Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Defensie | Staatscourant 2021, 49846 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Defensie | Staatscourant 2021, 49846 | interne regeling |
8 december 2021
Nr. KMAR2021009226
De Commandant Koninklijke Marechaussee,
Overwegende dat ingevolge artikel 37t van de Luchtvaartwet de Commandant Koninklijke Marechaussee belast is met het uitvoeren van het toezicht op de beveiliging van de burgerluchtvaart.
Overwegende dat ingevolge artikel 37ab, derde lid, van de Luchtvaartwet de Commandant van de Koninklijke Marechaussee bevoegd is om namens de Minister van Justitie en Veiligheid aanwijzingen te geven inzake de nakoming van een verplichting die op hen rust ingevolge de artikelen 37b, 37f, 37g, 37h, 37hb, 37hd, 37j, 37k, 37l, 37ra, 37rf en 37rg, of ingevolge een verplichting die voortvloeit uit een Europese verordening voor zover deze betrekking heeft op de beveiliging van de burgerluchtvaart.
Overwegende dat ingevolge artikel 37acb, eerste lid, van de Luchtvaartwet juncto artikel 1 van het Mandaat- en machtigingsbesluit KMar beveiliging burgerluchtvaart de Commandant van de Koninklijke Marechaussee instemming geeft voor de ingebruikname van explosievenspeurhonden ten behoeve van de uitvoering van beveiligingsonderzoek.
Overwegende dat ingevolge artikel 37ae, tweede lid, van de Luchtvaartwet juncto artikel 20, eerste lid, onder a, van de Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart 2021 de Commandant van de Koninklijke Marechaussee bevoegd is om bij wijze van bestuursdwang het opstijgen van een luchtvaartuig te verbieden en te beletten, indien er een redelijk vermoeden bestaat dat wegens het niet naleven van de bij of krachtens deze afdeling gestelde voorschriften of van een verplichting die voortvloeit uit een Europese verordening voor zover deze betrekking heeft op de beveiliging van de burgerluchtvaart, de beveiliging van de burgerluchtvaart in gevaar kan komen.
Overwegende dat ingevolge artikel 37o, eerste lid, onder a, b, c en e en tweede lid van de Luchtvaartwet juncto artikel 20, eerste lid, onder b, van de Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart 2021 de Commandant van de Koninklijke Marechaussee overeenkomstig EG-verordening 300/2008 bevoegd is om de volgende erkenningen te verlenen of in te trekken:
a. een erkenning als erkend agent;
b. een erkenning als bekende afzender;
c. een erkenning als erkend leverancier van vluchtbenodigdheden;
e. een andere erkenning die op grond van EU-verordening 2015/1998 door de bevoegde autoriteit wordt verleend en ingetrokken.
Overwegende dat ingevolge artikel 37q, eerste lid, van de Luchtvaartwet juncto artikel 1 van het Mandaat- en machtigingsbesluit Kmar beveiliging burgerluchtvaart 2021 de Commandant van de Koninklijke Marechaussee onderzoeken kan uitvoeren naar de betrouwbaarheid van geregistreerde personen als bedoeld in artikel 37o van de Luchtvaartwet.
Overwegende dat ingevolge artikel 37rd, eerste lid, van de Luchtvaartwet juncto artikel 20, eerste lid, onder d, van de Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart 2021 de Commandant van de Koninklijke Marechaussee vaststelt dat personen die beveiligingstaken op grond van EG-verordening 300/2008 uitvoeren voldoen aan de eisen van bekwaamheid die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze taken.
Overwegende dat ingevolge artikel 37re, eerste lid, van de Luchtvaartwet juncto artikel 20, eerste lid, onder c, van de Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart 2021 de Commandant van de Koninklijke Marechaussee vaststelt dat de opleidingen die op grond van EG-verordening 300/2008 slechts mogen worden verzorgd door gecertificeerde instructeurs, worden gegeven door personen ten aanzien waarvan is vastgesteld dat zij beschikken over de bekwaamheid en betrouwbaarheid die noodzakelijk is om de desbetreffende opleiding te kunnen verzorgen.
Overwegende dat ingevolge artikel, eerste lid, 37u van de Luchtvaartwet juncto artikel 20, eerste lid, onder e, van de Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart 2021 de Commandant van de Koninklijke Marechaussee bevoegd is tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk IV, paragraaf 6 van de Luchtvaartwet en van EG-verordening 300/2008.
Overwegende dat ingevolge artikel 37v, tweede lid, van de Luchtvaartwet juncto artikel 20, eerste lid, onder f, van de Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart 2021 de Commandant van de Koninklijke Marechaussee bevoegd is om klachten te behandelen die zijn ingediend tegen beveiligingspersoneel als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, over een gedraging bij de uitvoering van een taak ingevolge deze afdeling.
Overwegende dat zowel ingevolge artikel 20, tweede lid, van de Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart 2021 als ingevolge artikel 2 van het Mandaat- en machtigingsbesluit KMar beveiliging burgerluchtvaart) het de Commandant van de Koninklijke Marechaussee is toegestaan om voor de hierboven genoemde bepalingen ondermandaat te verlenen en de verleende machtiging door te geven aan de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart.
Overwegende dat ingevolge artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus de Commandant van de Koninklijke Marechaussee bevoegd is toestemming te verlenen voor het tewerkstellen van personen bij beveiligingsorganisaties of recherchebureaus.
Overwegende dat ingevolge artikel 10, vijfde lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus de Commandant van de Koninklijke Marechaussee bevoegd is de verklaring van betrouwbaarheid voor alarminstallateurs af te geven aan een beveiligingsorganisatie waarvoor de alarminstallateur gaat werken.
Overwegende dat ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus de Commandant van de Marechaussee bevoegd is aanwijzingen te geven indien een beveiligingsorganisatie or recherchebureau aan welke een vergunning is verleend, werkzaamheden verricht op een luchtvaartterrein.
Overwegende dat ingevolge artikel 12, tweede lid, van de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus de Commandant van de Koninklijke Marechaussee bevoegd is aan een beveiligingsorganisatie die werkzaamheden verricht op een luchtvaartterrein en dan uitsluitend voor dat luchtvaartterrein ontheffing te verlenen van de verplichting tot het dragen van een uniform indien dit gelet op de aard van de werkzaamheden gewenst is en zich daartegen geen zwaarwegende belangen verzetten.
Gelet op de hierboven genoemde taken en bevoegdheden die wettelijk aan de Commandant Koninklijke Marechaussee zijn opgedragen en zijn gemandateerd door de Minister van Justitie en Veiligheid.
Besluit vast te stellen het navolgende besluit:
1. De Commandant Koninklijke Marechaussee belast de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart met het uitvoeren van het toezicht op de beveiliging burgerluchtvaart zoals omschreven in artikel 37t van de Luchtvaartwet.
2. De bij de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart werkzame personen die hebben voldaan aan de eisen van het opleidingsprogramma nationaal inspecteur beveiliging burgerluchtvaart worden belast met het toezicht zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
3. De Commandant Koninklijke Marechaussee belast de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart met het verlenen of intrekken van erkenningen zoals omschreven in artikel 37o van de Luchtvaartwet.
4. De Commandant Koninklijke Marechaussee belast overeenkomstig artikel 37q van de Luchtvaartwet de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart met het uitvoeren van onderzoeken naar de betrouwbaarheid van personen werkzaam voor de aanvrager van een erkenning, als bedoeld in artikel 37o, eerste en tweede lid en voor de houder van een erkenning, als bedoeld in artikel 37o, eerste lid van de Luchtvaartwet.
1. Aan de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt ondermandaat verleend om de bevoegdheden uit te oefenen zoals genoemd in artikel 1 sub a en c van het Mandaat- en machtigingsbesluit Kmar beveiliging burgerluchtvaart 2021.
2. Aan de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt ondermandaat verleend om de bevoegdheden uit te oefenen zoals genoemd in artikel 20, eerste lid, onder a, b, c, d, e en f van de Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart 2021.
3. Aan de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt mandaat verleend om aanwijzingen te geven inzake de nakoming van verplichtingen zoals omschreven in artikel 37ab van de Luchtvaartwet.
4. Aan het Hoofd van Bureau Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt mandaat verleend voor het verlenen van toestemming voor het tewerkstellen van personen bij beveiligingsorganisaties of recherchebureaus zoals omschreven in artikel 7, tweede lid, tweede volzin, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
5. Aan de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt mandaat verleend om te beslissen op bezwaar ten aanzien van besluiten, zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel, inzake het tewerkstellen van personen bij beveiligingsorganisaties of recherchebureaus zoals omschreven in artikel 7, tweede lid, tweede volzin, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
6. Aan de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt mandaat verleend om de bevoegdheden uit te oefenen zoals genoemd in artikel 10, vijfde lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
7. Aan de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt mandaat verleend om de bevoegdheden uit te oefenen zoals genoemd in artikel 12, eerste lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
8. Aan de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt mandaat verleend om de bevoegdheden uit te oefenen zoals genoemd in artikel 12, tweede lid, van de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
Aan de volgende functionarissen van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart wordt machtiging verleend om correspondentie te voeren en op te treden als procesvertegenwoordiger in die gevallen dat een bezwaarprocedure, voortkomend uit de bevoegdheden uit de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, leidt tot een gerechtelijke procedure zoals bedoeld in artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht:
– de Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart;
– de Plaatsvervangend Commandant van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart;
– de jurist van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart;
– het Hoofd van het Bureau Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus van de Brigade Toezicht Beveiliging Burgerluchtvaart, alsmede diens plaatsvervanger.
De Commandant Koninklijke Marechaussee is bevoegd om, met het oog op de uitoefening van het mandaat bedoeld in de artikelen 1, 2 en 3 aanvullende instructies te geven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-49846.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.