Artikel 1
Het formulier voor de opgave van de doodsoorzaak, bedoeld in artikel 12a, vierde lid,
van de Wet op de lijkbezorging wordt vastgesteld overeenkomstig de bijlage van deze
regeling.
Artikel 2
De regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 april 2002,
kenmerk IBE/E-2275895, houdende Vaststelling formulier opgave doodsoorzaak (Stcrt. 2002, nr. 86), wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel E, van
de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met
het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek
en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging
op verzoek en hulp bij zelfdoding (Stb. 2021, 408), in werking treedt.
Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als Regeling vaststelling formulier opgave doodsoorzaak
2021.
TOELICHTING
Inleiding
Artikel 12a van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) stelt regels over de opgave van de
doodsoorzaak. Dit artikel wordt gewijzigd bij wet van 14 juli 2021 houdende wijziging
van de Wet op de Lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave
van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van
verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij
zelfdoding.1 De voornoemde wijziging brengt met zich mee dat het formulier voor de opgave van
de doodsoorzaak (B-formulier) moet worden aangepast. Met de onderhavige ministeriële
regeling wordt het in artikel 12a, vierde lid, van de Wlb bedoelde (vernieuwde) B-formulier
vastgesteld.
Ingevolge artikel 12a van de Wlb dient voor de opgave van de doodsoorzaakgegevens
aan het CBS gebruik te worden gemaakt van het bij deze regeling vastgestelde B-formulier.
De arts doet middels het B-formulier opgave van de doodsoorzaak van de overledene.
Het ingevulde B-formulier wordt zo spoedig mogelijk toegezonden aan de medisch ambtenaar
van het CBS. Op basis van de gegevens die de behandelend arts invult op het B-formulier
produceert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de doodsoorzakenstatistiek
en levert deze informatie aan het statistische bureau voor de Europese Unie (Eurostat),
zoals voorgeschreven in artikel 2 van de Verordening (EG) nr. 1338/2008.2
Vernieuwde B-formulier
Met de inwerkingtreding van de wijziging van de Wlb kan het CBS de elektronische weg
openen voor het doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek,
zonder tussenkomst van de ambtenaar van de burgerlijke stand. De tussenkomst van de
ambtenaar van de burgerlijke stand zal met inwerkingtreding van de voornoemde wet
ook niet meer nodig zijn als de arts voor de opgave van de doodsoorzaak de papieren
weg gebruikt. Verzending via de papieren weg blijft voorlopig mogelijk. De elektronische
werkwijze noodzaakt tot het vaststellen van een vernieuwd B-formulier, omdat daarvoor
(onder meer) nodig is dat het burgerservicenummer (BSN) van de overledene wordt toegevoegd
aan het formulier of het BSN van diens moeder in de in artikel 12a, tweede lid van
de Wlb voorgeschreven gevallen: als het gaat om een levenloos geboren kindje of kindje
dat bij overlijden jonger is dan één maand en waarvan het BSN nog niet bekend is.
Daarnaast is van de gelegenheid gebruikgemaakt om het B-formulier verder te optimaliseren
zodat het doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek efficiënter
wordt ingericht. Tot slot sluit het vernieuwde B-formulier beter aan bij het internationale
formulier van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
De doodsoorzaakgegevens die aan het CBS moeten worden verstrekt zijn dezelfde, ongeacht
of sprake is van het doen van de opgave via de papieren weg of de elektronische weg.
Het nieuwe B-formulier geldt daarom voor beide situaties.
Het wettelijk voorschrift voor de behandelend artsen om het BSN te verstrekken is
gelegen in de Wet op de lijkbezorging, artikel 12a, tweede lid. Het CBS is op grond
van artikel 34 van de Wet op het CBS reeds bevoegd om het BSN te verwerken.
Het vernieuwde formulier vervangt het tot het moment van inwerkingtreding van deze
regeling geldende B-formulier dat is vastgesteld bij regeling van 25 april 2002 (zie
artikel 2). Die regeling wordt derhalve ingetrokken.
Uitvoeringsaspecten
De boven aangehaalde wetswijziging beoogt de elektronische aanlevering van onder meer
de doodsoorzaakgegevens mogelijk te maken en sluit aan bij de doelstellingen van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om de regeldruk van zorgprofessionals
te verminderen zodat zij meer tijd krijgen voor goede zorg aan de patiënt (“Merkbaar
minder regeldruk”). Het wetsvoorstel leidt uiteindelijk tot minder regeldruk voor
zorgprofessionals. Zoals in de memorie van toelichting bij de aangehaalde wetswijziging
is uiteengezet resulteert dit in een verlaging van administratieve lasten van artsen.
Veel gegevens zullen – zo blijkt ook uit de pilots – sneller en in sommige gevallen
ook automatisch ingevuld kunnen worden door het zorginformatiesysteem. Dit betekent
naast een administratieve lastenverlichting, ook dat het CBS met de elektronische
weg sneller in staat is om de doodsoorzakenstatistiek op te bouwen. Voor artsen die
gebruik blijven maken van de papieren weg zal het nieuwe B-formulier geen verandering
in de administratieve last betekenen. Voor het reproductiepotentieel en de financiële
gevolgen wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van de memorie van toelichting bij de genoemde
wetswijziging.3
Consultatie
Het B-formulier is door het CBS tot stand gebracht in overleg met veldpartijen en
individuele artsen. Een ontwerp van deze regeling en van het B-formulier zijn in consultatie
gebracht (openbare internetconsultatie) en voor advies voorgelegd aan het Adviescollege
Toetsing Regeldruk (ATR). Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel
advies, omdat de gevolgen voor de regeldruk al in de memorie van toelichting op de
wet van 14 juli 2021 in beeld zijn gebracht en er met de regeling geen niet-voorziene
additionele gevolgen voor de regeldruk optreden.
De openbare internetconsultatie liep van 12 oktober tot en met 12 november 2021 en
heeft geleid tot 5 reacties. In een aantal reacties is aangegeven dat er met name
rond verkeersongevallen meer informatie uitgevraagd zou moeten worden via het B-formulier.
Niet al deze informatie is in het B-formulier opgenomen, bijvoorbeeld omdat die informatie
reeds uit het formulier af te leiden, omdat de informatie niet van belang is voor
de doodsoorzakenstatistiek terwijl het CBS de plicht heeft tot dataminimalisatie,
of omdat de gevraagde informatie nog niet beschikbaar is op het moment dat de arts
de overledene schouwt. Wel is naar aanleiding van deze reacties aan het B-formulier
toegevoegd dat in het geval van een botsing gevraagd wordt waarmee deze botsing heeft
plaatsgevonden.
In enkele andere reacties is aangegeven dat er niet altijd sprake is van een keten
van oorzaken die tot het overlijden heeft geleid. Het uitvragen van de keten van doodsoorzaken
met het B-formulier kan daarom verwarrend werken voor artsen. Op het formulier is
verduidelijkt dat de keten van overlijdensoorzaken alleen ingevuld dient te worden
als daar ook daadwerkelijk sprake van is.
Tot slot zijn enkele tekstuele aanpassingen en aanpassingen in de vormgeving doorgevoerd.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel E, van
de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met
het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek
en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging
op verzoek en hulp bij zelfdoding (Stb. 2021, 408), in werking treedt. Dat tijdstip wordt bij koninklijk besluit vastgesteld, en wel
naar verwachting op 1 januari 2022.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis