TOELICHTING
I. Algemeen
Op grond van artikel 8 van Richtlijn 2012/27/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot
wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van
de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PbEU 2012, L 315, verder: de
richtlijn), zijn grote ondernemingen verplicht om een energie-audit te
ondergaan en een verslag daarvan op te stellen. Deze verplichting was tijdelijk
geïmplementeerd in de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14
Richtlijn energie-efficiëntie (verder: de tijdelijke regeling) en is inmiddels
in de Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie opgenomen. Een aantal
artikelen van de regeling waarin de regelgeving voor wat betreft de
energie-audit was geïmplementeerd vervallen gelijktijdig met de
inwerkingtreding van onderhavige Regeling energie-audit (hierna: de regeling).
Inhoudelijk blijft het stelsel van de regeling hiermee nagenoeg hetzelfde. In
deze regeling worden de energiebeheersystemen, milieubeheersystemen en
keurmerken aangewezen waarmee geheel of gedeeltelijk invulling kan worden
gegeven aan de verplichting tot het uitvoeren van een energie-audit zoals
opgenomen in artikel 18 van de wet.
1. Aanleiding en doel
De energie-audit is een onderzoek naar het energieverbruik binnen
een onderneming en de mogelijkheden om verdergaande energiebesparende
maatregelen te treffen.
Grote ondernemingen kunnen door middel van erkende keurmerken en
energie- of milieubeheersystemen invulling geven aan de energie-auditplicht,
omdat hiermee reeds is voldaan aan de minimum-criteria van de energie-audit
zoals bedoeld in de richtlijn. Het betreft hier ondernemingen die een Europees
of internationaal gecertificeerd energiebeheersysteem toepassen. Deze
ondernemingen voeren immers al een energie-audit uit. Ook bedrijven die voldoen
aan de standaarden van specifieke milieubeheersystemen voldoen reeds aan de
audit.
Middels deze ministeriële regeling worden ook de keurmerken
aangewezen waarmee invulling kan worden gegeven aan de verplichting om een
energie-audit te ondergaan. Hierna worden de verschillende manieren waarop
invulling kan worden gegeven aan de verplichting tot het ondergaan van een
energie-audit kort toegelicht.
Energiebeheersysteem
Energiebeheersystemen zijn door internationale experts
vastgestelde normen en zijn voor ondernemingen een praktisch hulpmiddel om
plannen te maken om energiegebruik te garanderen, doelen te stellen om
energiegebruik te verminderen, energieverbruik te bewaken en
prestatie-indicatoren te genereren.
Milieubeheersysteem
Milieubeheersystemen zijn door internationale experts
vastgestelde normen en specificeren de eisen die organisaties kunnen gebruiken
hun milieuprestaties te verbeteren. Met deze norm kunnen ondernemingen
milieubeleid en -doelstellingen ontwikkelen en implementeren.
Keurmerk
Keurmerken geven een certificaat af en geven invulling aan de
auditplicht. Dat wil zeggen dat de vereisten voor het keurmerk tenminste
gelijkwaardig zijn aan de minimumvereisten van een energie-audit. De
minimumcriteria zijn opgenomen in bijlage VI van richtlijn 2012/27/EU.
Om te voldoen aan de audit-criteria, moet een keurmerk aan
verschillende eisen voldoen. Zo moet het keurmerk bijvoorbeeld een overzicht
van besparingsmaatregelen en verbruiks- en belastingprofielen geven. Ook dient
het keurmerk door een onafhankelijke partij gecontroleerd te worden.
In de tabel die in de bijlage bij deze regeling is opgenomen,
wordt een overzicht gegeven van de keurmerken waarmee invulling kan worden
gegeven aan de verplichting voor grote ondernemingen om een energie-audit te
ondergaan. In deze tabel zijn de verschillende keurmerken opgenomen met daarbij
eventuele bijzonderheden en uitzonderingsgronden.
2. Regeldruk
Voor de ondernemingen vallend onder de auditplicht verandert er
niets. Er dient slechts te worden kennisgenomen van de nieuwe werkwijze.
Onderzoek door CBS in maart 2021 heeft uitgewezen dat Nederland circa 3000
auditplichtige bedrijven kent. Uitgaande van 5 minuten kennisnametijd per
betrokken onderneming vallend onder het stelsel, en een uurtarief van € 54
euro/uur bedragen de regeldrukkosten € 13.500,–.
Het is mogelijk aan de auditplicht te voldoen door middel van
een energie-audit.
Naast het uitvoeren van de energie-audit is het mogelijk om aan
de auditplicht te voldoen middels een keurmerk of beheersysteem. Middels deze
ministeriële regeling worden aanvullende keurmerken aangewezen waarmee
invulling kan worden gegeven aan de verplichting om een energie-audit te
ondergaan. Hoewel het hanteren van een keurmerk of beheersysteem niet verplicht
is kunnen bedrijven door deze mogelijkheid in de praktijk kosten besparen.
Onderzoek door CE-Delft in november 2020 heeft uitgewezen dat de
kosten van een energie-audit gemiddeld ruim € 4.500,– euro per locatie bedragen
en dat een keurmerk gemiddeld 10% goedkoper is dan het uitvoeren van een
energie-audit. De kosten van een keurmerk bedragen gemiddeld (90% van 4.500)
€ 4.050,– per locatie. Dat betekent een kostenbesparing per locatie van
gemiddeld € 450,–. Bij bedrijven met meerdere vestigingen kan de
kostenbesparing echter oplopen tot een meervoud van € 450 euro,–. Het CBS toont
aan dat de meeste bedrijven in Nederland één vestiging hebben. Een aanname
hoeveel auditplichtige bedrijven meerdere vestigingen hebben is door de kleine
steekproefgrootte niet precies te bepalen.
Op basis van circa 2500 binnengekomen auditverslagen is bekend
dat 11,4% van de doelgroep een keurmerk gebruikt om te voldoen aan de
auditplicht. Wanneer dit percentage geëxtrapoleerd wordt (het percentage
hanteren voor de totale 3000 verslagen), komt de totale verwachte
kostenbesparing als gevolg van deze wijziging uit op 342* 450 euro =) 153.900
euro. Het is echter aannemelijk dat het percentage van 11,4% in de toekomst
toeneemt gezien deze variant (een keurmerk hanteren) goedkoper is. De totale
verwachte kostenbesparing wordt hiermee groter dan het hier hierboven genoemde
bedrag.
3. Uitvoeringskosten
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bespaart veel tijd door
het controleren van keurmerken ten opzichte van het beoordelen van een
auditverslag. Gemiddeld zal per vestiging met een keurmerk 1 uur
beoordelingstijd worden gewonnen.
4. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot
en met 1 juli 2021. Van de vaste verandermomenten wordt in dit geval afgeweken,
omdat het gaat om de implementatie van een bindende EU-rechtshandeling, te
weten de eerder genoemde richtlijn. Door de inwerkingtreding met terugwerkende
kracht tot 1 juli 2021 van de Regeling energie-audit wordt aansluiting gezocht
bij de inwerkingtreding van de wet waarin een wettelijke grondslag voor de
energie-audit is opgenomen en het Besluit energie-audit waarin de regels
omtrent de uitvoering van de energie-audit zijn opgenomen. Dit heeft verder
geen nadelige gevolgen voor de grote ondernemingen die verplicht zijn een
energie-audit te ondergaan.
II. Artikelsgewijs
Artikel I
Met de artikelen 2 en 3 wordt invulling aan de grondslag zoals
deze opgenomen is in artikel 5 van het Besluit energie-audit en worden de
energiebeheersystemen, milieubeheersystemen en keurmerken aangewezen waarmee
door een grote onderneming geheel of gedeeltelijk invulling kan worden gegeven
aan de verplichting tot het ondergaan van een energie-audit.
Artikel II
Op 1 juli 2021 is de Wet van 30 september 2020 tot wijziging
van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie in werking getreden
en is daarmee een wettelijke grondslag opgenomen in artikel 18 van de Wet
implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie waarmee grote ondernemingen
verplicht worden ten minste eens per vier jaar een energie-audit te ondergaan
en daarvan een verslag aan Onze Minister te sturen. Nu deze verplichting in de
hiervoor genoemde wet is geïmplementeerd kunnen de artikelen waarmee de
verplichting tot het ondergaan van een energie-audit in de tijdelijke regeling
waren geïmplementeerd, vervallen. De tijdelijke regeling kan niet in zijn
geheel worden ingetrokken, nu hierin nog de regelgeving ten aanzien van de
kosten-batenanalyse is opgenomen. De regelgeving ten aanzien van de
kosten-batenanalyse zal opgenomen worden in het stelsel van de Omgevingswet dat
op 1 juli 2022 in werking treedt. Tot het moment van inwerkingtreding van de
Omgevingswet is de tijdelijke regeling met daarin opgenomen de regelgeving ten
aanzien van de kosten-batenanalyse nodig.
De Staatssecretaris van
Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en
Energie, D. Yeşilgöz-Zegerius