Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden | Staatscourant 2021, 48498 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden | Staatscourant 2021, 48498 | ander besluit van algemene strekking |
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: het College);
Gelet op artikel 7:13 en hoofdstuk 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
Overwegende dat het College een commissie kan instellen ter advisering over de afhandeling van bezwaarschriften;
Besluit het Reglement Adviescommissie bezwaarschriften Ctgb 2021 vast te stellen waarin de volgende bepalingen zijn opgenomen;
In dit reglement wordt verstaan onder:
het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb);
de externe adviescommissie die uitgenodigd is door het College om een advies uit te brengen over bezwaren op basis van de Awb;
een bezwaar als bedoeld in artikel 1:5 Awb;
een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 6:5 Awb;
een belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 Awb;
Voorzitter van de Adviescommissie bezwaarschriften.
1. De Adviescommissie heeft tot taak, nadat zij hiertoe door het College is uitgenodigd, het College te adviseren over de te nemen besluiten op bezwaarschriften.
2. Bezwaarschriften die door het College kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk gegrond of kennelijk ongegrond worden geacht, worden niet ter advisering aan de Adviescommissie voorgelegd.
1. De Adviescommissie bestaat uit een lid dat voorzitter is en ten minste twee andere leden.
2. De leden worden door het College benoemd, geschorst en ontslagen.
3. De leden van de Adviescommissie maken geen deel uit van dan wel zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het College en de ministeries waar het College verantwoording aan aflegt voor zover dit het werkterrein van het Ctgb betreft. Daarnaast maken de leden geen deel uit van dan wel zijn niet werkzaam voor belanghebbenden bij besluiten van het College.
4. De Adviescommissie regelt de vervanging van de voorzitter.
Het College wijst één of meer personen aan die als secretaris functioneren voor de Adviescommissie. De secretaris maakt geen deel uit van de Adviescommissie noch van het secretariaat van het College en heeft een ondersteunende rol.
1. De leden van de Adviescommissie worden benoemd voor een termijn van vijf jaar. Aftredende leden kunnen maximaal een keer herbenoemd worden.
2. De leden kunnen op elk moment aftreden. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het College.
3. De aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
4. Het College stelt in overleg met de Adviescommissie een rooster van aftreden op. Dit rooster is zodanig ingericht dat de leden niet gelijktijdig aftreden.
1. De leden van de Adviescommissie en de secretaris doen op verzoek jaarlijks opgave aan het College van hun belangen, hoofd- en nevenfuncties. Deze opgave wordt door het College openbaar gemaakt.
2. De leden accepteren geen geschenken, faciliteiten of diensten van belanghebbenden bij besluiten die onderwerp van een bezwaarschrift kunnen zijn.
3. Een lid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen onderhoudt met een bij een bezwaarschrift betrokken belanghebbende, diens bestuurder of vertegenwoordiger, onthoudt zich van deelname aan de behandeling van en de advisering over het betrokken bezwaarschrift. Hiervan wordt de voorzitter tijdig in kennis gesteld.
4. Een lid dat zakelijke betrekkingen heeft met een belanghebbende, diens bestuurder of vertegenwoordiger, onthoudt zich van deelname aan de behandeling van en de advisering over het betrokken bezwaarschrift. Onder een zakelijke betrekking wordt mede verstaan betrokkenheid van een lid of de onderzoeksgroep waarvan hij/zij deel uit maakt bij (wetenschappelijk) onderzoek voor of ten behoeve van een belanghebbende. Hiervan wordt de voorzitter tijdig in kennis gesteld.
5. Bij twijfel over de toepassing van dit artikel in een concreet geval, treedt een lid in overleg met de voorzitter. Diens oordeel is na overleg met de Adviescommissie als geheel beslissend. Daarvan wordt melding gemaakt aan de voorzitter van het College.
6. Een lid verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is aan derden.
7. Een lid gaat zorgvuldig en correct om met de informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt. Hij of zij zorgt ervoor dat stukken, computerbestanden en gegevensdragers met vertrouwelijke gegevens veilig worden bewaard c.q. vernietigd.
8. Een lid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke of zakelijke betrekkingen gebruik van de in de uitoefening van het lidmaatschap van de Adviescommissie verkregen informatie.
9. De leden zijn in geval van beëindiging van het lidmaatschap verplicht tot geheimhouding over wat hen in het kader van hun functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt.
1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend door het College.
2. Indien het College de Adviescommissie uitnodigt om te adviseren, draagt het College er zorg voor dat het bezwaarschrift, de reactie van het College op het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken in handen van de Adviescommissie worden gesteld.
De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin en de wijze waarop belanghebbenden en het College in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
2. De voorzitter beslist, onverminderd het bepaalde in artikel 2 lid 1, over de toepassing van artikel 7:3 Awb (afzien van het horen).
3. Bij toepassing van artikel 7:3 Awb, wordt daarvan schriftelijk mededeling gedaan aan belanghebbenden en het College.
4. Bij ontstentenis van de voorzitter, wijzen de overige leden de plaatsvervangend voorzitter aan.
1. De voorzitter nodigt belanghebbenden en het College ten minste vier weken voor de hoorzitting schriftelijk of met een elektronisch bericht uit.
2. Binnen vijf dagen na verzending van de uitnodiging kunnen belanghebbenden en het College onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.
3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor de hoorzitting aan belanghebbenden en het College meegedeeld.
4. De voorzitter kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.
Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat tenminste twee van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of diens plaatsvervanger, aanwezig zijn.
1. De hoorzitting van de Adviescommissie is in beginsel openbaar.
2. Belanghebbenden en het College kunnen binnen vijf dagen na verzending van de uitnodiging in artikel 10 onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken om af te wijken van het bepaalde in het voorgaande lid.
3. Indien de voorzitter gewichtige redenen aanwezig acht die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren. De voorzitter licht belanghebbenden en het College hierover uiterlijk één week voor de hoorzitting in.
4. De voorzitter kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de termijnen die genoemd zijn in het tweede tot en met het derde lid.
1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.
2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter hoorzitting is voorgevallen.
3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.
4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.
1. Indien na de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de overige leden dit onderzoek houden.
2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de Adviescommissie, belanghebbenden en het College toegezonden, behoudens in gevallen waarin artikel 7:4 lid 6 Awb van toepassing is.
3. De Adviescommissie kan eigener beweging of op verzoek van belanghebbenden en het College besluiten om naar aanleiding van nadere informatie een nieuwe hoorzitting te beleggen.
4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in dit reglement die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
1. De Adviescommissie beraadslaagt achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
2. De Adviescommissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
5. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de Adviescommissie ondertekend.
6. Het advies wordt tezamen met het verslag aan het College gezonden ten behoeve van de beslissing op bezwaar.
De Adviescommissie brengt jaarlijks vóór 1 mei van dat jaar aan het College verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-48498.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.