Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 1 februari 2021, nr. MinBuza-2021.8123, tot intrekking van het besluit van 22 februari 2018, nr. MinBuza-2018.1070, tot aanwijzing van de heer Ibrahim Ali Abdullah, ook bekend als Ibrahim Ali Haydar Ahmed als persoon op wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Sanctieregeling terrorisme 2007-II;

Besluit:

Het besluit van 22 februari 2018, nr. MinBuza-2018.1070 tot aanwijzing van de heer Ibrahim Ali Abdullah, geboren op 3 juli 1986 te Aden (Jemen), ook bekend als Ibrahim Ali Haydar Ahmed, geboren 20 december 1978 te Hodaidah (Jemen)1, als persoon op wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is, wordt ingetrokken met ingang van 7 februari 2021.

Het voorgaande betekent dat betrokkene vanaf 7 februari 2021 weer over zijn tegoeden mag beschikken en dat het niet meer verboden is om aan hem financiële middelen ter beschikking te stellen of ten behoeve van hem financiële diensten te verrichten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, Voor deze, Plaatsvervangend hoofd van de afdeling Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid van deDirectie Veiligheidsbeleid, N. Yorks

Tegen dit besluit kan binnen zes weken na bekendmaking schriftelijk bezwaar worden aangetekend bij de Minister van Buitenlandse Zaken, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en tenminste bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift rust. Zo mogelijk dient een kopie van het bestreden besluit te worden toegevoegd.


X Noot
1

Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Financiën van 22 februari 2018, nr. MinBuza – 2018.1070, Stcrt. 2018, nr. 11630, gerectificeerd in Stcrt. 2019, nr. 11630-n1.

Naar boven