Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 december 2021, nr. WJZ/21308009, houdende specifieke maatregelen in de bewakingszone in verband met de bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza in Ravels (Regeling maatregelen bewakingszone hoogpathogene vogelgriep Ravels 2021)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 64, eerste lid, 65, eerste lid, en 71, eerste lid, van verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid ('diergezondheidwetgeving') (PbEU 2016, L 84), de artikelen 21, eerste lid, 40 en 42 van gedelegeerde verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PbEU 2020, L 174) en de artikelen 5.2, 5.4, 5.5, 5.6, 5.7 en 6.3, tweede lid, van de Wet dieren;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    bewakingszone:

    gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

    commercieel gehouden vogels:

    pluimvee of in gevangenschap levende vogels die worden gekweekt of gehouden met de bedoeling geld te verdienen;

    hygiëneprotocol:

    set praktische hygiëneregels ter bevordering van de bioveiligheid in een specifieke situatie, zoals bekendgemaakt op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

    loopvogels:

    Struthioniformes (struisvogels), Rheiformes (nandoes), Casuariiformes (kasuarissen en emoes) en Apterygiformes (kiwi's);

    minister:

    Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    risicovogels:

    hoenderachtigen, watervogels of loopvogels, in gevangenschap gefokt of gehouden;

    verordening (EU) nr. 2016/429:

    verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekte en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid ('diergezondheidwetgeving') (PbEU 2016, L 84);

    verordening (EU) nr. 2020/687:

    gedelegeerde verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PbEU 2020, L 174);

    vervoermiddel:

    voertuig en materieel, met inbegrip van een combinatie van een voertuig en één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

    vogelverblijfplaats:

    kooi, volière, terrein of gebouw, met uitzondering van woonruimte, waar vogels aanwezig zijn of gewoonlijk worden gehouden en aanverwante ruimtes waar materiaal ten behoeve van vogels is opgeslagen of gewoonlijk wordt opgeslagen;

    watervogels:

    zwanen, ganzen, eenden, duikers, aalscholvers, reigers, ooievaars, ibissen, flamingo’s, futen, kraanvogels, rallen, steltlopers, meeuwen en sterns.

  • 2. De definities, opgenomen in de volgende bepalingen, zijn van toepassing:

    • artikel 4 van verordening (EU) nr. 2016/429;

    • bijlage I bij verordening (EG) 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139);

    • artikel 2 van verordening (EU) nr. 2020/687.

Artikel 2 Aanwijzing bewakingszone

  • 1. Als bewakingszone wordt aangewezen het gebied, beschreven in de bijlage.

  • 2. In de bewakingszone zijn de artikelen 4 tot en met 29 van toepassing, tenzij dit in een bepaling of een onderdeel daarvan anders is bepaald.

  • 3. De artikelen 12 tot en met 18 zijn mede van toepassing op de verplaatsing van dieren of producten als bedoeld in die artikelen van een inrichting binnen de bewakingszone naar een inrichting buiten dat gebied.

  • 4. Voor zover de bewakingszone uit hoofde van andere regelgeving voorschriften ter preventie of bestrijding van aviaire influenza gelden, zijn telkens de meest verstrekkende voorschriften van toepassing.

Artikel 3 Verplaatsingen

In het geval een verplaatsing van dieren of producten in de bewakingszone op grond van deze regeling of artikel 10.1 van de Wet dieren is toegestaan:

  • a. wordt uitsluitend gestopt of gelost op de inrichting van bestemming;

  • b. verloopt de verplaatsing waar mogelijk via hoofdwegen of hoofdspoorwegen;

  • c. wordt de omgeving van inrichtingen waar vogels worden gehouden, vermeden;

  • d. vindt de verplaatsing plaats overeenkomstig een hygiëneprotocol; en

  • e. voldoet de verplaatsing aan artikel 43, zesde lid, van die verordening indien producten vanuit de bewakingszone worden verplaatst.

HOOFDSTUK 2. REGELS OVER VERPLAATSINGEN

§ 2.1. Regels ter uitvoering van Europese voorschriften

Artikel 4 Verplaatsen vogels
  • 1. Het is verboden gehouden vogels te verplaatsen vanuit een inrichting.

  • 2. Het is verboden gehouden vogels te verplaatsen naar een inrichting.

Artikel 5 Verplaatsen broedeieren

Het is verboden broedeieren te verplaatsen vanuit een inrichting.

Artikel 6 Verplaatsen vers vlees van vogels
  • 1. Het is verboden vers vlees van vogels te verplaatsen vanuit een slachthuis of wildbewerkingsinrichting.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op vers vlees dat voldoet aan artikel 27, derde lid, onderdelen c of d, van verordening (EU) nr. 2020/687.

Artikel 7 Verplaatsen vleesproducten van vogels
  • 1. Het is verboden vleesproducten, verkregen van vers vlees van vogels, te verplaatsen vanuit een inrichting.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van vleesproducten die voldoen aan artikel 27, derde lid, onderdelen a, b, c of d, van verordening (EU) nr. 2020/687.

Artikel 8 Verplaatsen eieren bestemd voor menselijke consumptie
  • 1. Het is verboden eieren bestemd voor menselijke consumptie te verplaatsen vanuit een inrichting.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van eieren die voldoen aan artikel 27, derde lid, onderdelen a, b, c, van verordening (EU) nr. 2020/687.

  • 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van eieren vanuit een inrichting die is gelegen in de bewakingszone, indien zij worden verplaatst naar:

    • a. een door de minister aangewezen in Nederland gelegen pakstation en is voldaan aan artikel 50, eerste lid, onderdeel a of b, van verordening (EU) nr. 2020/687; of

    • b. een door de minister aangewezen in Nederland gelegen inrichting voor de vervaardiging van eiproducten en is voldaan aan artikel 50, tweede lid, onderdelen a en b, van verordening (EU) nr. 2020/687.

Artikel 9 Verplaatsen mest en strooisel van vogels

Het is verboden mest van gehouden vogels, als dan niet met strooisel, te verplaatsen vanuit een inrichting.

Artikel 10 Verplaatsen huiden, vellen of veren van vogels

Het is verboden huiden, vellen of veren van gehouden vogels te verplaatsen vanuit een inrichting.

Artikel 11 Doorvoer
  • 1. Het is verboden dieren of producten te vervoeren door de bewakingszone.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 22, vierde lid, onderdelen a, b en c, van verordening (EU) nr. 2020/687.

§ 2.2. Aanvullende nationale verboden

Artikel 12 Vervoer kadavers
  • 1. Het is verboden kadavers van vogels te verplaatsen.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de verplaatsing tot doel heeft om de kadavers te verwijderen.

Artikel 13 Verplaatsen anderen dieren dan vogels en daarvan afkomstige dierlijke producten
  • 1. Het is verboden om andere dieren dan vogels of dierlijke producten, afkomstig van andere dieren dan vogels, te verplaatsen vanuit of naar een inrichting waar vogels worden gehouden.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van dierlijke producten die voldoen aan artikel 27, derde lid, van verordening (EU) nr. 2020/687.

  • 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de verplaatsing geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.

  • 4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de dieren of dierlijke producten worden verplaatst van of naar een inrichting waar geen commercieel gehouden vogels aanwezig zijn.

Artikel 14 Vervoer diervoeders
  • 1. Het is verboden diervoeders voor vogels te verplaatsen vanuit of naar een inrichting waar vogels worden gehouden.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de verplaatsing van diervoeders voor in gevangenschap levende vogels.

  • 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de verplaatsing geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.

Artikel 15 Vervoer mest landzoogdieren
  • 1. Het is verboden mest van landzoogdieren, afkomstig van een inrichting waar vogels worden gehouden, te verplaatsen.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de verplaatsing geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.

Artikel 16 Verzamelen en verplaatsen van monsters

Het is toegestaan om monsters als bedoeld in artikel 22, zevende lid, van verordening (EU) nr. 2020/687 van vogels te verzamelen en die te verplaatsen naar een laboratorium ten behoeve van onderzoek op de aanwezigheid van een andere dierziekte dan hoogpathogene aviaire influenza.

Artikel 17 Verplaatsen broedeieren naar een inrichting
  • 1. Het is verboden broedeieren te verplaatsen naar een inrichting.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op verplaatsingen naar een broederij, indien de verplaatsing geschiedt overeenkomstig een hygiëneprotocol.

Artikel 18 Verplaatsing vervoermiddel
  • 1. Het is verboden een vervoermiddel te verplaatsen dat is gebruikt of kennelijk bestemd is om te worden gebruikt voor het verplaatsen of het vervoer van dieren, producten of voorwerpen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 17.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op een vervoermiddel dat is gereinigd en ontsmet overeenkomstig een hygiëneprotocol.

HOOFDSTUK 3. ANDERE REGELS

§ 3.1. Regels ter uitvoering van Europese voorschriften

Artikel 19 Afschermplicht vogels

De exploitant van een inrichting waar vogels worden gehouden brengt ten minste afscheidingen aan tussen de gehouden vogels en andere dieren die in de inrichting aanwezig zijn en in het wild levende dieren en hun uitwerpselen.

Artikel 20 Melding toename ziekte of sterfte of afname productie

De exploitant van een inrichting meldt onmiddellijk aan de minister een toename van het ziekte- of sterftecijfer of een aanzienlijke daling in de productiegegevens ten aanzien van de op de inrichting gehouden vogels.

Artikel 21 Ontsmettingsvoorzieningen

De exploitant van een inrichting zorgt ervoor dat bij de in- en uitgangen van de inrichting gepaste ontsmettingsvoorzieningen aanwezig zijn en worden gebruikt.

Artikel 22 Bezoekverbod
  • 1. Het is bezoekers verboden een vogelverblijfplaats alsmede een niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaats afgescheiden woonruimte of ander deel van een inrichting te betreden.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:

    • a. het bezoek noodzakelijk is in het kader van volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn of gezondheid van aanwezige personen;

    • b. het bezoek plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol; en

    • c. de bezoeker het bezoek registreert.

  • 3. In afwijking van het tweede lid zijn de onderdelen b en c van dat lid niet van toepassing, indien een acute noodsituatie zich tegen toepassing van die onderdelen verzet.

  • 4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing:

    • a. op personeel van de desbetreffende inrichting;

    • b. het bezoek plaatsvindt overeenkomstig een hygiëneprotocol; en

    • c. de bezoeker in de 72 uren voorafgaand aan het bezoek geen andere inrichting waar vogels worden gehouden heeft bezocht.

  • 5. Het is een exploitant van een inrichting waar vogels worden gehouden verboden om een bezoeker toe te laten tot de in het eerste lid bedoelde ruimtes.

  • 6. Het verbod, bedoeld in het vijfde lid, is niet van toepassing indien is voldaan aan het tweede, al dan niet in samenhang met het derde lid, of aan het vierde lid.

  • 7. Het eerste tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het vervoermiddel van een bezoeker.

Artikel 23 Registratieplicht

De exploitant van een inrichting waar vogels worden gehouden houdt een register bij van bezoeken aan een vogelverblijfplaats, een niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaats afgescheiden woonruimte of een ander deel van een inrichting, waarin ten minste zijn opgenomen:

  • a. de naam, het adres en de woonplaats van de bezoeker;

  • b. voor zover de bezoeker een vervoermiddel heeft gebruikt: de soort en het kenteken van het vervoermiddel;

  • c. de reden van het bezoek; en

  • d. de datum en het tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.

Artikel 24 Verwijdering kadavers

De exploitant van een inrichting waar vogels worden gehouden draagt er zorg voor dat kadavers en delen van dode vogels worden verwijderd overeenkomstig artikel 22, derde lid, van verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PbEU 2020, L 174).

Artikel 25 Samenbrengen vogels

Gelegenheden waarbij vogels worden samengebracht, zijn verboden.

Artikel 26 Heruitzetten wilde vogels

Het is verboden wilde vogels heruit te zetten.

§ 3.2. Aanvullende nationale voorschriften

Artikel 27 Ophokplicht commercieel gehouden vogels

Een exploitant van commercieel gehouden vogels, met uitzondering van vogels, behorende tot de fazanten of de loopvogels, brengt de commercieel gehouden vogels ten minste binnen een gebouw en houdt die vogels daar.

Artikel 28 Op een plaats houden mest

Een exploitant slaat mest van landzoogdieren, afkomstig van een inrichting waar vogels worden gehouden, op op één plaats.

Artikel 29 Verbod jagen en doden van wild
  • 1. In afwijking van artikel 3.20, eerste lid, van de Wet natuurbescherming is het verboden te jagen op eenden of te jagen in gebieden waar dat watervogels kan verstoren.

  • 2. Het is verboden in het wild levende dieren te vangen of te doden, voor zover dat watervogels betreft of watervogels kan verstoren, zo nodig onder opschorting van bestaande vrijstellingen of ontheffingen als bedoeld in de artikelen 3.3, eerste of tweede lid, 3.8, eerste of tweede lid, 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, eerste of tweede lid, 3.15, tweede of vierde lid, 3.16, tweede of vierde lid, 3.17, eerste lid, opdrachten als bedoeld in artikel 3.18, eerste lid, of de

    toepassing van de artikelen 3.26, eerste lid, onderdeel d, onder 4, of 3.30, eerste lid, onderdeel b, onder 4, van de Wet natuurbescherming.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid is het jagen, vangen en doden van dieren toegestaan, indien dat gebeurt:

    • a. ter bescherming van de veiligheid van het luchtverkeer;

    • b. ter bestrijding van muskusratten;

    • c. ter voorkoming van schade door konijnen op industrieterreinen; of

    • d. in het kader van wetenschappelijk onderzoek.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 wijziging afschermplicht en ophokplicht

De Regeling maatregelen beschermings- en bewakingszone hoogpathogene vogelgriep Vinkeveen 2021 en de Regeling maatregelen beschermings- en bewakingszone hoogpathogene vogelgriep Tzum 2021 worden telkens als volgt gewijzigd:

A

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19 Afschermplicht vogels

De exploitant van een inrichting waar vogels worden gehouden brengt ten minste afscheidingen aan tussen de gehouden vogels en andere dieren die in de inrichting aanwezig zijn en in het wild levende dieren en hun uitwerpselen.

B

In paragraaf 3.2 wordt voor artikel 27 het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 26a Ophokplicht commercieel gehouden vogels

Een exploitant van commercieel gehouden vogels, met uitzondering van vogels, behorende tot de fazanten (Phasianidae) of de loopvogels, brengt de commercieel gehouden vogels ten minste binnen een gebouw en houdt die vogels daar.

Artikel 31 Wijziging Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen

In artikel 3.8, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt 'of de gezondheid van in de stal aanwezige personen' vervangen door ', de gezondheid van in de stal aanwezige personen of het geven van praktijkonderwijs'.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.

Artikel 33 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling maatregelen bewakingszone hoogpathogene vogelgriep Ravels 2021.1

Deze regeling wordt tevens met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 december 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: J.C. Goet de secretaris-generaal van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID

Bewakingszone (10km) Ravels

  • 1. Vanaf de kruising Dorpsstraat / Bartelbaan, Bartelbaan volgen in noordelijke richting tot aan Hondseind.

  • 2. Hondseind volgen in oostelijke richting tot aan Hondseindsebaan.

  • 3. Hondseindsebaan volgen in westelijke richting tot aan Maijkant.

  • 4. Maijkant volgen in noordelijke richting tot aan Oude Bredasebaan.

  • 5. Oude Bredasebaan volgen in oostelijke richting tot aan zandweg naast bosrand.

  • 6. Zandweg volgen in oostelijke richting tot aan Bredasebaan.

  • 7. Bredasebaan volgen in noordelijke richting tot aan zandweg tegenover Bredaseweg 39.

  • 8. Zandweg volgen in oostelijke richting tot aan Ulicotensebaan.

  • 9. Ulicotensebaan volgen in oostelijke richting tot aan Hofstade.

  • 10. Hofstade volgen in oostelijke richting tot aan Willibrordplein.

  • 11. Willibrordplein volgen in zuidelijke richting, overgaand in Stationsstraat.

  • 12. Stationstraat volgen in zuidelijke richting tot aan Belslijntje.

  • 13. Belslijntje volgen in noordelijke richting tot aan Schellestraat.

  • 14. Schellestraat volgen in westelijke richting, overgaand in Goorstraat, overgaand in Nieuwkerk tot aan Grens Nederland-België.

  • 15. Grens Nederland-België volgen in oostelijke richting tot aan Oude Trambaan.

  • 16. Oude Trambaan volgen in oostelijke richting tot aan Rooverstebaan.

  • 17. Rooverstebaan volgen in zuidelijke richting, overgaand in Zandweg tot aan Zandweg (Grens gem Hilvarenbeek en Gem Reusel-De Mierden).

  • 18. Zandweg volgen in oostelijke richting tot aan Lage Mierdeseweg (N269).

  • 19. N269 volgen in zuidelijke richting tot aan Bernardusweg.

  • 20. Bernardusweg volgen in westelijke richting, overgaand in Dorpsplein tot aan Hooge Mierdeseweg.

  • 21. Hooge Mierdeseweg volgen in westelijke richting, overgaand in Koestraat tot aan Lemenweg.

  • 22. Lemenweg volgen in zuidelijke richting, overgaand in Kuilenrode, overgaand in Sint Cornelisstraat, overgaand in Myrthaplein tot aan De Stad.

  • 23. De Stad volgen in zuidelijke richting, overgaand in De gagel tot aan Het Hoog.

  • 24. Het Hoog volgen in westelijke richting tot aan Kailakkers.

  • 25. Kailakkers volgen in zuidelijke richting, overgaand in Ziekbleek tot aan Bakmannen.

  • 26. Bakmannen volgen in westelijke richting tot aan Beleven.

  • 27. Beleven volgen in zuidelijke richting tot aan Turnhoutseweg.

  • 28. Turnhoutseweg volgen in zuidelijke richting tot aan grens Nederland-België.

  • 29. Grens Nederland-België volgen in noordelijke richting tot aan Hoogstratensebaan.

  • 30. Hoogstratensebaan volgen in noordelijke richting tot aan Zigraeck.

  • 31. Zigraeck volgen in noordelijke richting tot aan Beemdenreef.

  • 32. Beemdenreef volgen in noordelijke richting, overgaand in Nieuwe Strumpt tot aan Nieuwe Strumptsebaan.

  • 33. Nieuwe Strumptsebaan volgen in oostelijke richting tot aan Wildertsebaan.

  • 34. Wildertsebaan volgen in noordelijke richting tot aan Heidreef.

  • 35. Heidreef volgen in noordelijke richting tot aan Bremer(water).

  • 36. Bremer(water) volgen in oostelijke richting tot aan Heihof.

  • 37. Heihof volgen in noordelijke richting tot aan Dorpsstraat.

  • 38. Dorpsstraat volgen in oostelijke richting tot aan Bartelbaan.

TOELICHTING

Op een pluimveebedrijf in Ravels in de provincie Antwerpen in België is een uitbraak geconstateerd van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI), ofwel vogelgriep. HPAI is een besmettelijke dierziekte, die tot hoge sterftecijfers kan leiden bij vogels en kan worden overgedragen op mensen (een zogenoemde zoönose). Het isoleren van de gevonden besmettingshaard en het voorkomen van verdere verspreiding van de ziekte is daarom van het grootste belang.

HPAI is op grond van artikel 5 van verordening (EU) nr. 2016/429 (hierna: diergezondheidsverordening) een ziekte waarvoor bestrijdingsmaatregelen moeten worden getroffen. Daarnaast is HPAI gecategoriseerd als een A-ziekte voor vogels in de zin van artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van de diergezondheidsverordening. Dit betekent dat een lidstaat bij een uitbraak bestrijdingsmaatregelen moet treffen. Verordening (EU) nr. 2020/687 bevat daartoe de door de minister te nemen maatregelen.

Één van die maatregelen is het instellen van een beperkingszone door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de uitbraak van HPAI is geconstateerd. De bekerpingszone bestaat uit een beschermingszone met een straal van 3 km rond de besmette inrichting en bewakingszone met een straal van 10 km rond de besmette inrichting in Ravels. Een deel van de bewakingszone ligt op Nederlands grondgebied. In de beschermings- en bewakingszone zijn diverse maatregelen van toepassing. Daarom bevat deze regeling, voor het gedeelte van de bewakingszone op Nederlands grondgebied, de bestrijdingsmaatregelen.

In onderhavige regeling zijn voornamelijk voorschriften opgenomen ten aanzien van handelingen met dieren en producten die afkomstig zijn van, worden vervoerd naar of aanwezig zijn in een inrichting. Een inrichting is iedere plaats waar vogels tijdelijke of permanent worden gehouden, ongeacht het doel waarvoor ze worden gehouden. Het begrip ‘inrichting’ is gedefinieerd in artikel 4, onderdeel 27, van de diergezondheidsverordening.

Op grond van deze regeling gelden er vervoersverboden voor gehouden vogels, gedomesticeerde zoogdieren, eieren, vlees en karkassen van gevogelte, sperma van andere dieren dan vogels, diervoeders en mest. In enkele gevallen is het toegestaan die dieren en producten toch te vervoeren. De toegestane uitzonderingen en de voorwaarden waaronder van deze uitzonderingsmogelijkheden gebruik kan worden gemaakt, zijn in de betreffende artikelen opgenomen. Er geldt eveneens een vervoersverbod voor (lege) vervoermiddelen die gebruikt zijn of kennelijk bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van de hiervoor bedoelde dieren en producten.

De toegang tot inrichtingen waar gevogelte aanwezig is of normaliter wordt gehouden is voor bezoekers verboden, met uitzondering van het woonhuis of een boerderijwinkel of -camping of andere agrarische nevenactiviteit (zogenoemde andere bedrijfsgedeelten), mits fysiek afgescheiden van de vogelverblijfplaatsen. Een deugdelijke fysieke afscheiding betekent de aanwezigheid van een muur of een met platen opgetrokken wand en dergelijke. Afscheiding door middel van een lint of vergelijkbaar materiaal voldoet niet. Bepaalde categorieën bezoekers (zoals politie of medische hulpverleners) hebben wel toegang tot de vogelverblijfplaatsen, voor zover dat noodzakelijk is in het kader van volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn of de gezondheid van aanwezige personen in de stal. Een dierenarts mag bijvoorbeeld wel de stal in als sprake is van ziek pluimvee, maar een adviseur van de veevoerindustrie heeft geen toegang tot de stal om te beoordelen of de kippen goed groeien. Het personeel van de bedrijven mag het bedrijf onder voorwaarden betreden. De exploitant van de inrichting moet bovendien een register bijhouden van degenen die zijn inrichting hebben bezocht.

Exploitanten van inrichtingen dienen ervoor te zorgen dat hun vogels worden afgeschermd van de op de inrichting aanwezige andere dieren en wilde dieren.

Aanvullend op de verplichting tot het afschermen geldt dat een exploitant van een inrichting met commercieel gehouden vogels, met uitzondering van vogels behorende tot de fazanten of de loopvogels, deze vogels ophokt in een gebouw. Een ophokplicht is strenger dan de Europese voorschriften, maar is vanwege de vaak hoge pluimveedichtheid en de grote hoeveelheid van het virus dat in de omgeving aanwezig is, noodzakelijk. Afschermen met netten of open hekwerk biedt onvoldoende bescherming voor commercieel gehouden vogels. De uitzondering voor exploitanten van fazanten en de familie van struisvogels, emoes en nandoes wordt gemaakt vanwege welzijnsoverwegingen. Houders van deze vogels mogen op andere wijze aan de afschermplicht voldoen.

Tot slot is het samenbrengen van vogels in de bewakingszone verboden. Hierbij moet gedacht worden aan tentoonstellingen, wedvluchten of andere evenementen waarbij vogels bijeen worden gebracht.

Ingevolge artikel 10 van de diergezondheidsverordening en artikel 3.3a van het Besluit houders van dieren geldt een algemene zorgplicht voor iedere dierhouder om redelijkerwijs al het noodzakelijke te doen of na te laten om besmetting te voorkomen. Dat betreft dus zaken die in zijn macht liggen, zoals zorg dragen voor adequate hygiënemaatregelen, zoveel mogelijk sleepsporen gescheiden houden en in het algemeen het verkeer over zijn bedrijf zo min mogelijk langs de verblijven van het gevogelte leiden.

Het is mogelijk dat er uit hoofde van andere (crisis)regelgeving ter preventie of bestrijding van vogelgriep ook voorschriften in de bewakingszone rond Ravels gelden. Om te voorkomen dat verwarring ontstaat over de voorschriften die van toepassing zijn, is in onderhavige regeling opgenomen dat wanneer er meerdere voorschriften gelden, telkens het meest verstrekkende voorschrift van toepassing is.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het bezoekverbod (artikel 3.8) in de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönose aan te passen. Op sommige onderwijsinstellingen wordt praktijkonderwijs gegeven op vogelverblijfplaatsen. Bij een langdurig landelijk bezoekersverbod van vogelverblijfplaatsen komt het geven van dat onderwijs in het gedrang. Onderwijsinstellingen kunnen adequate bioveiligheidsmaatregelen nemen om het bezoek aan vogelverblijfplaatsen veilig te laten verlopen. Het is daarom redelijk en veterinair verantwoord om ook voor het geven van praktijkonderwijs op vogelverblijfplaatsen een uitzondering te maken, onder de voorwaarde dat de onderwijsinstelling bezoek alleen toestaat met een goedgekeurd hygiëneprotocol en een verplichting tot registratie.

Deze regeling wordt op basis van artikel 5.2 van de Wet dieren bekendgemaakt op internet en treedt onmiddellijk in werking. De media zullen worden geïnformeerd over deze bekendmaking. De regeling wordt ook aan de Staatscourant aangeboden voor publicatie.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: J.C. Goet de secretaris-generaal van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


X Noot
1

8 december 2021, 20:58 uur.

Naar boven