De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 91 van de
Spoorwegwet, artikel 42, negende lid, van de Wet lokaal spoor, artikel 49,
tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 26, tweede lid, van
de Wet kabelbaaninstallaties, de artikelen 19, eerste lid, onder a en b, en
artikel 32 van de Wet explosieven voor civiel gebruik, artikel 49, tweede lid,
van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 12:2, tweede lid, van de
Arbeidstijdenwet, artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet
1994, de artikelen 12, tweede lid, 17, tweede lid, 28, vierde lid en 29, tweede
lid, van het Besluit personenvervoer 2000, artikel 2 van het Besluit vervoer
gevaarlijke stoffen, artikel 12 van het Besluit lokaal spoor, en de artikelen
2.4:1, zesde lid, 2.4:12 en 2.4:13, eerste lid, van het Arbeidstijdenbesluit
vervoer;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 wordt als
volgt gewijzigd:
A
In artikel 2*, eerste lid, wordt ‘€ 126,–‘ vervangen door
‘€ 129,–‘.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 6.386,-’ vervangen door
‘€ 6.539,-’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 2.839,-’ vervangen door
‘€ 2.907,-’.
C
In artikel 4, eerste, tweede en derde lid, wordt ‘€ 126,–’
telkens vervangen door ‘€ 129,–’.
D
In artikel 5 wordt ‘€ 6.386,-’ vervangen door ‘€ 6.539,-’.
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt ‘€ 6.255,-’ telkens
vervangen door ‘€ 6.405,-’.
2. In het derde lid wordt ‘€ 4.357,-’ vervangen door
‘€ 4.462,-’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 1.008,–‘ vervangen door
‘€ 1.032,-‘.
4. In het vijfde lid wordt ‘€ 2.402’ vervangen door
‘€ 2.460’.
5. In het zesde lid wordt ‘€ 3.156’ vervangen door
‘€ 3.232’.
F
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 6.255,-‘ vervangen door
‘€ 6.405,-‘.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.890,-‘ vervangen door
‘€ 1.935,-‘.
3. In het derde lid wordt ‘€ 504,–‘ vervangen door
‘€ 516,–‘.
4. In het vierde lid wordt ‘€ 63,–‘ vervangen door
‘€ 65,–‘.
G
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 3.156,-’ vervangen door
‘€ 3.232,-’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 4.357,-’ vervangen door
‘€ 4.462,-’.
H
In artikel 9 wordt ‘€ 4.357,-’ vervangen door ‘€ 4.462,-’.
I
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.013,-’ vervangen door
‘€ 1.037,-’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 506,–’ vervangen door
‘€ 518,–’.
3. Het derde lid vervalt.
4. In het vierde lid wordt ‘€ 1.013,-‘ vervangen door
‘€ 1.037,-‘.
J
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 72,–‘ vervangen door
‘€ 74,–‘.
2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 28,–‘ vervangen door
‘€ 29,–‘.
K
In artikel 11a wordt ‘€ 2.404,-’ vervangen door
‘€ 2.462,-’.
L
Artikel 11b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 126,–’ vervangen door
‘€ 129,–’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.496,-’ vervangen door ‘€ 1.532,-’
en wordt ‘€ 4.878,-’ vervangen door ‘€ 4.995,-’.
3. In het tweede lid, onderdelen a en b wordt ‘Besluit
bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen’ telkens vervangen
door ‘Besluit bedrijfsvergunning en enkele vrijstellingen
veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen’.
M
Artikel 11c wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 23.960,-’ vervangen door
‘€ 24.535,-’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 50.918,-’ vervangen door
‘€ 52.140,-’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 5.488,-’ vervangen door
‘€ 5.620,-’.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 18.458,-’ vervangen door
‘€ 18.901,-’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 23.923,-’ vervangen door
‘€ 24.497,-’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 5.488,-’ vervangen door
‘€ 5.620,-’.
3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘€ 11.962,-’ vervangen door
‘€ 12.249,-’.
b. In onderdeel b wordt ‘€ 17.971,-’ vervangen door
‘€ 18.402,-’.
c. In onderdeel c wordt ‘€ 1.830,-’ vervangen door
‘€ 1.874,-’.
N
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 14.374,-’ vervangen door
‘€ 14.719,-’.
2. In het tweede lid en derde lid wordt ‘€ 4.977,-’ vervangen
door ‘€ 5.096,-’.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 6.223,-’ vervangen door
‘€ 6.372,-’.
4. In het zesde lid wordt ‘€ 2.344,-’ vervangen door
‘€ 2.400,-’.
P
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 2.095,-’ vervangen door ‘€ 2.145,-’
en wordt ‘€ 1.281,-‘ vervangen door ‘€ 1.312,-‘.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.303,-’ vervangen door
‘€ 1.334,-’.
Q
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 119,–‘ vervangen door
‘€ 122,–‘.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 59,–‘ vervangen door
‘€ 60,–‘.
R
In artikel 17 wordt ‘€ 5.303,-’ vervangen door
‘€ 5.430,-’.
S
In artikel 17a wordt ‘€ 2.404,-’ vervangen door
‘€ 2.462,-’.
V
In artikel 19b wordt ‘€ 4.824,-’ vervangen door
‘€ 4.940,-’.
W
Artikel 19d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.278,-’ vervangen door
‘€ 1.309,-’.
2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 126,–’ telkens vervangen
door ‘€ 129,–’.
X
In artikel 20 wordt ‘€ 1.139,-’ vervangen door
‘€ 1.166,-’.
Y
In artikel 21 wordt ‘€ 161,–’ vervangen door ‘€ 165,–’.
Z
In artikel 22 wordt ‘€ 259,–’ vervangen door ‘€ 265,–’.
AA
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 23 vervallen het tweede en derde lid.
2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot tweede en derde
lid.
3. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:
-
2. Een aanvraag bij andere verstrekkers dan de ILT wordt pas
in behandeling genomen wanneer het verschuldigde tarief is voldaan, tenzij
sprake is van een aanvraag die is ingediend bij het loket als bedoeld in
artikel 12 van verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de raad
van 11 mei 2016 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot
intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (PbEU 2016/L 138).
AB
In artikel 23a, eerste lid, wordt ‘€ 126,–’ vervangen door
‘€ 129,–’.
ARTIKEL II
De Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 wordt
als volgt gewijzigd:
A
De tabel in artikel 1 wordt vervangen door:
Vergunning
|
Communautaire vergunning
|
€ 466,–
|
Taxivervoer
|
€ 225,–
|
B
De tabel in artikel 2 wordt vervangen door:
Wijzigen vergunning
|
Communautaire vergunning
|
€ 225,–
|
Taxivervoer
|
€ 225,–
|
Taxivervoer en communautaire vergunning, beperkt
tot de gegevens bedoeld in artikel 14, eerste of tweede lid, of artikel 15,
eerste lid, onderdeel b, van het Besluit personenvervoer 2000
|
€ 63,–
|
C
De tabel in artikel 3 wordt vervangen door:
Document
|
Erkenning van EU-beroepskwalificaties
taxivervoer
|
€ 356,–
|
Ontheffing vakbekwaamheid taxivervoer
|
€ 356,–
|
Ontheffing vakbekwaamheid openbaar vervoer en
besloten busvervoer
|
€ 366,–
|
D
De tabel in artikel 4 wordt vervangen door:
Document
|
Verlening van een communautaire vergunning
|
€ 466,–
|
Gewaarmerkt afschrift van een communautaire
vergunning
|
€ 63,–
|
Verlening van een vergunning geregeld vervoer
|
€ 466,–
|
Wijziging van een vergunning geregeld vervoer
|
€ 466,–
|
Wijziging van de naam van de onderaannemer, bedoeld
in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement
en
de Raad, van 21 oktober 2009 of van de gegevens bedoeld in artikel 8, derde
lid, van Verordening (EEG) nr. 684/92 of in artikel 15, eerste lid, onderdeel
b, van het Besluit personenvervoer 2000 in de vergunning geregeld vervoer
|
€ 233,–
|
Vergunningsbewijs geregeld vervoer
|
€ 63,–
|
Vergunning pendelvervoer
|
€ 466,–
|
Reisbladen
|
€ 62,–
|
Transitovergunning
|
€ 1.094,-
|
Attest eigen vervoer binnen de EU
|
€ 63,–
|
Vergunning ongeregeld vervoer met bussen
|
€ 123,–
|
Instemming EU vergunning geregeld vervoer
|
€ 0,–
|
E
De tabel in artikel 5 wordt vervangen door:
Vergunningbewijs
|
Gewaarmerkt afschrift van een communautaire
vergunning
|
€ 63,–
|
Taxivervoer
|
€ 50,–
|
F
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 117,–’ vervangen door
‘€ 119,–’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 170,–’ vervangen door
‘€ 173,–’.
ARTIKEL III
De Regeling tarieven Wet lokaal spoor wordt als
volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 126,–’ vervangen door
‘€ 129,–’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 13.997,-’ vervangen door
‘€ 14.333,-’.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 21.869,-’ vervangen door
‘€ 22.393,-’.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 240,–’ vervangen door
‘€ 246,–’.
3. In het derde lid wordt ‘€ 126,–’ vervangen door
‘€ 129,–’.
ARTIKEL IV
De Tariefregeling vervoer gevaarlijke stoffen
wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2 wordt ‘€ 392,–‘ vervangen door ‘€ 401,–‘.
B
In artikel 2a wordt ‘8.527,-‘ vervangen door ‘€ 8.732,-‘.
ARTIKEL V
In artikel 1 van de Regeling tarief Wet
kabelbaaninstallaties wordt ‘€ 126,–’ vervangen door ‘€ 129,–’.
ARTIKEL VI
In artikel 3, tweede lid, van de Regeling
aanvraag autorisatie classificatiecode vuurwerk wordt ‘€ 295,–’ vervangen door
‘€ 302,–’.
ARTIKEL VII
In artikel 4, tweede lid, van de Regeling
tachograafkaarten, wordt ‘€ 93,–’ vervangen door ‘€ 95,–’.
ARTIKEL VIII
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven
na 31 december 2021, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling tarieven
Spoorwegwet 2012 en enkele andere regelingen in verband met de jaarlijkse
indexatie van de tarieven, het vervallen van enkele tarieven en de wijziging in
de betaalwijze ten aanzien van de ILT. Zoals gebruikelijk worden de tarieven
van de door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) verstrekte
vergunningen jaarlijks per 1 januari verhoogd, zodat de tariefhoogte wordt
aangepast in verband met de jaarlijkse indexatie van de tarieven. Het betreft
tarieven voor de transportdomeinen: wegen, openbaar vervoer en spoor, maritieme
sector en luchtvaart.
Aanpassing tarieven ILT en KIWA in verband met
inflatie
ILT
Voor de vergunningverlenende werkzaamheden van de ILT worden
tarieven in rekening gebracht. Kabinetsbeleid is dat zoveel mogelijk
kostendekkende tarieven in rekening worden gebracht. Met onderhavige
wijzigingsregeling zal aan voornoemd uitgangspunt nog niet worden voldaan. De
tarieven zullen slechts worden aangepast aan de ontwikkeling in verband met de
jaarlijkse indexatie van de tarieven. Door het toepassen van een gewogen
gemiddelde van de percentages Prijs overheidsconsumptie netto materieel (IMOC)
en CAO sector Overheid (publicatie CPB, september 2021) zullen de tarieven per
1 januari 2022 stijgen met 2,4%. Hierbij kan de tariefwijziging per product
iets afwijken door het afronden van de bedragen.
KIWA
De door Kiwa gehanteerde tarieven zullen per 1 januari 2022 alleen
worden aangepast aan de ontwikkeling van de kosten waarbij een
inflatiecorrectie van 1,9% (Consumentenprijsindex/Centraal Bureau voor de
Statistiek) van toepassing is.
