De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 7.1.1, vierde lid, van het Besluit langdurige zorg;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling ADL-assistentie wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. Voor subsidie komen in aanmerking de extra gemaakte personele en materiële kosten
bedoeld in artikel 4, van de Beleidsregel SARS-CoV-2 virus extra kosten Wlz 2021 –
BR/REG-21149b, die is gepubliceerd via https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_626767_22/4/ die in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 gemaakt zijn als
gevolg van Covid-19, ten behoeve van het verlenen van ADL-assistentie in en om een
ADL-woning die voldoet aan de eisen, genoemd in het eerste lid.
B
Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, tweede en vierde lid wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.
2. In het eerste en tweede lid wordt ‘€ 106.745.000’ vervangen door ‘€ 110.556.000’.
3. In het tweede lid, onder 1°, wordt ‘2020’ vervangen door ‘2021’.
4. In het vijfde lid wordt ‘derde en vierde lid’ vervangen door ‘derde tot en met vijfde
lid’.
C
In artikel 1.7 wordt ‘derde en vierde lid’ telkens vervangen door ‘derde tot en met
vijfde lid’.
D
In artikel 5.5 wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’ en wordt ‘€ 68,37’ vervangen door
‘€ 70,81’.
E
Artikel 5a.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde tot het vierde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
3. Het subsidieplafond voor het verstrekken van de subsidie, bedoeld in artikel 1.3, vijfde lid, bedraagt € 900.000.
2. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘eerste en tweede lid’ vervangen door ‘eerste tot
en met derde lid’.
F
Artikel 5a.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na ‘Covid-19’ ingevoegd ‘, bedoeld in artikel 1.3, vierde
lid,’.
2. Er wordt een lid toegevoegd luidende:
-
3. De subsidie ten behoeve van extra gemaakte personele en materiële kosten als gevolg
van Covid-19, bedoeld in artikel 1.3, vijfde lid, bedraagt het totaal aan extra gemaakte
personele en materiële kosten als bedoeld in artikel 4 van de Beleidsregel SARS-CoV-2
virus extra kosten Wlz 2021 – BR/REG-21149b, die is gepubliceerd via https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_626767_22/4/.
G
Artikel 5a.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na ‘de subsidie’ ingevoegd ‘, bedoeld in artikel 1.3, derde
en vierde lid,’.
2. Onder vernummering van het derde tot en met negende lid tot het vierde tot en met
tiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. In het vierde lid (nieuw) wordt na ‘tweede’ ingevoegd ‘of derde’.
5. In het zesde lid (nieuw) wordt steeds na ‘vierde’ ingevoegd ‘of vijfde’.
ARTIKEL II
Op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend,
op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend en op subsidies
die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn vastgesteld blijft het recht van
toepassing zoals dat luidde onmiddellijk vóór dat tijdstip.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
TOELICHTING
I. Algemeen
Met deze wijzigingsregeling is invulling gegeven aan het compenseren van extra personele
en materiële kosten als gevolg van (de bestrijding van) Covid-19 in de periode van
1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Bij de compensatie wordt aangesloten bij
een NZa- beleidsregel voor vergelijkbare kosten voor zorgaanbieders op grond van de
Wet langdurige zorg.
Daarnaast wordt met deze wijzigingsregeling het subsidieplafond en het uurtarief voor
de ADL-assistentie voor 2022 geïndexeerd met 3,57% voor loon- en prijsbijstelling.
Hierin zijn ook de vrijgemaakte middelen voor verhoging van zorgsalarissen als gevolg
van de aangenomen motie1 Hijink en Bikker verwerkt.
Financiële gevolgen
Het totale subsidiebedrag voor ADL-assistentie is met deze wijziging met 3,57% verhoogd,
op basis van de indices uit de macro-economische verkenningen en de vrijgemaakte middelen
voor verhoging van zorgsalarissen.
Regeldruk
Wanneer ADL-aanbieders gebruik willen maken van de compensatie van coronagelden voor
het jaar 2021 betekent dit een extra handeling in de administratie omdat dit bedrag
apart gedeclareerd moet worden. Het betreft dezelfde werkwijze als het afgelopen jaar.
Verder leiden deze wijzigingen niet tot administratieve gevolgen.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het – behoudens eenmalige kennisnemingskosten – geen gevolgen
voor de regeldruk heeft.
II. Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdelen A en C
Aan artikel 1.3 wordt een lid toegevoegd waardoor extra personele en materiële kosten
als gevolg van (de bestrijding van) Covid-19 in de periode van 1 januari 2021 tot
en met 31 december 2021 in aanmerking komen voor subsidie. In artikel 1.7 is opgenomen
dat deze subsidie, net als de eerdere Covid-19 subsidies, onder de werking van Hoofdstuk
5a van deze regeling valt.
Onderdeel B
Artikel 1.6 wordt zodanig gewijzigd dat het subsidieplafond voor het verlenen van
subsidies op grond van deze subsidieregeling op basis van een indexatie voor loon-
en prijsbijstelling met 3,57% wordt verhoogd naar € 110.556.000 in het jaar 2022.
De bijstelling tot het loon- en prijspeil voor 2022 is gebaseerd op de indices uit
de macro-economische verkenningen en de vrijgemaakte middelen voor verhoging van zorgsalarissen
als gevolg van de aangenomen motie Hijink en Bikker.
Onderdeel D
In artikel 5.5, eerste lid, wordt het jaartal aangepast en is het uurtarief geïndexeerd
met 3,57% tot een bedrag van € 70,81. De bijstelling tot het loon- en prijspeil voor
2022 is gebaseerd op de indices uit de macro-economische verkenningen en de vrijgemaakte
middelen voor verhoging van zorgsalarissen als gevolg van de aangenomen motie Hijink
en Bikker.
Onderdelen E, F en G
Hoofdstuk 5a regelde de subsidie in verband met Covid-19 in het jaar 2020. Met deze
wijzigingen regelt dit hoofdstuk ook de subsidie voor de extra personele en materiële
kosten als gevolg van (de bestrijding van) Covid-19 in de periode van 1 januari 2021
tot en met 31 december 2021. In Artikel 5a.1, derde lid, wordt een subsidieplafond
opgenomen gebaseerd op de vastgestelde uitgaven in 2020.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis