ARTIKEL I
De Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 3,29’ vervangen door ‘€ 3,36’.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 2,42’ vervangen door ‘€ 2,47’.
3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,40’ vervangen door ‘€ 0,41’.
4. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 6,69’ vervangen door ‘€ 6,83’.
5. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3,05’ vervangen door ‘€ 3,11’.
6. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 0,45’ vervangen door ‘€ 0,46’.
7. In het derde lid wordt ‘€ 45,33’ vervangen door ‘€ 46,29’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Indien de Staatscourant
waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2021, treedt
zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Inleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven
taxivervoer (hierna: de regeling) in verband met de verwachte kostenontwikkeling.
Hiertoe worden de in de regeling vastgestelde maximumtarieven aangepast.
Indexering tarieven
Sinds 2010 worden de maximumtarieven voor taxivervoer jaarlijks geïndexeerd. Per 1 januari
2017 gebeurt dit op basis van de Landelijke Tarievenindex (LTI). Aanleiding hiervoor
is de evaluatie van de tariefstructuur in de taxisector, waarover de Tweede Kamer
bij brief van 16 juni 2016 is geïnformeerd.1
Voor 2022 komt uit de berekening een LTI van 2,12%. Dit betekent dat de vaste bedragen,
de bedragen per kilometer en de bedragen per minuut hiermee worden verhoogd. Hetzelfde
geldt voor het tarief dat de vervoerder, mits afgesproken met de consument, in rekening
mag brengen voor de wachtperiode bij aanvang van de rit (zie artikel I).
De tarieven zijn bepaald door de LTI toe te passen op de niet afgeronde maximumtarieven
van 2021.2 Zodoende wordt voorkomen dat de maximumtarieven over de jaren heen feitelijk minder
stijgen dan op grond van de index gerechtvaardigd zou zijn.
Nalevingslasten
Als taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor
het aanpassen van hun tarieven, dan kan dit nalevingslasten tot gevolg hebben. Deze
lasten hangen samen met de volgende handelingen:
-
• het (laten) aanpassen van de taxameter;
-
• het downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten; en
-
• het vervangen van tariefkaarten binnen en buiten het taxivoertuig.
De eenmalige lasten die samenhangen met de aanpassing van de taxameters zijn: 41.000
taxi’s x 0,25 uur x € 28 = € 287.000. De eenmalige lasten die samenhangen met de nieuwe
taxi-informatiekaarten zijn: 41.000 taxi’s x 0,5 uur x € 28 = € 574.000. Als alle
taxiondernemingen deze handelingen verrichten zijn de totale lasten € 861.000. Per
taxivoertuig zou dit neerkomen op € 21,00. De feitelijke lasten zullen echter lager
uitvallen. Niet alle taxi’s verrichten vervoer waarvoor de maximumtarieven gelden.
Dit geldt voor contractvervoer en in het geval uitsluitend taxivervoer wordt verricht
waarbij de prijs vooraf is overeengekomen. Bovendien is het mogelijk dat in de praktijk
niet alle taxiondernemers de (geïndexeerde) maximumtarieven doorberekenen.
Consultatie
Door middel van internetconsultatie is aan eenieder de gelegenheid geboden om te reageren
op een concept van deze regeling. Hiermee wordt voldaan aan artikel 106 van de Wet
personenvervoer 2000, waarbij de daarin genoemde instanties over de start van de internetconsultatie
worden geïnformeerd. Op de ontwerpregeling zijn drie reacties binnengekomen, waarvan
één openbaar.
De reactie van Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) wordt gepleit voor indexering met
de zogenaamde NEA-kostenontwikkelingsindex, aangezien deze het meest toegesneden zou
zijn op de taxibranche en voor het afschaffen van de wettelijke maximumtarieven omdat
deze niet zouden passen bij een geliberaliseerde markt. In dat verband wordt benadrukt
dat de maximumtarieven niet gelden voor contractvervoer en voor taxivervoer dat wordt
aangeboden tegen een vast tarief per rit dat vooraf met de reiziger is overeengekomen.
Deze regeling regelt bovendien enkel een jaarlijkse indexering en beoogt geen wijzigingen
in de bestaande tariefstructuur. Het reguleren van de maximumtarieven is een belangrijk
middel om met name kwetsbare consumenten, zoals ouderen en toeristen, te beschermen
wanneer zij een taxi nemen op straat.
Een ontwerp van deze regeling is niet aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR)
voorgelegd omdat ministeriële regelingen die naar hun aard geen aanmerkelijke gevolgen
voor de regeldruk zullen hebben, zoals regelingen betreffende de enkele vaststelling
of wijziging van tarieven, geen voorafgaande toetsing door de ATR behoeven.
Inwerkingtreding
De regeling treedt begin januari 2022 in werking. Dat is in afwijking van de systematiek
van vaste verandermomenten en de minimumtermijn voor inwerkingtreding, omdat deze
niet twee maanden voor inwerkingtreding wordt gepubliceerd in de Staatscourant. De
reden hiervoor is dat het percentage waarmee de nieuwe tarieven worden berekend pas
later in het jaar beschikbaar is en er vervolgens een consultatie plaats moet vinden.
Door de nieuwe tarieven begin januari te laten gelden, worden aanmerkelijke ongewenste
private nadelen voor de sector voorkomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg