Rectificatie: Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Commissariaat voor de Media 2021

Het College van het Commissariaat voor de Media,

gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 7.5, tweede lid, van de Mediawet 2008,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het Commissariaat voor de Media:

het Commissariaat voor de Media, als bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, van de Mediawet 2008;

b. het College:

de voorzitter en de leden van het Commissariaat voor de Media, als bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, van de Mediawet 2008;

c. mandaat:

de bevoegdheid op basis van om in naam van het College besluiten te nemen;

d. practice:

organisatie-eenheid waarbinnen samenhangende taken uit het primaire proces zijn geclusterd;

e. volmacht:

artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid op basis van artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel 3:60 van het Burgerlijk Wetboek om in naam van het College privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

f. machtiging:

de bevoegdheid op basis van artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht om in naam van het College handelingen te verrichten die noch een publiekrechtelijke rechtshandeling, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2. Bestuurs- en organisatiezaken

De afdeling Bestuurs- en organisatiezaken draagt zorg voor ondersteuning van het College en voor de bedrijfsvoering van het Commissariaat voor de Media, waaronder governance, compliance, financiën, IT, HR, communicatie en facilitaire zaken. De afdeling wordt geleid door de directeur Bestuurs- en organisatiezaken die tevens optreedt als collegesecretaris. Voor werkzaamheden die niet bij een van de practices zijn belegd, bepaalt de directeur Bestuurs- en organisatiezaken in overleg met de voorzitter van het College welke practice deze werkzaamheden uitvoert.

Artikel 3. Practice Markttoegang

De practice Markttoegang draagt onder meer zorg voor aanwijzingen, toestemmingen en registraties van media-instellingen, ontheffingen en zendtijd voor politieke partijen en overheidsvoorlichting. De practice wordt geleid door de practice lead Markttoegang.

Artikel 4. Practice Toezicht

De practice Toezicht draagt onder meer zorg voor het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet 2008, de Mediawet BES, de Wet op de vaste boekenprijs en de Wet normering topinkomens. De practice adviseert over de bekostiging van publieke media-instellingen, de NPO en RPO en over de waardering van programmagegevens, besluit over de bekostiging van regionale publieke media-instellingen, behandelt verzoeken om toestemming voor nevenactiviteiten en beoordeelt samenwerkingsovereenkomsten tussen regionale en lokale publieke media-instellingen. De practice wordt geleid door de practice lead Toezicht.

Artikel 5. Practice Handhaving & Bezwaar

De practice Handhaving & Bezwaar is onder meer verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen bij overtreding van normen waarop het Commissariaat voor de Media toezicht houdt en het opstellen van wetsinterpreterende beleidsregels en regelingen. De practice behandelt besluiten in het kader van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en alle bezwaar- en (hoger) beroeps-procedures. De practice wordt geleid door de practice lead Handhaving & Bezwaar.

Artikel 6. Practice Onderzoek & Beleidsadvies

De practice Onderzoek & Beleidsadvies is onder meer belast met het onderzoeken van ontwikkelingen in de mediasector (zoals de Mediamonitor) en het signaleren en agenderen van relevante ontwikkelingen in die sector. De practice draagt zorg voor de wettelijke voorgeschreven beleidsadviezen en voor samenwerking met onder meer andere markttoezichthouders en internationale samenwerking. De practice Onderzoek & Beleidsadvies wordt geleid door de practice lead Onderzoek & Beleidsadvies.

Artikel 7. Contact & Voorlichting

De practice Contact & Voorlichting is onder meer belast met het onderhouden van externe contacten, waaronder het organiseren en geven van voorlichting aan stakeholders, waaronder media-instellingen, pers en publiek. De practice Contact & Voorlichting wordt geleid door de practice lead Contact & Voorlichting.

Artikel 8. Algemene mandatering van bevoegdheden, volmacht en machtiging

  • 1. Aan de directeur Bestuurs- en organisatiezaken, de practice lead Markttoegang, de practice lead Toezicht, de practice lead Handhaving & Bezwaar, de practice lead Onderzoek & Beleidsadvies en de practice lead Contact & Voorlichting wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van aangelegenheden die tot het werkterrein behoren van de afdeling dan wel practice waarvoor zij werkzaam zijn.

  • 2. Voor het geval van afwezigheid van de in het vorige lid genoemde functionarissen, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend aan de senior adviseurs respectievelijk senior juristen van de eigen afdeling dan wel practice of, bij afwezigheid daarvan, aan de directeur Bestuurs- en organisatiezaken of een practice lead van een andere practice.

Artikel 9. Specifieke mandaten

  • 1. Aan de directeur Bestuurs- en organisatiezaken wordt mandaat verleend tot het afdoen van verzoeken om uitstel van betaling van toezichtskosten.

  • 2. Aan de practice lead Markttoegang wordt mandaat verleend tot het afdoen van:

    • a. verzoeken om ontheffing van programmaquota als bedoeld in artikel 2.115, artikel 2.122 en artikel 2.123 van de Mediawet 2008;

    • b. besluiten tot het vaststellen van toezichtkosten als bedoeld in artikel 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008 voor commerciële media-instellingen;

    • c. verzoeken om voor beperkte tijd een omroepzender met beperkt bereik als bedoeld in artikel 6.9 van de Mediawet 2008 te gebruiken ten behoeve van een evenement bedrijfsondersteunende dienst, het intrekken van een aanwijzing of een toestemming op eigen verzoek;

    • d. verzoeken om aangewezen te worden als lokale publieke media-instelling als bedoeld in artikel 2.61 van de Mediawet 2008;

    • e. verzoeken om een commerciële media-instelling toestemming te verlenen als bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008 alsmede de verlenging van deze toestemming;

    • f. verzoeken om een commerciële mediadienst op aanvraag te registreren als bedoeld in artikel 3.29b van de Mediawet 2008 alsmede de intrekking hiervan;

    • g. verzoeken om ontheffing van het vereiste percentage Europese producties als bedoeld in artikel 3.20 en artikel 3.29c van de Mediawet 2008;

    • h. verzoeken om ontheffing van het vereiste percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties als bedoeld in artikel 3.24 van de Mediawet 2008; en

    • i. besluiten tot het actief openbaar maken van de in dit lid genoemde besluiten.

  • 3. Aan de practice lead Toezicht wordt mandaat verleend tot het afdoen van:

    • a. meldingen van nevenactiviteiten als bedoeld in artikel 2.132 van de Mediawet 2008, inclusief het opnemen in het register van nevenactiviteiten;

    • b. besluiten tot het actief openbaar maken van de in dit lid genoemde besluiten.

  • 4. Aan de practice lead Handhaving & Bezwaar wordt mandaat verleend tot het afdoen van:

    • a. intrekkingen van toestemmingen van commerciële media-instellingen als bedoeld in artikel 3.4 van de Mediawet 2008;

    • b. verzoeken om informatie op grond van artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur;

    • c. besluiten omtrent de verschuldigdheid en de hoogte van verbeurde dwangsommen in geval van niet tijdig beslissen in de zin van § 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d. besluiten tot het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie wegens overtreding van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e. bezwaarschriften tegen besluiten als genoemd in artikel 9, eerste lid, tweede lid en derde lid;

    • f. bezwaarschriften tegen de vaststelling van toezichtskosten als bedoeld in artikel 3.30 van de Mediawet 2008;

    • g. bezwaarschriften tegen besluiten op verzoeken om informatie op grond van artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur, na afstemming met compliance;

    • h. verzoeken tot uitstel van betaling in geval van bezwaar tegen besluiten tot het opleggen administratieve sanctie en besluiten tot het vaststellen van toezichtskosten; en

    • i. besluiten tot het actief openbaar maken van de in dit lid genoemde besluiten.

  • 5. Aan de practice lead Onderzoek & Beleidsadvies wordt mandaat verleend tot het afdoen van besluiten tot het actief openbaar maken van onderzoeksrapporten en beleidsadviezen.

Artikel 10. Mandaat voor aansturing werkorganisatie

  • 1. De voorzitter van het College is eindverantwoordelijk voor de aansturing van de organisatie. In verband hiermee wordt aan de voorzitter mandaat verleend voor de aangelegenheden betreffende:

    • a. de hoofdlijnen van het personeelsbeleid, waaronder begrepen:

      • het vaststellen van kaders voor het te voeren arbeidsvoorwaardenbeleid;

      • het vaststellen van kaders voor het te voeren sociaal beleid;

      • de hoofdlijnen van het algemene communicatiebeleid, waaronder begrepen de bekendmaking van belangrijke (voorgenomen) besluiten en de daarmee verband houdende communicatiestrategieën;

    • b. de hoofdlijnen van het formatiebeleid;

    • c. het aanstellen, ontslaan, daartoe gerekend het al dan niet verlengen van een tijdelijke aanstelling, en het schorsen van medewerkers van het Commissariaat voor de Media.

  • 2. De directeur Bestuurs- en organisatiezaken, is bevoegd op te treden als ‘bestuurder’ in de zin van artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wet op de ondernemingsraden en als ‘werkgever’ in de zin van artikel 1, eerste lid, onder a, van de Arbeidsomstandighedenwet ten aanzien van de medewerkers van het Commissariaat voor de Media.

Artikel 11. Aangelegenheden van het College

Onverminderd de mogelijkheid van mandatering overeenkomstig artikel 8 tot en met 10 zijn de volgende handelingen voorbehouden aan het College:

  • 1. het nemen van besluiten van het Commissariaat voor de Media, waaronder in ieder geval de besluiten tot:

    • a. het vaststellen van de begroting van het Commissariaat voor de Media;

    • b. het vaststellen van het jaarverslag en de financiële verantwoording beheer van het Commissariaat voor de Media;

    • c. het toewijzen, intrekken of weigeren van aanwijzingen voor het verzorgen van media- aanbod voor de landelijke en regionale publieke mediadienst met uitzondering van het intrekken of wijzigen van de aanwijzing op verzoek van de media-instelling;

    • d. het vaststellen, wijzigen en intrekken van beleidsregels, regelingen en praktijkhandreikingen;

    • e. het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie, behoudens het bepaalde in artikel 9, vierde lid, onder d;

    • f. het aanbrengen van wijzigingen in de organisatiestructuur van het Commissariaat voor de Media;

  • 2. het uiten van het voornemen tot oplegging van een bestuursrechtelijke sanctie, behoudens het bepaalde in artikel 9, vierde lid, onder d;

  • 3. de afdoening van stukken gericht aan:

    • a. de ministers en staatssecretarissen;

    • b. de Eerste en Tweede Kamer;

    • c. de Algemene Rekenkamer;

    • d. de Nationale ombudsman.

Artikel 12. Volmacht

  • 1. De uitoefening van bevoegdheden waardoor namens het College en binnen de kaders van de door het College vastgestelde begroting financiële verplichtingen tot een bedrag van € 50.000,00 worden aangegaan, is behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel voorbehouden aan de directeur Bestuurs- en organisatiezaken en aan de in artikel 8 genoemde practice leads.

  • 2. De directeur Bestuurs- en organisatiezaken is bevoegd een of meer medewerkers volmacht te verlenen tot het uitoefenen van bevoegdheden waarbij namens het College en binnen de kaders van de door het College vastgestelde begroting en het vastgestelde inkoopbeleid financiële verplichtingen worden aangegaan tot een bedrag van € 10.000,00.

  • 3. De uitoefening van bevoegdheden in het kader van de bedrijfsvoering waardoor namens het College en binnen de kaders van de door het College vastgestelde begroting en het vastgestelde inkoopbeleid financiële verplichtingen worden aangegaan waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan € 50.000,00 maar minder dan de Europese aanbestedingsdrempel als genoemd in richtlijn 2014/23/EU, is voorbehouden aan de voorzitter tezamen met de directeur Bestuurs- en organisatiezaken.

  • 4. De uitoefening van bevoegdheden waardoor financiële verplichtingen worden aangegaan waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de Europese aanbestedingsdrempel als genoemd in richtlijn 2014/23/EU, is voorbehouden aan het College.

Artikel 13. Ondertekening

  • 1. Het in een document vastleggen van een besluit, een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling door of namens het College, dient te geschieden op briefpapier van het Commissariaat voor de Media met het hoofd ‘Commissariaat voor de Media’ en onder vermelding aan het slot van ‘Commissariaat voor de Media’, gevolgd door de naam en functie van de voorzitter en het lid van het College wiens aandachtsgebied het betreft.

  • 2. Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door het College, wordt ondertekend door de voorzitter en het lid van het College wiens aandachtsgebied het betreft. In het geval dat het onderwerp binnen het aandachtsgebied van de voorzitter valt, wordt het document ondertekend door de voorzitter en één van de twee andere leden van het College, ongeacht het aandachtsgebied.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter of het lid van het College wiens aandachtsgebied het betreft, wordt het door het College vastgestelde document ondertekend door de voorzitter dan wel het lid van het College wiens aandachtsgebied het betreft en het andere lid van het College onder toevoeging van ‘bij afwezigheid’ (b.a.).

  • 4. Bij ontstentenis van twee leden van het College kan het door het College vastgestelde document worden ondertekend door het aanwezige lid van het College onder toevoeging van ‘bij afwezigheid’ (b.a.) en de secretaris van het College onder toevoeging van ‘in opdracht’ (i.o.).

  • 5. Bij ontstentenis van alle leden van het College kan het door het College vastgestelde document ondertekend worden door de secretaris van het College onder toevoeging van ‘in opdracht’ (i.o.) en een practice lead wiens werkterrein het betreft als bedoeld in onder toevoeging van ‘in opdracht’ (i.o.).

  • 6. Bij ontstentenis van alle leden van het College en de secretaris van het College kan het door het College vastgestelde document ondertekend worden door een practice lead wiens werkterrein het betreft als bedoeld in onder toevoeging van ‘in opdracht’ (i.o.)

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. Het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Commissariaat voor de Media 2019 wordt ingetrokken.

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Commissariaat voor de Media 2021.

Hilversum, 26 januari 2021

Het Commissariaat voor de Media, R.H.M. Eringa-Wensing voorzitter

J.G.C.M. Buné commissaris

Naar boven