TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) is de tijdelijke opname in
het basispakket verlengd van het geneesmiddel tisagenlecleucel tot 1 januari 2023.
Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de therapeutische indicatie van tisagenlecleucel
in lijn te brengen met de Europese handelsvergunning.
Tevens is het geneesmiddel avelumab per 1 januari 2022 tijdelijk tot 1 januari 2024
niet meer uitgesloten van het basispakket van de zorgverzekering, voor zover verstrekt:
-
– als monotherapie in het kader van de van de eerstelijnsonderhoudsbehandeling van volwassen
patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom die progressievrij
zijn na platina-gebaseerde chemotherapie,
-
– in combinatie met axitinib als eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met
gevorderd niercelcarcinoom.
Tot slot is met deze wijziging van de Rzv het geneesmiddel ripretinib (merknaam: Qinlock),
voor zover verstrekt in het kader van de behandeling van volwassenen met gevorderde
gastro-intestinale tumoren (GIST) die eerder zijn behandeld met drie of meer kinaseremmers,
waaronder imatinis, in de sluis geplaatst.
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom in het basispakket
mogelijk maken is in artikel 2.4a van het Besluit zorgverzekering de bevoegdheid om
dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk) uit te sluiten nadrukkelijk geregeld.
De toepassing van deze bevoegdheid wordt ‘de sluis’ genoemd. Zolang een geneesmiddel
in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket en wordt het niet
vergoed uit hoofde van de zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de volgende twee
gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling
van één nieuwe indicatie of van meerdere nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen
of meer per jaar. Alle nieuwe indicaties worden in de sluis geplaatst. Op het moment
van plaatsing in de sluis worden bestaande indicaties uitgezonderd van de toepassing
van de sluis. Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve niet uitgesloten
van het basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling van
een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en het verwachte macrokostenbeslag
van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of meer per jaar. Deze nieuwe indicatie
wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het geneesmiddel is of
wordt geregistreerd, maar ook ‘off-label’ gebruik van het geneesmiddel dat is of wordt
geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt
binnen vier weken na registratie respectievelijk vaststelling van het protocol of
de standaard voor de nieuwe indicatie.
Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst, kan eventuele opname in het basispakket
worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) advies
worden gevraagd. De sluis maakt het mogelijk maatregelen te treffen om de verstrekking
van het geneesmiddel op betaalbare wijze via het basispakket toegankelijk te maken
en te houden. Dit kunnen financiële maatregelen zijn, in het bijzonder het sluiten
van een financieel arrangement met de leverancier van het geneesmiddel, alsmede maatregelen
om gepast gebruik van het geneesmiddel te bevorderen en te borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft uitgebracht en er voldoende
maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken
van financiële risico’s, kan besloten worden over opname van het geneesmiddel in het
basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden geschieden. De tijdelijkheid
of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen
voor het realiseren van gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van
financiële risico’s. Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd
van een financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
3. Tisagenlecleucel
In november 2019 is de tijdelijke opname in het basispakket van tisagenlecleucel (merknaam:
Kymriah) voor de behandeling van pediatrische en jongvolwassen patiënten tot de leeftijd
van 25 jaar met refractaire B-cel acute lymfoblastaire leukemie (ALL), of met een
recidief na stamceltransplantie of met een tweede of later recidief van B-cel ALL
(hierna: behandeling van ALL) verlengd tot 1 januari 2022 (Stcrt. 2019, 63536).
Deze opname van tisagenlecleucel was tijdelijk opdat de indicatie ALL betrokken zou
kunnen worden bij de onderhandelingen over een financieel arrangement met betrekking
tot de inzet van het geneesmiddel voor volgende indicaties, waarover het Zorginstituut
op dat moment nog moest adviseren. Op 7 maart 2019 heeft het Zorginstituut geadviseerd
over tisagenlecleucel voor de behandeling van volwassen patiënten met een recidief
of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) na twee of meer lijnen systemische
therapie. Het Zorginstituut heeft in zijn advies geconcludeerd dat tisagenlecleucel
voor deze indicatie niet voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk (artikel
2.1, tweede lid, Besluit zorgverzekering). Daarmee was destijds opname in het pakket
niet aan de orde.
Het Zorginstituut is inmiddels gestart met het herbeoordelen van tisagenlecleucel
voor de behandeling van DLBCL om te toetsen of op basis van nieuwe data of deze aan
de stand van wetenschap en praktijk voldoet. Daarbij zullen de financiële risico’s
van tisagenlecleucel ook worden geëvalueerd. Daarom blijft tisgenlecleucel uitgesloten
van vergoeding van het basispakket, met uitzondering van de behandeling van ALL. De
tijdelijke opname van tisagenlecleucel voor de behandeling van ALL wordt verlengd
tot 1 januari 2023. Op deze manier kan tisagenlecleucel voor ALL worden betrokken
bij mogelijke onderhandelingen na de herbeoordeling door het Zorginstituut van tisagenlecleucel
voor DLBCL.
4. Avelumab
Sluisplaatsing
Avelumab is per 16 november 2019 in de sluis geplaatst voor zover verstrekt in het
kader van andere behandelingen dan de toepassing als monotherapie voor de behandeling
van gemetastaseerd Merkel-celcarcinoom bij volwassenen (Stcrt. 2019, 63536). Aanleiding hiervoor was het besluit van de Europese Commissie op 24 oktober 2019
om de handelsvergunning van avelumab uit te breiden met de startbehandeling in combinatie
met axitinib van volwassen patiënten met gevorderde niercelkanker (hierna: nierkanker).
Nadien is de handelsvergunning voor avelumab ook uitgebreid met de indicatie als monotherapie
voor de eerstelijnsonderhoudsbehandeling van volwassen patiënten met lokaal gevorderd
of gemetastaseerd urotheelcarcinoom (UC) die progressievrij zijn na platina-gebaseerde
chemotherapie (hierna: blaaskanker).
Met de sluisplaatsing van avelumab is voorkomen dat het geneesmiddel voor bovengenoemde
indicatie en voor alle toekomstige indicaties automatisch het basispakket zou instromen.
Dit is gedaan op basis van de verwachting dat het macrokostenbeslag voor bovengenoemde
twee indicaties meer dan € 40 miljoen per jaar zou bedragen.
Advies Zorginstituut en financieel arrangement
Het Zorginstituut heeft op 21 september 2020 geadviseerd over avelumab voor de behandeling
van nierkanker. Daarin concludeert het Zorginstituut dat avelumab voldoet aan het
criterium de stand van de wetenschap en praktijk, zoals bedoeld in artikel 2.1, tweede
lid, van het Besluit zorgverzekering. Maar omdat het geneesmiddel niet kosteneffectief
is, tot aanzienlijke meerkosten zou leiden en ook niet de voorkeursbehandeling is
van de beroepsgroep, adviseert het Zorginstituut het geneesmiddel niet op te nemen
in het basispakket. Omdat de sluis voor dure geneesmiddelen primair is bedoeld om
bewezen effectieve dure geneesmiddelen tegen aanvaardbare kosten beschikbaar te maken,
is toch besloten om tot onderhandeling over te gaan. Er is geen noodzaak om avelumab
voor nierkanker anders te behandelen en niet in het pakket op te nemen, temeer niet
omdat avelumab voor nierkanker wel bewezen effectief is. Met de financiële afspraken
voor avelumab voor nierkanker zijn de financiële risico’s ten aanzien van de kosteneffectiviteit
en de meerkosten die door het Zorginstituut waren geïdentificeerd in het advies, gemitigeerd.
Daarmee is sprake van een verantwoorde pakketopname.
Daarnaast heeft het Zorginstituut op 21 juli 2021 geadviseerd over avelumab voor de
behandeling van blaaskanker. Volgens het Zorginstituut voldoet avelumab voor deze
behandeling aan het wettelijke criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’, en
levert dit ten opzichte van de bestaande behandeling voor een aanzienlijke levensverlenging.
Bij de toepassing van avelumab voor blaaskanker worden de meerkosten in het derde
jaar geraamd op € 20,9 miljoen. Vanwege de hoge budgetimpact en de ongunstige kosteneffectiviteit
adviseert het Zorginstituut om avelumab voor de indicatie blaaskanker op te nemen
in het pakket mits een prijsreductie van minstens 30% wordt behaald.
Tijdelijke opheffing sluis
Op 26 november 2021 heeft het Ministerie van VWS een akkoord bereikt met de fabrikant
van avelumab over een financieel arrangement voor de toepassing van avelumab voor
de behandeling als monotherapie voor de eerstelijnsonderhoudsbehandeling van volwassen
patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom (blaaskanker)
die progressievrij zijn na platina-gebaseerde chemotherapie en, in combinatie met
axitinib, als eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met gevorderd niercelcarcinoom.
Het afgesloten financieel arrangement biedt voldoende waarborgen dat bij opname in
het basispakket de kosten van avelumab voor deze indicatie op een aanvaardbaar niveau
blijven.
Het afgesloten financieel arrangement gaat in met ingang van 1 januari 2022 en loopt
tot en met 31 december 2023. Voor de duur van het financieel arrangement is avelumab
niet langer uitgesloten van het basispakket voor zover verstrekt in het kader van
de twee bovengenoemde behandelingen.
5. Ripretinib
Nieuw geneesmiddel
Ripretinib is een nieuw intramuraal geneesmiddel. Op 18 november heeft de Europese
Commissie een handelsvergunning afgegeven voor de toelating van ripretinib tot de
Europese markt voor de behandeling van volwassenen met gevorderde gastro-intestinale
tumoren (GIST) wie eerder zijn behandeld met drie of meer kinaseremmers, waaronder
imatinib.
Toepassing sluis
De verstrekking van ripretinib voor bovengenoemde indicatie komt in aanmerking voor
plaatsing in de sluis. Dit is niet eerder in een Kamerbrief aangekondigd, omdat de
kosten van ripretinib ten tijde van de Horizonscan lager werden ingeschat waardoor
het geneesmiddel op dat moment niet aan de sluiscriteria voldeed.
Uit de Horizonscan blijkt dat er in Nederland in 2016 50 diagnoses waren van GIST
stadium IV. De dosering van ripretinib is 50 mg driemaal daags. Uit een recente publicatie
blijkt dat de gemiddelde behandelduur 10,5 maand bedraagt. De Nederlandse prijs is
op dit moment nog niet bekend. Gerekend met de Amerikaanse prijs (omgerekend € 30.892
voor 90 tabletten van 50 mg) komen de gemiddelde kosten voor de behandeling uit op
circa 329 duizend euro per patiënt per jaar. Het verwachtte macrokostenbeslag van
ripretinib wordt daarmee geraamd op € 16,4 miljoen per jaar.
De verstrekking van ripretinib voor deze indicatie voldoet aan de criteria voor toepassing
van de sluis, aangezien het geneesmiddel meer dan € 50.000 per patiënt per jaar kost
en het verwachte macrokostenbeslag van de verstrekkingen meer dan € 10 miljoen per
jaar bedraagt. Consequentie van de toepassing van de sluis is dat de verstrekking
van het geneesmiddel voor de bovengenoemde indicatie in de sluis wordt geplaatst en
vooralsnog geen deel uitmaakt van het basispakket.
6. Vervolg
Met deze wijziging van de Rzv is geregeld dat tisagenlecleucel tot 1 januari 2023
voor de indicatie ALL onderdeel blijft uitmaken van het basispakket. Tevens is geregeld
dat avelumab tot 1 januari 2024 niet meer is uitgesloten van het basispakket voor
zover verstrekt in het kader als monotherapie voor de eerstelijnsonderhoudsbehandeling
van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom
die progressievrij zijn na platina-gebaseerde chemotherapie en in combinatie met axitinib
als eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met gevorderd niercelcarcinoom.
Tisagenlecleucel en avelumab blijven wel uitgesloten van het basispakket voor zover
verstrekt voor andere toepassingen in het kader van de behandeling van kanker, met
uitzondering van de bestaande behandeling met avelumab als monotherapie voor de behandeling
van gemetastaseerd Merkel-celcarcinoom bij volwassenen.
De leverancier van ripretinib is reeds geïnformeerd over de toepassing van de sluis
op dit geneesmiddel. De volgende stap is advisering door het Zorginstituut over opname
in het basispakket. Ten behoeve van de advisering wordt de leverancier verzocht een
dossier in te dienen bij het Zorginstituut. In het advies kan het Zorginstituut ingaan
op het sluiten van een financieel arrangement of het bevorderen van gepast gebruik.
Wanneer advies is uitgebracht en er – voor zover van toepassing – sprake is van succesvolle
onderhandelingen over een financieel arrangement en van waarborgen voor gepast gebruik,
kan besloten worden over opname in het basispakket van het geneesmiddel.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis