Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 22 december 2021, nr. IENW/BSK-2021/350707, tot wijziging van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 en enkele andere regelingen in verband met de jaarlijkse indexatie van de tarieven, het vervallen van enkele tarieven en de wijziging van het betaalmoment aan de ILT

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 91 van de Spoorwegwet, artikel 42, negende lid, van de Wet lokaal spoor, artikel 49, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 26, tweede lid, van de Wet kabelbaaninstallaties, de artikelen 19, eerste lid, onder a en b, en artikel 32 van de Wet explosieven voor civiel gebruik, artikel 49, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 12:2, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet, artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 12, tweede lid, 17, tweede lid, 28, vierde lid en 29, tweede lid, van het Besluit personenvervoer 2000, artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 12 van het Besluit lokaal spoor, en de artikelen 2.4:1, zesde lid, 2.4:12 en 2.4:13, eerste lid, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2*, eerste lid, wordt ‘€ 126,–‘ vervangen door ‘€ 129,–‘.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 6.386,-’ vervangen door ‘€ 6.539,-’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 2.839,-’ vervangen door ‘€ 2.907,-’.

C

In artikel 4, eerste, tweede en derde lid, wordt ‘€ 126,–’ telkens vervangen door ‘€ 129,–’.

D

In artikel 5 wordt ‘€ 6.386,-’ vervangen door ‘€ 6.539,-’.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt ‘€ 6.255,-’ telkens vervangen door ‘€ 6.405,-’.

2. In het derde lid wordt ‘€ 4.357,-’ vervangen door ‘€ 4.462,-’.

3. In het vierde lid wordt ‘€ 1.008,–‘ vervangen door ‘€ 1.032,-‘.

4. In het vijfde lid wordt ‘€ 2.402’ vervangen door ‘€ 2.460’.

5. In het zesde lid wordt ‘€ 3.156’ vervangen door ‘€ 3.232’.

F

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 6.255,-‘ vervangen door ‘€ 6.405,-‘.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.890,-‘ vervangen door ‘€ 1.935,-‘.

3. In het derde lid wordt ‘€ 504,–‘ vervangen door ‘€ 516,–‘.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 63,–‘ vervangen door ‘€ 65,–‘.

G

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 3.156,-’ vervangen door ‘€ 3.232,-’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 4.357,-’ vervangen door ‘€ 4.462,-’.

H

In artikel 9 wordt ‘€ 4.357,-’ vervangen door ‘€ 4.462,-’.

I

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.013,-’ vervangen door ‘€ 1.037,-’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 506,–’ vervangen door ‘€ 518,–’.

3. Het derde lid vervalt.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 1.013,-‘ vervangen door ‘€ 1.037,-‘.

J

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 72,–‘ vervangen door ‘€ 74,–‘.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 28,–‘ vervangen door ‘€ 29,–‘.

K

In artikel 11a wordt ‘€ 2.404,-’ vervangen door ‘€ 2.462,-’.

L

Artikel 11b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 126,–’ vervangen door ‘€ 129,–’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.496,-’ vervangen door ‘€ 1.532,-’ en wordt ‘€ 4.878,-’ vervangen door ‘€ 4.995,-’.

3. In het tweede lid, onderdelen a en b wordt ‘Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen’ telkens vervangen door ‘Besluit bedrijfsvergunning en enkele vrijstellingen veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen’.

M

Artikel 11c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 23.960,-’ vervangen door ‘€ 24.535,-’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 50.918,-’ vervangen door ‘€ 52.140,-’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 5.488,-’ vervangen door ‘€ 5.620,-’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 18.458,-’ vervangen door ‘€ 18.901,-’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 23.923,-’ vervangen door ‘€ 24.497,-’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 5.488,-’ vervangen door ‘€ 5.620,-’.

3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 11.962,-’ vervangen door ‘€ 12.249,-’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 17.971,-’ vervangen door ‘€ 18.402,-’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 1.830,-’ vervangen door ‘€ 1.874,-’.

N

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 14.374,-’ vervangen door ‘€ 14.719,-’.

2. In het tweede lid en derde lid wordt ‘€ 4.977,-’ vervangen door ‘€ 5.096,-’.

3. In het vierde lid wordt ‘€ 6.223,-’ vervangen door ‘€ 6.372,-’.

4. In het zesde lid wordt ‘€ 2.344,-’ vervangen door ‘€ 2.400,-’.

O

Artikel 13 vervalt.

P

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 2.095,-’ vervangen door ‘€ 2.145,-’ en wordt ‘€ 1.281,-‘ vervangen door ‘€ 1.312,-‘.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.303,-’ vervangen door ‘€ 1.334,-’.

Q

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 119,–‘ vervangen door ‘€ 122,–‘.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 59,–‘ vervangen door ‘€ 60,–‘.

R

In artikel 17 wordt ‘€ 5.303,-’ vervangen door ‘€ 5.430,-’.

S

In artikel 17a wordt ‘€ 2.404,-’ vervangen door ‘€ 2.462,-’.

T

Artikel 19 vervalt.

U

Artikel 19a vervalt.

V

In artikel 19b wordt ‘€ 4.824,-’ vervangen door ‘€ 4.940,-’.

W

Artikel 19d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.278,-’ vervangen door ‘€ 1.309,-’.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 126,–’ telkens vervangen door ‘€ 129,–’.

X

In artikel 20 wordt ‘€ 1.139,-’ vervangen door ‘€ 1.166,-’.

Y

In artikel 21 wordt ‘€ 161,–’ vervangen door ‘€ 165,–’.

Z

In artikel 22 wordt ‘€ 259,–’ vervangen door ‘€ 265,–’.

AA

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 23 vervallen het tweede en derde lid.

2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

3. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

  • 2. Een aanvraag bij andere verstrekkers dan de ILT wordt pas in behandeling genomen wanneer het verschuldigde tarief is voldaan, tenzij sprake is van een aanvraag die is ingediend bij het loket als bedoeld in artikel 12 van verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de raad van 11 mei 2016 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (PbEU 2016/L 138).

AB

In artikel 23a, eerste lid, wordt ‘€ 126,–’ vervangen door ‘€ 129,–’.

ARTIKEL II

De Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel in artikel 1 wordt vervangen door:

Vergunning

Communautaire vergunning

€ 466,–

Taxivervoer

€ 225,–

B

De tabel in artikel 2 wordt vervangen door:

Wijzigen vergunning

Communautaire vergunning

€ 225,–

Taxivervoer

€ 225,–

Taxivervoer en communautaire vergunning, beperkt tot de gegevens bedoeld in artikel 14, eerste of tweede lid, of artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit personenvervoer 2000

€ 63,–

C

De tabel in artikel 3 wordt vervangen door:

Document

Erkenning van EU-beroepskwalificaties taxivervoer

€ 356,–

Ontheffing vakbekwaamheid taxivervoer

€ 356,–

Ontheffing vakbekwaamheid openbaar vervoer en besloten busvervoer

€ 366,–

D

De tabel in artikel 4 wordt vervangen door:

Document

Verlening van een communautaire vergunning

€ 466,–

Gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning

€ 63,–

Verlening van een vergunning geregeld vervoer

€ 466,–

Wijziging van een vergunning geregeld vervoer

€ 466,–

Wijziging van de naam van de onderaannemer, bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad, van 21 oktober 2009 of van de gegevens bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening (EEG) nr. 684/92 of in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit personenvervoer 2000 in de vergunning geregeld vervoer

€ 233,–

Vergunningsbewijs geregeld vervoer

€ 63,–

Vergunning pendelvervoer

€ 466,–

Reisbladen

€ 62,–

Transitovergunning

€ 1.094,-

Attest eigen vervoer binnen de EU

€ 63,–

Vergunning ongeregeld vervoer met bussen

€ 123,–

Instemming EU vergunning geregeld vervoer

€ 0,–

E

De tabel in artikel 5 wordt vervangen door:

Vergunningbewijs

Gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning

€ 63,–

Taxivervoer

€ 50,–

F

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 117,–’ vervangen door ‘€ 119,–’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 170,–’ vervangen door ‘€ 173,–’.

ARTIKEL III

De Regeling tarieven Wet lokaal spoor wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 126,–’ vervangen door ‘€ 129,–’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 13.997,-’ vervangen door ‘€ 14.333,-’.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 21.869,-’ vervangen door ‘€ 22.393,-’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 240,–’ vervangen door ‘€ 246,–’.

3. In het derde lid wordt ‘€ 126,–’ vervangen door ‘€ 129,–’.

ARTIKEL IV

De Tariefregeling vervoer gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘€ 392,–‘ vervangen door ‘€ 401,–‘.

B

In artikel 2a wordt ‘8.527,-‘ vervangen door ‘€ 8.732,-‘.

ARTIKEL V

In artikel 1 van de Regeling tarief Wet kabelbaaninstallaties wordt ‘€ 126,–’ vervangen door ‘€ 129,–’.

ARTIKEL VI

In artikel 3, tweede lid, van de Regeling aanvraag autorisatie classificatiecode vuurwerk wordt ‘€ 295,–’ vervangen door ‘€ 302,–’.

ARTIKEL VII

In artikel 4, tweede lid, van de Regeling tachograafkaarten, wordt ‘€ 93,–’ vervangen door ‘€ 95,–’.

ARTIKEL VIII

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2021, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 en enkele andere regelingen in verband met de jaarlijkse indexatie van de tarieven, het vervallen van enkele tarieven en de wijziging in de betaalwijze ten aanzien van de ILT. Zoals gebruikelijk worden de tarieven van de door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) verstrekte vergunningen jaarlijks per 1 januari verhoogd, zodat de tariefhoogte wordt aangepast in verband met de jaarlijkse indexatie van de tarieven. Het betreft tarieven voor de transportdomeinen: wegen, openbaar vervoer en spoor, maritieme sector en luchtvaart.

Aanpassing tarieven ILT en KIWA in verband met inflatie

ILT

Voor de vergunningverlenende werkzaamheden van de ILT worden tarieven in rekening gebracht. Kabinetsbeleid is dat zoveel mogelijk kostendekkende tarieven in rekening worden gebracht. Met onderhavige wijzigingsregeling zal aan voornoemd uitgangspunt nog niet worden voldaan. De tarieven zullen slechts worden aangepast aan de ontwikkeling in verband met de jaarlijkse indexatie van de tarieven. Door het toepassen van een gewogen gemiddelde van de percentages Prijs overheidsconsumptie netto materieel (IMOC) en CAO sector Overheid (publicatie CPB, september 2021) zullen de tarieven per 1 januari 2022 stijgen met 2,4%. Hierbij kan de tariefwijziging per product iets afwijken door het afronden van de bedragen.

KIWA

De door Kiwa gehanteerde tarieven zullen per 1 januari 2022 alleen worden aangepast aan de ontwikkeling van de kosten waarbij een inflatiecorrectie van 1,9% (Consumentenprijsindex/Centraal Bureau voor de Statistiek) van toepassing is.

Overige wijzigingen

Enkele tarieven zijn vervallen. Op deze wijzigingen in artikel I wordt in de artikelsgewijze toelichting nader ingegaan.

Financiële lasten en regeldruk

Voor de sector rail wordt het financiële kosteneffect van de wijziging van de tariefregeling in verband met de introductie van nieuwe vergunningen op c.a. € 40.000 becijferd, op een totaal van jaarlijkse opbrengsten uit tarieven van railvergunningen van ca. € 1,8 mln. Het financiële kosteneffect neemt toe door indexatie, daar tegenover staat dat een aantal tarieven zijn komen te vervallen.

Deze regeling leidt niet tot omvangrijke administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) deelt deze analyse. Om die reden heeft het ATR geen formeel advies uitgebracht.

Internetconsultatie

Het ontwerp van de regeling is aangeboden voor internetconsultatie. De reacties op de internetconsultatie hebben niet geleid tot inhoudelijke wijzigingen.

Inwerkingtreding

De datum van inwerkingtreding is gelegen op het eerstvolgende vaste verandermoment (1 januari 2022) of indien de publicatie van de Staatscourant waarin deze regeling wordt gepubliceerd na 31 december plaatsvindt, zo spoedig mogelijk na deze datum. Omdat deze regeling niet voor 1 november 2021 is gepubliceerd, zal wat betreft de vereiste invoeringstermijn worden afgeweken van de daarvoor normaal geldende twee maanden. De reden hiervoor is dat inwerkingtreding op het eerstvolgende verandermoment (1 april 2022) zal leiden tot nadelige financiële gevolgen voor de ILT en Kiwa.

Artikelsgewijze toelichting

Overige wijzigingen in artikel I:

Onderdeel I (artikel 10, derde lid, van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012)

Dit artikel betreft de situatie waarin geen accreditatiecertificaat nodig is voor het aanwijzen van een CBI (conformiteitsbeoordelingsinstantie). Deze situatie bestaat sinds 1 juli 2020 niet meer. Om die reden vervalt dit artikel.

Onderdeel O (artikel 13 van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012)

Dit artikel verwijst naar artikel 37 van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012. Het betreffende artikel is vervallen in juni 2021 en heeft geen betekenis meer. Om die reden vervalt het artikel.

Onderdeel T (artikel 19 van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012)

Dit artikel betreft de situatie waarbij de aanvragen om een systeem van goedkeuring in de zin van artikel 17 van het Besluit spoorwegpersoneel 2011 worden behandeld. Artikel 17 van het Besluit spoorwegpersoneel 2011 bestaat niet meer sinds 1 april 2019. Om die reden vervalt dit artikel.

Onderdeel U (artikel 19a van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012)

Dit artikel bevat het tarief voor de aanwijzing als arts-deskundigen. Deze aanwijzing was in het verleden gebaseerd op artikel 1 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011. Sinds 1 april 2019 is artikel 1 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011 gewijzigd. Hierdoor hoeven arts-deskundigen niet meer aan te worden gewezen door de minister. Daardoor komen dergelijke aanvragen niet meer binnen om als zodanig te worden aangewezen. Om die reden vervalt dit artikel.

Onderdeel AA (artikel 23, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012)

De bepaling met betrekking tot de betaling van het tarief wordt aangepast omdat de ILT stapsgewijs overgaat naar een systeem waarbij achteraf gefactureerd wordt. Voor de overige verstrekkers blijft wel gelden dat betaling vooraf dient te geschieden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg

Naar boven