Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid d.d. 3 december 2020, kenmerk 2631141, houdende beperking van de openbaarheid van het archief van het Ministerie van Justitie, Centrale ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen en van de handel in ontuchtige uitgaven en taakvoorgangers, (1904) 1908–1968

Gelet op artikel 15, lid 1, onder a Archiefwet 1995, artikel 10 van het Archiefbesluit 1995 en het advies van het Nationaal Archief d.d. 30 augustus 2020, met kenmerk.PROZA 104676

Besluit:

Tot de volgende beperkingen aan de openbaarheid van het archief van het archief van het Ministerie van Justitie, Centrale ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen en van de handel in ontuchtige uitgaven en taakvoorgangers, (1904) 1908–1968

Artikel 1

Met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer is het inventarisnummer, genoemd in de eerste kolom beperkt openbaar tot de datum van het jaar, genoemd in de tweede kolom.

Inventarisnummer

beperkt openbaar tot 1 januari

26

2024

Artikel 2

Raadpleging of gebruik van de archiefbescheiden geborgen onder het inventarisnummer genoemd in artikel 1, is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 3

Het vervaardigen van reproducties van documenten geborgen onder het inventarisnummer genoemd in artikel 1, is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit wordt als bijlage gevoegd bij de ‘Verklaring van Overbrenging van het archief van het Ministerie van Justitie, Centrale ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen en van de handel in ontuchtige uitgaven en taakvoorgangers, (1904) 1908–1968)

De Minister van Justitie en Veiligheid, namens deze, M. van Rooij Plaatsvervangend directeur van het Dienstencentrum

Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door de indiener zijn ondertekend en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaar rust. Dit bezwaarschrift moet worden gericht aan: de Minister van Justitie en Veiligheid, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Sector Juridische Zaken, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag.

TOELICHTING

Bij besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 15-12-2020 is het inventarisnummer genoemd in artikel 1 in het archief van het Ministerie van Justitie, Centrale ter bestrijding van de handel in vrouwen en kinderen en van de handel in ontuchtige uitgaven en taakvoorgangers, (1904) 1908–1968 100 jaar beperkt openbaar met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

Uitgangspunt is daarbij de geboortedatum van de genoemde. Uit onderzoek is gebleken dat in de andere dossiers in dit archief geen persoonsgebonden informatie voorkomt die een beperking rechtvaardigen. Daarnaast is het zo dat een aantal dossiers zo oud is, meer dan 100 jaar dat bescherming van de persoonlijke levenssfeer niet meer speelt.

Naar boven