ARTIKEL I
De Regeling subsidie financiering ongedekte vaste
kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 worden in de alfabetische volgorde twee definities
toegevoegd, luidende:
- referentieperiode 4:
-
het vierde kwartaal van 2019;
- subsidieperiode 4:
-
het vierde kwartaal van 2021.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘respectievelijk 3’
vervangen door ‘, 3 respectievelijk 4’.
2. In het tweede lid wordt onder verlettering van
onderdeel d tot onderdeel e, een onderdeel d (nieuw) ingevoegd, luidende:
C
In artikel 4, eerste lid, wordt ‘1 en 2 respectievelijk 3’
vervangen door ‘1, 2 en 3 respectievelijk 4’.
D
In artikel 5, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt
door een puntkomma aan het einde van onderdeel d, een onderdeel toegevoegd,
luidende:
-
e. de totale door de getroffen onderneming ontvangen steun
die wordt gerechtvaardigd door paragraaf 3.12 van de Tijdelijke kaderregeling
inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige
COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I) na toepassing van deze regeling en de
op
grond van de Regeling subsidie vaste lasten COVID-19 ontvangen steun, en
waarbij uit wordt gegaan van brutobedragen per onderneming als bedoeld in
artikel 2, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening, meer bedraagt
dan
€ 2.300.000.
E
In artikel 6, tweede lid, onderdeel c, d en f, wordt ‘1 en 2
respectievelijk 3’ telkens vervangen door ‘1, 2 en 3 respectievelijk 4’.
F
In artikel 7, eerste lid, wordt na ‘15 november 2021’ toegevoegd
‘, een aanvraag voor subsidieperiode 4 kan worden ingediend in de periode van
1 februari 2022 tot en met 31 maart 2022.
G
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. De getroffen onderneming vraagt uiterlijk op 28 april 2022
de vaststelling van de subsidie voor de subsidieperiodes 1, 2 of 3 aan en
uiterlijk op 29 september 2022 de vaststelling van de subsidie voor de
subsidieperiode 4, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar
gesteld middel.
2. In het tweede en derde lid wordt ‘1 en 2 respectievelijk 3’
telkens vervangen door ‘1, 2 en 3 respectievelijk 4’.
H
In artikel 11, eerste lid, wordt ‘en Steunmaatregel SA.100202
(2021/N)’ vervangen door ‘, Steunmaatregel SA.100202 (2021/N) en Steunmaatregel
SA.100953 (2021/N)’.
I
In artikel 13, tweede lid, wordt ‘1 januari 2022’ telkens
vervangen door ‘1 juli 2022’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Algemeen
Het kabinet heeft besloten de regeling ongedekte vaste kosten (OVK)
evenals de TVL ook voor het vierde kwartaal 2021 open te stellen (Kamerstuk
35 420, nr.
314). Doordat inmiddels steeds meer landbouwbedrijven in het kader van
de TVL aanlopen tegen het voor die regeling geldende maximum van paragraaf 3.1
van het Europees staatsteunkader (dit was 225.000 euro maar bedraagt na de
laatste wijziging van het tijdelijk steunkader 290.000 euro voor de hele
periode), wordt de noodzaak voor een aanvullende regeling groter. Deze
wijzigingsregeling voorziet daarin, met een nieuwe openstelling voor het vierde
kwartaal van de OVK.
2. Staatssteun
De subsidie die wordt verleend op grond van deze regeling is aan
te merken als staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Conform
artikel 108, derde lid, van het VWEU is deze steunmaatregel ter voorafgaande
goedkeuring bij de Europese Commissie aangemeld. Om geoorloofd steun te kunnen
verstrekken op basis van deze subsidieregeling is gebruik gemaakt van het
tijdelijk steunkader 3.12.
In dit tijdelijk steunkader zet de Europese Commissie uiteen
onder welke voorwaarden staatssteun voor maatregelen ter bestrijding van de
gevolgen van de COVID-19 uitbraak gerechtvaardigd is op grond van artikel 107,
derde lid, onder b, van het VWEU. Op grond van het tijdelijk steunkader kan
steun worden verleend, onder meer in de vorm van subsidies. De relevante
voorwaarden hiervoor zijn voor de OVK opgenomen in paragraaf 3.12. van het
tijdelijk steunkader.
De OVK subsidieregeling past binnen de voorwaarden van het
tijdelijk steunkader en is om die reden op 29 juni 2021 goedgekeurd door de
Europese Commissie (SA.63576). Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft de
Europese Commissie voorts ingestemd met een nieuwe openstelling voor het derde
kwartaal (SA. 100202).
Onderhavige wijzigingsregeling voorziet in een nieuwe
openstelling voor het vierde kwartaal, onder dezelfde voorwaarden. Ook deze
wijziging is door de Europese Commissie goedgekeurd (besluit inzake
steunmaatregel SA.100953).
De regeling geeft acht weken aan de minister om een besluit te
nemen met betrekking tot de aanvragen tot subsidieverlening (artikel 7, derde
lid).
3. Regeldruk
De regeldruk voor de gedupeerde onderneming behelst het
kennisnemen van de regeling, het invullen van de aanvraag, het afgeven van de
bedoelde verklaringen en het uploaden van de vereiste bewijsstukken. Hierbij
wordt ervan uitgegaan dat de kennisneming een kwartier kost en de invulling van
de complete aanvraag en uploaden van bewijs door de onderneming nogmaals een
drie kwartier aan inzet kost, dus totaal 1 uur per onderneming. Uitgaande van
200 ondernemingen (land- en tuinbouw totaal) die, tegen een gemiddeld uurtarief
van € 39,–, een aanvraag zullen doen, komen de totale regeldrukkosten voor de
ondernemingen voor de aanvraag op € 7.800,–.
Voor alle ondernemingen wordt ervan uitgegaan dat de indiening
van de verantwoording achteraf door de onderneming een half uur in beslag
neemt. Dit komt neer op ongeveer € 4.000,– (200 ondernemingen, € 39,– per uur).
Bij de verantwoording achteraf zal bij bedragen boven de € 25.000,– een
derdenverklaring van een accountant vereist zijn. Verwacht wordt dat ongeveer
160 aanvragers boven de € 25.000,– komen en dus een accountantsverklaring
dienen te verstrekken. Tevens wordt ervan uitgegaan dat dit voor de accountant
per onderneming 20 uur kost met een gemiddeld uurtarief van € 85,–, wat zal
uitkomen op € 1.700,– per onderneming. In totaal dus € 272.000,–.
De totale regeldrukkosten voor de ondernemingen komen daarmee uit
op € 283.800,–.
4. Inwerkingtreding
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt
afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten, zoals opgenomen
in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit is
gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige
inwerkingtreding.
5. Artikelsgewijs
Artikel I, onderdelen A tot en met C en E
De wijzigingen van de artikelen 1, 2, 4 en 6 betreffen het
toevoegen van het vierde kwartaal 2021, hetgeen de hoofdreden vormt voor de
onderhavige regeling.
Artikel I, onderdeel D
In de Kamerbrief ‘Uitbreiding economisch steun- en herstelpakket’
(Kamerstuk 35 420,
nr. 217) is het streven opgenomen dat de OVK land- en
tuinbouwbedrijven tegemoet komt in lijn met de andere sectoren. Omdat het
steunmaximum voor land- en tuinbouwbedrijven in het kader van de TVL lager is
dan voor andere ondernemingen, is met de OVK voor deze bedrijven een
aanvullende voorziening getroffen. Het uitgangspunt van een gelijke behandeling
betekent tevens dat de op grond van de OVK en TVL gezamenlijk te ontvangen
steun voor land-en tuinbouwbouwbedrijven niet meer mag zijn dan de maximum
steun uit hoofde van de TVL voor de andere sectoren. Daarom is in de
voorliggende regeling nu opgenomen dat voor land- en tuinbouwbedrijven bij de
steun uit de TVL en OVK hetzelfde maximum wordt gehanteerd als bij de TVL voor
andere sectoren, namelijk € 2,3 miljoen over alle periodes. Hierbij gaat het om
bruto bedragen, dus voor belastingen.
Artikel I, onderdeel F
In artikel 7, eerste lid, van de regeling is de aanvraagperiode
voor het indienen van een subsidieverzoek voor het vierde kwartaal van 2021
toegevoegd. De aanvraagperiode loopt van 1 februari 2022 tot en met 31 maart
2022.
Artikel I, onderdeel G
In artikel 9 wordt de uiterlijke datum voor de aanvraag tot
vaststelling van de subsidie gewijzigd. Voor de eerste drie kwartalen wordt
deze datum 28 april 2022, voor het vierde kwartaal 2021 is opgenomen dat de
subsidieontvanger uiterlijk 29 september 2022 de aanvraag tot vaststelling moet
indienen. Deze data zijn zodanig bepaald dat zij vallen na de uiterste datum
voor de subsidievaststelling van de TVL, aangezien de hoogte van de subsidie
immers mede afhankelijk is van de subsidie die op grond van de TVL wordt
ontvangen.
Artikel I, onderdeel H
Artikel 11, eerste lid, wordt gewijzigd in verband met
actualisatie van de staatssteungoedkeuring.
Artikel I, onderdeel I
In artikel 12 wordt de datum waarop de regeling vervalt met een
half jaar verschoven, aangezien het tijdelijk staatsteunkader ook met een half
jaar is verlengd. Hiermee geldt thans dat op alle aanvragen voor subsidie
uiterlijk op 30 juni 2022 (voor 1 juli) moet zijn beslist.
Artikel II
De inwerkingtredingsdatum is in paragraaf 4 al toegelicht.
De Minister van
Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, C.J. Schouten