het belang van doelmatigheid van het afvalbeheer in de artikelen 15.35 en 15.36 van de Wet milieubeheer. Dat is in dit besluit gedaan.
Punt 5:
Stichting RTA vraagt aandacht voor de specifieke markt die zij bedient bestaande uit B2B apparatuur van bedrijven die onder meer opereren in de medische en laboratorium branche. Volgens Stichting RTA worden de belangen van deze specifieke groep niet voldoende erkent en zouden volledig ondersneeuwen terwijl tegelijkertijd door Stichting RTA wordt verwacht dat de kosten voor haar deelnemers zullen verveelvoudigen.
Antwoord punt 5:
De afvalbeheerbijdrageovereenkomst voorziet in een transparante structuur en wijze van kostentoedeling naar betrokken producenten, er is geen aanleiding te veronderstellen dat producenten onevenredig zullen worden belast. Opgemerkt wordt dat juist in het segment van B2B apparatuur er geen sprake is van een fijnmazige inzamelstructuur voor bedrijfsmatige ontdoeners van AEEA terwijl er wel een fors inzamelpotentieel aanwezig is. Het Actieplan 65% voorziet in het opzetten van een bedrijfsmatig inzamelstructuur, inclusief professionele apparatuur, voor vergroting van het volume AEEA afkomstig van B2B dat ingezameld, gesorteerd en passend verwerkt wordt.
Punt 6:
Stichting RTA wijst op de mogelijkheid om een ondergrens te stellen aan de minimale hoeveelheid producten die een producent in de handel moet brengen om onder de verplichtingen in dit besluit te vallen. Stichting RTA constateert dat dit onderwerp geen plaats gekregen in de avv-aanvraag terwijl zij dat voor hun segment we relevant vinden.
Antwoord punt 6:
Zowel de huidige Europese als nationale regelgeving voor AEEA biedt geen concrete mogelijkheid om producenten van in de handel gebrachte EEA uit te sluiten van de producentenverantwoordelijkheid voor AEEA. Sterker nog, de recent ingevoerde open scope vergoot het aantal EEA-categorieën en daarmee producenten van die EEA juist verder zonder onderscheid in omvang of omzet. Het is aan de producenten zelf om desgewenst binnen de verrekening van de afvalbeheerbijdrage rekening te houden met omvang of omzet van producenten en vanzelfsprekend onder de voorwaarde dat nadere afspraken transparant zijn en worden gedragen en verantwoord door alle betrokken producenten.
Op 26 oktober 2020 is door Circulus-Berkel een zienswijze ingediend.
In de zienswijze heeft Circulus-Berkel een aantal vragen gesteld. Hieronder zijn deze vragen samengevat en is antwoord gegeven op de vragen.
Vraag 1:
Ons de keuzevrijheid te laten behouden om de rol en de samenwerkingspartners te kiezen bij de inzameling, sortering en/of demontage van AEEA;
Antwoord 1:
Het staat actoren zoals uitvoeringsorganisaties en andere ketenpartners, zoals gemeenten, vrij om al dan niet deel te nemen aan de afvalbeheerstructuur van Stichting OPEN. Dezelfde keuzevrijheid geldt voor actoren zoals (andere) uitvoeringsorganisaties en andere ketenpartners die taken (willen) uitvoeren voor actoren die al deelnemen aan de voorgestelde afvalbeheerstructuur. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om afspraken over inzameling, sortering, demontage en verwerking van AEEA, maar ook over sociale werkgelegenheid en educatieprogramma’s. Stichting OPEN heeft aangegeven alle afspraken met gemeenten, milieustraten, sorteer- en demontagelocaties, kringloopbedrijven en verwerkers voort te zetten.
Specifiek over de samenwerking tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland het volgende. Stichting OPEN heeft in december 2020 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met WEEE Nederland over de rol van WEEE Nederland in de afvalbeheerstructuur van Stichting OPEN. Afgesproken is dat WEEE Nederland haar voormalige advies- en uitvoeringsactiviteiten voortzet onder de avv, te weten de inzameling, sortering, verwerking en transport van AEEA. Stichting OPEN behoudt de bestaande afspraken tussen WEEE Nederland met ketenpartners.
In het specifieke geval van Circulus-Berkel betekent dit het volgende. U geeft aan dat u een samenwerkingsovereenkomst heeft met WEEE Nederland. Circulus-Berkel zal WEEE Nederland zodoende kunnen benaderen over of zij de keuzevrijheid behouden om de rol en de (regionale) samenwerkingspartners te kiezen.
De zienswijze brengt geen wijziging van het ontwerpbesluit met zich mee.
Vraag 2:
Huidige afspraken met onze (regionale) partners op het gebied van sociale werkgelegenheid, educatieprogramma’s en samenwerkingsinitiatieven met detaillisten mogelijk te laten blijven;
Antwoord 2:
Zie antwoord bij 1.
Vraag 3:
De continuïteit van de financiering van huidige projecten (met bestaande contractpartners) te waarborgen;
Antwoord 3: Zie antwoord bij 1.
Vraag 4:
Ons, in samenwerking met producenten, verschillende keuzemogelijkheden te laten behouden om invulling te geven aan de inzameling op de milieustraat, activiteiten op het sorteer- en demontagecentrum, educatieve projecten, milieuvriendelijke inzameling bij retail, samenwerking met kringloopbedrijven en repair cafés waarbij ook de inzet van sociale werkgelegenheid van groot belang is;
Antwoord 4:
Zie antwoord bij 1.
Vraag 5:
Ons de mogelijkheden te laten de inzameling en verwerking van afgedankt AEEA waar mogelijk op een zo hoog mogelijke trede van de R-ladder te doen plaatsvinden en initiatieven daartoe te kunnen ondersteunen;
Antwoord 5:
Zie antwoord 1. Aanvullend daarop het volgende. Stichting OPEN zal de hoogte van de afvalbeheerbijdrage bepalen zoals omschreven in het Besluit. De uitgaven van de ontvangen is gebaseerd op het behalen van de in het Besluit bepaalde doelstellingen, welke door Stichting OPEN zijn bepaald namens de producenten die het verzoek tot avv hebben gesteund en op grond van de doelstellingen als bepaald in de Regeling AEEA. Sturing op de afvalhiërarchie, hoogwaardigheid en innovaties (gericht op het behalen van de doelstellingen) zijn hier onderdeel van.
Vraag 6:
Communicatie aan inwoners en educatieprogramma’s in gezamenlijkheid met de verschillende ketenpartners opgepakt blijven worden waarbij aangesloten wordt bij de gemeentelijke en/of regionale aanpak.
Antwoord 6:
Zie antwoord 1. Aanvullend daarop het volgende. Stichting OPEN onderkent in het Actieplan 65% dat samenwerking met andere partijen zoals gemeenten, publieke en private afvalbedrijven (inzamelaars, sorteerders, verwerkers, recyclers), de detailhandel, dienstverleners en installateurs, kringloopbedrijven en handhavingsinstanties van groot belang is. Daarnaast onderschrijft Stichting OPEN ook dat consumenten en bedrijven (als eerste ontdoeners) een rol spelen.
Eén van de vier werkgroepen in de stuurgroep, die zijn ingedeeld naar de vier categorieën van inzamelacties, richt zich op communicatie, aldus het Actieplan 65%. In de betreffende actie (actie 16) stelt Stichting OPEN dat het samen met het Rijk, producenten, retail, gemeenten en brancheverenigingen zich zal inzetten voor communicatie naar consumenten en bedrijven. Ook stelt Stichting OPEN samen te werken met de Vereniging Producentenverantwoordelijkheid Nederland (VPN) om communicatie ook te kunnen uniformeren en effectiever te kunnen maken. In de eerste helft van 2021 zal door Stichting OPEN een communicatiestrategie worden opgesteld.
Op 26 oktober 2020 is door HKS Scrap Metals B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft HKS Scrap Metals aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Volgens HKS Scrap Metals biedt een avv aantrekkelijke mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe verwerkingstechnieken – en optimalisering van de huidige verwerkingsmethoden. Daarbij wordt het belang onderstreept van nauwe samenwerking met alle partijen in de keten en een focus op de langere termijn.
Op 26 oktober 2020 is door Stichting NVLG Grootkeuken Recycling een zienswijze ingediend.
In de zienswijze heeft Stichting NVLG Grootkeuken Recycling een aantal punten aangehaald. Deze worden hieronder samengevat en beantwoord.
Punt 1:
Stichting NVLG Grootkeuken Recycling verklaart dat zij zal moeten ophouden bij totstandkoming van een avv. In de zienswijze wordt gemeld dat de NVLG met WEEE Nederland een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten waarbij WEEE Nederland de directie voert over de Stichting en de operationele uitvoering invult. WEEE Nederland maakt eveneens deel uit van het bestuur en vertegenwoordigt de Stichting richting de overheid.
Antwoord punt 1:
Inmiddels hebben Stichting OPEN en WEEE Nederland onderling private overeenstemming bereikt over inhoudelijke samenwerking op de uitvoering van inzameling, transport, sortering en verwerking van AEEA waarbij WEEE Nederland haar huidige advies- en uitvoeringsorganisatie kan voortzetten. De actuele situatie is daarmee gewijzigd ten opzichte van het moment van indiening van de zienswijze. Niet bekend is of Stichting NVLG Grootkeuken Recycling onderdeel uitmaakt van de overeengekomen samenwerking tussen Stichting OPEN en WEEE Nederland en in welke mate WEEE Nederland nog is verbonden met directievoering en operationele uitvoering ten dienste van Stichting NVLG Grootkeuken Recycling.
Punt 2:
Stichting NVLG Grootkeuken Recycling is niet overtuigd dat er voldoende prioriteit en belang wordt gehecht aan de inzameling van professionele apparatuur en meldt zij meer te zien in een inzamel aanpak met een recyclingbijdrage gecombineerd met een retourpremie.
Antwoord punt 2:
In het Actieplan 65% van Stichting OPEN is een specifieke aanpak opgenomen die op korte termijn zal voorzien in een inzamelstructuur voor professionele apparatuur die op dit moment nog onvoldoende is ontwikkeld. In het genoemde actieplan is tevens een actie voor een retourpremie opgenomen voor koel- en vriesapparatuur. Hiermee wordt aan deze elementen uit de zienswijze tegemoet gekomen.
Op 26 oktober 2020 is door Mirec B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Mirec B.V. aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Volgens Mirec biedt een avv aantrekkelijke mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe- en optimalisering van de huidige verwerkingsmethoden. Daarbij wordt het belang onderstreept van nauwe samenwerking met alle partijen in de keten en een focus op de langere termijn.
Op 27 oktober 2020 is door Road2Work B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Road2Work aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Road2Work stelt dat de huidige concurrentiestrijd tussen producentenorganisaties zal leiden tot een ‘race to the bottom’ die ten koste zal gaan van sociale projecten die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of zonder werk, weer productief maken. Road2Work is van oordeel dat de beoogde centrale regie voorziet in rust en ruimte voor sociale- en innovatieve projecten als toegevoegde waarde in de sortering en verwerking van AEEA.
Op 27 oktober 2020 is door Holland Solar een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Holland Solar aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Holland Solar is van oordeel dat een avv essentieel is voor het realiseren van een eerlijk speelveld waarin free riders worden tegengegaan en waarin een zo hoog mogelijk inzamelpercentage van afgedankte zonnepanelen wordt behaald. Voorst denkt Holland Solar dat met een centrale regie een concurrerende markt voor inzameling en verwerking met lage kosten en innovatie zal stimuleren.
Op 27 oktober 2020 is door Miele Nederland B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Miele Nederland B.V. aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Miele benadrukt dat met een avv producenten transparant en evenwichtig invulling kunnen geven aan hun wettelijke verantwoordelijkheid, versnippering wordt tegengegaan, het fijnmazige inzamelsysteem behouden blijft en gecoördineerd kan worden gewerkt aan de circulaire uitdagingen van de toekomst.
Op 27 oktober 2020 is door GP Groot inzameling een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft GP Groot inzameling aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. GP Groot inzameling is van oordeel dat een avv zal leiden tot innovatie en intensivering van de inzameling, sortering en nieuwe initiatieven. In het bijzonder worden kansen gezien voor investeringen in sorteer- en verwerkingslocaties en slimme logistieke plansystemen waaronder de combinatie van breng- en haallogistiek.
Op 28 oktober 2020 is door Van Gerrevink B.V. een zienswijze ingediend.
In de zienswijze heeft Van Gerrevink B.V. een aantal punten aangehaald. Deze worden hieronder samengevat en beantwoord.
Punt 1:
Van Gerrevink is van mening dat het juist de gezonde concurrentie tussen meerdere producentencollectieven is die innovatieve samenwerkingen met de schroot verwerkende sector tot stand laat komen. Van Gerrevink geeft aan dat wanneer de Minister besluit om het monopolie aan Stichting OPEN toe te kennen er geen enkele prikkel meer is om met de branche samen te werken.
Antwoord punt 1:
Het staat actoren zoals verwerkers, uitvoeringsorganisaties en andere ketenpartners, zoals gemeenten, vrij om al dan niet deel te nemen aan de afvalbeheerstructuur van Stichting OPEN. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om afspraken over inzameling, sortering, demontage en verwerking van AEEA, maar ook over sociale werkgelegenheid en educatieprogramma’s. Stichting OPEN heeft aangegeven alle afspraken met gemeenten, milieustraten, sorteer- en demontagelocaties, kringloopbedrijven en verwerkers voort te zetten.
Punt 2:
Van Gerrevink is als Weeelabex gecertificeerd bedrijf voor haar omzet mede afhankelijk van de aangeboden fractie door producentencollectieven. Door het verdwijnen van marktwerking aan de aanbodzijde vreest Van Gerrevink dat het aanbod AEEA slechts bij de 4 grootste verwerkers terecht zal komen. Met als gevolg dat veel innovatieve MKB bedrijven geen toegang meer tot de markt hebben.
Antwoord punt 2:
De beoogde afvalbeheerstructuur is uitgebreid beschreven in bijlage 1 van de avv-aanvraag, de respectievelijke aanvullingen op die aanvraag en het Actieplan 65%. Het is de primaire verantwoordelijkheid van de producenten om te zorgen dat een doelmatig afvalbeheer wordt gerealiseerd en wettelijke doelstellingen worden behaald.
In de avv-aanvraag is voorts uiteengezet onder welke non-discriminatoire criteria de uitvoeringsactiviteiten in concurrentiestelling zullen worden ingekocht en beoordeeld.
Op 28 oktober 2020 is door Babyliss Coöperatief UA (hierna: Babyliss) een zienswijze ingediend.
In de zienswijze geeft Babyliss aan het verzoek tot avv van Stichting OPEN te ondersteunen. Babyliss benadrukt dat met een avv producenten transparant en evenwichtig invulling kunnen geven aan hun wettelijke verantwoordelijkheid, versnippering wordt tegengegaan, het fijnmazige inzamelsysteem behouden blijft en gecoördineerd kan worden gewerkt aan de circulaire uitdagingen van de toekomst.
Afvalbeheerbijdrageovereenkomst tussen Belangenbehartigers en stichting OPEN met betrekking tot AEEA
1. |
DEFINITIES EN INTERPRETATIE |
59 |
---|---|---|
2. |
AFVALBEHEERSTRUCTUUR |
60 |
3. |
AFVALBEHEERBIJDRAGE |
61 |
4. |
GRONDSLAG EN BETALINGSVOORWAARDEN |
61 |
5. |
INFORMATIEVERSTREKKING, ADMINISTRATIE EN CONTROLE |
61 |
6. |
BOETEREGELING |
62 |
7. |
GEHEIMHOUDING EN VERTROUWELIJKHEID |
62 |
8. |
DUUR, VERLENGING EN BEEINDIGING |
63 |
9. |
TOEPASSELIJK RECHT |
63 |
10. |
GESCHILBESLECHTING |
63 |
11. |
OVERDRACHT RECHTEN EN VERPLICHTINGEN |
63 |
12. |
VERBINDENDE KRACHT, VOLLEDIGHEID WIJZIGINGEN |
63 |
BIJLAGE 1 BEREKENING AFVALBEHEERBIJDRAGE0 |
65 |
|
BIJLAGE 2 BETALINGSVOORWAARDEN |
67 |
|
BIJLAGE 3 BOETEREGLEMEN |
70 |
Deze Afvalbeheerbijdrageovereenkomst (de Overeenkomst) is aangegaan op 1 april 2020
TUSSEN
1. Stichting Belangen A/V Producenten en Importeurs, statutair gevestigd te ’s-Hertogenbosch, met adres De Baken 68, 5231 HS ’s-Hertogenbosch, en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 28079527;
2. Stichting ICT Milieu, statutair gevestigd te Woerden, met adres De Corridor 5, 3621 ZA Breukelen, en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 30174849;
3. Stichting Lightrec Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer, met adres Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN Zoetermeer, en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 27264457;
4. Stichting Metalektro Recycling, statutair gevestigd te Zoetermeer, met adres Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN Zoetermeer, en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 27186445;
5. Stichting Verwijdering Elektrische Gereedschappen, statutair gevestigd te Pijnacker, met adres Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN Zoetermeer en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 27184005;
6. Stichting Witgoed, statutair gevestigd te Zoetermeer, met adres Voorburgseweg 35, 2264 AC Leidschendam, en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 27174030;
7. Stichting Zonne-energie Recycling Nederland, statutair gevestigd te Utrecht, met adres Arthur van Schendelstraat 550, 3511 MH Utrecht, en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 63913658, welke Belangenbehartigers de belangen van de producenten met betrekking tot de AEEA behartigen; en
8. Stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkheid E-waste Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer, met adres Baron de Coubertinlaan 7, 2719 EN Zoetermeer, en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 76846563 (Stichting OPEN).
De Belangenbehartigers en Stichting OPEN worden hierna gezamenlijk aangeduid als de Partijen.
OVERWEGINGEN
A. De Europese Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (de AEEA Richtlijn) heeft ten doel bij te dragen aan duurzame productie en consumptie, in de eerste plaats door preventie van afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). In de tweede plaats door hergebruik, recycling en andere vormen van nuttige toepassing van AEEA te bevorderen, indachtig de afvalhiërarchie die in de Europese Unie wordt gehanteerd. Voorts beoogt de AEEA Richtlijn een verbetering van de milieuprestaties van alle marktdeelnemers die rechtstreeks bij de levenscyclus van AEEA betrokken zijn. In dit kader voorziet de AEEA Richtlijn in de verplichting voor Producenten tot inzameling en verwerking van door hen op de markt gebrachte AEEA.
B. De AEEA Richtlijn is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving door de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (de Regeling AEEA).
C. De Belangenbehartigers behartigen de belangen van de Producenten met betrekking tot de AEEA. In dit kader hebben zij met het oog op het behalen van de in de Regeling AEEA geformuleerde milieudoelstellingen in samenwerking met Stichting OPEN de Afvalbeheerstructuur opgezet.
D. De Regeling AEEA legt aan Producenten verplichtingen op om milieudoelstellingen te behalen en de daarmee gemoeide kosten te dragen. Door middel van de Afvalbeheerstructuur voldoen Producenten collectief aan hun verplichtingen op grond van de Regeling AEEA op een zo kostenefficiënt mogelijke wijze.
E. In het licht van de in de Europese Unie en in Nederland in het Landelijk Afvalbeheerplan 3 gehanteerde afvalhiërarchie, schrijft de Regeling AEEA in artikel 11 voor dat verwerkers AEEA passend dienen te verwerken overeenkomstig de minimale streefcijfers inzake nuttige toepassing van bijlage V van de AEEA Richtlijn. De Afvalbeheerstructuur bestaat daarom onder meer uit passende verwerking door verwerkers van AEEA in verband met nuttige toepassing en product- en materiaalhergebruik van AEEA en met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Regeling AEEA.
F. Deze Overeenkomst vormt ten behoeve van de Producenten de financiële basis voor de realisatie van de Afvalbeheerstructuur en de uitvoering van de verplichtingen van Stichting OPEN in dat kader, mits deze Overeenkomst onder gebruikmaking van artikel 15.36 Wet Milieubeheer algemeen verbindend wordt verklaard.
G. Deze Overeenkomst wordt mede ondertekend door Stichting OPEN aangezien Stichting OPEN verantwoordelijk is voor de collectieve uitvoering van de Afvalbeheerstructuur in plaats van de individuele bij Stichting OPEN aangesloten Producenten.
KOMEN OVEREEN
1.1 In deze Overeenkomst hebben de navolgende met een hoofdletter geschreven woorden de daarbij vermelde betekenis, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven:
EEA die afvalstoffen zijn in de zin van artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2008/98/EG, daaronder begrepen alle onderdelen, sub-eenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt voor zover deze binnen het toepassingsbereik van de Regeling AEEA vallen.
Het bedrag dat iedere Producent op grond van deze Overeenkomst verplicht is af te dragen aan Stichting OPEN ter dekking van de kosten van de Afvalbeheerstructuur.
De collectieve structuur zoals bedoeld in artikel 2 die wordt gefinancierd uit de Afvalbeheerbijdrage zoals voorzien in deze Overeenkomst.
Organisatie waaraan Stichting OPEN conform artikel 2.8 de uitvoering van de Afvalbeheerstructuur geheel of gedeeltelijk heeft opgedragen.
De onder Ondergetekenden nrs 1 tot en met 7 genoemde partijen.
De door Stichting OPEN op enig moment vastgestelde betalingsvoorwaarden. De betalingsvoorwaarden zoals die luiden ten tijde van het sluiten van deze Overeenkomst zijn als Bijlage 2 bij deze Overeenkomst gevoegd.
De bijlagen bij deze Overeenkomst.
Het door Stichting OPEN op enig moment vastgestelde boetereglement. Het boetereglement zoals dat luidt ten tijde van het sluiten van deze Overeenkomst is als Bijlage 3 bij deze Overeenkomst gevoegd.
Apparaten die afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden om naar behoren te werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1.000 volt bij wisselstroom en 1.500 volt bij gelijkstroom.
De netto kosten zoals bedoeld in artikellid 1.3 van Bijlage 1.
Deze afvalbeheerbijdrageovereenkomst.
Een partij of de partijen bij deze Overeenkomst.
Producenten als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub p van de Regeling AEEA.
Een productcategorie zoals opgenomen in bijlage III van de AEEA Richtlijn.
Heeft de betekenis die daaraan is toegekend in de overwegingen onder B.
De kosten die Stichting OPEN en de Beheerorganisaties moeten maken voor het opzetten, uitvoeren en in stand houden van de Afvalbeheerstructuur, zoals bedoeld in artikellid 1.4 van Bijlage 1.
Heeft de betekenis die daaraan is toegekend in de overwegingen onder A.
De Vaste Bijdrage zoals gedefinieerd in Bijlage 1.
De wettelijke verplichtingen als bedoeld in artikel 2.1.
1.2 Geen bepaling in deze Overeenkomst zal ten nadele van een van de Partijen worden uitgelegd uitsluitend vanwege het feit dat die Partij verantwoordelijk was voor het opstellen van de betreffende bepaling.
1.3 Een verwijzing in deze Overeenkomst naar een artikel is een verwijzing naar een artikel van deze Overeenkomst, tenzij uit de context anders blijkt.
1.4 De Bijlagen maken deel uit van deze Overeenkomst.
1.5 In deze Overeenkomst verwijst iedere expliciete of impliciete verwijzing naar wetgeving tevens naar wetgeving zoals voor of na de datum van deze Overeenkomst gewijzigd, uitgebreid of toegepast door of op grond van andere wetgeving.
1.6 De titels in deze Overeenkomst dienen slechts ter identificatie en zijn niet van invloed op de uitleg van deze Overeenkomst.
1.7 Begrippen in enkelvoud hebben dezelfde betekenis in meervoud en vice versa.
2.1 Door middel van de Afvalbeheerstructuur voldoen Producenten collectief aan hun verplichtingen tot:
2.1.1 het in artikel 6 van de Regeling AEEA bepaalde met betrekking tot de mogelijkheid voor Producenten om innamesystemen voor AEEA van particuliere huishoudens in te voeren en te exploiteren mits deze systemen in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de AEEA Richtlijn;
2.1.2 het in artikel 7 van de Regeling AEEA bepaalde met betrekking tot het kunnen weigeren van de inzameling en het achterlaten, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5 van de Regeling AEEA, indien de AEEA bij gebruik is verontreinigd en daardoor een risico voor de gezondheid of veiligheid oplevert voor medewerkers van degene die inneemt;
2.1.3 het in artikel 8 van de Regeling AEEA bepaalde met betrekking tot gescheiden inzameling van AEEA, niet zijnde AEEA van particuliere huishoudens;
2.1.4 het in artikel 9 van de Regeling AEEA bepaalde ten aanzien van de gescheiden inzameling van AEEA en het vervoer van die gescheiden ingezamelde AEEA;
2.1.5 het in artikel 10 sub c van de Regeling AEEA ten aanzien van de inzameling van AEEA bepaalde;
2.1.6 een passende financiële regeling voor de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieu hygiënisch verantwoorde verwijdering van AEEA;
2.1.7 et doen van verslag aan de bevoegde Minister van de met de Afvalbeheerstructuur behaalde verwerkingsresultaten ten behoeve van de Wettelijke Verplichtingen, waaronder mede wordt begrepen het doen plaatsvinden van de registratie, informatieverstrekking en rapportage conform artikel 19 van de Regeling AEEA, al dan niet door verstrekking van de noodzakelijke informatie aan het Register als bedoeld in artikel 18 van de Regeling AEEA.
2.2 De Afvalbeheerstructuur bestaat daartoe uit:
2.2.1 een landelijk dekkend systeem van gescheiden inzameling van AEEA, zonder dat systeem te beperken tot de gebieden waar de inzameling en het beheer van afval het winstgevendst is. Voornoemd systeem van gescheiden inzameling is het gehele jaar op passende wijze beschikbaar en stelt degene die zich van AEEA wil ontdoen in staat om de AEEA kosteloos bij het innamesysteem in te leveren;
2.2.2 sortering van ingezameld AEEA;
2.2.3 passende verwerking van AEEA in verband met nuttige toepassing en product- en materiaalhergebruik van AEEA en met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Regeling AEEA;
2.2.4 monitoring van de inzameling, nuttige toepassing en materiaalhergebruik van AEEA;
2.2.5 rapportage- en meldingsverplichtingen;
2.2.6 verstrekking van gegevens aan verwerkers;
2.2.7 inning van de Afvalbeheerbijdrage ter bekostiging van het opzetten, in stand houden en uitvoeren van de Afvalbeheerstructuur;
2.2.8 handhaving van de Afvalbeheerstructuur ten behoeve van de effectiviteit van de structuur en ter voorkoming van free rider gedrag. In dat kader is voorzien in een adequaat mechanisme voor zelfbeheer, ondersteund door regelmatige onafhankelijke controles voor de beoordeling van het financiële beheer en de kwaliteit van de gegevens ten behoeve van rapportages, meldingen en monitoring;
2.2.9 voorlichting met betrekking tot de Afvalbeheerstructuur en de met de Afvalbeheerstructuur te behalen milieudoelstellingen, waaronder het aanbieden van een website waarop de werking van de Afvalbeheerstructuur en de rol van de bij de Afvalbeheerstructuur betrokken partijen wordt toegelicht;
2.2.10 onderzoek en andere activiteiten ten behoeve van de uitvoering van de Regeling AEEA en de AEEA Richtlijn;
2.3 De Afvalbeheerstructuur ziet op AEEA, ongeacht of deze in huishoudelijke of bedrijfsafvalstromen voorkomen.
2.4 Producenten verstrekken aan Stichting OPEN de informatie als bedoeld in artikel 16 lid 1 en 2 van de Regeling AEEA, op een door Stichting OPEN voorgeschreven wijze en binnen de daartoe in de Regeling AEEA genoemde termijn. De informatie, bedoeld in de vorige volzin, wordt door Stichting OPEN in de vorm van handboeken of via elektronische media verstrekt aan inrichtingen als bedoeld in artikel 16 lid 3 van de Regeling AEEA.
2.5 Deze Overeenkomst voorziet in de financiële basis voor het opzetten, in stand houden en uitvoeren van de Afvalbeheerstructuur.
2.6 Producenten nemen deel aan de Afvalbeheerstructuur en sluiten zich daartoe aan bij Stichting OPEN. Aansluiting bij Stichting OPEN geschiedt via een schriftelijke melding aan Stichting OPEN conform daartoe door Stichting OPEN te stellen regels.
2.7 Stichting OPEN voldoet door middel van de Afvalbeheerstructuur, in plaats van de bij haar aangesloten Producenten, collectief aan de op individuele Producenten rustende Wettelijke Verplichtingen.
2.8 Stichting OPEN kan de uitvoering van de Afvalbeheerstructuur geheel of gedeeltelijk opdragen aan een of meer, door Stichting OPEN aangewezen, Beheerorganisaties.
2.9 Stichting OPEN kan ter uitwerking van de Overeenkomst nadere regels stellen in door hem op te stellen beleid.
2.10 Voor de duur van de huidige algemeenverbindendverklaring die uit hoofde van artikel 15.36 Wet milieubeheer voor de productcategorie 3 Lampen als bedoeld in bijlage III van de AEEA Richtlijn is verleend, zal de Afvalbeheerstructuur geen betrekking hebben op AEEA als bedoeld in voornoemde productcategorie.
3.1 De Afvalbeheerbijdrage die de Producenten moeten afdragen aan Stichting OPEN is gebaseerd op de volgende componenten:
(a) Operationele Kosten;
(b) Systeemkosten; en,
(c) Vaste Bijdrage.
3.2 Stichting OPEN stelt de hoogte van de Afvalbeheerbijdrage voor de Producenten bindend vast aan de hand van de in Bijlage 1 (Berekening Afvalbeheerbijdrage) opgenomen formules.
3.3 Indien onderzoeken daartoe aanleiding geven, kan de wijze van berekening van de Afvalbeheerbijdrage zoals beschreven in dit artikel 3 en de Bijlage 1 door de Belangenbehartigers en Stichting OPEN gezamenlijk worden aangepast.
3.4 Voor de duur van de huidige algemeenverbindendverklaring die uit hoofde van artikel 15.36 Wet milieubeheer voor de productcategorie 3 Lampen als bedoeld in bijlage III van de AEEA Richtlijn is verleend, zullen Producenten voor EEA in voornoemde productcategorie geen Afvalbeheerbijdrage aan Stichting OPEN verschuldigd zijn.
4.1 Producenten zijn een Afvalbeheerbijdrage verschuldigd over hun op de markt gebrachte EEA per kalenderjaar.
4.2 Producenten dragen de door hen verschuldigde Afvalbeheerbijdrage af aan Stichting OPEN.
4.3 De voorwaarden voor betaling van de Afvalbeheerbijdrage zijn neergelegd in de Betalingsvoorwaarden.
4.4 Op alle betalingen aan Stichting OPEN genoemd in deze Overeenkomst zijn de Betalingsvoorwaarden (Bijlage 2) van toepassing.
4.5 Op door Stichting OPEN opgelegde boetes is, in afwijking van hetgeen bepaald in artikellid 4.4, het Boetereglement van toepassing.
5.1 Producenten verstrekken aan Stichting OPEN en de Beheerorganisatie(s) de door hen opgevraagde informatie die nodig is voor realisatie en uitvoering van deze Overeenkomst of de Afvalbeheerstructuur binnen de gestelde termijn.
5.2 Stichting OPEN heeft te allen tijde het recht de juistheid en volledigheid van de verstrekte informatie te laten controleren, en kan daarbij gebruik maken van externe en onafhankelijke adviseurs, zoals accountants. Producenten zijn gehouden de daartoe door Stichting OPEN aangewezen personen toe te laten tot hun bedrijf en administratie, en alle in het kader van de controle op de juiste afdracht van de Afvalbeheerbijdrage verzochte informatie binnen de gestelde termijn te verstrekken.
5.3 Producenten hebben een meldingsplicht bij Stichting OPEN ter uitvoering van artikel 2.6.
5.4 Alle aangemelde Producenten die over een bepaald kalenderjaar de Afvalbeheerbijdrage zijn verschuldigd, worden vermeld op de website van Stichting OPEN, met uitzondering van eenmanszaken. Per kalenderjaar zal een overzicht worden gepubliceerd met daarin de bedrijfsnamen van de Producenten en, indien van toepassing, KvK-nummers, evenals eventuele regelingen of brancheafspraken waarvan in het betreffende kalenderjaar gebruik wordt gemaakt. Indien sprake is van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting, kan in overleg met Stichting OPEN worden overeengekomen dat slechts een deel van de binnen die fiscale eenheid voor de omzetbelasting vallende bedrijfsnamen en KvK-nummers wordt vermeld.
5.5 Indien een Producent de verplichting onder 5.1 niet nakomt, kan Stichting OPEN een forfaitaire Afvalbeheerbijdrage opleggen, die zoveel mogelijk wordt vastgesteld aan de hand van in het verleden door de betreffende Producent opgegeven informatie.
5.6 De Producent verschaft Stichting OPEN en/of de Beheerorganisatie op diens verzoek alle redelijkerwijs noodzakelijke informatie en zal alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking verlenen die vereist is in verband met de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst of de Afvalbeheerstructuur.
6.1 Indien een Producent de hem opgelegde Afvalbeheerbijdrage niet voldoet of niet voldoet aan de verplichtingen neergelegd in de artikelen 4 en 5, zoals nader uitgewerkt in de Bijlage Berekening Afvalbeheerbijdrage (Bijlage 1) en de Betalingsvoorwaarden (Bijlage 2), kan Stichting OPEN hem door middel van een schriftelijke mededeling alsnog manen zijn verplichtingen binnen een daarin opgenomen redelijke termijn na te komen. Ingeval de Producent zijn verplichtingen binnen die gestelde termijn niet nakomt, kan Stichting OPEN hem een boete opleggen volgens het Boetereglement (Bijlage 3).
6.2 Voortdurende of herhaalde niet-nakoming van de Overeenkomst kan leiden tot uitsluiting van aansluiting bij Stichting OPEN. Stichting OPEN voldoet dan niet langer collectief aan de op grond van de Regeling AEEA op de betreffende Producent rustende verplichtingen. Deze Producent kan dan worden onderworpen aan handhaving conform het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer of deze Overeenkomst, dan wel dient deze Producent ontheffing van de algemeenverbindendverklaring aan te vragen bij de bevoegde Minister teneinde individueel te voldoen aan de Regeling AEEA.
7.1 Stichting OPEN, de Beheerorganisatie(s) en alle personen zoals bedoeld in artikellid 5.2, zijn gehouden om alle aan hen op basis van of in verband met de Overeenkomst verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie vertrouwelijk te behandelen.
7.2 Stichting OPEN en de Beheerorganisatie(s) zien erop toe dat bestuursleden van Stichting OPEN en/of de Beheerorganisaties en andere bij hen betrokken personen die werkzaam zijn voor of benoemd zijn door individuele Producenten, geen inzage krijgen in gegevens die inzicht verschaffen in de door individuele Producenten op de markt gebrachte volumes EEA.
7.3 Het bepaalde in artikellid 7.1 geldt niet voor Stichting OPEN en de Beheerorganisaties ten aanzien van:
7.3.1 de uitwisseling van gegevens tussen Stichting OPEN en de Beheerorganisatie(s) voor zover deze noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de Overeenkomst;
7.3.2 gebruik van of openbaarmaking aan onder andere de Inspectie Leefomgeving en Transport en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat van aan Stichting OPEN en de Beheerorganisatie(s) op basis van of in verband met de Overeenkomst verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie ten behoeve van het waarborgen van de naleving van de Overeenkomst en de Regeling AEEA;
7.3.3 openbaarmaking van aan Stichting OPEN en de Beheerorganisatie(s) op basis van of in verband met de Overeenkomst verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie aan de rechter, een scheidsgerecht of mediator in een procedure in verband met de Overeenkomst;
7.3.4 gebruik of openbaarmaking van aan Stichting OPEN en de Beheerorganisatie(s) op basis van of in verband met de Overeenkomst verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie waartoe Stichting OPEN of een Beheerorganisatie verplicht is op grond van de wet of een uitspraak van de rechter of een ander bevoegd overheidsorgaan.
7.4 Artikellid 7.1 geldt niet voor de in artikellid 5.2 bedoelde personen ten aanzien van de in artikellid 7.3.1 en 7.3.4 genoemde gevallen.
7.5 Producenten wisselen onderling geen informatie uit over individuele opgaven of andere concurrentiegevoelige onderwerpen.
8.1 De looptijd van de Overeenkomst is tien jaar. De looptijd van de Overeenkomst zal, inclusief eventuele wijzigingen, worden verlengd op het moment dat opnieuw een algemeenverbindendverklaring van deze Overeenkomst wordt aangevraagd en van kracht wordt.
8.2 De Overeenkomst treedt slechts in werking indien een besluit tot algemeenverbindendverklaring van deze Overeenkomst van kracht wordt.
8.3 De Overeenkomst treedt in werking op de dag dat het besluit aangeduid in artikellid 8.2 van kracht wordt.
8.4 De Overeenkomst eindigt voortijdig indien geen besluit tot algemeenverbindendverklaring van de Overeenkomst van kracht is.
8.5 Stichting OPEN heeft het recht de Overeenkomst eenzijdig te beëindigen indien zij vaststelt dat niet langer sprake is van een collectieve Afvalbeheerstructuur omdat bepaalde AEEA daaraan (deels) onttrokken worden.
8.6 Indien de Overeenkomst eindigt of wordt beëindigd als bedoeld in artikelleden 8.4 of 8.5 vangt een overgangsfase aan waarin Stichting OPEN voor zover mogelijk tot afwikkeling zal overgaan. Gedurende deze overgangsfase, blijven de artikelen 5 (met uitzondering van artikellid 5.3), 6, 7, 8, 9 en 11 en de Bijlagen bij de Overeenkomst van kracht. Artikel 7 blijft ook na deze overgangsfase van kracht.
9.1 Deze Overeenkomst is uitsluitend onderworpen aan Nederlands recht.
10.1 Alle geschillen die in verband met deze Overeenkomst ontstaan, geschillen over het bestaan en de geldigheid daarvan daaronder begrepen, zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in ’s-Gravenhage, tenzij tussen de betrokken partijen alsnog arbitrage of mediation is overeengekomen. Indien een geschil door middel van mediation niet tot een voor de betrokken partijen acceptabele oplossing gebracht wordt, zal het geschil alsnog door middel van arbitrage of door de bevoegde rechter in ’s-Gravenhage beslecht worden.
11.1 Rechten of verplichtingen of de rechtsverhouding uit deze Overeenkomst kunnen alleen met voorafgaande schriftelijke toestemming van Stichting OPEN worden overgedragen aan respectievelijk worden overgenomen door een derde. Stichting OPEN kan aan dergelijke toestemming voorwaarden verbinden.
12.1 Is of wordt deze Overeenkomst gedeeltelijk ongeldig of onverbindend, dan blijven de Partijen en Producenten aan het overblijvende gedeelte gebonden. De Belangenbehartigers en Stichting OPEN zullen het ongeldige of onverbindende gedeelte vervangen door bedingen die wel geldig en verbindend zijn en waarvan de rechtsgevolgen, gelet op de inhoud en strekking van deze Overeenkomst, zo veel mogelijk overeenstemmen met die van het ongeldige of onverbindende gedeelte.
12.2 De Bijlagen bij deze Overeenkomst maken daarvan deel uit.
12.3 Deze Overeenkomst kan alleen worden gewijzigd of aangevuld met voorafgaande schriftelijke instemming van de Belangenbehartigers en Stichting OPEN.
12.4 Indien wijziging van enig onderdeel van deze Overeenkomst:
12.4.1 moet plaatsvinden vanwege een wetswijziging, wijziging van de Regeling AEEA daaronder begrepen, of ander overheidsingrijpen; of,
12.4.2 gewenst is als gevolg van onderzoeken of andere activiteiten binnen de Afvalbeheerstructuur;
zijn de Belangenbehartigers en Stichting OPEN gehouden te goeder trouw met elkaar te onderhandelen teneinde een resultaat te bereiken dat zoveel mogelijk aansluit bij hetgeen de Belangenbehartigers en Stichting OPEN met deze Overeenkomst hebben beoogd, met inachtneming van de gewijzigde omstandigheden zoals benoemd in dit artikellid onder artikel 12.4.1 en 12.4.2.
12.5 Een wijziging van deze Overeenkomst als bedoeld in dit artikel 12 treedt in werking op de dag dat het besluit tot algemeenverbindendverklaring (eventueel, indien mogelijk, via een versnelde procedure) van de betreffende wijziging van kracht wordt.
OVEREENGEKOMEN EN ONDERTEKEND DOOR:
Stichting Witgoed
Stichting Belangen A/V Producenten en Importeurs
Stichting ICT Milieu
Stichting Metalektro Recycling
Stichting Verw. Elektrische Gereedschappen
Stichting Lightrec Nederland
Stichting Zonne-energie Recycling Nederland
Stichting OPEN
Op grond van artikel 3 van de Overeenkomst hanteert Stichting OPEN de volgende wijze van berekening van de Afvalbeheerbijdrage. In deze Bijlage gebruikte termen die met een hoofdletter zijn geschreven, hebben de betekenis zoals opgenomen in artikel 1.1 van de Overeenkomst, tenzij expliciet anders aangegeven.
1.1 Stichting OPEN stelt periodiek de tarieven en bedragen voor de Afvalbeheerbijdrage vast.
1.2 Op grond van artikel 3 van de Overeenkomst, is het tarief dat Stichting OPEN vaststelt per soort EEA (het Tarief), een optelsom van het tarief voor Operationele Kosten van die soort EEA (Tarief OK) en het tarief voor de Systeemkosten dat aan die soort EEA wordt toegerekend (Tarief Systeemkosten). Bij elk Tarief stelt Stichting OPEN de tariefgrondslag vast, zijnde het aantal stuks EEA of een gewichtshoeveelheid EEA (de Tariefgrondslag).
1.3 De Operationele Kosten hebben betrekking op:
1.3.1 vergoedingen aan derden, waaronder gemeenten;
1.3.2 inzameling en sortering;
1.3.3 transport (inclusief inzamelmiddelen);
1.3.4 1verwerking, na aftrek van eventuele opbrengsten; en,
1.3.5 overige operationele activiteiten.
1.4 De Systeemkosten hebben betrekking op:
1.4.1 personeel en organisatie;
1.4.2 communicatie;
1.4.3 onderzoek;
1.4.4 controles en audits;
1.4.5 vorming van een passende risico- en continuïteitsvoorziening;
1.4.6 vorming van een waarborgfonds; en,
1.4.7 rapportage en verantwoording.
1.5 De Afvalbeheerbijdrage kan mede gebaseerd worden op een vast bedrag per Producent ter dekking van bepaalde vaste kosten die niet in de Operationele Kosten en de Systeemkosten zijn begrepen (de Vaste Bijdrage), zoals de bijdrage aan het Nationaal (W)EEE Register.
1.6 Het Tarief OK en het Tarief Systeemkosten worden aan de hand van de volgende formules vastgesteld.
1.6.1 Voor de Operationele Kosten wordt een Tarief per soort EEA vastgesteld als volgt: Tarief OK voor een soort EEA = begrote totale Operationele Kosten voor die soort EEA in een kalenderjaar gedeeld door – afhankelijk van de Tariefgrondslag – het geschatte totale aantal stuks of de totale gewichtshoeveelheid van die soort EEA die in Nederland in dat kalenderjaar op de markt wordt gebracht;
1.6.2 Voor de Systeemkosten wordt een Tarief per soort EEA vastgesteld als volgt: Tarief Systeemkosten voor een soort EEA = begrote totale Systeemkosten voor die soort EEA in een kalenderjaar gedeeld door – afhankelijk van de Tariefgrondslag – het geschatte totale aantal stuks of de totale gewichtshoeveelheid van die soort EEA die in Nederland in dat kalenderjaar op de markt wordt gebracht.
1.7 Bij de vaststelling van het Tarief voor een bepaald soort EEA worden begrote Operationele Kosten en Systeemkosten betrokken die betrekking hebben op de desbetreffende soort EEA in het afvalstadium. Indien bepaalde Operationele Kosten of Systeemkosten voor rekening van meer soorten EEA behoren te komen worden door Stichting OPEN verdeelsleutels vastgesteld om te komen tot een redelijke toerekening van die kosten aan elke betrokken soort EEA.
1.8 Met het oog op de Wettelijke Verplichtingen kan Stichting OPEN bij de vaststelling van Tarieven een nadere differentiatie toepassen – in afwijking van het bepaalde in artikellid 1.6 en artikellid 2.1 – rekening houdend met onder meer duurzaamheid, de beoogde vorm van nuttige toepassing en de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. Waar mogelijk dient aansluiting te worden gezocht bij toegepaste systemen in andere lidstaten van de Europese Unie.
1.9 Stichting OPEN streeft niet naar vermogensvorming. Er zal echter jaarlijks een tekort of een overschot ontstaan, als gevolg van het verschil tussen de in een kalenderjaar daadwerkelijk gemaakte Operationele Kosten en Systeemkosten enerzijds en de in hetzelfde kalenderjaar ontvangen Afvalbeheerbijdrage zoals geheven van Producenten. Voor zover mogelijk, worden tekorten of overschotten verrekend met overschotten of tekorten over voorgaande jaren.
1.10 Indien een tekort niet verrekend kan worden met overschotten over voorgaande jaren, ontstaat er een vordering. Na vaststelling van het tekort, kan Stichting OPEN deze vordering op een nader door Stichting OPEN te bepalen wijze verrekenen met en verdisconteren in het op grond van artikellid 1.6 vast te stellen Tarief.
1.11 Indien een overschot niet verrekend kan worden met tekorten over voorgaande jaren, ontstaat er een schuld. Na vaststelling van het overschot, is Stichting OPEN verplicht deze schuld zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk doch uiterlijk verdeeld over de eerstvolgende drie kalenderjaren te verrekenen met en te verdisconteren in het op grond van artikellid 1.6 vast te stellen Tarief.
1.12 Indien de algemeenverbindendverklaring van de Overeenkomst is vervallen en er tussen Partijen geen opvolgende, vergelijkbare overeenkomst in werking treedt, worden de openstaande vorderingen geïnd en de openstaande schulden terugbetaald. Vorderingen en schulden worden geïnd en terugbetaald naar rato van de gemiddeld over de laatste drie kalenderjaren van de algemeenverbindendverklaring verschuldigde Afvalbeheerbijdrage per individuele Producent voor zover deze is gebaseerd op het op grond van artikellid 1.6 vastgestelde Tarief.
1.13 Ten behoeve van de opbouw van een risico- en continuïteitsvoorziening als bedoeld in artikellid 1.4.5 alsmede een voorziening voor afwikkelingskosten gedurende de periode als bedoeld in artikellid 8.6 van de Overeenkomst, geldt dat deze voorzieningen gezamenlijk niet meer zullen bedragen dan 1,5 keer de voor een kalenderjaar begrote Operationele Kosten.
2.1 De door een individuele Producent verschuldigde Afvalbeheerbijdrage wordt als volgt berekend. De verschuldigde Afvalbeheerbijdrage per Producent is een optelsom van de volgende componenten:
2.1.1 per soort EEA van die Producent, de Tariefgrondslag van de individuele Producent in een kalenderjaar vermenigvuldigd met het vastgestelde Tarief OK;
2.1.2 per soort EEA van die Producent, de Tariefgrondslag van de individuele Producent in een kalenderjaar vermenigvuldigd met het vastgestelde Tarief Systeemkosten; en,
2.1.3 de Vaste Bijdrage, indien vastgesteld door Stichting OPEN.
2.2 Indien toepassing wordt gegeven aan artikelleden 1.8 tot en met 1.12, wordt ten behoeve van de toepassing van artikellid 2.1 gerekend met de overeenkomstig het betreffende artikellid aangepaste Tarieven.
2.3 Indien toepassing is gegeven aan artikellid 3.1 van de Betalingsvoorwaarden (Bijlage 2) wordt bij de vaststelling van de Afvalbeheerbijdrage per Producent over de EEA van die Producten onder de toegepaste ondergrens – al dan niet per soort EEA -geheel of gedeeltelijk geen bijdrage berekend.
2.4 Stichting OPEN kan in zijn beleid rekening houden met een teruggave van de Afvalbeheerbijdrage voor onder meer export. Stichting OPEN kan bij de vaststelling van een Afvalbeheerbijdrage voor een soort EEA rekening houden met bijdragen van derden. Stichting OPEN kan in regelingen, in brancheafspraken en in maatwerkovereenkomsten, en in onderlinge afstemming met (vertegenwoordigers van) de betrokken Producenten, voorzien in een verlegging van de bijdrageplicht en voorzien in een additionele heffing van Producenten die in de aan de algemeenverbindendverklaring van de Overeenkomst voorafgaande jaren onvoldoende hebben bijgedragen aan het behalen van de op de Producent rustende Wettelijke Verplichtingen. Het in dit artikellid bepaalde geldt alleen voor zover de belangen van een gelijk speelveld, evenredige bijdrages in de kosten van de Afvalbeheerstructuur en de nauwkeurigheid van de informatieverstrekking daaraan niet redelijkerwijs in de weg staan.
Deze betalingsvoorwaarden zijn een Bijlage bij artikel 4 van Overeenkomst. In deze Bijlage gebruikte termen die met een hoofdletter zijn geschreven, hebben de betekenis die daaraan is toegekend in artikel 1.1 van de Overeenkomst, tenzij expliciet anders aangegeven.
1.1 Producenten zijn de Afvalbeheerbijdrage verschuldigd over hun in Nederland op de markt gebrachte EEA per kalenderjaar.
1.2 Onder Producent wordt, indien een Producent behoort tot een fiscale eenheid voor de omzetbelasting, tevens verstaan alle Producenten die tot die fiscale eenheid voor de omzetbelasting behoren. Dit brengt met zich dat:
(a) de totale op de markt gebrachte EEA op jaarbasis van de gehele fiscale eenheid voor de omzetbelasting de basis vormt voor de af te dragen Afvalbeheerbijdrage;
(b) iedere Producent die tot een fiscale eenheid voor de omzetbelasting behoort, verplicht is namens de gehele fiscale eenheid te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Overeenkomst, tenzij reeds aan deze verplichting is voldaan door een andere Producent die tot dezelfde fiscale eenheid behoort.
1.3 Stichting OPEN kan, op gezamenlijk verzoek van twee of meer Producenten die niet tot een fiscale eenheid maar wel tot een concern behoren, besluiten deze Producenten te behandelen overeenkomstig het vorige artikellid. Stichting OPEN kan tevens besluiten om twee of meer Producenten, bij het vaststellen door Stichting OPEN of aan de voorwaarden van een fiscale eenheid (zoals vastgelegd in de Wet op de omzetbelasting) is voldaan, te behandelen overeenkomstig het vorige artikellid ondanks de afwezigheid van een in dat kader door de Belastingdienst afgegeven beschikking.
2.1 Het tijdvak waarover de Afvalbeheerbijdrage moet worden betaald is het kalenderjaar.
2.2 Een Afvalbeheerbijdrage is verschuldigd vanaf inwerkingtreding van de Overeenkomst.
3.1 Stichting OPEN kan een nader te bepalen ondergrens instellen op grond waarvan Producenten al dan niet per soort EEA geheel of gedeeltelijk vrijgesteld kunnen worden van de verplichting tot het voldoen van de Afvalbeheerbijdrage.
4.1 Producenten doen jaarlijks uiterlijk 1 april na afloop van een kalenderjaar bij Stichting OPEN opgave van de gewichtshoeveelheid en het aantal stuks op de markt gebrachte EEA in dat laatst verstreken kalenderjaar (de Opgave).
4.2 De Opgave vindt plaats op een door Stichting OPEN op te geven wijze.
4.3 Stichting OPEN kan een Producent verzoeken een inschatting op te geven van de gewichtshoeveelheid EEA en het aantal op de markt te brengen EEA over het lopende of het aankomende kalenderjaar, indien:
(a) Stichting OPEN verwacht dat de gewichtshoeveelheid EEA en/of het aantal stuks EEA van een Producent over het lopende of aankomende kalenderjaar significant zal afwijken van de laatste Opgave van de Producent; of,
(b) de Producent een nader in beleid vast te stellen minimum gewichtshoeveelheid EEA en/of aantal stuks EEA in het voorgaande kalenderjaar op de markt heeft gebracht.
De Producent dient de in dit artikellid bedoelde inschatting uiterlijk 1 oktober in bij Stichting OPEN op een door Stichting OPEN aan te geven wijze.
5.1 Producenten zijn aan Stichting Open een voorschot op de Afvalbeheerbijdrage verschuldigd (een Voorschotbedrag). Stichting OPEN bepaalt een Voorschotbedrag op basis van (i) de laatste Opgave van de Producent en (ii) de tarieven en bedragen die voor de Afvalbeheerbijdrage zijn vastgesteld uit hoofde van artikel 3 en Bijlage 1 van de Overeenkomst.
5.2 Betaling van een Voorschotbedrag geschiedt in door Stichting OPEN vast te stellen termijnen (de Voorschotbetalingen). Betaling van een Voorschotbedrag moet uiterlijk 30 kalenderdagen na factuurdatum voldaan zijn.
5.3 Indien uit de inschatting als bedoeld in artikel 4.3 een significante afwijking van de laatste Opgave van de Producent blijkt, wordt een Voorschotbedrag van de Producent door Stichting OPEN vastgesteld met inachtneming van die significante afwijking.
5.4 Producenten die voor het eerst over een kalenderjaar een Afvalbeheerbijdrage moeten betalen, doen opgave van de met betrekking tot de in het kalenderjaar geschatte gewichtshoeveelheid en aantal stuks op de markt te brengen EEA (de Eerste Opgave). In afwijking van het bepaalde in de laatste volzin van artikel 5.1 wordt een Voorschotbedrag voor Producenten als bedoeld in de eerste volzin van dit artikellid bepaald op basis van de Eerste Opgave.
5.5 Stichting OPEN kan toestemming geven Voorschotbetalingen te doen ter grootte van een ander bedrag en kan tevens de hoogte van een Voorschotbedrag aanpassen.
6.1 De Afvalbeheerbijdrage die een Producent verschuldigd is over een kalenderjaar als bedoeld in artikel 4.1 van de Overeenkomst wordt na afloop van dat kalenderjaar vastgesteld op basis van (i) de Opgave van de Producent over dat kalenderjaar en (ii) de tarieven en bedragen die voor de Afvalbeheerbijdrage van het desbetreffende kalenderjaar zijn vastgesteld uit hoofde van artikel 3 en Bijlage 1 van de Overeenkomst.
6.2 Indien de definitieve Afvalbeheerbijdrage over een kalenderjaar het totaal van de door de Producent voldane Voorschotbetalingen met betrekking tot dat kalenderjaar overschrijdt, voldoet de betreffende Producent het verschil tussen het totaal van de reeds voldane Voorschotbetalingen en de definitieve Afvalbeheerbijdrage aan Stichting OPEN. Deze betaling moet uiterlijk 30 kalenderdagen na factuurdatum voldaan zijn.
6.3 Indien de definitieve Afvalbeheerbijdrage over een kalenderjaar lager is dan het totaal van de door de Producent voldane Voorschotbetalingen met betrekking tot dat kalenderjaar, stort Stichting OPEN binnen een redelijke termijn het teveel betaalde terug naar de betreffende Producent.
6.4 Stichting OPEN kan een Opgave tot vijf jaar na het moment waarop deze Opgave is gedaan, op juistheid en volledigheid (laten) controleren en, indien deze controle daartoe aanleiding geeft, een naheffing opleggen, conform een door Stichting OPEN opgesteld controleprotocol, tenzij anders door Stichting OPEN aangegeven.
7.1 Indien een Voorschotbetaling als bedoeld in artikel 5 of een betaling als bedoeld in artikel 6 niet tijdig is voldaan, zal Stichting OPEN schriftelijk een redelijke termijn bieden aan de Producent om alsnog tot betaling over te gaan. Na het verlopen van deze redelijke termijn kan Stichting OPEN de vordering overdragen aan een incassobureau en/of gerechtelijke stappen ondernemen. Dit alles laat onverlet de mogelijkheid voor Stichting OPEN om boetes op te leggen overeenkomstig het Boetereglement (Bijlage 3).
7.2 Stichting OPEN kan aan een Producent uitstel van betaling verlenen, indien een Producent Stichting OPEN daar schriftelijk om verzoekt.
8.1 Alle kosten die Stichting OPEN in of buiten rechte moet maken met betrekking tot de invordering van de door een Producent verschuldigde en niet tijdig betaalde Afvalbeheerbijdrage, waaronder begrepen de Voorschotbetalingen, komen voor rekening van de betreffende Producent.
8.2 De door de betreffende Producent te betalen vergoeding voor de in artikellid 8.1 bedoelde kosten, voor zover deze invordering buiten rechte betreffen, wordt vastgesteld op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
9.1 Voor door Stichting OPEN opgelegde boetes gelden andere betalingstermijnen dan in deze Bijlage opgenomen. De betalingstermijnen ten aanzien van boetes zijn opgenomen in het Boetereglement (Bijlage 3).
10.1 Een Producent kan binnen vier weken na de Opgave, of na een naheffing als bedoeld in artikellid 6.4, schriftelijk bezwaar indienen tegen de door hem op basis van die Opgave verschuldigde Afvalbeheerbijdrage bij Stichting OPEN. Stichting OPEN zal binnen een redelijke termijn beslissen op het schriftelijke bezwaar van de Producent.
10.2 Het aantekenen van bezwaar tegen een opgelegde Afvalbeheerbijdrage ontslaat een Producent niet van de verplichtingen zoals vastgelegd in deze Bijlage.
11.1 Stichting OPEN heeft te allen tijde het recht de in deze Bijlage opgenomen Betalingsvoorwaarden te wijzigen.
11.2 Van een wijziging als voorzien in artikellid 11.1, doet Stichting OPEN tijdig mededeling.
Dit Boetereglement is een Bijlage bij artikel 6 van de Overeenkomst. In deze Bijlage gebruikte termen die met een hoofdletter zijn geschreven, hebben de betekenis die daaraan is toegekend in artikel 1.1 van de Overeenkomst, tenzij expliciet anders is aangegeven. Op grond van dit Boetereglement kan Stichting OPEN boetes opleggen aan Producenten die niet hebben voldaan aan de verplichtingen zoals vastgesteld in de artikelen 4 en 5 van Overeenkomst, zoals uitgewerkt in de Betalingsvoorwaarden (Bijlage 2) en de Berekening Afvalbeheerbijdrage (Bijlage 1).
1.1. Indien een Producent zijn verplichtingen op grond van de artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst, de Betalingsvoorwaarden en de Berekening Afvalbeheerbijdrage niet, niet tijdig of niet geheel nakomt, kan Stichting OPEN de betreffende Producent aanmanen, waarbij hem een redelijke termijn wordt gegund om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.
1.2. De redelijke termijn die een Producent geboden wordt conform artikel 7.1 van de Betalingsvoorwaarden ten aanzien van de verplichting tot het voldoen van betalingen op grond van de artikelen 5 en 6 van de Betalingsvoorwaarden, geldt als aanmaning als bedoeld in artikel 1.1.
1.3. Indien een Producent binnen de hem gestelde redelijke termijn als bedoeld in artikel 1.1 niet alsnog aan de op hem rustende verplichtingen van de artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst en de Betalingsvoorwaarden heeft voldaan, is de betreffende Producent een verzuimboete verschuldigd (de Verzuimboete), die Stichting OPEN met inachtneming van artikel 2 door middel van een factuur in rekening kan brengen bij de betreffende Producent (de Eerste Verzuimboete Factuur).
2.1 De Verzuimboete bedraagt maximaal 10% van de Afvalbeheerbijdrage die de betreffende Producent in het jaar waarop het verzuim ziet, verschuldigd is, met een minimum van EUR 500 en een maximum van EUR 10.000.
2.2 Stichting OPEN kan van de minimum- en maximum Verzuimboete als bedoeld in artikel 2.1 afwijken al naar gelang de ernst van het verzuim.
2.3 Indien Stichting OPEN de Afvalbeheerbijdrage die een Producent verschuldigd is niet kan bepalen op basis van een recente en correcte opgave die de Producent op grond van de Betalingsvoorwaarden (Bijlage 2) aan Stichting OPEN dient te verstrekken, bepaalt Stichting OPEN de Afvalbeheerbijdrage op basis van de door Stichting OPEN geschatte gewichtshoeveelheid en het aantal op de markt te brengen EEA per kalenderjaar van de betreffende Producent.
3.1 Indien Stichting OPEN constateert dat een Producent wegens opzet of grove schuld van de zijde van de betreffende Producent, niet, niet tijdig of niet geheel aan zijn verplichtingen op grond van de artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst en de Betalingsvoorwaarden heeft voldaan, is die Producent een vergrijpboete verschuldigd (de Vergrijpboete).
3.2 De hoogte van de Vergrijpboete wordt vastgesteld op maximaal 100% van de Afvalbeheerbijdrage die de betreffende Producent over het kalenderjaar waarin de overtreding heeft plaatsgevonden, verschuldigd zou zijn.
3.3 Stichting OPEN stelt de Vergrijpboete vast en brengt deze door middel van een factuur in rekening (de Eerste Vergrijpboete Factuur). Voordat Stichting OPEN overgaat tot het in rekening brengen van de Vergrijpboete, stelt Stichting OPEN de betreffende Producent op de hoogte van het voornemen een Vergrijpboete in rekening te brengen. De betreffende Producent wordt hierbij in de gelegenheid gesteld om binnen veertien kalenderdagen na dagtekening van het bericht van Stichting OPEN schriftelijk op het voornemen te reageren.
3.4 Indien Stichting OPEN de Afvalbeheerbijdrage die een Producent verschuldigd zou zijn niet kan bepalen op basis van een recente en correcte opgave door de betreffende Producent, bepaalt Stichting OPEN deze op basis van door Stichting OPEN geschatte gewichtshoeveelheid en/of het aantal op de markt gebrachte EEA van de Producent.
3.5 Een Vergrijpboete kan tevens worden opgelegd aan degene die wegens opzet of grove schuld een incorrect verzoek tot teruggave voor indirecte export heeft gedaan, voor zover Stichting OPEN in haar beleid in de mogelijkheid tot een dergelijk verzoek voorziet. In dit geval wordt de hoogte van de Vergrijpboete vastgesteld op maximaal 100% van de onterecht teruggevraagde Afvalbeheerbijdrage.
4.1 Het voldoen van een opgelegde boete conform dit Boetereglement, ontslaat de Producent niet van de verplichtingen op grond van de artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst en de Betalingsvoorwaarden (Bijlage 2).
5.1 De Verzuimboete en de Vergrijpboete kunnen worden verhoogd:
(a) Met 50% indien:
een Producent zijn verplichtingen op grond van de artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst en de Betalingsvoorwaarden (Bijlage 2) niet alsnog binnen 30 kalenderdagen nakomt; of,
Stichting OPEN betaling van de Verzuimboete, dan wel de Vergrijpboete niet binnen 30 kalenderdagen na dagtekening van de Eerste Verzuimboete Factuur of de Eerste Vergrijpboete Factuur heeft ontvangen.
(b) Met 200% van de oorspronkelijke boete indien:
(I) een Producent zijn verplichtingen op grond van de artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst en de Betalingsvoorwaarden (Bijlage 2) niet alsnog binnen 45 kalenderdagen nakomt; of,
(II) Stichting OPEN betaling van de boete niet binnen 60 kalenderdagen na dagtekening van de Eerste Verzuimboete Factuur of de Eerste Vergrijpboete Factuur heeft ontvangen.
5.2 Indien betaling van een boete niet binnen 60 kalenderdagen na dagtekening van de Eerste Verzuimboete Factuur of de Eerste Vergrijpboete Factuur door Stichting OPEN is ontvangen, kan de vordering ter incasso worden overgedragen. Alle kosten die Stichting OPEN in verband hiermee moet maken, zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, komen ten laste van de betreffende Producent.
6.1 Bij voortdurende of herhaalde niet-nakoming van de verplichtingen van de Overeenkomst, kan Stichting OPEN een Producent uitsluiten van aansluiting bij Stichting OPEN zoals bedoeld in artikel 6.2 van de Overeenkomst.
6.2 Van voortdurende of herhaalde niet-nakoming als bedoeld in artikel 6.1 is in ieder geval sprake indien een Producent:
(a) voor de tweede maal een Vergrijpboete en/of voor de derde maal een Verzuimboete is opgelegd; of
(b) na 120 kalenderdagen nadat een verplichting op grond van de Overeenkomst voor de betreffende Producent ontstond, nog altijd niet aan de betreffende verplichting heeft voldaan; of,
(c) voor de derde maal in een periode van twee jaar niet, niet geheel of niet tijdig heeft voldaan aan een op de betreffende Producent rustende verplichting onder de Overeenkomst.
6.3 Tegen een beslissing van Stichting OPEN tot uitsluiting van aansluiting van een Producent kan de betreffende Producent binnen vier weken na verzending van de beslissing schriftelijk bezwaar aantekenen bij het bestuur van Stichting OPEN. Het bestuur van Stichting OPEN heroverweegt de beslissing tot uitsluiting van aansluiting op basis van de door de betreffende Producent aangevoerde bezwaren en neemt binnen zes weken na ontvangst van het bezwaar een nieuwe beslissing. Het aantekenen van bezwaar zoals bedoeld in dit artikellid, schorst de werking van de beslissing tot uitsluiting niet. Indien Stichting OPEN na het ingediende bezwaar oordeelt dat de betreffende Producent toch niet wordt uitgesloten van aansluiting bij Stichting OPEN, dan kan Stichting OPEN nadere eisen stellen aan de voortdurende aansluiting bij Stichting OPEN, zoals bijvoorbeeld het verlangen van een bankgarantie of een doorlopend waarborgfonds.
6.4 Indien een Producent wordt uitgesloten van aansluiting bij Stichting OPEN, voldoet Stichting OPEN niet langer in plaats van de betreffende Producent aan de Wettelijke Verplichtingen. De betreffende Producent dient dan individueel te voldoen aan zijn Wettelijke Verplichtingen. Deze Producent kan dan worden onderworpen aan handhaving conform het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer of de Overeenkomst, dan wel dient deze Producent ontheffing van de algemeenverbindendverklaring aan te vragen teneinde individueel te voldoen aan zijn Wettelijke Verplichtingen.
6.5 Indien een Producent wordt uitgesloten van aansluiting bij Stichting OPEN, dan doet Stichting OPEN hiervan melding aan de Inspectie Leefomgeving en Transport. Stichting OPEN kan de bij hem bekende gegevens ten aanzien van de betreffende Producent, inclusief bedrijfsvertrouwelijke gegevens zoals bedoeld in artikel 7 van de Overeenkomst, overdragen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport.
6.6 Uitsluiting van aansluiting bij Stichting OPEN ontslaat de betreffende Producent niet van de verplichting te voldoen aan de op hem rustende Wettelijke Verplichtingen.
Het evaluatierapport ‘Resultatenonderzoek van het Plan van Aanpak 65% AEEA’ van Rebel Group, bijlage bij de brief van de Staatsecretaris van 13 oktober 2020 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2020/21, 30 872, nr. 251, blz. 3). Kamerbrief over uitvoering producentenverantwoordelijkheid voor afgedankte elektrische- en elektronische apparaten | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
Die aanbevelingen komen neer op onder meer een heldere omschrijving van taken en verantwoordelijkheden ter voorkoming van belangenverstrengeling, concurrentie op operationeel niveau, transparantie bij de sturing op doelstellingen en resultaten, eerlijke kostenverdeling, invloed op het ontwerp van de afvalbeheerstructuur, optimalisatie van schaalvoordelen ten behoeve van o.a. innovatie en de aanpak en handhaving van free riding (OECD: Updated guidance on EPR (2016), Eunomia: report EPR WEEE in the UK (2020)).
The Global E-waste Monitor by the Sustainable Cycles (SCYCLE) co-hosted by the United Nations University (UNU) and others: https://www.itu.int/en/ITU-D/Environment/Pages/Spotlight/Global-Ewaste-Monitor-2020.aspx: De afgelopen vijf jaar is de hoeveelheid AEEA wereldwijd gestegen met 21% naar een hoogte van 53,6 miljoen ton in 2020 en zal in 2030 verder toenemen naar circa 74 miljoen ton AEEA. Als oorzaken geeft het VN-rapport onder meer het toenemende gebruik van elektronica in de samenleving (elektrificatie, digitalisering, robotisering etc.), de korter wordende omlooptijd in het gebruik en de beperkte repareerbaarheid van apparaten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-7385-n1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.