Besluit van de Minister van Justitie van 13 december 2021, nr. 3700270, houdende verlening van mandaat en machtiging aan de Commandant van de Koninklijke marechaussee ter zake van bevoegdheden op het terrein van de beveiliging van de burgerluchtvaart (Mandaat- en machtigingsbesluit Kmar beveiliging burgerluchtvaart 2021)

De Minister van Justitie, in overeenstemming met de Minister van Defensie,

Gezien de instemming van de Commandant van de Koninklijke marechaussee (brief van 8 december 2021, kenmerk 2021009221);

Gelet op artikel 10:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 37q, tweede lid van de Luchtvaartwet;

Besluit:

Artikel 1

Aan de Commandant van de Koninklijke marechaussee worden mandaat en machtiging verleend ter zake van de in onderstaande bepalingen van de Luchtvaartwet genoemde bevoegdheden:

  • a. artikel 37acb, eerste lid;

  • b. artikel 37ada, eerste lid, voor zover er geen specifieke dreiging geldt en de inzet van ambtenaren van de Koninklijke marechaussee uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van het op peil houden van vaardigheden en ter ontmoediging van terroristen;

  • c. artikel 37q, eerste lid.

Artikel 2

Aan de Commandant van de Koninklijke marechaussee wordt toegestaan van het in artikel 1 verleende mandaat ondermandaat te verlenen en de in artikel 1 verleende machtiging door te geven aan de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 3

Het Mandaat- en machtigingsbesluit Kmar beveiliging burgerluchtvaart van 24 augustus 2007, nr. 5501209/07/NCTb wordt ingetrokken.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaat- en machtigingsbesluit Kmar beveiliging burgerluchtvaart 2021.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven