Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 december 2021, nr. 30627842, houdende wijziging van de Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs onder andere in verband met de invoering van de Variawet hoger onderwijs

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7.25 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING AANMELDING EN TOELATING HOGER ONDERWIJS

De Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

De begripsbepaling ‘kandidaat’ in artikel 1.1 komt als volgt te luiden:

kandidaat:

degene die zich wil aanmelden of laten inschrijven voor de eerste periode van een associate degree-opleiding met een studielast van 60 studiepunten, voor een propedeutische fase van een bepaalde bacheloropleiding of, indien die fase niet is ingesteld, de eerste periode in een bacheloropleiding met een studielast van 60 studiepunten;

B

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt ‘gelden voor kandidaten’ vervangen door ‘kan het instellingsbestuur bepalen dat slechts kandidaten worden ingeschreven’ en wordt ‘in het bezit zijn van een vwo-diploma van een in bijlage A opgenomen opleiding,’ vervangen door ‘voldoen aan’.

In het tweede lid wordt ‘gelden voor kandidaten’ vervangen door ‘kan het instellingsbestuur bepalen dat slechts kandidaten worden ingeschreven’ en wordt ‘in het bezit zijn van een vwo-diploma of het havo-diploma van een in bijlage B opgenomen opleiding,’ vervangen door ‘voldoen aan’.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2022, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Algemeen deel

De onderhavige wijziging van de Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs (hierna: Regeling) heeft in eerste plaats betrekking op het in lijn brengen van de Regeling met artikel 7.25 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), omdat die bepaling met de Variawet hoger onderwijs op 1 januari 2022 is aangepast. Deze wijziging brengt mee dat het in beginsel aan instellingsbesturen is om te bepalen of zij de in de Regeling neergelegde nadere vooropleidingseisen hanteren. Daarnaast is de begripsbepaling van ‘kandidaat’ aangepast, omdat in de bestaande begripsbepaling enkel wordt gesproken over de propedeutische fase. De associate- degree kent een dergelijke fase echter niet.

Administratieve lasten, gevolgen DUO en financiële gevolgen

Deze wijzigingsregeling brengt geen administratieve lasten met zich mee. Een conceptversie van deze wijzigingsregeling is voorgelegd aan DUO met het verzoek een uitvoeringstoets hierover uit te brengen. DUO acht de regeling uitvoerbaar en geeft aan dat er geen incidentele of structurele kosten aan verbonden zijn.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

De aanpassing van de begripsbepaling van ‘kandidaat’ is noodzakelijk, omdat in de bestaande begripsbepaling enkel wordt gesproken over de propedeutische fase. De associate-degree kent een dergelijke fase echter niet.

Artikel I, onderdelen B

De wijzigingen van artikel 2.1 komen voort uit de wijziging van artikel 7.25 WHW waarbij het instellingsbestuur kan bepalen of zij de in de regeling neergelegde nadere vooropleidingseisen zal hanteren.

Artikel II Inwerkingtreding

Artikel 7.25 van de WHW wordt middels de Variawet hoger onderwijs gewijzigd. Deze wijziging treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Deze bepaling wordt uitgewerkt in onderhavige regeling. De inwerkingtreding van deze regeling sluit aan bij de inwerkingtreding van die wet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven