Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Staatscourant 2021, 4942 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Staatscourant 2021, 4942 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, 's-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Landerd, Loon op Zand, Meierijstad, Mill en Sint Hubert, Oisterwijk, Oss, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Tilburg, Uden, Vught en Waalwijk,
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
onder gelijktijdige intrekking van de geldende regeling vast te stellen de
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van een andere wettelijke regeling van toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen in plaats van 'de gemeente', 'de raad', 'burgemeester en wethouders' en 'de burgemeester' respectievelijk gelezen: 'de GGD', 'het algemeen bestuur', 'het dagelijks bestuur' en 'de voorzitter'.
Artikel 2 Het openbaar lichaam
Er is een openbaar lichaam GGD Hart voor Brabant, gevestigd te Tilburg.
De GGD heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg.
Hoofdstuk 3 De bestuursorganen - samenstelling
Artikel 5 Het algemeen bestuur
Het college waarvan het algemeen bestuur een lid aanwijst als lid van het dagelijks bestuur heeft het recht een tweede lid van het algemeen bestuur aan te wijzen. Wanneer het eerst aangewezen lid geen deel meer uitmaakt van het dagelijks bestuur, vervalt het recht van het college om een tweede lid in het algemeen bestuur aan te wijzen.
Artikel 6 Het dagelijks bestuur
Hoofdstuk 3 De bestuursorganen - werkwijze
Artikel 8 Verantwoording en inlichtingen
Elk lid van het algemeen bestuur is aan het college en de raad van de gemeente waarvan het college hem als lid heeft aangewezen verantwoording schuldig voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Hij legt deze verantwoording zo snel mogelijk af nadat het college of de raad hem daarom heeft gevraagd.
Artikel 9 Het algemeen bestuur
Artikel 10 Het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur vergadert ten minste zesmaal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of ten minste drie leden van het dagelijks bestuur dit schriftelijk verzoeken, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, waarna de vergadering binnen veertien dagen plaatsvindt.
Het dagelijks bestuur kan de uitoefening van zijn bevoegdheden voor zover als mogelijk in mandaat of volmacht opdragen aan de directeur. Een door het dagelijks bestuur vast te stellen organisatie-verordening beschrijft de taken van de directeur en de wijze waarop het dagelijks bestuur toeziet op de uitvoering daarvan.
De ombudscommissie van de gemeente ’s-Hertogenbosch behandelt de verzoekschriften zoals bedoeld in artikel 9:18, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 14 Organisatieverordening
Het dagelijks bestuur stelt in een organisatieverordening regels vast over de inrichting van de organisatie, de bevoegdheden en de medische verantwoordelijkheid.
Het dagelijks bestuur stelt bij of krachtens een verordening nadere regels voor de financiële administratie en het geldverkeer.
De gemeenten zorgen ervoor dat de GGD altijd over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen tegenover derden te kunnen voldoen. Als blijkt dat een gemeente weigert deze uitgaven op haar begroting te zetten, verzoekt het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten om over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
Het algemeen bestuur kan reserves en voorzieningen vormen op basis van door de door hem vast te stellen Nota reserves en voorzieningen.
Ho ofdstuk 6 Toetreden, uittreden, wijzigen en opheffen
Artikel 23 Wijzigen en opheffen
Vastgesteld door het college van de gemeente …………………………………………………………….
in zijn vergadering van ………. - ………. - ………………….
Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant - toelichting
Deze regeling sluit zoveel mogelijk aan bij de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en/of de Gemeentewet. Hieronder volgt, waar nodig, een toelichting op de artikelen. Overal waar 'hij' of 'zijn' staat, zou ook 'zij' of 'haar' kunnen staan.
De Wet publieke gezondheid (artikel 14) verplicht gemeenten om een gezondheidsdienst in te stellen en in stand te houden voor de uitvoering van taken genoemd in die wet. Om deze verantwoordelijkheid optimaal te behartigen, stelden de gemeenten deze gemeenschappelijke regeling in.
In de aanhef staan enkele uitgangspunten voor het bestuursmodel dat is vastgelegd in de regeling.
Het bestuursmodel van de GGD hangt nauw samen met de relatie tussen gemeenten en GGD en de werkwijze van de GGD. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor hun gezondheidsbeleid en de functies van de GGD zijn bij uitstek overheidstaken.
De stuurt de GGD aan vanuit zijn gezondheidsbeleid. De GGD moet daarbij genoeg keuzevrijheid bieden en voldoende flexibel zijn om aan te sluiten op de lokale wensen. Maar hij moet ook bedrijfsmatig optimaal kunnen opereren om daarmee de risico's voor de gemeenten te minimaliseren.
De uitgangspunten bij de vormgeving van de bestuurlijke structuur zijn dan ook:
Van belang is dat de GGD een slagvaardige bedrijfsvoering heeft, die leidt tot het behalen van de doelen. Daarbij kunnen de gemeenten inhoudelijke kaders stellen en op afstand toezicht houden op het beheer van de GGD.
Het algemeen bestuur richt zich vooral op de beleidskaders, de begroting en de rekening. Het dagelijks bestuur richt zich onder andere op de toezicht op de directie.
Toelichting op enkele artikelen Artikel 4 Taken
Artikel 4 van deze regeling beschrijft het pakket van de GGD in globale termen. Hierdoor houdt het algemeen bestuur zijn bevoegdheid om zelf de omvang en de inhoud van dat pakket bij te stellen als hij dat nodig vindt. Het moment daarvoor is de jaarlijkse vaststelling van de begroting.
De Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg) beschrijft de basistaken van de gemeenten. De uitvoering van het uniform pakket kan per gemeente verschillen: niet alle gemeenten of klanten zullen evenveel gebruik maken van dit uniforme aanbod. Soms is dit afhankelijk van incidenten (bijv. een infectieziekte of een crisis op een school), soms van de bevolking (bijvoorbeeld bij gezondheidsverschillen) of van het beroep dat men doet op de GGD. En de klant is ook niet verplicht om gebruik te maken van het GGD-aanbod (bijvoorbeeld bij gezondheidsonderzoeken of lespakketten).
Het begrip 'plustaak' is bewust niet gedefinieerd. Dit geeft het algemeen bestuur de mogelijkheid om producten uitdrukkelijk als plustaak te benoemen. Maar het is ook mogelijk om dit begrip een louter financiële betekenis te geven, bijvoorbeeld door als plustaak te benoemen: elk product waarvoor betaald wordt buiten de gemeentelijke bijdrage. Gemeenten en derden kunnen er op contractbasis voor kiezen deze taken bij de GGD af te nemen.
Hieronder volgen nog enkele relevante bepalingen uit de Wet publieke gezondheid.
1. Het college van burgemeester en wethouders bevordert de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming ervan met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen.
2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor:
a. het verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd, inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking,
b. het elke vier jaar, voorafgaand aan de opstelling van de nota gemeentelijke gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, tweede lid, op landelijk gelijkvormige wijze verzamelen en analyseren van gegevens over deze gezondheidssituatie,
c. het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen,
d. het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s, met inbegrip van programma’s voor de gezondheidsbevordering,
e. het bevorderen van medisch milieukundige zorg,
f. het bevorderen van technische hygiënezorg,
g. het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen.
1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg.
2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor:
a. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren,
b. het ramen van de behoeften aan zorg,
c. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen, met uitzondering van het perinatale onderzoek op phenylketonurie (PKU), congenitale hypothyroïdie (CHT) en adrenogenitaal syndroom (AGS) en het aanbieden van vaccinaties voorkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma,
d. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding,
e. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen.
1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de algemene infectieziektebestrijding, waaronder in ieder geval behoort:
a. het nemen van algemene preventieve maatregelen op dit gebied,
b. het bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron- en contactopsporing,
c. bron- en contactopsporing bij meldingen als bedoeld in de artikelen 21, 22, 25 en 26.
Hoofdstuk 3 De bestuursorganen - samenstelling
De bestuursorganen van een gemeenschappelijke regeling zoals de GGD staan geregeld in (artikel 12 van) de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 8 Verantwoording en inlichtingen
De beschrijving van de verantwoordings- en inlichtingenplicht van (de leden van het) dagelijks en algemeen bestuur volgt helemaal de bepalingen in artikel 16 en artikel 19a van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 9 Het algemeen bestuur
Artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen regelt een aantal zaken rond de vergaderingen van het algemeen bestuur, waaronder de openbaarheid. Het bepaalt ook dat een groot aantal bepalingen in de Gemeentewet van toepassing is.
De vergaderfrequentie van het algemeen bestuur volgt de planning & controlcyclus van de GGD. Deze cyclus sluit aan bij de beleidscyclus van de gemeenten. Hierdoor kunnen gemeenten tijdig invloed uitoefenen op het beleid en de financiële kaders van de GGD en deze daarna meenemen in hun eigen beleid.
Artikel 10 Het dagelijks bestuur
Lid twee van dit artikel bepaalt dat artikel van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing zijn op de vergaderingen van het dagelijks bestuur.
Voor de bevoegdheden van het dagelijks bestuur geldt artikel 33a van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
De bepalingen over het instellen van commissies staan in de artikelen 24 en 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Het dagelijks bestuur mandateert/verstrekt een volmacht voor een deel van zijn bevoegdheden binnen voorwaarden aan de directeur en houdt daarop toezicht. Accountancy en controlling verzekeren de bestuurlijke positie. De keuze voor een brede mandatering van de directeur wordt vooral ingegeven door het feit dat bilaterale afspraken tussen GGD en gemeenten een belangrijke rol spelen bij de aansturing van de GGD. Voor de relatie tussen dagelijks bestuur en directie is er een organisatieverordening.
Artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen verklaart de artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
De regels over de begroting staan in artikel 34 en artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Aan de begroting gaat de kadernota vooraf. Hierin staan de hoofdlijnen van het beleid voor het komende jaar en de globale financiële gevolgen daarvan. Het algemeen bestuur bespreekt deze nota in april en de nota gaat voor 1 februari naar de raden. Gemeenten kunnen hierdoor tijdig invloed uitoefenen op de begroting, die het dagelijks bestuur opstelt nadat het algemeen bestuur de kadernota heeft vastgesteld.
Het algemeen bestuur stelt de begroting in juli vast (wettelijke termijn) en daarbij ook de (verplichte) gemeentelijke bijdrage voor het basispakket.
De GGD volgt hierbij de indexsystematiek van de gemeente Tilburg. Jaarlijks voorspelt deze gemeente de loon- en prijsstijgingen en corrigeert dan ook voor de werkelijke ontwikkeling in het vorige jaar. Naast deze aanpassing voor nominale ontwikkelingen is er principe geen budgetaanpassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-4942.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.