TOELICHTING
1. Aanleiding
Met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) zijn vier geneesmiddelen
in de sluis geplaatst. Het betreft:
-
– Zanubrutinib (merknaam: Brukinsa), voor zover verstrekt in het kader van de behandeling
van kanker.
-
– Pralsetinib (merknaam: Gavreto) voor zover verstrekt in het kader van de behandeling
van volwassenen met gevorderd RET-fusiepositief niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)
die niet eerder zijn behandeld met een RET inhibitor.
-
– Sacituzumab govitecan (merknaam: Trodelvy), voor zover verstrekt in het kader van
de behandeling van kanker.
-
– Lenvatinib (merknamen: Kisplyx en Lenvima), voor zover verstrekt in het kader van
de behandeling van kanker, met uitzondering van:
-
a. de toepassing in combinatie met everolimus voor de behandeling van volwassen patiënten
met gevorderd niercelcarcinoom (NCC) na één eerdere behandeling gericht op de vasculaire
endotheliale groeifactor (VEGF).
-
b. de toepassing als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten met progressief,
lokaal gevorderd of gemetastaseerd, gedifferentieerd (papillair/folliculair/Hürthlecel-)
schildkliercarcinoom (DTC), refractair voor radioactief jodium (RAI).
-
c. de toepassing als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten met gevorderd
of niet-reseceerbaar hepatocellulair carcinoom (HCC) die niet eerder een systemische
therapie ontvingen.`
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom in het basispakket
mogelijk maken, is in artikel 2.4a van het Besluit zorgverzekering de bevoegdheid
om dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk) uit te sluiten nadrukkelijk geregeld.
De toepassing van deze bevoegdheid wordt "de sluis" genoemd. Zolang een geneesmiddel
in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket en wordt het niet
vergoed uit hoofde van de zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de volgende twee
gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling
van één nieuwe indicatie of van meerdere nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen
of meer per jaar. Alle nieuwe indicaties worden in de sluis geplaatst. Op het moment
van plaatsing in de sluis worden bestaande indicaties uitgezonderd van de toepassing
van de sluis. Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve niet uitgesloten
van het basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling van
een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en het verwachte macrokostenbeslag
van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of meer per jaar. Deze nieuwe indicatie
wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het geneesmiddel is of
wordt geregistreerd, maar ook "off-label" gebruik van het geneesmiddel dat is of wordt
geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt
binnen vier weken na registratie respectievelijk vaststelling van het protocol of
de standaard voor de nieuwe indicatie.
Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst, kan eventuele opname in het basispakket
worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) advies
worden gevraagd. De sluis maakt het mogelijk maatregelen te treffen om de verstrekking
van het geneesmiddel op betaalbare wijze via het basispakket toegankelijk te maken
en te houden. Dit kunnen financiële maatregelen zijn, in het bijzonder het sluiten
van een financieel arrangement met de leverancier van het geneesmiddel, alsmede maatregelen
om gepast gebruik van het geneesmiddel te bevorderen en te borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft uitgebracht en er voldoende
maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken
van financiële risico’s, kan besloten worden over opname van het geneesmiddel in het
basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden geschieden. De tijdelijkheid
of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen
voor het realiseren van gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van
financiële risico’s. Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd
van een financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
3. Zanubrutinib
Nieuw geneesmiddel
Zanubrutinib is een nieuw intramuraal geneesmiddel. Op 22 november 2021 heeft de Europese
Commissie een handelsvergunning afgegeven voor de toelating van zanubrutinib tot de
Europese markt als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten met Waldenströms
macroglobulinemie die ten minste één eerdere behandeling hebben gehad, of als eerstelijnsbehandeling
bij patiënten voor wie chemo-immunotherapie niet geschikt is. Tevens is er een toekomstige
indicatie-uitbreiding bekend voor de startbehandeling van chronische lymfatische leukemie
en in combinatie met rituximab als startbehandeling voor mantelcellymfoom.
Toepassing sluis
De verstrekking van zanubrutinib voor bovengenoemde indicatie komt in aanmerking voor
plaatsing in de sluis. Dit is reeds aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van
19 maart 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 29 477 nr. 698).
Blijkens de gegevens van de Horizonscan zijn er in Nederland naar schatting 1.500
patiënten met Waldenströms macroglobulinemie. Ongeveer 150 patiënten uit deze groep
werden in 2020 reeds behandeld met ibrutinib en komen in aanmerking voor behandeling
met zanubrutinib. De dosering van zanubrutinib is vier capsules van 80 mg per dag,
de behandelduur is achttien maanden. Er is op dit moment nog geen Nederlandse prijs
van het geneesmiddel bekend. Gerekend met de Amerikaanse prijs (omgerekend € 12.120,93
voor 120 capsules) zijn de gemiddelde kosten voor de behandeling ruim 145 duizend
euro per patiënt per jaar. Het verwachtte macrokostenbeslag van zanubrutinib wordt
daarmee geraamd op € 32,7 miljoen per jaar. Tevens vindt naar verwachting in 2023
een indicatie-uitbreiding plaats van zanubrutinib voor de startbehandeling van chronische
lymfatische leukemie. Het gaat naar schatting van het Zorginstituut om maximaal 650
patienten per jaar. Tot slot vindt naar verwachting in 2022 een indicatie-uitbreiding
plaats van zanubrutinib in combinatie met rituximab voor de startbehandeling van patiënten
met mantelcellymfoom. Het gaat naar schatting van het Zorginstituut om maximaal 30
patiënten per jaar. Conform het beleid rondom de geneesmiddelensluis is deze indicatie-uitbreiding
meegewogen bij de toepassing van de sluis.
De verstrekking van zanubrutinib voor deze indicaties voldoet aan de criteria voor
toepassing van de sluis, aangezien het verwachte macrokostenbeslag meer is dan € 40
miljoen per jaar. Consequentie van de toepassing van de sluis is dat de verstrekking
van het geneesmiddel breed in de sluis wordt geplaatst voor de behandeling van kanker
en vooralsnog geen deel uitmaakt van het basispakket.
4. Pralsetinib
Nieuw geneesmiddel
Pralsetinib is een nieuw intramuraal geneesmiddel. Op 18 november 2021 heeft de Europese
Commissie een handelsvergunning afgegeven voor de toelating van pralsetinib tot de
Europese markt als monotherapie voor de behandeling van volwassenen met gevorderd
RET-fusiepositief niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) die niet eerder zijn behandeld
met een RET inhibitor.
Toepassing sluis
De verstrekking van pralsetinib voor bovengenoemde indicatie komt in aanmerking voor
plaatsing in de sluis. Dit is reeds aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van
19 maart 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 29 477 nr. 698).
Op basis van de behandelcijfers in Nederland uit 2018 komen naar schatting 57 tot
113 patiënten in aanmerking voor behandeling met pralsetinib bij de bovengenoemde
indicatie. Daarbij wordt aangenomen dat van de groep patiënten van 7.356 met gevorderde
en uitgezaaide longkanker een tot twee procent een RET-fusie heeft. De dosering van
pralsetinib is vier capsules van 100 mg per dag, de behandelduur is 16,4 maanden.
Er is op dit moment nog geen Nederlandse prijs van het geneesmiddel bekend. Gerekend
met de Amerikaanse prijs (omgerekend € 8.881,98 voor 60 capsules) zijn de gemiddelde
kosten voor de behandeling ruim 216 duizend euro per patiënt per jaar. Het verwachtte
macrokostenbeslag van pralsetinib wordt daarmee geraamd op € 33,3 miljoen per jaar
vanaf het tweede kalenderjaar na introductie.
De verstrekking van pralsetinib voor deze indicatie voldoet aan de criteria voor toepassing
van de sluis, aangezien het geneesmiddel meer dan € 50.000 per patiënt per jaar kost
en het verwachte macrokostenbeslag van de verstrekkingen meer dan € 10 miljoen per
jaar bedraagt. Consequentie van de toepassing van de sluis is dat de verstrekking
van het geneesmiddel voor de bovengenoemde indicatie in de sluis wordt geplaatst en
vooralsnog geen deel uitmaakt van het basispakket.
5. Sacituzumab govitecan
Nieuw geneesmiddel
Sacituzumab govitecan is een nieuw intramuraal geneesmiddel. Op 22 november 2021 heeft
de Europese Commissie een handelsvergunning afgegeven voor de toelating van sacituzumab
govitecan tot de Europese markt als monotherapie voor de behandeling van volwassen
patiënten met niet-resectabele of gemetastaseerd triple-negatieve borstkanker die
ten minste twee eerdere systemische behandelingen hebben gekregen, waaronder tenminste
één behandeling voor gevorderde ziekte.
Toepassing sluis
De verstrekking van sacituzumab govitecan voor bovengenoemde indicatie komt in aanmerking
voor plaatsing in de sluis. Dit is reeds aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer
van 15 november 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 29 477 nr. 733).
Blijkens de gegevens van de Horizonscan zijn er in Nederland naar schatting maximaal
400 patiënten die in aanmerking komen voor behandeling met sacituzumab govitecan voor
bovengenoemde indicatie. De gemiddelde dosering van een behandeling met sacituzumab
govitecan bedraagt 4,5 flacons per patiënt, en gemiddeld ontvangen patiënten 12,5
keer een behandeling. Er is op dit moment nog geen Nederlandse prijs van het geneesmiddel
bekend. Gerekend met de Amerikaanse prijs van een flacon van 180 mg (omgerekend € 1.710,63)
zijn de gemiddelde kosten voor de behandeling € 96.223 per patiënt. Het verwachtte
macrokostenbeslag van sacituzumab govitecan wordt daarmee geraamd op € 38,4 miljoen
per jaar. Tevens vindt voor sacituzumab govitecan naar verwachting in 2023 een indicatieuitbreiding
plaats naar patiënten met hormoonreceptor (HR)-positieve, humane epidermale groeifactorreceptor
2 (HER2)-negatieve gemetastaseerde borstkanker. Het gaat, blijkens de gegevens van
de Horizonscan, naar schatting om 500 tot 850 patiënten per jaar. Conform het beleid
rondom de geneesmiddelensluis is deze indicatieuitbreiding meegewogen bij de toepassing
van de sluis.
De verstrekking van sacituzumab govitecan voor deze indicaties voldoet aan de criteria
voor toepassing van de sluis, aangezien het verwachte macrokostenbeslag meer dan € 40
miljoen per jaar is. Consequentie van de toepassing van de sluis is dat de verstrekking
van het geneesmiddel breed in de sluis wordt geplaatst voor de behandeling van kanker
en vooralsnog geen deel uitmaakt van het basispakket.
6. Lenvatinib
Nieuw geneesmiddel
Lenvatinib is een intramuraal geneesmiddel dat reeds beschikbaar is:
-
– in combinatie met everolimus, voor de behandeling van volwassen patiënten met gevorderd
niercelcarcinoom (NCC) na één eerdere behandeling gericht op de vasculaire endotheliale
groeifactor (VEGF).
-
– als monotherapie, voor de behandeling van volwassen patiënten met progressief, lokaal
gevorderd of gemetastaseerd, gedifferentieerd (papillair/folliculair/Hürthlecel-)
schildkliercarcinoom (DTC), refractair voor radioactief jodium (RAI).
-
– als monotherapie, voor de behandeling van volwassen patiënten met gevorderd of niet-reseceerbaar
hepatocellulair carcinoom (HCC) die niet eerder een systemische therapie ontvingen.
Op 14 oktober 2021 heeft het Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP)
positief geadviseerd over de toelating van lenvatinib tot de Europese markt als monotherapie
voor de volgende indicaties:
-
– in combinatie met pembrolizumab, voor de behandeling van volwassen patiënten met gevorderd
niercelcarcinoom, als eerstelijnsbehandeling.
-
– in combinatie met pembrolizumab, voor de behandeling van volwassen patiënten met gevorderd
of teruggekeerd endometriumcarcinoom na progressie op of na eerdere platinum bevattende
therapie en die niet in aanmerking komen voor curatieve operatie of bestraling.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat, hoewel de houder van de handelsvergunning
twee verschillende merknamen heeft geregistreerd, dit één geneesmiddel betreft.
Toepassing sluis
De verstrekking van lenvatinib voor bovengenoemde nieuwe indicaties komt in aanmerking
voor plaatsing in de sluis. Dit is reeds aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer
van 15 november 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 29 477 nr. 733).
Blijkens de gegevens van de Horizonscan zijn er in Nederland naar schatting 466 patiënten
met gevorderd niercelcarcinoom die in aanmerking komen voor behandeling met lenvatinib
in combinatie met pembrolizumab. Uitgaande van een dosering van 20 mg per dag zijn
de geraamde kosten voor de behandeling met lenvatinib voor deze nieuwe indicatie € 43.316
per patiënt per jaar. Uitgaande van een mediane behandelduur van 17 maanden, bedraagt
het structureel te verwachten macrokostenbeslag van lenvatinib voor deze nieuwe indicatie
ongeveer € 28,6 miljoen per jaar vanaf het tweede kalenderjaar na introductie.
Wat betreft de behandeling met lenvatinib, in combinatie met pembrolizumab, van endometriumcarcinoom
zullen blijkens de gegevens van de Horizonscan in Nederland naar schatting maximaal
80 patiënten in aanmerking komen. Uitgaande van een dosering van 20 mg per dag worden
de kosten voor de behandeling met lenvatinib voor deze nieuwe indicatie geraamd op
ongeveer € 2,2 miljoen euro vanaf het eerste jaar na introductie. De mediane behandelduur
bedraagt naar verwachting 7,7 maanden.
Naar verwachting zullen er in 2022 en 2023 verschillende indicatie-uitbreidingen plaatsvinden
van lenvatinib. Dat betreft een uitbreiding als eerstelijnsbehandeling bij melanoom
waarvoor potentieel 744 patiënten in aanmerking komen. Ook wordt een eerstelijnsbehandeling
van niet-kleincellige longkanker verwacht waarvoor potentieel 1000 patiënten in aanmerking
komen. Tot slot wordt een uitbreiding als eerstelijnsbehandeling bij endometriumkanker
verwacht waar naar verwachting jaarlijks 398 patiënten voor in aanmerking komen.
De verstrekking van lenvatinib voor deze indicaties voldoet aan de criteria voor toepassing
van de sluis, aangezien het verwachte macrokostenbeslag meer dan € 40 miljoen per
jaar is. Consequentie van de toepassing van de sluis is dat de verstrekking van het
geneesmiddel breed in de sluis wordt geplaatst voor de behandeling van kanker en vooralsnog
geen deel uitmaakt van het basispakket, met uitzondering van de reeds bestaande indicaties.
De verstrekking van lenvatinib in het kader van de behandeling van deze reeds bestaande
indicaties wordt niet uitgesloten van het basispakket door de toepassing van de sluis
op lenvatinib.
7. Vervolg
De leveranciers van bovengenoemde geneesmiddelen zijn reeds geïnformeerd over de toepassing
van de sluis op de betreffende geneesmiddelen. De volgende stap is advisering door
het Zorginstituut over opname in het basispakket. Ten behoeve van de advisering worden
de leveranciers verzocht een dossier in te dienen bij het Zorginstituut.
In het advies kan het Zorginstituut ingaan op het sluiten van een financieel arrangement
of het bevorderen van gepast gebruik. Wanneer advies is uitgebracht en er – voor zover
van toepassing – sprake is van succesvolle onderhandelingen over een financieel arrangement
en van waarborgen voor gepast gebruik, kan besloten worden over opname in het basispakket
van het geneesmiddel.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis