Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie, van 11 februari 2021, nr. IENW/BSK-2021/6816, tot wijziging van de Regeling luchtverkeersdienstverlening en de Regeling valschermspringen 2010 in verband met enkele reparaties en wijzigingen met betrekking tot het luchtruim

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie;

Gelet op artikel 5.10, eerste lid, van de Wet luchtvaart en de artikelen 5, tweede en derde lid, 8, eerste, tweede en derde lid, en 12 van het Besluit luchtverkeer 2014.

BESLUITEN:

ARTIKEL I

De Regeling luchtverkeersdienstverlening wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7g wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De luchtruimte rondom de luchthaven Zweefvliegveld Castricum wordt aangeduid als zweefvlieggebied Castricum 1.

2. In het vijfde lid (nieuw) en in het zesde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het eerste tot en met derde lid’ vervangen door ‘bedoeld in het eerste, tweede en vierde lid’.

3. Aan artikel 7g wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het gebied, bedoeld in het derde lid, maakt tussen 06:00 uur en 23:00 uur plaatselijke tijd binnen de daglichtperiode onder de volgende voorwaarden geen deel uit van de Schiphol CTR, bedoeld in artikel 5, tweede lid:

    • a. de verlener van de betrokken luchtverkeersleidingsdiensten heeft, op verzoek van de vliegcoördinator van de zweefvliegclub, aan de hand van het totale aanbod van luchtverkeer vastgesteld dat het betrokken gebied voor zweefvliegactiviteiten kan worden gebruikt;

    • b. de verlener van de betrokken luchtverkeersleidingsdiensten geeft aanwijzingen aan de gebruikers via de vliegcoördinator van de zweefvliegclub ten aanzien van het aanvangen en beëindigen of opschorten van zweefvliegactiviteiten, en

    • c. de coördinatie en communicatie geschieden op een overeen te komen wijze tussen de verlener van de betrokken luchtverkeersleidingsdiensten en de vliegcoördinator van de zweefvliegclub waartoe de gebruikers van het zweefvlieggebied ten behoeve van zweefvliegactiviteiten behoren.

B

Na artikel 7h wordt er een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7i. North Sea Copter Area West

  • 1. De luchtruimte gelegen in het zuidelijk deel van Nieuw Milligen CTA Noord wordt aangeduid als North Sea Copter Area West.

  • 2. De North Sea Copter Area West is lateraal en verticaal begrensd op de wijze zoals aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 3. De luchtruimte bedoeld in het eerste lid maakt onder de volgende voorwaarden geen deel uit van de Nieuw Milligen CTA Noord, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel g:

    • a. de verlener van de betrokken luchtverkeersleidingsdiensten heeft aan de hand van het totale aanbod van luchtverkeer vastgesteld dat het betrokken gebied voor helikoptervluchten kan worden gebruikt;

    • b. de verlener van de betrokken luchtverkeersleidingsdiensten geeft aanwijzingen aan de gebruikers ten aanzien van het aanvangen en beëindigen of opschorten van helikoptervluchten, en

    • c. de coördinatie en communicatie geschieden op een overeen te komen wijze tussen de verlener van de betrokken luchtverkeersleidingsdiensten en de helikoptermaatschappijen waartoe de gebruikers van het gebied voor helikoptervluchten behoren.

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 9, tweede lid, wordt onder verlettering van subonderdeel f tot g een nieuw subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • f. North Sea Copter Area West;

2. In artikel 9, derde lid, wordt “h” vervangen door “g”.

D

In artikel 18, eerste lid, komt de tabel te luiden:

Luchtverkeersdienstverleningsgebied

Klasse

Amsterdam UTA

C

Amsterdam CTA’s Oost 1, Oost 2, West, Zuid 1 en Zuid 2

A

Nieuw Milligen CTA Noord

A

L179 tussen de meldpunten Dibir en Sorat

B

L179 tussen de meldpunten Helen en Gilti

A

Schiphol TMA’s 1, 2, 3, 4, 5 en 6

A

Maastricht TMA 1

D

Maastricht TMA 2

B

Eelde TMA

E

Rotterdam TMA’s 1, 2 en 3

E

Lelystad TMA 1

A

Lelystad TMA’s 2, 3, 4 en 5***

D

Nieuw Milligen TMA’s A en C1 boven FL 065/FL 095*

B

Nieuw Milligen TMA’s A en C1 op of beneden FL 065/FL 095*

E

Nieuw Milligen TMA B op of beneden FL 055

E

Nieuw Milligen TMA B boven FL 055 en op of beneden FL 065****

D

Nieuw Milligen TMA C2 op of beneden FL 055

E

Nieuw Milligen TMA C2 boven FL 055 en op of beneden FL 095*****

D

Nieuw Milligen TMA C2 boven FL 095 en op of beneden FL 195

B

Nieuw Milligen TMA D boven FL 065

B

Nieuw Milligen TMA D op of beneden FL 065

E

Nieuw Milligen TMA E op of beneden FL 055

E

Nieuw Milligen TMA E boven FL 055 en op of beneden FL 095*****

D

Eindhoven TMA’s 1, 2, 3 en 4

C

CTR’s Schiphol, Rotterdam, Eelde en Maastricht

C

CTR’s Lelystad CTR’s 1 en 2, De Kooy, Deelen, Eindhoven, Gilze-Rijen, Leeuwarden, De Peel, Volkel, Woensdrecht, Kleine Brogel** en Niederrhein

D

Actieve militaire oefengebieden als genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdelen b tot en met f, en zesde lid, onderdelen m en n, van de Regeling beperking of verbod uitoefening burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden 2018

G

Actieve militaire oefengebieden als genoemd in artikel 2, zesde lid, onderdelen a tot en met l en o tot en met w, van de Regeling beperking of verbod uitoefening burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden 2018

E

Overige gebieden

G

E

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt 7g, vierde lid en 7h, tweede lid, vervangen door ‘7g, vijfde lid, 7h, tweede lid, en artikel 7i, tweede lid’.

2. Onderdeel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

Zweefvlieggebieden Castricum 1 en Castricum 2.

b. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

c. Onder verlettering van subonderdelen A en B tot C en D, worden twee subonderdelen ingevoegd, luidende:

  • 2. De grenzen van het zweefvlieggebied Castricum 1 zijn als volgt:

    • A. De laterale grens wordt gevormd door een lijn tussen de posities: 52°34'03.30"NB 004°36'30.80"OL, 52°34'03.57"NB 004°42'44.44"OL, 52°31'19.35"NB 004°40'32.50"OL, met de klok mee over een cirkelboog met een straal van 2 nautische mijlen rond 52°32'12.00"NB 004°37'36.00"OL naar 52°30'47.26"NB 004°35'17.10"OL, naar het eerste punt.

    • B. De verticale grenzen zijn een ondergrens vanaf 408,96 meter (1200 ft) AMSL en een bovengrens van 457,2 meter (1500 ft) AMSL.

d. De afbeelding wordt vervangen door de volgende afbeelding:

e. Het onderschrift bij de afbeelding komt te luiden:

Zweefvlieggebieden Castricum 1 en Castricum 2.

3. Na onderdeel 7 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 8. North Sea Copter Area West

    • A. De laterale grens wordt gevormd door een lijn tussen de posities: 54°45'01.27"NB 004°46'00.00"OL, 53°30'00.00"NB 004°46'00.00"OL, 53°30'00.00"NB 003°38'44.30"OL, 54°45'01.27"NB 004°46'00.00.

    • B. De verticale grenzen zijn een ondergrens vanaf 1676,4 meter (5500 ft) AMSL en een bovengrens van 2895,6 meter (9500 ft) AMSL.

North Sea Copter Area West

North Sea Copter Area West

F

Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

Aan tabel 1 wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • o. TMZ Copter Area West:

    • De laterale begrenzing komt overeen met de Copter Area West CTA.

    • De ondergrens is 5500 voet AMSL.

G

Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

Na subonderdeel l wordt er een subonderdeel ingevoegd, luidende:

m. Castricum 1:

De laterale en verticale grenzen zijn gelijk aan het zweefvlieggebied Castricum 1.

ARTIKEL II

In de Regeling valschermspringen 2010 vervalt in de tabel in bijlage 1 de locatie ‘Eelde’ met de daarbij behorende maximale springhoogte, coördinaten en toegestaan tijdstip.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 28 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze ministeriële regeling strekt tot wijziging van:

  • de Regeling luchtverkeersdienstverlening in verband met een reparatie en het wijzigen van de luchtruimklasse in enige luchtruimgebieden; en

  • de Regeling valschermspringen 2010 in verband met het vervallen van het valschermspringgebied Eelde.

Naast een luchtruimwijziging, die hieronder wordt toegelicht, betreffen de wijzigingen enkele operationele aanpassingen. In het artikelsgewijze deel van de toelichting wordt nader ingegaan op deze wijzigingen.

Luchtruimklassewijziging

Het wijzigen van de luchtruimklasse betreft een ATM-wijziging waarbij het zweefvlieggebied Castricum 1 bij activatie luchtruimklasse G krijgt net als de overige zweefvlieggebieden rondom Schiphol. Dit houdt in dat zodra toestemming wordt gegeven door de Luchtverkeersleiding Nederland (hierna: LVNL) voor zweefvliegactiviteiten het zweefvlieggebied wordt geactiveerd. Het Castricum 1 zweefvlieggebied maakt op dat moment geen deel meer uit van de Schiphol CTR 2. De luchtruimklasse wijzigt bij activatie automatisch van klasse C naar klasse G. Na afloop van de zweefvliegactiviteiten en de-activatie van het zweefvlieggebied, maakt het gebied weer deel uit van de Schiphol CTR 2 en heeft daarmee weer luchtruimklasse C. Door deze flexibiliteit in luchtruimklasse sluiten de ATS-verantwoordelijkheden ten opzichte van ander verkeer en het geven van vluchtinformatie aan bij de operatie die op een bepaald moment plaatsvindt. De werkwijze ten aanzien van het zweefvliegen blijft ongewijzigd. Voor de North Sea Copter Area West hebben Den Helder Airport en een aantal helikoptermaatschappijen LVNL per brief verzocht om boven de Noordzee hoger dan FL055 te mogen vliegen in contact met LVNL. Dit leidt tot 10% besparing op brandstof en CO2 en geeft invulling aan het Flexibel Use of Airspace principe. Aangezien het Commando Luchtstrijdkrachten (hierna: CLSK) eigenaar is van het luchtruim werkt het samen met LVNL om aan dit verzoek gehoor te geven.

Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de bepalingen op grond van de ministeriële regelingen die in de onderhavige regeling worden gewijzigd, is belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). De onderhavige wijzigingen zijn voor een Handhaafbaarheid, Uitvoerbaarheid en Fraudebestendigheid-toets (HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. De ILT heeft geconcludeerd dat de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar is.

Effecten op de administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee. De wijzigingen zijn technisch of operationeel van aard.

MKB-toets

Er is geen MKB-toets uitgevoerd voor deze regeling. De reden hiervoor is dat er geen sprake is van wezenlijk nieuwe regelgeving en de onderhavige wijzigingen geen gevolgen hebben voor werkbaarheid en uitvoerbaarheid in de praktijk voor het MKB.

Inwerkingtreding en vaste verandermomenten

Van de vaste verandermomenten wordt afgeweken om de wijzigingen in het luchtruim te laten aansluiten bij de publicatie in de luchtvaartgids. Aanpassing van de luchtvaartgids vindt alleen plaats op in Europees verband vooraf gestelde data. Deze van oorsprong internationale regelgeving die in EU-verband is voorgeschreven biedt onvoldoende ruimte voor toepassing van de beginselen van de vaste verandermomenten.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdeel A

Voor de zweefvlieggebieden Castricum 2, Hoek van Holland en Valkenburg area in de Schiphol TMA 1 (luchtruimklasse A) is eind 2015 een oplossing gevonden in een flexibele luchtruimklasse. Voor deze gebieden is in de AIP gepubliceerd dat ze, tijdens activatie ten behoeve van. zweefvliegactiviteiten, luchtruimklasse G hebben. Verder is in convenanten met de betreffende zweefvliegclubs vastgelegd dat tijdens activatie vliegers zelf verantwoordelijk zijn voor het vrij blijven van ander verkeer in deze gebieden. Met het wijzigen van artikel 7g kan in het zweefvlieggebied Castricum 1 dezelfde procedure als in de overige zweefvlieggebieden rondom Schiphol gevolgd worden.

Onderdeel B

Met het introduceren van een nieuw gebied binnen de CTA Noord wordt er in North Sea Copter Area West invulling gegeven aan het flexibel gebruik maken van het luchtruim op vergelijkbare wijze zoals dit gedaan is voor Castricum 1 en 2 in artikel 7g.

Onderdeel C

Om te voldoen aan het flexibele karakter van de North Sea Copter Area West wordt het in artikel 9 mogelijk gemaakt dat bij activatie het gebied een RMZ wordt. Er wordt gelijk van de mogelijkheid gebruik gemaakt om een verwijzing naar een onjuist onderdeel in het derde lid te corrigeren.

Onderdeel D

Op verzoek van CLSK wordt de luchtruimclassificatie voor het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied (CTR) van de luchthaven Eindhoven van “C” teruggebracht naar “D”. De huidige classificatie wordt als te beperkend beschouwd voor een efficiënte afhandeling van het luchtverkeer binnen de CTR. Onderzoek en overleg met de gebruikers heeft aangetoond dat door de aanpassing de plaatselijke luchtverkeersleiding in staat wordt gesteld om haar dienstverlening beter aan te laten sluiten op de wensen van zowel de militaire als civiele luchtruimgebruikers, zonder dat dit ten koste gaat van de veiligheid. De luchtruimclassificatie is conform de door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie gestelde criteria voor luchtverkeersdienstverlening binnen de CTR en het sluit ook beter aan bij de luchtruimclassificatie van de omringende CTR’s.

Onderdeel E

In bijlage 2 worden nieuwe coördinaten toegevoegd om de wijzigingen onder A en B mogelijk te maken. Daarnaast wordt de afbeelding van het gebied Castricum 1 en 2 gewijzigd om de nieuwe situatie aan te geven en wordt er een nieuwe afbeelding toegevoegd voor North Sea Copter Area West.

Onderdeel F

Om maximaal gebruik te maken van de flexibiliteit in de North Sea Copter Area West is er vanuit operationeel oogpunt voor gekozen om het gebied wanneer het geactiveerd is, naast een RMZ tevens een TMZ te laten zijn.

Onderdeel G

Omdat Castricum 1 een Transponder Free Zone (TFZ) wordt, moet het opgenomen worden in bijlage 4 om uitgezonderd te zijn van de transponderverplichting in artikel 9, eerste lid.

ARTIKEL II

In Nederland zijn er specifieke gebieden met beperking aangewezen als klimgebieden van de vaste valschermspringgebieden. Het valschermgebied Eelde wordt al geruime tijd niet meer actief gebruikt. Momenteel moeten andere luchtruimgebruikers in dat gebied er onnodig alsnog rekening mee houden ondanks dat er daar niet meer gesprongen wordt. Om te bereiken dat er in het gebied in Eelde niet meer gesprongen mag worden met valschermen is het noodzakelijk om de locatie Eelde uit Bijlage 1 te verwijderen. De KNVvL is hiervan op de hoogte en heeft geen bezwaren aangezien er ook geen parachutistenclub meer aanwezig is op de locatie.

ARTIKEL III

De wijzigingsregeling treedt met terugwerkende kracht in werking, teneinde deze af te stemmen op internationale en EU-verplichtingen met betrekking tot publicatie van luchtruimwijzigingen in de luchtvaartgids. De regeling heeft in beginsel geen belastende gevolgen voor belanghebbenden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

Naar boven