Besluit van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand van 24 november 2021, tot intrekking van de Beleidsregel Aanvullende vergoedingen in scheidingsprocedures

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

Gelet op artikel 7, eerste en derde lid van de Wet op de Rechtsbijstand en artikel 39 eerste lid van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

Besluit:

Artikel 1

De Beleidsregel Aanvullende vergoedingen in scheidingsprocedures wordt ingetrokken.

Artikel 2

De in artikel 1 genoemde beleidsregel blijft van toepassing op toevoegingen afgegeven tot en met 31 december 2021.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Utrecht, 24 november 2021

Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, Namens deze I.D. Nijboer Algemeen directeur/bestuurder

TOELICHTING

Bij brief van 2 november 20211 heeft de Minister voor Rechtsbescherming de Tweede Kamer geïnformeerd over de wijze waarop de vergoedingen voor rechtsbijstandverleners in het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand in lijn met scenario 1 van de commissie-Van der Meer per 1 januari 2022 zullen worden verbeterd.

In deze brief is tevens opgenomen dat de uitvoering van scenario 1 van de commissie-Van der Meer onder andere tot gevolg heeft dat de eerder getroffen tijdelijke beleidsregel ?aanvullende vergoedingen in scheidingsprocedures? per 1 januari 2022 niet wordt voortgezet. Deze tijdelijke beleidsregel had tot doel om, gedurende de ontwikkeling van de rechtshulppakketten in de stelselvernieuwing, op het gebied van scheidingen de vergoedingen tijdelijk te verhogen. Nu de hogere vergoedingen per 1 januari 2022 gerealiseerd worden, waarin onder andere ook de vergoedingen zoals in de tijdelijke beleidsregel opgenomen verdisconteerd zijn, komt de noodzaak voor voortzetting van deze tijdelijke beleidsregel per die datum te vervallen.


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 31 753, nr. 246.

Naar boven