TOELICHTING
Inleiding
Het tarief voor rijbewijzen bestaat uit een bedrag aan gemeentelijke leges en een
rijkskostencomponent. De rijkskostencomponent is het bedrag dat de gemeenten moeten
afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs.
Onderhavige regeling wijzigt het maximale bedrag dat bij plaatselijke verordening
kan worden vastgesteld als gemeentelijke leges voor de afgifte van een rijbewijs.
Dit tarief geldt voor de aanvraag van een rijbewijs waarvan de behandeling zonder
bijzondere dienstverlening geschiedt.
Artikel 111, zesde lid van de Wegenverkeerswet biedt de basis om bij algemene maatregel
van bestuur een maximumtarief vast te stellen voor rijbewijzen die door de gemeente
worden afgegeven. Tevens geeft dit artikellid de basis om dat tarief bij ministeriële
regeling te wijzigen als de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de consumentenprijzen in 2015 opnieuw
geïndexeerd. Het basisbedrag is nu aangepast aan de stijging van de consumentenprijsindex
sinds 2015 (100).
Per april 2021 bedroeg de consumentenprijsindexstijging ten opzichte van 2015 109,36.
Daarmee is het maximumbedrag voor de gemeentelijke leges nu vastgesteld op € 31,90.
Het bedrag van de rijkskostencomponent (momenteel € 9,70) is geregeld in de Regeling
tarieven Dienst Wegverkeer 2021 en verandert per 1 januari aanstaande niet.
Dit bedrag zal wel naar verwachting volgend jaar worden aangepast na invoering van
de relevante onderdelen van de Wet digitale overheid in de loop van 2022.
Het totale tarief per 1 januari 2022 voor een rijbewijs dat bij de gemeente wordt
aangevraagd komt uit op € 41,60.
Gevolgen
Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten voor de burger of het bedrijfsleven. Wel
zal sprake zijn van een lichte stijging van de financiële lasten voor de burger doordat
het maximumbedrag voor gemeentelijke leges stijgt van € 31,30 tot € 31,90. Dit komt,
inclusief rijkskostencomponent, neer op een stijging van het tarief van het rijbewijs
van € 41 tot € 41,60. Afhankelijk van de geldigheidsduur komen deze kosten eens per
5 of per 10 jaar terug. In uitzonderingsgevallen is dit vaker.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (omvangrijke) gevolgen voor de
regeldruk heeft.
Internetconsultatie
Over de regeling heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden. De regeling heeft
tot gevolg dat het maximumtarief voor rijbewijzen in 2022 ten opzichte van 2021 wordt
verhoogd met € 0,60. Dit zijn geen noemenswaardige gevolgen voor burgers, bedrijven
en instellingen en brengt geen ingrijpende verandering teweeg in de rechten en plichten
van burgers en bedrijven en heeft evenmin ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.
Inwerkingtreding
Met de inwerkingtredingsdatum is rekening gehouden met de vaste verandermomenten.
Er wordt wel afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden tussen publicatie
en inwerkingtreding die op grond van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen geldt
voor een regeling die direct relevant is voor decentrale overheden. Een uitzondering
is mogelijk wanneer hierdoor aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of
nadelen wordt voorkomen. Een spoedige inwerkingtreding is in casu van belang, om gemeenten
in staat te stellen met ingang van het nieuwe kalenderjaar de gemeentelijke leges
voor rijbewijzen met standaardaanvraag te kunnen verhogen. Van deze uitzonderingsmogelijkheid
is gebruik gemaakt.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser