Verlenging vergunning recreatief burgermedegebruik militaire luchthaven Deelen ten behoeve van Zweefvliegclub Rotterdam (2022 tot en met 2024), Ministerie van Defensie

20 december 2021

Nr: MLA/235/2021

Kenmerk: BS 2021027917

De Minister van Defensie,

Handelende na overleg met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de secretaris van de Zweefvliegclub Rotterdam van 9 december 2021;

Gelet op de artikel 10.27 van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Artikel 1

Ter beoefening van de zweefvliegsport wordt aan de Zweefvliegclub Rotterdam vergunning verleend om in afwijking van de verbodsbepaling van artikel 10.13, eerste lid, van de Wet luchtvaart onder haar verantwoordelijkheid (motor)zweef- of sleepvliegtuigen op te doen stijgen van of te doen landen op de militaire luchthaven Deelen.

Artikel 2

De vergunning geldt voor 3000 vliegtuigbewegingen per gebruiksjaar waarvan maximaal 400 vliegtuigbewegingen mogen worden uitgevoerd met motorzweef- en sleepvliegtuigen, mits de vlucht een recreatief karakter heeft.

Artikel 3

  • 1. De commandant van militaire luchthaven Deelen kan aanwijzingen geven voor het betreden en het gebruik van de militaire luchthaven.

  • 2. De algemene leiding en de leiding over het medegebruik van een van de militaire luchthaven Deelen, berust bij de commandant van die militaire luchthaven.

Artikel 4

De Zweefvliegclub Rotterdam registreert en verstrekt de gegevens inzake feitelijk uitgevoerde vliegtuigbewegingen op de in artikel 3 van de Regeling registratie en verstrekking gegevens militaire luchthavens voorgeschreven wijze.

Artikel 5

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

  • 2. Deze beschikking vervalt met ingang van 1 januari 2025.

  • 3. Het medegebruik van een militaire luchthaven zonder vergunning betreft een overtreding van artikel 10.13 van de Wet luchtvaart hetgeen is gekwalificeerd als een strafbaar feit in artikel 11.9, eerste lid, onder a, sub 10 van de Wet luchtvaart.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Defensie, voor deze, De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit J.P. Apon Commodore

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift kan digitaal of schriftelijk worden ingediend. Het digitale bezwaarschrift dient te worden ingediend via www.defensie.nl/bezwaarJDV. Het schriftelijke bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA te Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Het starten van of landen op een militaire luchthaven met een burgerluchtvaartuig is op grond van artikel 10.13 van de Wet luchtvaart verboden zonder of in afwijking van een voor dat opstijgen of landen door de Minister van Defensie, na overleg met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, verleende vergunning voor (structureel) burgermedegebruik, vrijstelling (onder andere algemeen maatschappelijk belang) of ontheffing (incidenteel medegebruik).

De militaire luchthaven Deelen huisvest geen vliegende eenheden. De militaire luchthaven Deelen fungeert als oefenveld voor het Defensie Helikopter Commando en als opstappunt voor de 11 Luchtmobiele Brigade, mede vanwege de nabije ligging van de Oranjekazerne in Schaarsbergen. Het burgermedegebruik van de militaire luchthaven Deelen betreft met name recreatief burgerluchtverkeer. Daarnaast vindt burgermedegebruik plaats voor spoedeisende hulpverlening, waaronder donorvluchten en ambulancevluchten, en voor uitoefening van politietaken als bedoeld in artikel 3 van de Politiewet 2012.

In onderhavig geval is aan de Zweefvliegclub Rotterdam opnieuw een vergunning verleend voor structureel recreatief burgermedegebruik als bedoeld in artikel 10.27 van de Wet luchtvaart. Het betreft hier een verlenging en uitbreiding van de bestaande vergunning. Kenmerkend voor structureel recreatief burgermedegebruik is dat het medegebruik zich afspeelt door tussenkomst van een rechtspersoon waaraan bepaalde rechten en plichten worden toegedeeld. Zo dienen de Zweefvliegclub Rotterdam, alsook de personen waarvoor de club verantwoordelijk is, binnen de voorwaarden gesteld in deze beschikking, het Luchthavenbesluit Deelen en het Besluit militaire luchthavens, verplichtingen op het gebied van registratie en handhaving van het burgermedegebruik na te leven.

Ten aanzien van de geluidsbelasting is het volgende van belang. De grenswaarde voor de geluidsbelasting door het recreatieve burgerluchtverkeer dat medegebruik maakt van de militaire luchthaven Deelen, krijgt gestalte door een in het luchthavenbesluit vastgelegd maximum aantal vliegtuigbewegingen per gebruiksjaar (de periode van een jaar die loopt van 1 januari tot en met 31 december).

Voor het recreatief burgerluchtverkeer, met uitzondering van modelvliegen geldt ingevolge het Luchthavenbesluit Deelen als grenswaarde een maximum van 6500 vliegtuigbewegingen per gebruiksjaar. De limitering van 3000 vliegtuigbewegingen in onderhavige beschikking is overeenkomstig de behoefte van de Zweefvliegclub Rotterdam. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de limitering zowel ziet op het starten en landen met motorzweef- en sleepvliegtuigen, als op het starten en landen van zweefvliegtuigen. Met het jaarlijkse aantal van in totaal 3000 vliegtuigbewegingen wordt de Zweefvliegclub Rotterdam in staat geacht het gewenste vliegprogramma uit te voeren.

Deze vergunning vervalt op 1 januari 2025. Het ligt op de weg van de gebruiker van deze vergunning om tijdig (bij voorkeur 2 maanden voor de afloopdatum van de vergunning) een nieuwe vergunning voor het door hem gewenste medegebruik aan te vragen. Het spreekt voor zich dat het opstijgen of landen met een civiel geregistreerd luchtvaartuig in strijd is met de daarover in artikel 10.13 van de Wet luchtvaart opgenomen verbodsbepaling. Het handelen in strijd met artikel 10.13 van de Wet luchtvaart is gekwalificeerd als een strafbaar feit in artikel 11.9, eerste lid, onder a, sub 10 van de Wet luchtvaart.

Naar boven