Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2021, 48105 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2021, 48105 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek onderscheidenlijk de deskundige, bedoeld in artikel 121, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES;
patiëntengroepen zoals opgenomen in bijlage I;
a. personen met hematologische maligniteit gediagnosticeerd in de laatste 5 jaar;
b. personen met ernstig nierfalen of dialyse;
c. patiënten met een neurologische aandoening met een gecompromitteerde ademhaling;
d. personen na orgaan- of beenmergtransplantatie; of
e. personen met een primaire immuundeficiëntie;
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
een door het ziekenhuis in de periode 1 oktober 2021 tot en met 1 december 2021 verstuurde uitnodiging aan immuun gecompromitteerde patiënten voor het ontvangen van een derde dosis van een vaccin tegen COVID-19, waarbij de immuun gecompromitteerde patiënten geselecteerd zijn door een medisch specialist van het ziekenhuis waar zij onder behandeling staan;
werkzaamheden verricht door of in opdracht van het ziekenhuis die enkel zien op geplande prikken ter voorbereiding op de opschaling van de vaccinatie van personen van 18 tot 60 jaar tegen COVID-19 in de periode 1 februari tot en met 30 september 2021;
het toedienen door het ziekenhuis van een dosis van een vaccin tegen COVID-19 in de periode 1 februari 2021 tot en met 30 september 2021 aan personen van 18 tot 60 jaar die behoren tot medisch hoog-risicogroepen;
werkzaamheden verricht door of in opdracht van het ziekenhuis ter voorbereiding van de pilot in de periode 1 februari 2021 tot 1 juni 2021;
een zorginstelling zoals opgenomen in bijlage II;
de vertegenwoordigende organisatie voor één of meer ziekenhuizen zoals opgenomen in bijlage II.
Op deze regeling is de kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing, met uitzondering van de artikelen 5.1, 5.2 en 5.4.
1. De minister kan aan een ziekenhuisorganisatie een subsidie verstrekken ten behoeve van een ziekenhuis.
2. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:
a. de voorbereiding opschaling;
b. de pilot;
c. de vaccinatie medisch hoog-risicogroepen; of
d. de oproep derde prik.
Het bedrag van de subsidie, bedoeld in artikel 3, wordt berekend op basis van het aantal geplande prikken, het aantal personen bij wie de vaccinatie medisch hoog-risicogroepen heeft plaatsgevonden, het aantal personen aan wie een oproep derde prik is gestuurd en een vast bedrag voor de voorbereiding opschaling indien het betreffende ziekenhuis deze activiteiten heeft uitgevoerd, overeenkomstig de formule:
U + (Qh x € 21) + (Ql x € 29) + (Qm x € 6)
waarbij wordt verstaan onder:
U een vast bedrag van € 10.000 per ziekenhuis dat de voorbereiding opschaling heeft uitgevoerd;
Qh het aantal geplande prikken voor de pilot, waarbij dit aantal niet hoger kan zijn dan het aantal door het RIVM voor de pilot aan het betreffende ziekenhuis geleverde vaccins;
Ql het aantal keer dat een vaccinatie medisch hoog-risicogroepen heeft plaatsgevonden, waarbij dit aantal niet hoger kan zijn dan het aantal door het RIVM voor de vaccinatie medisch hoog-risicogroepen aan het betreffende ziekenhuis geleverde vaccins;
Qm het aantal personen aan wie het betreffende ziekenhuis een oproep derde prik heeft gestuurd;
1. De subsidie wordt op aanvraag vastgesteld.
2. Voor de aanvraag tot subsidievaststelling wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.
3. De aanvraag kan worden ingediend in de periode vanaf 1 februari 2022 tot en met 31 maart 2022.
4. De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenverslag waarin per ziekenhuis is opgenomen:
a. een korte omschrijving van de wijze waarop de activiteiten zijn uitgevoerd;
b. een opgave van het aantal geplande prikken voor de pilot;
c. een opgave van het aantal keer dat de vaccinatie medisch hoog-risicogroepen heeft plaatsgevonden; en
d. een opgave van het aantal personen aan wie een oproep derde prik is gestuurd.
5. Indien sprake is van de voorbereiding van de opschaling, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, gaat de aanvraag tevens vergezeld van een verklaring voor het betreffende ziekenhuis van deelname aan de voorbereiding opschaling.
6. Indien de aanvraag meer dan € 25.000 bedraagt gaat de aanvraag tevens vergezeld van een verklaring van de subsidieaanvrager over de naleving van de aan de subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen.
7. Indien de aanvraag meer dan € 125.000 bedraagt gaat de aanvraag tevens vergezeld van een assurancerapport van een accountant.
1. De minister besluit binnen 13 weken op een aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
2. Het besluit tot vaststelling vermeldt het bedrag van de subsidie per ziekenhuis.
1. De subsidieontvanger meldt onverwijld schriftelijk aan de minister indien zich omstandigheden voordoen of zullen voordoen die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.
2. De melding wordt voorzien van een toelichting. Bij de melding worden de relevante stukken overgelegd.
De subsidieontvanger registreert de toegediende vaccinaties overeenkomstig een door de minister ter beschikking gesteld registratiesysteem.
De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Bij een deel van de mensen met een ernstig gecompromitteerd immuunsysteem – bijvoorbeeld bij transplantatiepatiënten – is er onvoldoende of geen immuunrespons te zien nadat ze twee doses van een COVID-19-vaccin hebben gekregen. Een derde dosis kan de immuunrespons verhogen en daarom komt een aantal patiëntengroepen volgens de RIVM Werkgroep COVID-19 vaccinatie voor immuun gecompromitteerde patiënten met hoge prioriteit in aanmerking voor zo’n additionele dosis. Een meer gedetailleerde uitwerking van het proces omtrent dit advies is terug te vinden in de toelichting voor uitvoerders. De Gezondheidsraad gaat mee in dit advies.
Op basis van dit advies zijn de onderstaande patiëntgroepen geselecteerd als onderdeel van de definitie van immuun gecompromitteerde patiënten. Algemeen uitgangspunt bij de selectie van immuun gecompromitteerde patiënten voor een oproep is dat de te selecteren patiënten geboren zijn voor 01-09-2009, dus een leeftijd hebben boven de 12 jaar.
1. Personen die een orgaantransplantatie ondergaan hebben;
2. Personen die een autologe of allogene beenmerg- of stamceltransplantatie ondergaan hebben;1
3. Patiënten die behandeling voor een kwaadaardige hematologische aandoening ondergaan of recent hebben ondergaan, waaronder CAR-T celtherapie; 2
4. Alle hematologie patiënten met een indolente kwaadaardige ziekte waarvan bekend is dat deze geassocieerd is met ernstige immuundeficiëntie (bijvoorbeeld CLL, multiple myeloom of de ziekte van Waldenström); 3
5. Alle patiënten met een solide tumor die minder dan 3 maanden voor hun COVID-19 vaccinaties chemotherapie of immune checkpoint inhibitors toegediend kregen (indien die data ontbreekt, hanteer dan behandeling vanaf 1 januari 2021);
6. Alle nierpatiënten, die door een specialist gecontroleerd worden, met eGFR <30ml/min*1.73m2 met immuunsuppressiva of nierdialyse met immuunsuppressiva;
7. Alle dialysepatiënten;
8. Personen met een primaire immuundeficiëntie waarbij hun specialist geïndiceerd vindt dat er een derde dosis van een vaccin tegen COVID-19 wordt toegediend (volgens gedefinieerde lijst met indicaties door de Nederlandse Internisten Vereniging);
9. Patiënten die behandeld worden met de volgende immuunsuppressiva:
a. B-cel depleterende medicatie: anti-CD20 therapie, zoals Rituximab, Ocrelizumab;
b. Sterk lymfopenie-inducerende medicatie: Fingolimod (of soortgelijke S1P agonisten), Cyclofosfamide (zowel pulsen als hoog oraal);
c. Mycofenolaat mofetil in combinatie met (langdurig gebruik van) 1 of meerdere andere immunosuppressiva.
Ziekenhuisorganisatie |
Ziekenhuis |
Straatnummer |
Postcode |
---|---|---|---|
Amsterdam UMC |
Vumc |
1117 |
1081 HV |
Emma Kinderziekenhuis |
9 |
1105 AZ |
|
AMC |
9 |
1105 AZ |
|
Maastricht UMC+ |
Maastricht UMC+ |
25 |
6229 HX |
Albert Schweitzer Ziekenhuis |
Albert Schweitzer Ziekenhuis Sliedrecht |
401 |
3364 DA |
Albert Schweitzer Ziekenhuis Dordwijk |
25 |
3318 AT |
|
Albert Schweitzer Ziekenhuis Zwijndrecht |
336 |
3331 LZ |
|
Rijnstate Ziekenhuis |
Rijnstate Ziekenhuis Zevenaar |
14A |
6903 ZN |
Rijnstate Ziekenhuis |
55 |
6815 AD |
|
Amphia Ziekenhuis |
Amphia Ziekenhuis Breda Molengracht |
21 |
4818 CK |
Amphia Ziekenhuis Breda Langendijk |
75 |
4819 EV |
|
Amphia Ziekenhuis Oosterhout |
9 |
4901 DH |
|
Antonius Zorggroep |
Antonius Ziekenhuis Sneek |
1 |
8601 ZK |
Zuyderland Medisch Centrum |
Zuyderland Medisch Centrum Sittard-Geleen |
1 |
6162 BG |
Zuyderland Medisch Centrum Heerlen |
5 |
6419 PC |
|
BovenIJ Ziekenhuis |
BovenIJ Ziekenhuis |
1 |
1034 CS |
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis |
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis |
100 |
6532 SZ |
Catharina Ziekenhuis |
Catharina Ziekenhuis |
2 |
5623 EJ |
Alrijne Zorggroep |
Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp |
1 |
2353 GA |
Alrijne Leiden |
55 |
2334 CK |
|
Diakonessenhuis |
Diakonessenhuis Utrecht |
1 |
3582 KE |
Diakonessenhuis Zeist |
1 |
3707 HL |
|
Elkerliek Ziekenhuis |
Elkerliek Ziekenhuis Helmond |
25 |
5707 HA |
Erasmus Medisch Centrum |
Erasmus Medisch Centrum |
40 |
3015 GD |
Erasmus Medisch Centrum Sophia kinderziekenhuis |
80 |
3015 CN |
|
Erasmus Medisch Centrum Kanker Instituut |
40 |
3015 GD |
|
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis |
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis Goes |
114 |
4462 RA |
Admiraal De Ruyter Ziekenhuis Vlissingen |
88 |
4382 EE |
|
Flevoziekenhuis |
Flevoziekenhuis |
1 |
1315 RA |
Bravis Ziekenhuis |
Bravis Ziekenhuis Bergen op Zoom |
25 |
4708 AE |
Bravis Ziekenhuis Roosendaal |
1 |
4624 VT |
|
Gelre Ziekenhuizen |
Gelre Ziekenhuizen Zutphen |
77 |
7207 AE |
Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn |
31 |
7334 DZ |
|
Groene Hart Ziekenhuis |
Groene Hart Ziekenhuis Bleulandlocatie |
10 |
2803 HH |
Stichting Reinier Haga Groep |
LangeLand Ziekenhuis |
1 |
2725 NA |
Reinier de Graaf Gasthuis |
5 |
2625 AD |
|
Reinier de Graaf Diaconessenhuis Voorburg |
5 |
2275 CX |
|
HagaZiekenhuis Juliana Kinderziekenhuis |
275 |
2545AA |
|
HagaZiekenhuis Leyweg |
275 |
2545 AA |
|
IJsselland Ziekenhuis |
IJsselland Ziekenhuis |
2 |
2906 ZC |
Protestants Christelijk Ziekenhuis Ikazia |
Ikazia Ziekenhuis |
1 |
3083 AN |
Isala klinieken |
Isala Zwolle |
2 |
8025 AB |
Isala Diaconessenhuis Meppel |
38 |
7943 KA |
|
Jeroen Bosch Ziekenhuis |
Jeroen Bosch Ziekenhuis 's-Hertogenbosch |
1 |
5223 GZ |
Spaarne Gasthuis |
Spaarne Gasthuis locatie Haarlem-Noord |
999 |
2026 BW |
Spaarne Gasthuis locatie Haarlem-Zuid |
22 |
2035 RC |
|
Spaarne Gasthuis Hoofddorp |
1 |
2134 TM |
|
Laurentius Ziekenhuis |
Laurentius Ziekenhuis |
6 |
6043 CV |
Leids Universitair Medisch Centrum |
Willem-Alexander Kinderziekenhuis |
2 |
2333 ZA |
Leids Universitair Medisch Centrum |
2 |
2333 ZA |
|
Martini Ziekenhuis |
Martini Ziekenhuis van Swieten |
1 |
9728 NT |
Máxima Medisch Centrum |
Máxima Medisch Centrum Eindhoven |
1 |
5631 BM |
Máxima Medisch Centrum Veldhoven |
4600 |
5504 DB |
|
Meander Medisch Centrum |
Meander Medisch Centrum Amersfoort |
3 |
3813 TZ |
Noodwest Ziekenhuisgroep |
Noordwest Ziekenhuisgroep Den Helder |
3 |
1782 GZ |
Noordwest Ziekenhuisgroep Alkmaar |
12 |
1815 JD |
|
Haaglanden Medisch Centrum |
HMC Bronovo |
5 |
2597 AX |
HMC Westeinde |
32 |
2512 VA |
|
HMC Antoniushove |
1 |
2262 BA |
|
Maasstad ziekenhuis |
Maasstad Ziekenhuis |
21 |
3079 DZ |
Medisch Spectrum Twente |
Medisch Spectrum Twente Koningsplein |
1 |
7512 KZ |
Pantein |
Maasziekenhuis Pantein |
1 |
5835 DV |
Rivas Zorggroep |
Rivas Zorggroep Beatrixziekenhuis |
57 |
4204 AA |
Rode Kruis Ziekenhuis |
Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk |
13 |
1942 LE |
Spijkenisse Medisch Centrum |
Spijkenisse Medisch Centrum |
500 |
3201 GZ |
Saxenburgh Groep |
Saxenburgh Medisch Centrum |
4a |
7772 SE |
Santiz |
Streekziekenhuis Koningin Beatrix |
1 |
7101 BN |
Slingeland Ziekenhuis |
25 |
7009 BL |
|
St. Anna Zorggroep |
St. Anna Ziekenhuis Geldrop |
2 |
5664 EH |
St. Antonius Ziekenhuis |
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht |
1 |
3543 AZ |
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein |
1 |
3435 CM |
|
St. Antonius Ziekenhuis Woerden |
2 |
3447 GN |
|
St. Jans Gasthuis |
St. Jans Gasthuis |
5 |
6001 BE |
Stichting Christelijk Ziekenhuis St Jansdal |
Ziekenhuis St. Jansdal |
90 |
3844 DG |
Ziekenhuis St. Jansdal |
100 |
8233 AA |
|
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis |
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis locatie West |
164 |
1061 AE |
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis locatie Oost |
9 |
1091 AC |
|
Nij Smellinghe |
Nij Smellinghe |
1 |
9202 NN |
Deventer Ziekenhuis |
Deventer Ziekenhuisgroep |
75 |
7416 SE |
CuraMare |
Het Van Weel-Bethesda Dirksland |
22 |
3247 BW |
Tergooiziekenhuizen |
Tergooiziekenhuizen Hilversum |
212 |
1213 XZ |
Tergooiziekenhuizen Blaricum |
1 |
1261 AN |
|
Elisabeth-TweeSteden |
ETZ Tilburg |
5 |
5042 AD |
ETZ Waalwijk |
2 |
5141 BM |
|
ETZ Elisabeth |
60 |
5022 GC |
|
Universitair Medisch Centrum Groningen |
Universitair Medisch Centrum Groningen |
1 |
9713 GZ |
Ommelander Ziekenhuis Groep |
Ommelander Ziekenhuis Groep Ziekenhuis Scheemda |
1 |
9679 BJ |
Universitair Medisch Centrum St. Radboud |
Universitair Medisch Centrum St. Radboud |
10 |
6525 GA |
Radboud UMC Amalia kinderziekenhuis |
10 |
6525 GA |
|
Universitair Medisch Centrum Utrecht |
Universitair Medisch Centrum Utrecht |
100 |
3584 CX |
Universitair Medisch Centrum Utrecht Wilhelmina Kinderziekenhuis |
6 |
3584 EA |
|
Stichting VieCuri-Vitaal |
VieCuri Medisch Centrum Venray |
130 |
5801CE |
VieCuri Medisch Centrum Venlo |
210 |
5912 BL |
|
Franciscus Gasthuis & Vlietland Groep |
Franciscus Gasthuis |
500 |
3045 PM |
Franciscus Vlietland Schiedam |
2 |
3118 JH |
|
Stichting Dijklander Ziekenhuis |
Westfries Gasthuis |
3 |
1624 NP |
Waterlandziekenhuis |
250 |
1441 RN |
|
Wilhelmina Ziekenhuis Assen |
Wilhelmina Ziekenhuis Assen |
1 |
9401 RK |
Zaans Medisch Centrum |
Zaans Medisch Centrum |
58 |
1502 DV |
Ziekenhuis Amstelland |
Ziekenhuis Amstelland |
8 |
1186 AM |
Ziekenhuis Bernhoven |
Ziekenhuis Bernhoven Uden |
10 |
5406 PT |
Ziekenhuis De Gelderse Vallei |
Ziekenhuis De Gelderse Vallei Ede |
10 |
6716 RP |
Stichting Gezondheidszorg Rivierenland |
Ziekenhuis Rivierenland |
1 |
4002 WP |
ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen |
Zorgsaam Zeeuw-Vlaanderen Locatie Antonius |
6 |
4501 AJ |
Zorgsaam Zeeuw-Vlaanderen Locatie De Honte |
2 |
4535 PA |
|
Ziekenhuisgroep Twente |
Ziekenhuisgroep Twente Locatie Hengelo |
141 |
7555 DL |
Ziekenhuisgroep Twente Locatie Almeo |
1 |
7609 PP |
|
Zorgpartners Friesland |
Medisch Centrum Leeuwarden |
2 |
8934 AD |
De Tjongerschans Heerenveen |
44 |
8441 PW |
|
Treant Zorggroep |
Ziekehuislocatie Scheper Emmen |
60 |
7824 AA |
Ziekenhuislocatie Bethesda Hoogeveen |
1 |
7909 AA |
|
Ziekenhuislocatie Refaja Stadskanaal |
1 |
9501 HE |
|
Antoni van Leeuwenhoek |
Antoni van Leeuwenhoek |
121 |
1066 CX |
Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie |
Prinses Máxima Centrum |
25 |
3584 CS |
Op grond van de Subsidieregeling COVID-19-vaccinatie door ziekenhuizen (hierna: de Subsidieregeling) kan een subsidie worden verstrekt aan ziekenhuisorganisaties ten behoeve van ziekenhuizen voor het deelnemen aan de voorbereiding van (de opschaling van) de vaccinatie van 18 tot 60 jarigen, het deelnemen aan een pilot voor de vaccinatie van 18 tot 60 jarigen, de vaccinatie van medisch hoog-risicogroepen en de selectie en het uitnodigen voor de derde vaccinatie van immuun gecompromitteerde patiënten.
Op 20 november 2020 heeft het kabinet de vaccinatiestrategie COVID-19 gepresenteerd. Het uiteindelijke doel van deze strategie is om de gehele Nederlandse bevolking, initieel personen vanaf 18 jaar en sinds juli 2021 ook personen vanaf 12 jaar, een werkzaam vaccin tegen COVID-19 te kunnen aanbieden. Het in goede banen leiden van deze vaccinatiestrategie vraagt om inzet van verschillende partijen, waaronder de ziekenhuizen. Voor de activiteiten die gesubsidieerd worden via de Subsidieregeling, komen 114 Nederlandse ziekenhuizen in aanmerking (inclusief 8 universitaire medisch centra), namens wie door 69 ziekenhuisorganisaties een aanvraag kan worden ingediend.
In de vaccinatiestrategie, gebaseerd op het advies van de Gezondheidsraad van 19 november 2020, wordt geadviseerd met vaccinatie zoveel mogelijk (ernstige) ziekte en sterfte te voorkomen. Dit wordt volgens de Gezondheidsraad bereikt door als eerste de meest kwetsbare mensen te vaccineren en de mensen die voor hen zorgen. Ook de verdere keuzes in de tenuitvoerlegging van de strategie zijn gestoeld op de verschillende, opvolgende adviezen van de Gezondheidsraad over de inzet van de verschillende vaccins die beschikbaar komen. Naar aanleiding van deze adviezen is in maart 2021 aan de Nederlandse ziekenhuizen gevraagd patiënten uit medisch hoog-risicogroepen, zoals geadviseerd door de Gezondheidsraad, te vaccineren. Met de ziekenhuizen is de afspraak gemaakt dat zij hiervoor een vast bedrag per daadwerkelijk gezette prik van een vaccin krijgen van € 29.
Daarnaast is in april 2021 met de ziekenhuizen afgesproken dat zij indien nodig een rol zouden spelen bij de opschaling van de vaccinatie van 18- tot 60-jarigen tegen COVID-19. Met de ziekenhuizen die bij het RIVM hebben aangegeven bij te willen dragen aan een eventuele opschaling, is afgesproken dat zij een vast bedrag van € 10.000 ontvangen voor gemaakte kosten in de voorbereiding op de opschaling. Dit nu deze ziekenhuizen voorbereidende maatregelen hebben getroffen zoals de planning van medewerkers, het gereedmaken van registratiesystemen en logistieke voorbereidingen.
In navolging hierop is besloten dat er een pilot zou worden georganiseerd waarin gekeken zou worden hoe een eventuele opschaling van de vaccinatie bij 18- tot 60-jarigen daadwerkelijk gestalte zou kunnen krijgen. Een aantal ziekenhuizen heeft uiteindelijk meegedaan aan deze pilot. Hiervoor zijn door deze ziekenhuizen afspraken gepland met burgers behorend tot de categorie 18- tot 60-jarigen om een vaccin tegen het COVID-19 virus te laten toedienen. Deze ziekenhuizen hebben ook voorbereidingen getroffen om deze prikken daadwerkelijk te zetten en er zijn vaccins geleverd aan deze ziekenhuizen door het RIVM met als doel om de prikken te laten zetten. De geplande afspraken hebben om verschillende redenen echter niet altijd kunnen plaatsvinden waardoor er in sommige gevallen mogelijk minder prikken zijn gezet dan oorspronkelijk gepland. De kosten voor deze ziekenhuizen waren echter gelijk voor de geplande en de uiteindelijk gezette prikken. Zodoende is er afgesproken met de ziekenhuizen een bedrag van € 21 per geplande prik te betalen onafhankelijk van de vraag of deze daadwerkelijk is gezet bij een burger in het kader van de voorbereiding van de mogelijke opschaling.
Ten slotte is in september 2021 met de ziekenhuizen afgesproken dat zij een rol zouden spelen bij het selecteren en uitnodigen van groepen immuun gecompromitteerde patiënten voor een derde prik als onderdeel van de primaire vaccinatieserie. Bij de primaire vaccinatieserie is een dergelijke derde prik in het geval van immuun gecompromitteerde personen noodzakelijk voor daadwerkelijke bescherming door het vaccin. Het betreft hier dan ook niet een zogeheten 'booster-vaccin'. Er is toe besloten om de selectie en de uitnodiging van deze groepen door de ziekenhuizen te laten uitvoeren, omdat het specifieke groepen patiënten betreft die onder behandeling zijn bij een medisch specialist. De medisch specialist beoordeelt binnen de vastgestelde groepen die geïdentificeerd zijn als immuun gecompromitteerd (opgenomen in bijlage I) of een patiënt in aanmerking komt voor een derde prik. Dit zal normaal gesproken het geval zijn, maar kan in voorkomende gevallen anders zijn, indien bijvoorbeeld de behandeling van de patiënt een derde prik in de weg staat. Het ziekenhuis verzorgt vervolgens de uitnodiging voor deze derde prik. Hiervoor is een tarief van € 6 per uitnodiging per immuun gecompromitteerde patiënt afgesproken.
Voor de berekening van de administratieve lasten in onderstaande tabel, is uitgegaan van de aanvullende activiteiten als gevolg van de vereisten voor de verantwoording. Voor het totaalbedrag is uitgegaan van 69 aanvragende ziekenhuisorganisaties. Na afloop van de te subsidiëren activiteiten dient de subsidieontvanger een aanvraag in voor de subsidie. Hieruit moet blijken dat er voldaan is aan de voorwaarden en de verplichtingen die verbonden zijn aan de te verstrekken subsidie.
1. Om voor een subsidie tot € 25.000 in aanmerking te komen moet de ziekenhuisorganisatie een aanvraag doen tot vaststelling van de subsidie vergezeld van een activiteitenverslag welke per ziekenhuis waarvoor subsidie wordt aangevraagd de aantallen geplande prikken voor de pilot, de aantallen prikken die gezet zijn bij personen in de medisch hoog-risico groep en de aantallen personen die zijn uitgenodigd voor een derde prik en een korte omschrijving van de wijze waarop de activiteiten zijn uitgevoerd bevat. De aanvraag moet door een persoon die bevoegd is de ziekenhuisorganisatie te vertegenwoordigen, worden ondertekend.
2. Om voor een subsidie tussen de € 25.000 en € 125.000 in aanmerking te komen moet de ziekenhuisorganisatie een aanvraag doen tot vaststelling van de subsidie vergezeld van een activiteitenverslag welke per ziekenhuis waarvoor subsidie wordt aangevraagd de aantallen geplande prikken voor de pilot, de aantallen prikken die gezet zijn bij personen in de medisch hoog-risico groep en de aantallen personen die zijn uitgenodigd voor een derde prik en een korte omschrijving van de wijze waarop de activiteiten zijn uitgevoerd bevat. Alsmede een bestuurdersverklaring namens de ziekenhuisorganisatie betreffende de naleving van de aan de subsidie gestelde voorwaarden en verplichtingen. De aanvraag moet door een persoon die bevoegd is de ziekenhuisorganisatie te vertegenwoordigen, worden ondertekend.
3. Om voor een subsidie van boven de € 125.000 in aanmerking te komen moet de instelling een aanvraag doen tot verlening van de subsidie vergezeld van een activiteitenverslag welke per ziekenhuis waarvoor subsidie wordt aangevraagd de aantallen geplande prikken voor de pilot, de aantallen prikken die gezet zijn bij personen in de medisch hoog-risicogroep en de aantallen personen die zijn uitgenodigd voor een derde prik en een korte omschrijving van de wijze waarop de activiteiten zijn uitgevoerd bevat. De aanvraag tot vaststelling dient tevens vergezeld te gaan van een assurancerapport waarin de door de ziekenhuisorganisatie opgegeven aantallen worden bevestigd. De aanvraag moet door een persoon die bevoegd is de ziekenhuisorganisatie te vertegenwoordigen, worden ondertekend.
De subsidieontvanger moet een overzichtelijke, controleerbare en doelmatige administratie voeren waaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen, betalingen en ontvangsten alsmede kosten en opbrengsten kunnen worden nagegaan. De administratie en de daartoe horende bescheiden worden gedurende 10 jaren na de vaststelling bewaard. Daarnaast heeft de subsidieontvanger de plicht om mee te werken aan door of namens de minister ingesteld onderzoek.
De bovengenoemde administratieve lasten voor aanvragen van deze subsidie, kosten een ziekenhuisorganisaties naar schatting € 6.102 per aanvraag. Uitgaande van 69 ziekenhuisorganisaties die de subsidie zullen aanvragen voor de ziekenhuizen die behoren tot de organisatie, leidt deze regeling tot een geschatte toename van eenmalige administratieve lasten van € 421.038 voor de ziekenhuisorganisaties.
Berekening administratieve lasten4:
Taak |
Uitvoerder |
Tarief p/u1 |
Aantal uur |
Totale kosten |
---|---|---|---|---|
1,2,3,12 |
Administratief personeel |
€ 39 |
42 |
€ 1.638 |
1,2,3,4 |
Hoog opgeleide kenniswerker |
€ 54 |
57 |
€ 3.078 |
1,3,4 |
Hoge manager |
€ 77 |
9 |
€ 693 |
1,3,4 |
Bestuurder |
€ 77 |
9 |
€ 693 |
Totaal |
€ 6.102 |
|||
Totaal 69 ziekenhuisorganisaties |
€ 421.038 |
Er is sprake van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) als aan de volgende vijf cumulatieve criteria is voldaan:
− De steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht;
− De steun wordt met staatsmiddelen bekostigd;
− De staatsmiddelen verschaffen een economisch voordeel dat niet via de normale commerciële weg zou zijn verkregen;
− De maatregel is selectief;
− De maatregel vervalst (potentieel) de mededinging en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de Europese Unie.
Zorgaanbieders zijn te beschouwen als ondernemingen. Indien zij financiële steun ontvangen van de overheid kan er daarom sprake zijn van staatssteun. Op 13 maart 2020 heeft de Europese Commissie een gecoördineerde Europese respons gepresenteerd om de economische gevolgen van COVID-19 tegen te gaan. Daarin heeft de Europese Commissie – onder meer – bepaald dat overheidssteun voor gezondheidsdiensten om COVID-19 het hoofd te bieden buiten de reikwijdte van de staatssteuncontrole door de Europese Commissie valt5. Aangezien de subsidiëring van de ziekenhuizen voor vaccinaties tijdelijk is en uitsluitend bestemd is om COVID-19 het hoofd te bieden, valt de financiering ervan buiten de staatssteuntoetsing van de Europese Commissie.
In artikel 1 worden de begrippen gedefinieerd. De begrippen die nadere uitleg behoeven, bijvoorbeeld omdat ze niet zijn toegelicht in het algemeen deel van deze toelichting, worden hieronder toegelicht.
Het is reeds bekend welke ziekenhuizen in aanmerking zullen komen voor een subsidie op grond van de onderhavige regeling, omdat de activiteiten al zijn uitgevoerd. Daarom is de definitie van ziekenhuizen beperkt tot de ziekenhuizen die zijn opgenomen in bijlage II bij deze regeling. Op deze manier wordt getracht om elke vorm van onduidelijkheid bij de aanvragers te voorkomen.
Daarnaast is een definitie voor ziekenhuisorganisaties opgenomen. Hiermee wordt gedoeld op de overkoepelende organisaties van individuele ziekenhuizen die de activiteiten hebben uitgevoerd. Deze ziekenhuisorganisaties vragende subsidie aan. Dit voorkomt dat elk individueel ziekenhuis apart een aanvraag hoeft in te dienen.
De definitie van immuun gecompromitteerde patiënten zoals deze is opgenomen in bijlage I is tot stand gekomen op basis van een advies van de Gezondheidsraad en is afgestemd met de ziekenhuizen.
Op deze regeling is de Kaderregeling OCW, SZW en VWS niet van toepassing, met uitzondering van enkele bepalingen uit hoofdstuk 5. Voor afwijking van de Kaderregeling is gekozen om de volgende redenen.
Voor onderhavige regeling is het van belang dat de administratieve last voor de ziekenhuizen als aanvrager en de uitvoeringslast voor het Rijk beperkt wordt gehouden. Daarom is op basis van een zorgvuldige risicoafweging geconcludeerd dat de verantwoording na afloop van de subsidieperiode op een andere wijze kan worden ingericht dan voorzien in de Kaderregeling. Zie voor een nadere toelichting hierop de toelichting bij artikel 5 en 6.
Ook worden op grond van artikel 10.1 van de Kaderregeling door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in principe geen subsidies onder de € 125.000 verstrekt. Voor onderhavige regeling is het echter wel wenselijk om subsidies onder dit bedrag te verstrekken.
Enkele bepalingen uit hoofdstuk 5 van de Kaderregeling zijn echter wel expliciet van toepassing verklaard, waaronder de verplichting tot doelmatige besteding (artikel 5.1), de administratieplicht (artikel 5.2) en de verplichting tot meewerken aan onderzoek (artikel 5.3). Deze houden kortgezegd het volgende in.
Van subsidieontvangers wordt verwacht dat ze meewerken aan onderzoek dat erop is gericht de minister inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor:
a. het nemen van een besluit over het verstrekken van de subsidie, of
b. de ontwikkeling van het beleid van de minister.
Daarnaast zorgt de subsidieontvanger ervoor dat de activiteiten zodanig worden uitgevoerd dat de subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor deze wordt verstrekt, en de voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten benodigde middelen op verantwoorde wijze worden beheerd.
Daarvoor voert de subsidieontvanger een administratie. De administratie is zodanig ingericht dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de gerealiseerde prestatie-eenheden kunnen worden nagegaan. De administratie wordt op overzichtelijke, controleerbare en doelmatige wijze ingericht. Tot slot worden de administratie en de daartoe behorende bescheiden gedurende 10 jaren na de vaststelling bewaard.
Blijkens artikel 3 wordt de subsidie verstrekt voor:
1. de voorbereiding opschaling, waarmee wordt gedoeld op de werkzaamheden die zijn verricht door de ziekenhuizen die hebben aangegeven beschikbaar te zijn voor de grootschalige opschaling van de vaccinatiecampagne in de periode 1 februari tot 1 juni 2021;
2. de pilot, waarmee wordt gedoeld op werkzaamheden in het kader van het plannen en eventueel zetten van prikken bij personen van 18 tot 60 jaar tegen COVID-19 in de periode 1 februari tot en met 30 september 2021;
3. de vaccinatie van medisch hoog-risicogroepen, waarbij het gaat om het aantal vaccinaties dat daadwerkelijk door de ziekenhuizen is toegediend aan de burgers die onderdeel zijn van deze medisch hoog-risicogroepen; of
4. de oproep derde prik, waarbij het gaat om de door het ziekenhuis geïnventariseerde en verstuurde oproepen tot het krijgen van een derde prik voor immuun gecompromitteerde patiënten die onder behandeling is van medisch specialisten in het ziekenhuis.
Ziekenhuizen die kosten hebben gemaakt ter voorbereiding op de opschaling kunnen aanspraak maken op een vast bedrag van € 10.000. Met dit bedrag worden zij gecompenseerd voor bijvoorbeeld personeelskosten voor het projectteam dat het ziekenhuis heeft ingezet om te zorgen voor de voorbereiding. Bij de aanvraag dient verklaard te worden dat er kosten door het betreffende ziekenhuis zijn gemaakt ten behoeve van voorbereiding van de opschaling.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geschatte kostenopbouw naar aanleiding waarvan er gekozen is om het bedrag voor voorbereidingskosten opschaling vast te stellen op € 10.000.
Kosten |
||
---|---|---|
Projectleiding en coördinatie |
€ 3.500 |
|
Afstemming met artsen, verpleegkundigen en facilitair |
€ 4.000 |
|
Facilitaire kosten |
€ 2.500 |
|
Totaal voorbereidingskosten |
€ 10.000 |
Met de ziekenhuizen is afgesproken dat een geplande prik bij personen ten behoeve van de pilot opschaling in rekening gebracht mag worden. Het bedrag hiervoor betreft € 21 per (geplande) prik.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geschatte kostenopbouw naar aanleiding waarvan er gekozen is om het bedrag per (geplande) prik vast te stellen op € 21.
Kosten per prik |
Omschrijving |
|
---|---|---|
Directe 'prik' personeelskosten |
€ 12 |
apothekersassistent, verpleegkundige, observator, registrator e.d. |
Directe artsenkosten |
€ 3 |
beoordeling patiënt op de dag zelf |
Directe overige personeelskosten |
€ 3 |
projectleiding, facilitair medewerker, beveiliging, ICT-medewerker e.d. |
Variabele Indirecte uren |
€ 2 |
planningsfunctionaris personeel, facilitairbedrijf, beveiliging. |
Materiele kosten + overhead |
€ 1 |
|
Totale prijs |
€ 21 |
* |
Met de ziekenhuizen is afgesproken dat een daadwerkelijk gezette prik bij medisch hoog-risicogroepen in rekening gebracht mag worden. Het bedrag hiervoor betreft € 29 per prik.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geschatte kostenopbouw naar aanleiding waarvan er gekozen is om het bedrag per gezette prik medisch hoog-risicogroepen vast te stellen op € 29.
Kosten per prik |
Omschrijving |
|
---|---|---|
Directe ‘prik’ personeelskosten |
€ 12 |
apothekersassistent, verpleegkundige, observator, registrator e.d. |
Directe artsenkosten |
€ 3 |
beoordeling patiënt op de dag zelf |
Directe overige personeelskosten |
€ 3 |
projectleiding, facilitair medewerker, beveiliging, ICT-medewerker e.d. |
Indirecte personeelskosten |
€ 3 |
personeel- en patiëntplanning, verpleegkundigen e.d. |
Indirecte artsenkosten |
€ 2 |
beoordeling patiënt vooraf |
Indirecte overige personeelskosten |
€ 4 |
projectleiding, facilitair medewerker, ICT-medewerker, communicatiemedewerker, e.d. |
Materiële kosten + overhead |
€ 2 |
|
Totaal kosten per prik |
€ 29 |
Voor het selecteren en uitnodigen van de geselecteerde groepen immuun gecompromitteerde patiënten voor een derde prik als onderdeel van de primaire vaccinatieserie ontvangen de ziekenhuizen € 6 per geselecteerde en opgeroepen patiënt.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geschatte kostenopbouw naar aanleiding waarvan er gekozen is om het bedrag per verzonden oproep vast te stellen op € 6.
Kosten per prik |
Omschrijving |
|
---|---|---|
Indirecte artsenkosten |
€ 3 |
beoordeling patiënt vooraf |
Indirecte overige personeelskosten |
€ 1 |
projectleiding, facilitair medewerker, beveiliging, ICT-medewerker, communicatiemedewerker, e.d. |
Materiele kosten + overhead |
€ 2 |
|
Totaal kosten per oproep |
€ 6 |
De subsidie wordt aangevraagd, vastgesteld en betaald na afloop van de verrichte activiteiten. Er vindt geen voorafgaande verlening en bevoorschotting plaats. De ziekenhuizen en daarmee de ziekenhuisorganisaties die volgens de beschikbare gegevens in aanmerking komen voor een subsidie, worden door de NFU en NVZ geattendeerd op de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen.
Het aanvraagformulier dient volledig ingevuld, correct ondertekend vanaf 1 februari maar uiterlijk op 31 maart 2022 door de minister te zijn ontvangen. De ziekenhuisorganisatie is verantwoordelijk voor het tijdig indienen van het aanvraagformulier. Op de aanvraag tot vaststelling wordt binnen dertien weken na ontvangst door de minister een besluit genomen.
Omdat de subsidie pas wordt verstrekt na afloop van de activiteit, en omdat het om relatief kleine bedragen gaat, wordt de subsidie direct vastgesteld. Nu dit niet past binnen de standaard verantwoordingsmogelijkheden die de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS biedt, is besloten om hiervan af te wijken en deze niet van toepassing te verklaren. Voor de aanvraag en de verantwoording betekent dit op hoofdlijnen het volgende.
Aanvragen onder de € 25.000 gaan vergezeld van een activiteitenverslag met daarin per ziekenhuis de relevante aantallen en een korte omschrijving van de wijze waarop de activiteiten zijn uitgevoerd. Bij aanvragen tussen de € 25.000 en de € 125.000 wordt daarop aanvullend een bestuurdersverklaring namens de ziekenhuisorganisatie gevraagd over de naleving van de voorwaarden en verplichtingen, die onderdeel van het activiteitenverslag kan uitmaken. Voor deze bestuurdersverklaring zal gebruik gemaakt worden van een standaardformulier van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen bij het aanvraagformulier. Bij aanvragen boven de € 125.000 wordt naast het activiteiten verslag, om een assurancerapport gevraagd. Hierin zal dan per ziekenhuisorganisatie zekerheid gegeven moeten worden over de (grote) aantallen prikken die als onderdeel van de pilot gepland, of als onderdeel van de medisch hoog-risicogroep vaccinatie gezet zijn. Gezien het significante bedrag aan subsidie dat verstrekt wordt in dergelijke gevallen, wordt het redelijk geacht om in deze gevallen een assurancerapport te vragen. De verwachting is echter dat slechts een enkele aanvrager een aanvraag boven de € 125.000 zal indienen.
Het doel van deze wijze van verantwoording is om enerzijds de administratieve last voor de ziekenhuizen zo licht mogelijk te houden, en anderzijds toch voldoende zekerheid te verkrijgen over de doelmatige besteding van de verstrekte subsidie. Dat gekozen is voor de directie vaststelling achteraf, heeft er mee te maken dat op het moment van publicatie van deze regeling het overgrote deel van de activiteiten al heeft plaatsgevonden. Daarnaast is het voor de minister mogelijk om voordat de aanvraag gedaan wordt al duidelijkheid te hebben over de maximale bedragen die door ziekenhuizen kunnen worden aangevraagd. Het RIVM beschikt immers over de aantallen vaccins die zijn geleverd aan de ziekenhuizen. De totale aantallen geplande en gezette prikken kunnen zodoende nooit hoger zijn dan de bij het RIVM beschikbare aantallen. Nu deze zekerheid bestaat, is besloten om de verantwoording op voornoemde wijze in te richten.
Nu de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing is op de Subsidieregeling zou ook de meldingsplicht die daarin is opgenomen niet van toepassing zijn. Nu er sprake is van direct vaststellen is het ook niet mogelijk gedurende de periode waarin de activiteiten plaatsvinden een melding te maken. Desalniettemin is gekozen om deze meldingsplicht separaat op te nemen. Het is immers ook na de vaststelling van belang dat een subsidieontvanger melding maakt van omstandigheden die van belang kunnen zijn op deze vaststelling. Bijvoorbeeld ingeval een ziekenhuis er onverhoopt na de vaststelling achter komt dat de door de ziekenhuisorganisatie opgegeven aantallen anders waren dan gedacht. In een dergelijk geval zal het ziekenhuis of de ziekenhuisorganisatie dit ingevolge dit artikel alsnog schriftelijk moeten melden aan de minister. Op basis van een dergelijke melding kan dan bijvoorbeeld worden besloten om over te gaan tot een lagere vaststelling.
Het is van belang dat de ziekenhuizen bepaalde informatie omtrent de door hen toegediende vaccinaties registreren. Met hen is afgesproken dat zij de door hen gezette prikken registreren in het zogeheten 'ziekenhuizen kunnen vaccinaties invoeren'-systeem (hierna: ZKVI-systeem). Dit systeem is door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontwikkeld in samenwerking met verschillende partners specifiek met dit doel voor ogen. Het is onder meer van belang dat deze registratie plaatsvindt voor het geval dat het noodzakelijk is om te achterhalen welke personen welke (batches) vaccins toegediend hebben gekregen.
Deze bepaling bevat een hardheidsclausule. Toepassing van de hardheidsclausule is aan strenge eisen gebonden en er zal met grote terughoudendheid gebruik van worden gemaakt. Het is evenwel niet op voorhand uit te sluiten dat zich omstandigheden zullen voordoen die noodzaken tot afwijken van deze regeling. Het dient dan te gaan om onbillijkheden van overwegende aard.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2022. Hiermee wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De Subsidieregeling treedt in werking op 1 februari 2022, zodat de ziekenhuizen de aanvraag zo snel mogelijk kunnen indienen tot uiterlijk 31 maart 2022.
De Subsidieregeling vervalt met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die krachtens deze regeling zijn aangevraagd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Indien de betreffende persoon hiervoor onder behandeling of in de afgelopen 2 jaar hiervoor onder behandeling geweest.
Indien de betreffende persoon hiervoor onder behandeling of in de afgelopen 2 jaar hiervoor onder behandeling geweest.
Indien de betreffende persoon hiervoor onder behandeling of in de afgelopen 2 jaar hiervoor onder behandeling geweest.
De berekening is gebaseerd op een subsidie tussen de € 25.000 en de € 125.000, naar verwachting zullen de meeste aanvragen hier onder vallen.
Zie de vraag betreffende fondsen voor gezondheidsdiensten op pagina 7 onder het kopje 'State aid' op https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/qanda_20_458
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-48105.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.