Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 december 2021, nr. WJZ/ 21287408, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet in verband met de pilot mineralenconcentraat

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 38, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 35a, eerste lid, wordt de zinsnede ‘1 januari 2015 tot en met 31 december 2021’ vervangen door ‘1 januari 2015 tot en met 31 december 2022’.

B

In artikel 35e wordt de zinsnede ‘voor de jaren 2009 tot en met 2021’ vervangen door ‘voor de jaren 2009 tot en met 2022’.

C

Artikel 35g komt te luiden:

Artikel 35g

Deze paragraaf vervalt met ingang van 1 januari 2023.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 december 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Verlenging pilot mineralenconcentraat

Deze wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet beoogt verlenging van de pilot mineralenconcentraat met 1 jaar. De pilot mineralenconcentraat heeft als doel om te laten zien dat het mogelijk is om hoogwaardige verwerkingsproducten uit dierlijke mest te produceren en te gebruiken als kunstmestvervanger. Door deze producten boven de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest (170 kg N/hectare) te plaatsen krijgen dit soort bemestingsproducten in Nederland waarde en kan beter gebruik gemaakt worden van lokaal beschikbare grondstoffen. Binnen de pilot zijn tien bedrijven/samenwerkingsverbanden actief.

De eerste jaren van het onderzoek is vooral gefocust op onderzoek naar de landbouwkundige en milieukundige effecten met betrekking tot de productie, de afzet en het gebruik van mineralenconcentraat. Dit onderzoek heeft geleid tot de conclusie dat het mogelijk is om dergelijke meststoffen te maken, én dat de meststoffen mits zij van voldoende kwaliteit zijn, niet leiden tot extra risico’s voor uitspoeling van nitraat naar het grondwater. Deze onderzoeken zijn met de Europese Commissie gedeeld. De Europese Commissie heeft zelf onderzoek laten doen naar dergelijke meststoffen en heeft een advies gekregen van het Joint Research Centre (hierna: JRC) om dergelijke herwonnen stikstofmeststoffen uit dierlijke mest (Renure) onder voorwaarden toe te staan boven de gebruiksnorm voor dierlijke mest. Deze voorwaarden passen goed bij het product mineralenconcentraat. Uit een analyse van de WUR blijkt dat de huidige deelnemers van de pilot allemaal voldoen aan deze kwaliteitsvoorwaarden (https://research.wur.nl/en/publications/composition-of-mineral-concentrates-results-of-monitoring-install).

De Europese Commissie heeft het advies van het JRC in september 2020 ontvangen, maar nog niet duidelijk gemaakt hoe men dit advies wil implementeren. In afwachting daarvan wil Nederland daarom de pilot mineralenconcentraat voor een jaar verlengen, tot en met 31 december 2022. De pilot wordt niet vergroot of uitgebreid. De huidige partijen die participeren zullen een nieuwe beschikking krijgen. Dit voornemen is opgenomen in het zevende Nitraatactieprogramma en eerder mondeling met de Europese Commissie gedeeld.

Daarnaast zal in het komende jaar de pilot worden gebruikt om onderzoek te doen naar een kwaliteitsborgingssysteem om te garanderen dat aan de voorwaarden voor RENURE-producten wordt voldaan, zodat de landbouwkundige kwaliteit geborgd is en milieukundige risico’s worden beperkt. Pilot deelnemers zal het komende jaar worden gevraagd te participeren in de opzet van een certificatie-schema. Mogelijk kan een dergelijk certificatie-schema in de toekomst publieke partijen helpen in het bepalen of er voldaan wordt aan de minimale kwaliteitscriteria en een rol spelen in de aanvraag om dergelijke producten op de markt te brengen. In onderling overleg wordt bezien hoe een dergelijk schema in te richten met betrekking tot monstername, monsterfrequentie, analyses en rapportage. Aan het al dan niet gecertificeerd zijn worden op dit moment geen rechtsgevolgen verbonden.

Parallel hieraan zal Nederland een verzoek doen bij de Europese Commissie om Nederland de generieke mogelijkheid te bieden om RENURE-producten als kunstmest op de markt te gaan brengen. Partijen die daarvan gebruik willen maken zullen moeten kunnen aantonen dat ze aan de minimale kwaliteitseisen voldoen. De pilot mineralenconcentraat is dan niet langer nodig.

2. Consultatie

Deze verlenging is geen nieuw beleid, maar beoogt verlenging van een bestaande uitzondering. Er heeft geen consultatie plaatsgevonden.

3. Notificatie

De voortzetting van de pilot hoefde niet te worden genotificeerd omdat er louter sprake is van een verlenging en er materieel niets wijzigt. De verlenging van de pilot is bovendien als maatregel opgenomen in het Zevende Nitraatactieprogramma en behoefde ook daarom geen notificatie.

4. Effecten bedrijfsleven en overheid

4.1. Regeldruk

De verlenging van de pilot mineralenconcentraat heeft geen gevolgen voor de regeldruk, omdat er voor de deelnemende partijen geen wijzigingen in de voorwaarden voor deelname plaatsvinden. Bovendien is de deelnemende groep begrenst en is er geen mogelijkheid voor nieuwe deelnemers om zich aan te melden.

4.2. Uitvoering en handhaving

RVO geeft aan dat de voorgestelde verlenging uitvoerbaar en handhaafbaar is en verwacht dat de implementatie van deze wijziging geen impact op de uitvoering en handhaafbaarheid heeft. Dit vanwege het feit dat de verlenging geen wijzigingen van de voorwaarden voor deelname ten opzichte van voorgaande jaren met zich meebrengt.

5. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en sluit daarmee aan bij het beleid inzake vaste verandermomenten. Wel wordt afgeweken van de regel dat er minimaal twee maanden moet zitten tussen het moment van publicatie en de inwerkingtreding van de regeling. Afwijking van de minimuminvoeringstermijn is gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven