Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid d.d. 15 december 2020, kenmerk 2618966, houdende beperking van de openbaarheid van het Archief van de processen tegen P.N. Menten 1976–1980

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 15, lid 1, onder a van de Archiefwet 1995, artikel 10 van het Archiefbesluit 1995 en het advies van de algemene rijksarchivaris d.d. 18 september 2019, met kenmerk Proza 16600551.

Besluit:

Tot de volgende beperkingen aan de openbaarheid van het archief van de processen tegen P.N. Menten, 1976–1980

Artikel 1

Met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zijn de inventarisnummers, genoemd in de eerste kolom beperkt openbaar tot de datum van het jaar, genoemd in de tweede kolom.

Inventarisnummer

beperkt openbaar tot 1 januari

1

2030

2

2030

3

2030

4

2030

5

2030

6

2030

7

2030

8

2030

9

2030

10

2030

11

2030

12

2030

13

2030

14

2030

15

2030

16

2030

17

2030

18

2030

19

2030

20

2030

21

2030

22

2030

23

2030

24

2030

25

2030

26

2030

27

2030

28

2030

29

2030

30

2030

31

2030

32

2030

33

2030

34

2030

35

2030

36

2030

37

2030

38

2030

39

2030

40

2030

41

2030

42

2030

43

2030

44

2030

45

2030

46

2030

47

2030

48

2030

49

2030

50

2030

51

2030

52

2030

53

2030

54

2030

55

2030

56

2030

57

2030

58

2030

59

2030

60

2030

61

2030

62

2030

64

2030

65

2030

66

2030

67

2030

68

2030

69

2030

70

2030

71

2030

72

2030

73

2030

74

2030

75

2030

76

2030

77

2030

78

2030

79

2030

80

2030

81

2030

82

2030

83

2030

84

2030

85

2030

86

2030

Artikel 2

Raadpleging of gebruik van de archiefbescheiden geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1, is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 3

Het vervaardigen van reproducties van documenten geborgen onder de inventarisnummers genoemd in artikel 1, is, tot openbaarwording, uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de algemene rijksarchivaris, die aan zijn toestemming voorwaarden kan verbinden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit wordt als bijlage gevoegd bij de ‘Verklaring van Overbrenging van het archief van de processen tegen P.N. Menten 1976–1980’.

De Minister van Justitie en Veiligheid, namens deze, M. van Rooij Plaatsvervangend directeur Dienstencentrum

Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door de indiener zijn ondertekend en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaar rust. Dit bezwaarschrift moet worden gericht aan: de Minister van Justitie en Veiligheid, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Sector Juridische Zaken, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag.

TOELICHTING

De archiefstukken geven een chronologisch overzicht van het verloop van het gerechtelijk vooronderzoek en de terechtzitting tegen P.N. Menten in 1977, gevolgd door het vonnis op 14 december 1977 van de Bijzondere Strafkamer van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Het vonnis werd door de Hoge Raad der Nederlanden te ‘s-Gravenhage gecasseerd op 29 mei 1978, evenals de terechtzitting en het vonnis van 4 december 1978 van de Bijzondere Strafkamer van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage. Dit vonnis werd door de Hoge Raad wederom gecasseerd op 22 mei 1979. Daarna volgde de terechtzitting van de Bijzondere Strafkamer van de Arrondissementsrechtbank in Rotterdam en het definitieve vonnis van de Hoge Raad op 9 juli 1980.

Bij besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 15-12-2020 zijn alle inventarisnummers genoemd in het archief van de processen tegen P.N. Menten 1976–1980, genoemd in artikel 1, 100 jaar beperkt openbaar met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de in de dossiers genoemde personen (anderen dan Menten en voor zover nog in leven). Uitgangspunt is daarbij dat uit onderzoek in het particuliere archief van P.N. Menten is gebleken dat van de in de gerechtelijke stukken voorkomende personen (betrokkenen, getuigen) de jongsten niet later dan in 1930 geboren zijn.

Naar boven