Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 november 2021, kenmerk 3279485-1019465-WJZ, houdende wijziging van diverse regelingen in verband met de invoering van de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 66, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet en artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies,

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1.1, onderdeel k, van de Regeling Geneesmiddelenwet komt te luiden:

k. ziekenhuis:

een algemeen of psychiatrisch ziekenhuis dat zorg of een andere dienst verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet.

ARTIKEL II

De Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘instelling met een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen’ vervangen door ‘instelling die zorg of een andere dienst verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet’.

B

In artikel 6, onderdeel d, wordt ‘instelling met een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen’ vervangen door ‘instelling die zorg of een andere dienst verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet’.

ARTIKEL III

In artikel 1.1 van de Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg wordt ‘zorginstelling: een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wet toelating zorginstellingen;’ vervangen door ‘zorginstelling: een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen;’.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

I Algemeen

Deze regeling wijzigt artikelen in verschillende regelingen die verwijzingen bevatten naar de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi) of het Uitvoeringsbesluit WTZi.

De volgende regelingen zijn gewijzigd:

  • De Regeling Geneesmiddelenwet;

  • De Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis;

  • De Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg.

De bepalingen in de WTZi en het Uitvoeringsbesluit WTZi met betrekking tot de WTZi-toelating vervallen met de inwerkingtreding van de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (hierna: AWtza). Daarom is het noodzakelijk om verwijzingen naar deze bepalingen aan te passen. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg een foutieve verwijzing naar de WTZi te herstellen.

Met deze regeling worden technische wijzigingen doorgevoerd; dat wil zeggen wijzigingen die inhoudelijk geen gevolgen hebben.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft. Het betreft louter het omzetten van een aantal verwijzingen naar de WTZi en het Uitvoeringsbesluit WTZi, naar begrippen en verwijzingen die dezelfde organisaties omschrijven.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022, tezamen met de Wet toetreding zorgaanbieders (hierna: Wtza) en de daarbij behorende uitvoeringsregelgeving.

II Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Artikel 1.1 van de Regeling Geneesmiddelenwet bevat een definitie van ‘ziekenhuis’. In deze definitie werd verwezen naar een instelling voor medisch-specialistische zorg in de zin van het Uitvoeringsbesluit WTZi. Omdat artikel 1.2 van het Uitvoeringsbesluit WTZi vervalt, moet de definitie worden aangepast. Er is voor gekozen om te verwijzen naar een algemeen of psychiatrisch ziekenhuis dat zorg of een andere dienst verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet.

Artikel II

De Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis bevatte in artikel 3 en artikel 6 een verwijzing naar een instelling met een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de WTZi. Dit is aangepast door deze verwijzing te vervangen door een verwijzing naar een instelling die zorg of een andere dienst verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven