Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatscourant 2021, 47810 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatscourant 2021, 47810 | interne regeling |
28 oktober 2021
Nr. BS/2021022865
De Minister van Defensie
Gelet op artikel 12l van de Wet Ambtenaren defensie;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
1) De werkgever, niet zijnde het Ministerie van Defensie, waar de reservist is aangesteld dan wel met wie hij een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, of overeenkomstig, heeft gesloten;
2) de reservist zelf, wanneer hij zelfstandig werkzaam is, al dan niet personeel in dienst heeft en kan aantonen dat hij met zijn activiteiten als zelfstandig ondernemer structureel in zijn levensonderhoud voorziet;
verblijf in werkelijke dienst voor een onafgebroken periode van drie maanden of langer, voor tenminste 24 uur per week, dat is vastgelegd in een ‘Beschikking oproep in werkelijke dienst’;
de militair die wordt opgeroepen in werkelijke dienst op grond van het tweede lid onder a van artikel 12l van de Wet Ambtenaren Defensie;
een aaneengesloten tijdruimte waarin werkzaamheden of diensten worden verricht en die is gelegen tussen twee voorgeschreven opeenvolgende onafgebroken rusttijden.
1. Bij langdurige inzet van de reservist maakt de civiele werkgever van de reservist op aanvraag aanspraak op een tegemoetkoming van € 55,00 per werkdag, met een maximum van vijf dagen per week voor de duur van maximaal een jaar, als bijdrage in de kosten verband houdende met de afwezigheid van de werknemer.
2. De hoogte van de uit te betalen tegemoetkoming over een periode wordt berekend door het totaal aantal gewerkte uren over die periode te delen door dagen van acht uur en dit naar boven af te ronden op hele dagen.
3. De civiele werkgever heeft geen aanspraak op de in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming wanneer de reservist wordt ingezet in het kader van afspraken gemaakt met het Instituut Samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen.
4. Per reservist kunnen meerdere civiele werkgevers in aanmerking komen voor de tegemoetkoming in welk geval de tegemoetkoming wordt gedeeld naar rato van het aantal uren waarop de reservist per werkdag arbeid verricht.
5. Na beëindiging van de inzet van de reservist op basis waarvan de civiele werkgever de tegemoetkoming heeft ontvangen, geldt een wachttijd van zes maanden waarin geen langdurige inzet plaats vindt, voordat er opnieuw een werkgeverstegemoetkoming voor inzet van de betreffende reservist kan worden aangevraagd.
1. De civiele werkgever van de reservist kan de in artikel 2 bedoelde tegemoetkoming aanvragen bij het ServiceCentrum Employer Support Reservisten.
2. Bij de aanvraag dienen de volgende bewijsstukken te worden overlegd:
• Een afschrift van de “Beschikking oproep in werkelijke dienst” met daarin opgenomen de periode van langdurige inzet van de reservist;
• Een bewijs van het bestaan van de arbeidsrelatie dan wel schriftelijke bewijsvoering dat het zelfstandig ondernemerschap wordt gevoerd;
• Bij zelfstandig ondernemerschap een bewijs dat direct voorafgaand aan de langdurige inzet met dit ondernemerschap structureel in het levensonderhoud werd voorzien en
• Bij zelfstandig ondernemerschap een bewijs dat er kosten worden gemaakt voor het laten voortbestaan van de zelfstandige onderneming gedurende de langdurige inzet.
3. De aanvraag voor toepassing van de Regeling kan worden ingediend uiterlijk één jaar na de aanvang van de langdurige inzet, waarvoor deze wordt aangevraagd.
1. De in artikel 2 bedoelde tegemoetkoming wordt maandelijks achteraf aan de civiele werkgever of aan de zelfstandige ondernemer betaald.
2. Wanneer de inzet van de reservist tussentijds wordt beëindigd door omstandigheden die niet voor rekening of risico van de reservist zijn, waardoor de reservist korter dan een periode van drie maanden is ingezet, ontvangt de civiele werkgever de tegemoetkoming tot het moment dat de reservist zijn werkzaamheden hervat bij zijn civiele werkgever.
De commandant DPOD is bevoegd om van het bepaalde in artikelen 2 en 4 af te wijken indien toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.
Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Regeling werkgeverstegemoetkoming langdurige inzet reservisten 2021’.
Deze regeling wordt met toelichting gepubliceerd in de Staatscourant.
De Minister van Defensie Voor deze De Hoofddirecteur Personeel W. Hoogendoorn
Defensie is zich ervan bewust dat de civiele werkgever zijn personeel afstaat vanuit een maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel. Gedurende de periode dat de werknemer als reservist actief is, neemt Defensie de salariskosten voor haar rekening. Slechts een beperkt gedeelte van de kosten komt dan nog voor rekening van de civiele werkgever. Indien de werknemer voor een kortere periode als reservist wordt ingezet, zal in de regel geen vervanging worden ingehuurd. De werkgever heeft dan ook geen extra kosten. Bij inzet langer dan drie maanden kan vervanging wel aan de orde zijn. In dat geval zal de vrijval van het salaris van de werknemer niet altijd voldoende zijn om in de kosten van vervanging te voorzien.
Defensie wil de werkgever hierin tegemoet komen door hem, bij een onafgebroken inzet langer dan drie maanden (inclusief voor- en na- traject), een bijdrage in die kosten te geven.
Om te voorkomen dat er een grote uitvoeringslast uit deze regeling voortvloeit zal deze bijdrage generiek worden uitgekeerd in de vorm van een vaste tegemoetkoming van € 55,00 per werkdag voor de gehele periode. Deze bijdrage komt bij een verondersteld gemiddeld jaarsalaris van € 55.000 overeen met 25 procent van de salariskosten.
De regeling 2021 bevat een aantal tekstuele wijzingen die tot doel hebben om de regeling op een aantal punten te verduidelijken en beter leesbaar te maken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-47810.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.