Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 16 oktober 2020, nr. GKA/25760586, houdende wijziging van het Besluit vaststelling Beleidsregels subsidie regionale samenwerking ter bevordering van kansengelijkheid in het onderwijs in verband met de uitbraak van COVID-19

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluiten:

ARTIKEL I

Het Besluit vaststelling Beleidsregels subsidie regionale samenwerking ter bevordering van kansengelijkheid in het onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘1 januari 2022’ vervangen door ‘1 januari 2023’.

B

In de bijlage, onder het kopje ‘Te subsidiëren activiteiten’, eerste alinea, komt de laatste volzin te luiden:

De interventie wordt uitgevoerd voor 31 december 2022.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Met deze wijziging van het Beleidskader subsidie regionale samenwerking ter bevordering van kansengelijkheid in het onderwijs (de bijlage bij het Besluit vaststelling Beleidsregels subsidie regionale samenwerking ter bevordering van kansengelijkheid in het onderwijs) wordt de termijn waarbinnen de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, moeten zijn afgerond, verlengd tot uiterlijk 31 december 2022. In verband met deze wijziging is ook artikel 4, tweede lid, van het besluit gewijzigd; de vervaldatum van het besluit is verlengd tot 1 januari 2023.

De reden voor deze aanpassing is dat veel onderwijsinstellingen als gevolg van de uitbraak van COVID-19 of de maatregelen ter bestrijding ervan redelijkerwijs niet in staat zijn de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, binnen de oorspronkelijke periode (31 december 2021) af te ronden. In plaats van een jaar krijgen ze nu twee jaar de tijd om die activiteiten af te ronden. De termijn waarbinnen de aanvraag moet zijn ingediend, blijft ongewijzigd.

Er zijn geen uitvoeringsconsequenties voor DUS-I verbonden aan deze wijziging.

Het besluit treedt – gelet op de spoed – in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie. Hierbij wordt afgeweken van de uit het kabinetsbeleid voortvloeiende vaste verandermomenten. In dit geval is een afwijking van de vaste verandermomenten niet bezwaarlijk, omdat het besluit begunstigend is voor de onderwijsinstellingen die subsidie ontvangen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven