Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 november 2021, nr. WJZ/ 21256472, tot wijziging van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen in verband met aanpassing van kosten, tarieven en vergoedingen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 6, tweede en vierde lid, Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 en artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3c, tweede lid, wordt ‘€ 286’ vervangen door ‘€ 293’.

B

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt ‘€ 439’ telkens vervangen door ‘€ 450’.

b. In het eerste lid, onderdelen b en c, wordt ‘€ 589’ telkens vervangen door ‘€ 604’.

c. In het tweede lid wordt ‘€ 62’ vervangen door ‘€ 64’.

d. In het derde lid wordt ‘€ 170’ vervangen door ‘€ 174’.

e. In het vijfde lid wordt ‘€ 100’ vervangen door ‘€ 103’.

f. In het zevende lid wordt ‘€ 54’ vervangen door ‘€ 55’.

g. In het achtste lid wordt ‘€ 247’ vervangen door ‘€ 253’ en wordt ‘€ 371’ vervangen door ‘€ 380’.

h. In het negende lid wordt ‘€ 219’ vervangen door ‘€ 224’.

i. In het tiende lid wordt ‘€ 100’ vervangen door ‘€ 103’.

C

In artikel 20a wordt ‘€ 137’ vervangen door ‘€ 140’.

D

In artikel 26, eerste lid, wordt ‘€ 72’ vervangen door ‘€ 74’.

E

In artikel 27 wordt ‘€ 72’ vervangen door ‘€ 74’.

F

In artikel 28 wordt ‘€ 24’ vervangen door ‘€ 25’.

G

In artikel 29 wordt ‘€ 24’ vervangen door ‘€ 25’.

H

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, onderdeel e, wordt ‘€ 24’ vervangen door ‘€ 25’.

b. In het tweede lid wordt ‘€ 99’ vervangen door ‘€ 101’.

I

In artikel 32, eerste en derde lid, wordt ‘€ 22’ telkens vervangen door ‘€ 23’.

J

In artikel 42a, tweede lid, wordt ‘€ 301’ vervangen door ‘€ 307’.

K

Bijlage 1 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 november 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL K

BIJLAGE 1. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 21, EERSTE LID, VAN DE REGELING WERKZAAMHEDEN RAAD VOOR PLANTENRASSEN

Nr

Gewasgroep

Bedrag

 

Landbouwgewassen, onderzoekstarieven:

 

1

Andere dan de hieronder genoemde zaadgewassen (o.a. vezelhennep)

€ 1.747

2

Aardappelen (vegetatief en zaadvermeerderend)

€ 2.100

3

Oliehoudende zaden

€ 2.223

4

Grasgewassen

€ 2.287

5

Bieten

€ 1.681

6

Instandhoudingsras van aardappelgewassen

€ 470

7

Instandhoudingsras van granen

€ 296

8

Overige gewassen: teff, veldboon en landbouwerwt

€ 2.256

9

Medicinale hennep, uit zaad vermeerderd

€ 3.897

10

Medicinale hennep, vegetatief vermeerderd

€ 2.797

 

Siergewassen, onderzoekstarieven

 

11

Gewassen met levende referentiecollectie: onderzoek onder glas (lange en korte teelt)

€ 2.737

12

Gewassen met levende referentiecollectie: veldonderzoek (lange en korte teelt)

€ 2.240

13

Gewassen zonder levende referentiecollectie: onderzoek onder glas (lange en korte teelt)

€ 2.232

14

Gewassen zonder levende referentiecollectie: veldonderzoek (lange en korte teelt)

€ 1.942

 

Groentegewassen, onderzoekstarieven:

 

15

Veldonderzoek

€ 2.130

16

Veldonderzoek instandhoudingsrassen

€ 246

17

Veldonderzoek heropname versneld

€ 357

18

Veldonderzoek heropname uitgebreid

€ 2.130

19

Onderzoek onder glas

€ 2.863

20

Onderzoek onder glas instandhoudingsrassen

€ 383

21

Onderzoek onder glas heropname versneld

€ 877

22

Onderzoek onder glas uitgebreid

€ 2.863

23

Bedrijfsproef, met beoordeling van het bedrijf zelf

€ 103

24

Bedrijfsproef, met beoordeling van de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw

€ 256

TOELICHTING

1. Algemeen

Onderhavige regeling wijzigt de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen (hierna: de regeling). Op grond van artikel 6, tweede lid, van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 (hierna: Zzp 2005) stelt de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de tarieven vast voor de in dat lid genoemde activiteiten van de Raad voor plantenrassen (hierna: de Raad).

Op grond van artikel 6, derde lid, Zzp 2005 is het uitgangspunt dat de tarieven van de Raad niet meer bedragen dan nodig is ter dekking van de door de Raad gemaakte werkelijke kosten en dat die kosten toerekenbaar zijn aan de in artikel 6, tweede lid, Zzp 2005 genoemde activiteiten van de Raad. In het kader van de kostendekkendheid wordt ook gekeken naar clusters van tarieven, die in rekening worden gebracht aan bedrijven uit dezelfde sector. Dit voorkomt onwenselijke kruissubsidiering. Dit is conform het kabinetsbeleid over doorberekening van toelatings- en handhavingskosten opgenomen in het rapport Maat Houden 2014.

Op grond van artikel 6, vierde lid, Zzp 2005 is in artikel 33 van de regeling uitgewerkt dat de in paragraaf 1 van hoofdstuk 6 van de regeling opgenomen tarieven periodiek worden aangepast aan de ontwikkeling van de lonen en prijzen. Deze regeling strekt tot dergelijke wijzigingen.

Op de tarieven van de Raad in 2021 is een indexatie toegepast van 2,5% gebaseerd op de te verwachten loon- en prijskostenontwikkeling in het jaar 2022.

Zoals in artikel 3, vierde lid, van de Zzp 2005 wordt vermeld is aan de Raad ter ondersteuning van zijn werkzaamheden een bureau verbonden. Dit bureau is gepositioneerd als organisatieonderdeel van het privaatrechtelijke zelfstandig bestuursorgaan de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw). Naktuinbouw volgt drie CAO’s in de tuinbouwsector, echter hier is nog geen uitsluitsel over. De tariefstijging van 2,5% is gebaseerd op de verwachte aanpassing in de arbeidsvoorwaarden (2% loonstijging én 1% stap in de schaal) De tarieven zijn voornamelijk afgerond op hele bedragen.

De hoogte van de vacatievergoeding van de overige leden van de Raad in artikel 42a van de regeling is aangepast naar € 307. Dit is in overeenstemming met de systematiek van artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies en de bedragen uit de CAO Rijk 2021 en de aanpassingen in de maximale vergoedingen die daar hebben plaatsgevonden per 1 juli 2021.

2. Regeldruk

Bij retributies gaat het om heffingen die door ondernemers moeten worden betaald voor bepaalde werkzaamheden van de overheid. Het gaat om concrete en directe verplichtingen om een geldbedrag over te maken aan de overheid. Ze vallen niet onder de definitie van regeldruk. Dat neemt niet weg dat de betrokken bedrijven eenmalig kosten dienen te maken om kennis te kunnen nemen van de wijzigingen in retributies. Deze kosten zijn in het geval van onderhavige wijzigingsregeling echter verwaarloosbaar.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2022. Het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) biedt de mogelijkheid om, in geval van het voorkomen van aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen, af te wijken van de normale termijn voor bekendmaking van twee maanden voorafgaande aan de inwerkingtreding. Gelet op de kalenderjaarsystematiek voor de berekening van de tarieven en het daarbij aansluiten met loon- en prijsindexatie of correcties, kan hiervan afgeweken worden.

4. Afstemming met de sector

De tarieven van de Raad zijn voor het jaar 2022 geïndexeerd. Deze indexering is vooraf besproken met Plantum.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven