De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 10, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte
wordt:
a. ‘€ 47.077’ telkens vervangen door ‘47.948’;
b. ‘€ 54.478’ telkens vervangen door ‘€ 55.486’;
c. ‘€ 55.500’ telkens vervangen door ‘€ 56.527’, en
d. ‘€ 74.000’ telkens vervangen door ‘75.369’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling strekt tot vaststelling van het huurverhogingspercentage, bedoeld in
artikel 10, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte. Dat percentage
wordt jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld.
Inkomensgrenzen huurverhoging
De inkomensgrenzen, genoemd in artikel 10, tweede lid onderdeel a, van de Uitvoeringswet
huurprijzen woonruimte worden conform artikel 10, tweede lid onderdeel c, van de Uitvoeringswet
huurprijzen woonruimte met ingang van 1 januari van elk jaar gewijzigd met het percentage
waarmee per 1 januari van het peiljaar (kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar
van de voorgestelde ingangsdatum van de huurverhoging, in dit geval 2021) het bedrag,
genoemd in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag (meerpersoonsouderenhuishouden)
is gewijzigd.
Dat leidt tot de volgende inkomenscategorieën voor de inkomensafhankelijke hogere
huurverhoging voor zelfstandige woningen met niet-geliberaliseerde huurovereenkomsten.
Tabel inkomenscategorieën voor de huurverhoging per 1 juli 2022
|
Inkomenscategorie
|
|
|
|
Lage (midden)inkomens
|
Hoge middeninkomens
|
Hoge inkomens
|
Eenpersoonshuishoudens
|
≤ €47.948
|
> € 47.948 ≤ 56.527
|
> € 56.527
|
Meerpersoonshuishoudens
|
≤ € 55.486
|
> € 55.486 ≤ 75.369
|
> € 75.369
|
Maximale huurverhoging 2022
Het is gebruikelijk om in december reeds de maximale huurprijsstijgingen voor het
volgende kalenderjaar bekend te maken. Gelet op de tot 1 juli 2022 geldende huurbevriezing
wordt een beslissing hierover aan het nieuwe kabinet overgelaten.
Administratieve lasten en regeldruk
Deze regeling betreft uitsluitend de wettelijk voorgeschreven aanpassing van bedragen.
Deze regeling behelst geen administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven.
Deze regeling schept geen verplichtingen voor burgers of bedrijven en heeft derhalve
geen gevolgen voor de regeldruk.
Artikelsgewijs
Artikel I
In artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte
zijn de inkomensgrenzen vastgelegd de bepalend zijn voor de maximale huurverhoging.
Die inkomensgrenzen worden op grond van dat artikellid jaarlijks gewijzigd met het
percentage waarmee het bedrag, genoemd in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, van
de Wet op de huurtoeslag voor dat jaar is gewijzigd.
Per 1 januari 2022 bedraagt het bedoelde percentage 2,4. De in artikel 10, tweede
lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte genoemde bedragen zijn
met dat percentage gewijzigd.
Artikel II
De inwerkingtredingsdatum voldoet aan het stelsel van vaste verandermomenten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren