Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 22 december 2021, nr. WJZ/ 21273847, tot wijziging van de Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 30, tweede lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3, onderdeel d, van de Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen wordt na ‘S&O-inhoudingsplichtige’ ingevoegd ‘ten aanzien van een ingediende aanvraag voor een S&O-verklaring die betrekking heeft op een periode die is gelegen voor 1 januari 2022,’.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 december 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

In de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) is de aanvraag-, mededeling- en verrekensystematiek per 1 januari 2022 vereenvoudigd1. Dit brengt met zich mee dat ook de Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen gewijzigd dienen te worden.

Wijziging WVA

Met de wijziging in de WVA wordt samengevat onder meer toegestaan dat een S&O-inhoudingsplichtige vanaf 1 januari 2022 steeds een aanvraag voor een nieuwe S&O-verklaring kan indienen die de eerstvolgende kalendermaand start, ook indien die kalendermaand reeds in een eerdere S&O-verklaring is opgenomen. Verder hebben per 1 januari 2022 alle S&O-verklaringen betrekking op alle resterende kalendermaanden van dat kalenderjaar. Er blijft een maximum van vier aanvragen per kalenderjaar gelden en ook blijft ongewijzigd dat een S&O-verklaring ten minste drie kalendermaanden moet beslaan.

Gevolgen voor Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen

Door deze wijziging in de WVA is het dus toegestaan dat in het geval meer dan één S&O-verklaring wordt aangevraagd en afgegeven, de periodes waarop S&O-verklaringen zien elkaar kunnen overlappen, hetgeen tot 1 januari 2022 niet mogelijk was. Dit brengt met zich mee dat in het kader van de Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen het ook mogelijk moet zijn om een S&O-verklaring over te nemen die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op dezelfde periode als waarvoor de overnemende S&O-inhoudingsplichtige zelf al een S&O-verklaring heeft ontvangen op basis van een eerder door hem zelf of namens hem ingediende aanvraag daartoe. Met de aangebrachte wijziging wordt de voorwaarde dat de overnemende S&O-inhoudingsplichtige niet reeds een S&O-verklaring heeft ontvangen die (deels) betrekking heeft op dezelfde periode als de S&O-verklaring die hij overneemt, daarom beperkt tot de periode vóór 1 januari 2022.

De over te dragen S&O-verklaring telt, gelet op artikel 6, eerste lid, van de Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen, mee bij het maximaal aantal in te dienen aanvragen per kalenderjaar, te weten vier. Dit geldt ook als de over te dragen S&O-verklaring geheel betrekking heeft op dezelfde periode als waarvoor de overnemende S&O-inhoudingsplichtige al een S&O-verklaring heeft. De Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen beogen immers niet om met organisatorische wijzigingen meer aanvragen mogelijk te maken.

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel I

In artikel 3, aanhef en onderdeel d, van de Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen was opgenomen dat de Minister een omzettingsverzoek kan goedkeuren indien de overnemende S&O-inhoudingsplichtige onder andere geen S&O-verklaringen heeft ontvangen die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op dezelfde periode als de periode waarop het omzettingsverzoek ziet. Voor omzettingsverzoeken die betrekking hebben op een S&O-verklaring ten aanzien van een periode gelegen vóór 1 januari 2022, blijft deze voorwaarde gelden. Voor zover een omzettingsverzoek betrekking heeft op een S&O-verklaring voor een periode vanaf 2022, vervalt deze voorwaarde.

Artikel II

Deze wijziging treedt in werking per 1 januari 2022, gelijktijdig met de in het algemeen deel van de toelichting bedoelde wijziging van de WVA.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 35 928, nr. 2

Naar boven