Buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling hoogspanningsstation Meeden

Datum 22 december 2021

Nummer DGKE-WO /21314322

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie

overwegende:

  • dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft hoogspanningsstation Meeden uit te breiden in de gemeente Midden-Groningen en ook overige aanpassingen aan het hoogspanningsstation noodzakelijk zijn;

  • dat dit initiatief op grond van 20a van de Elektriciteitswet 1998, onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan wordt vastgesteld door de Ministers van Economische Zaken en Klimaat (hierna: EZK) en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister van EZK worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister van EZK, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 20a, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van het desbetreffende net, alsmede het aantal voor de aanleg of uitbreiding van hoogspanningsstation Meeden benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat reeds intensief overleg is gevoerd tussen TenneT, de gemeente Midden-Groningen en de provincie Groningen en de gemeente Midden-Groningen bereid is een planologische regeling vast te stellen die de uitbreiding en de noodzakelijke aanpassingen van het hoogspanningsstation planologisch mogelijk maakt;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT bij email van 6 januari 2021 en bij email van 29 oktober 2021 met daarbij een aangepast meldingsformulier formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat vervolgens de bij het project betrokken bestuursorganen – de provincie Groningen en de gemeente Midden-Groningen – zijn gehoord over het voornemen de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de provincie Groningen bij brief van 15 januari 2021 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de gemeente Midden-Groningen bij brief van 22 november 2021 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen en bereid te zijn de ruimtelijke inpassing op zich te nemen.

Gelet op:

Artikel 20a, derde lid, onder a, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming inzake de uitbreiding van hoogspanningsstation Meeden, voorzien in de gemeente Midden-Groningen, inclusief de overige benodigde aanpassingen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie, namens deze: M. Hetem MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).

Naar boven