Overige wijzigingen
Enkele tarieven zijn vervallen. Op deze wijzigingen in artikel I
wordt in de artikelsgewijze toelichting nader ingegaan.
Financiële lasten en regeldruk
Voor de sector rail wordt het financiële kosteneffect van de
wijziging van de tariefregeling in verband met de introductie van nieuwe
vergunningen op c.a. € 40.000 becijferd, op een totaal van jaarlijkse
opbrengsten uit tarieven van railvergunningen van ca. € 1,8 mln. Het financiële
kosteneffect neemt toe door indexatie, daar tegenover staat dat een aantal
tarieven zijn komen te vervallen.
Deze regeling leidt niet tot omvangrijke administratieve lasten
voor burgers en bedrijven. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) deelt
deze analyse. Om die reden heeft het ATR geen formeel advies uitgebracht.
Internetconsultatie
Het ontwerp van de regeling is aangeboden voor internetconsultatie.
De reacties op de internetconsultatie hebben niet geleid tot inhoudelijke
wijzigingen.
Inwerkingtreding
De datum van inwerkingtreding is gelegen op het eerstvolgende vaste
verandermoment (1 januari 2022) of indien de publicatie van de Staatscourant
waarin deze regeling wordt gepubliceerd na 31 december plaatsvindt, zo spoedig
mogelijk na deze datum. Omdat deze regeling niet voor 1 november 2021 is
gepubliceerd, zal wat betreft de vereiste invoeringstermijn worden afgeweken
van de daarvoor normaal geldende twee maanden. De reden hiervoor is dat
inwerkingtreding op het eerstvolgende verandermoment (1 april 2022) zal leiden
tot nadelige financiële gevolgen voor de ILT en Kiwa.
Artikelsgewijze toelichting
Overige wijzigingen in artikel I:
Onderdeel I (artikel 10, derde lid, van de Regeling tarieven
Spoorwegwet 2012)
Dit artikel betreft de situatie waarin geen
accreditatiecertificaat nodig is voor het aanwijzen van een CBI
(conformiteitsbeoordelingsinstantie). Deze situatie bestaat sinds 1 juli 2020
niet meer. Om die reden vervalt dit artikel.
Onderdeel O (artikel 13 van de Regeling tarieven Spoorwegwet
2012)
Dit artikel verwijst naar artikel 37 van de Regeling tarieven
Spoorwegwet 2012. Het betreffende artikel is vervallen in juni 2021 en heeft
geen betekenis meer. Om die reden vervalt het artikel.
Onderdeel T (artikel 19 van de Regeling tarieven Spoorwegwet
2012)
Dit artikel betreft de situatie waarbij de aanvragen om een
systeem van goedkeuring in de zin van artikel 17 van het Besluit
spoorwegpersoneel 2011 worden behandeld. Artikel 17 van het Besluit
spoorwegpersoneel 2011 bestaat niet meer sinds 1 april 2019. Om die reden
vervalt dit artikel.
Onderdeel U (artikel 19a van de Regeling tarieven
Spoorwegwet 2012)
Dit artikel bevat het tarief voor de aanwijzing als
arts-deskundigen. Deze aanwijzing was in het verleden gebaseerd op artikel 1
van de Regeling spoorwegpersoneel 2011. Sinds 1 april 2019 is artikel 1 van de
Regeling spoorwegpersoneel 2011 gewijzigd. Hierdoor hoeven arts-deskundigen
niet meer aan te worden gewezen door de minister. Daardoor komen dergelijke
aanvragen niet meer binnen om als zodanig te worden aangewezen. Om die reden
vervalt dit artikel.
Onderdeel AA (artikel 23, tweede en derde lid, van de
Regeling tarieven Spoorwegwet 2012)
De bepaling met betrekking tot de betaling van het tarief wordt
aangepast omdat de ILT stapsgewijs overgaat naar een systeem waarbij achteraf
gefactureerd wordt. Voor de overige verstrekkers blijft wel gelden dat betaling
vooraf dient te geschieden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg