Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 29 november 2021, nr. WJZ/ 21119437, houdende regels voor het verstrekken van eenmalige specifieke uitkeringen in verband met de uitvoering van de subsidiemodule MKB innovatiestimulering topsectoren 2021 (Regeling specifieke uitkering MIT 2021)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en artikelen 17 en 18 van de Financiële-Verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Minister:

Minister van Economische Zaken en Klimaat;

MKB innovatiestimulering topsectoren:

subsidiemodule als bedoeld in titel 3.4 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

provincie:

provincie die uitvoering geeft aan de regionale MIT-regeling;

regionale MIT-regeling:

de provinciale subsidieregeling als bedoeld in bijlage 1;

uitvoeringsactiviteit:

activiteit die wordt uitgevoerd in het kader van de regionale MIT-regeling 2021.

Artikel 2. Specifieke uitkering

  • 1. De Minister kan een eenmalige specifieke uitkering voor uitvoeringsactiviteiten verstrekken aan een provincie.

  • 2. Er wordt per uitvoeringsactiviteit één specifieke uitkering verstrekt.

Artikel 3. Hoogte van de uitkering

De specifieke uitkering bedraagt ten hoogste het bedrag opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 4. Aanvraag tot verlening

  • 1. Een specifieke uitkering wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2. De aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering kan worden ingediend in de periode vanaf 3 december 2021 tot en met 10 december 2021.

  • 3. De aanvraag bevat in ieder geval:

    • a. de hoogte van de gevraagde specifieke uitkering;

    • b. de periode waarin de gevraagde specifieke uitkering besteed zal worden.

Artikel 5. Beslistermijn

De Minister verleent de specifieke uitkering binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 6. Verplichtingen

  • 1. De provincie draagt er zorg voor dat de specifieke uitkering uitsluitend ten behoeve van uitvoeringsactiviteiten wordt besteed.

  • 2. De provincie besteedt de specifieke uitkering in de in de beschikking tot verlening opgenomen periode.

Artikel 7. Voorschotten

De Minister kan bij de verlening ambtshalve of op aanvraag besluiten tot het verstrekken van een of meerdere voorschotten voor de specifieke uitkering.

Artikel 8. Verantwoording en terugvordering

  • 1. De provincie legt verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering op de wijze, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.

  • 2. Indien uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de specifieke uitkering niet in de in de beschikking tot verlening opgenomen periode volledig is besteed aan uitvoeringsactiviteiten waarvoor deze is verstrekt, of onrechtmatig is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de Minister worden teruggevorderd. De Minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan de ontvanger van de specifieke uitkering.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering MIT 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 29 november 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

BIJLAGE 1. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1

Regionale MIT-regeling

Provincie

Titel regeling

Groningen / Friesland / Drenthe

MIT haalbaarheid Noord-Nederland 2021;

MIT R&D samenwerking Noord-Nederland 2021

Overijssel

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017

Gelderland

Regels Ruimte voor Gelderland 2016

Noord-Brabant

Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021–2025

Limburg

Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021–2025

Zeeland

Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021–2025

Zuid-Holland

Besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland houdende regels omtrent innovatiestimulering Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Holland

Utrecht

Uitvoeringsverordening MKB Innovatiestimulering Topsectoren provincie Utrecht

Noord-Holland

Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2021

Flevoland

Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland

BIJLAGE 2. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3

Maximale Rijksbijdrage per provincie

Provincie

Maximale bijdrage aan MIT-regeling 2021

Groningen / Friesland / Drenthe

€ 3.488.000

Overijssel

€ 2.395.000

Gelderland

€ 3.200.000

Noord-Brabant

€ 4.483.000

Limburg

€ 1.896.000

Zeeland

€ 775.000

Zuid-Holland

€ 9.281.000

Utrecht

€ 1.956.000

Noord-Holland

€ 4.463.000

Flevoland

€ 808.000

TOELICHTING

1. Aanleiding

Op grond van deze regeling worden door de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) financiële middelen ten behoeve van de regionale MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) regelingen beschikbaar gesteld aan de provincies. De provincies voeren de MIT uit volgens hun regionale MIT-regelingen.

2. MKB innovatiestimulering topsectoren

Met het in kabinet Rutte III opgezette Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MTIB) wordt ingezet op het succesvol aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Deze uitdagingen zijn ook potentiële aanjagers voor ons toekomstig duurzame verdienvermogen, mondiale uitdagingen zijn immers ook mondiale markten. Voor een succesvolle aanpak van de maatschappelijke uitdagingen zijn technologische doorbraken en sleuteltechnologieën van groot belang. De economische kansen die maatschappelijke uitdagingen bieden en de ambitie om een vooraanstaande rol te spelen op een aantal sleuteltechnologieën zijn daarom de centrale uitgangspunten in de topsectorenaanpak. De innovatiekracht van het midden- en kleinbedrijf (MKB) speelt daarbij een belangrijke rol. Over de subsidiemodule MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) was in het regeerakkoord opgenomen: "Het MKB verdient een krachtiger rol in het innovatiebeleid. De MIT en de innovatiekredieten voor het MKB worden uitgebreid." (Regeerakkoord 2017 – 2021 "Vertrouwen in de toekomst", 2.4 Economie, innovatiebeleid en vestigingsklimaat, versterken innovatiekracht, blz. 35.)

De MIT bestaat uit twee subsidiemodules, te vinden in de titels 3.3 en 3.4 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES). Deze titels luiden respectievelijk “TKI MKB-versterking” en “MKB innovatiestimulering topsectoren”. De TKI MKB-versterking verleent steun aan het innovatief MKB door via de TKI’s netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars te ondersteunen. De subsidiemodule MKB innovatiestimulering topsectoren geeft directe steun aan het innovatief MKB, via een aantal instrumenten.

Deze laatste subsidiemodule wordt deels regionaal uitgevoerd en ten behoeve van deze regionale uitvoering stelt de Minister van EZK middelen aan provincies beschikbaar. De provincies hebben beter zicht op de doelgroep op hun grondgebied.

3. Uitkeringsvorm

EZK heeft in overleg met betrokken departementen verkend welke uitkeringsvorm vanuit de rijksoverheden richting provincies het beste aansluit bij de MIT. Gezien het bestaande instrumentarium is gekozen voor een specifieke uitkering met lichte verantwoording.

De uitvoering vindt plaats in samenwerking tussen de twee overheden, namelijk het Rijk en provincie(s). Omdat de Minister van EZK op deze manier nauw betrokken is, is ervoor gekozen om in deze regeling de verantwoordingsvereisten te beperken tot de in artikel 8 van deze regeling beschreven financiële verantwoording.

4. Financiële bijdrage en de wijze van aanvragen

De Minister van EZK heeft in totaal 32,74 miljoen beschikbaar gesteld om bij te dragen ten behoeve van de uitvoering van de regionale MIT 2021. Dit is meer dan de ‘traditionele’ bijdrage van 1 euro bij elke provinciale euro die EZK aan de regionale MIT-regelingen deed. Dit is eenmalig mogelijk doordat alle provincies het gehele EZK-innovatiebeleid ondersteunen waardoor er bijna geen landelijk vangnet meer nodig is. De bespaarde middelen zijn eenmalig extra gedecentraliseerd richting provincies.

Op grond van dit totaalbedrag is per provincie in bijlage 2 van deze regeling de bijdrage vastgelegd die de Minister van EZK zal verstrekken. Deze financiële bijdrage is bedoeld als maximale financiële bijdrage voor de regionale MIT -regelingen.

Conform artikel 2, eerste lid, van deze regeling mag deze bijdrage worden ingezet voor zogenaamde uitvoeringsactiviteiten. Dit zijn activiteiten in het kader van de openstellingen en uitvoering van de regionale MIT-regeling voor 2021. De uitvoering omvat onder andere werkzaamheden ten behoeve van voorbereiding, administratie en toezicht op die activiteiten, tot een maximum van 4 procent van de beschikbaar gestelde middelen.

De Directeur-Generaal Bedrijfsleven en Innovatie heeft op basis van besprekingen tussen Rijk en provincies aan de provincies een brief gestuurd met daarin de besproken opzet voor de MIT 2021.

De aanvraag van de betreffende provincie bevat in ieder geval de hoogte van de gevraagde specifieke uitkering en de periode waarin de gevraagde specifieke uitkering besteed zal worden.

In de beschikking zal de periode waarin de bijdrage moeten worden besteed, worden opgenomen, te weten maximaal tot 31 december 2024. Het verzoek tot een verlenging van deze periode dient uiterlijk 31 december 2023 ingediend te worden bij de Minister van EZK.

Op de financiële verantwoording van de besteding van de specifieke uitkering is artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet van toepassing.

5. Regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

Naar boven