Overeenkomst Biodivers boeren op Schiermonnikoog, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Partijen,

De melkveehouders op Schiermonnikoog handelend onder de naam:

1. De Kooiplaats, Rutger Talsma;

2. Groepsaccommodatie De Oorsprong, Freerk Visser;

3. Maatschap T.J. Holwerda en L. van der Bijl (Florida), Ludie van de Bijl en Terry Holwerda;

4. P. Visser (Duinhoeve), Peter Visser;

5. Springfield, Willem Jilt Visser;

6. Veehouderij en Kampeerboerderij De Branding V.O.F., Erik en Pieter Jilt Visser;

7. V.O.F. Hagen (Eureca), Johan, Kees en Martin Hagen;

Partijen genoemd onder 1 tot en met 7 hierna samen te noemen: ‘de Boeren’;

8. Agrarische Natuurvereniging Waddenvogels, te dezen vertegenwoordigd door Piet IJnsen, directeur hierna te noemen: ‘ANV Waddenvogels;

9. De provincie Fryslân, gevestigd te Leeuwarden en kantoorhoudende te Leeuwarden aan de Tweebaksmarkt 52, 8911 KZ, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerden Klaas Fokkinga en Douwe Hoogland, daartoe gevolmachtigd door de commissaris van de Koning, dhr. drs. A.A.M Brok, handelend ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van 14 september 2021 (besluit nr. GS001984), hierna te noemen “Provincie”;

10. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: ‘LNV’;

Partijen hierna allen gezamenlijk aan te duiden als: ‘Partijen’ en ieder afzonderlijk als ‘Partij’;

Overwegende dat:

  • bij de totstandkoming van het Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog geconstateerd is dat de stikstoflast vanuit de landbouw op de kwetsbare duinen van Schiermonnikoog te hoog is;

  • de Provincie vanuit die constatering middelen heeft gereserveerd om één van de zeven melkveehouderijen aan te kopen en een bufferzone langs de duinen in te richten gericht op een blijvende vermindering van de stikstofemissie en -depositie;

  • de Boeren in reactie op het voornemen van de Provincie in onderling overleg een eigen gezamenlijke en integrale oplossing voor het verminderen van de stikstofemissie en -depositie hebben voorgesteld; het project Biodivers boeren op Schiermonnikoog;

  • het gezamenlijk uit te voeren project als doel heeft dat de Boeren alle zeven volwaardig melkveehouder kunnen blijven op Schiermonnikoog, dat zij hun bedrijfsvoering natuurinclusief inrichten en een gezamenlijk zuivelbedrijf starten onder de noemer Zuivelhoeve Schiermonnikoog als een nieuw verdienmodel;

  • de Boeren met deze gezamenlijke en integrale oplossing onderdeel zijn van de gebiedsgerichte aanpak voor natuurinclusieve landbouw op Schiermonnikoog en het daarbij ontwikkelde streefbeeld voor Noord-Friesland zoals voortvloeit uit de Regio Deal Natuurinclusieve landbouw in Noord Nederland;

  • de ANV Waddenvogels, de Provincie en LNV hun waardering uitspreken voor de actieve houding van de Boeren om de stikstofemissie te reduceren, zich te richten op een natuurinclusieve bedrijfsvoering en in bredere zin bij te dragen aan een biodivers Schiermonnikoog, en dat willen onderstrepen door samen te werken met de Boeren zodat het project Biodivers boeren op Schiermonnikoog kan worden gerealiseerd;

  • LNV in titel 4.5 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies een subsidie-instrument heeft opengesteld waar de Boeren in samenwerking met de AVN Waddenvogels gebruik van hebben gemaakt;

  • Partijen in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw gezamenlijk een streefbeeld van de landbouw 2030 hebben ontwikkeld en de Boeren een projectplan voor de oprichting en het in werking hebben van de Zuivelhoeve Schiermonnikoog hebben opgesteld;

  • Partijen hun gezamenlijke inspanningen voor het bevorderen van een biodivers Schiermonnikoog willen voorzetten en organiseren en dit willen vastleggen in deze overeenkomst.

Komen als volgt overeen:

I. Doel van de overeenkomst en inzet van Partijen

Artikel 1 Doel van de overeenkomst

  • 1. Partijen onderstrepen met deze overeenkomst hun gedeelde belang bij het bevorderen en in stand houden van een biodivers Schiermonnikoog. Partijen werken, ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid, samen om hiervoor te zorgen door een integrale en meerjarige gezamenlijke aanpak.

  • 2. Partijen leggen in deze overeenkomst afspraken vast om de ontwikkelingen van, door en rondom het project Biodivers boeren op Schiermonnikoog te volgen en te bevorderen, zodat met dit project:

    • a. het aantal melkkoeien van de Boeren blijvend wordt verminderd en de daarmee samenhangende reductie van stikstofemissie en -depositie vanuit de landbouw op het Natura 2000-gebied ‘Duinen van Schiermonnikoog’ wordt gerealiseerd;

    • b. de melkveehouderijbedrijven van de Boeren een transitie kunnen maken naar een blijvende natuurinclusieve bedrijfsvoering;

    • c. de Zuivelhoeve Schiermonnikoog als gezamenlijk zuivelbedrijf van de Boeren kan worden ontwikkeld;

    • d. de natuur en biodiversiteit op en de bodem van Schiermonnikoog worden verbeterd en versterkt.

  • 3. De Boeren en de ANV Waddenvogels voeren in het kader van de transitie, bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel b, samen een GLB-pilot Biodivers boeren op Schiermonnikoog uit waarvoor de ANV Waddenvogels bij LNV een subsidieaanvraag heeft ingediend en waarvoor de subsidie inmiddels is verleend op grond van titel 4.5 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies.

  • 4. Partijen dragen bij aan een goede monitoring van de voortgang en resultaten van hun integrale en meerjarige aanpak en de uitvoering en effecten van het project Biodivers boeren op Schiermonnikoog.

Artikel 2 Inzet van de Boeren

  • 1. De Boeren zijn gezamenlijk bereid om hun melkveestapel met in totaal 231 melkkoeien te verminderen uitgaande van het totaal aantal melkkoeien op Schiermonnikoog van 606 op peildatum 1 april 2016.

  • 2. De Boeren streven ernaar om uiterlijk vanaf 31 december 2021 een gezamenlijke melkveestapel op Schiermonnikoog te hebben van maximaal 375 melkkoeien uitgaande van de volgende vermindering per melkveebedrijf:

    • De Kooiplaats: van 73 naar 50 melkkoeien;

    • De Oorsprong: van 120 naar 80 melkkoeien;

    • Florida: van 69 naar 45 melkkoeien;

    • De Duinhoeve: van 75 naar 50 melkkoeien;

    • Springfield: van 47 naar 40 melkkoeien;

    • De Branding: van 141 naar 110 melkkoeien en

    • Eureca: van 81 naar 0 melkkoeien.

  • 3. Alle Boeren nemen deel aan de GLB-pilot Biodivers boeren op Schiermonnikoog.

  • 4. De Boeren stellen gegevens over de vermindering bedoeld in het eerste en tweede lid, beschikbaar aan de ANV Waddenvogels ten behoeve van de controle bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 5. De Boeren zorgen voor de bestendiging van hun vrijwillige emissiereductie, behorend bij de in het tweede lid genoemde vermindering van het aantal melkkoeien, ook na afloop van de transitieperiode (2021 – 2025).

  • 6. De Boeren stellen, in samenwerking met de gebiedspartners1, uiterlijk 31 oktober 2021 een actieplan op voor de realisatie van het streefbeeld Biodivers Schiermonnikoog, voortvloeiend uit de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord Nederland.

Artikel 3 Inzet van de Provincie

  • 1. De Provincie staat positief tegenover een subsidieaanvraag voor de realisatie van de GLB-pilot Biodivers boeren op Schiermonnikoog voor zover dit past binnen de Unierechtelijke en nationale wettelijke kaders en procedures. Daarbij:

    • a. reserveert de Provincie middelen ten behoeve van een subsidie-instrument voor de ANV Waddenvogels voor de voortzetting van de GLB-pilot Biodivers boeren op Schiermonnikoog in de jaren 2023, 2024 en 2025. De Provincie staat positief tegenover een subsidieaanvraag door de ANV Waddenvogels voor de voortzetting van het pilotproject voor de jaren 2023, 2024 en 2025;

    • b. reserveert de Provincie middelen ten behoeve van de realisatie van de Zuivelhoeve en staat zij positief tegenover een subsidieaanvraag voor de realisatie van de Zuivelhoeve, uitgaande van de start van de bouw van de Zuivelhoeve uiterlijk 2022;

    • c. deelt de Provincie relevante kennis en informatie en wijst een contactpersoon aan voor de Boeren.

Artikel 4 Inzet van de Provincie en de Boeren gezamenlijk

  • 1. Provincie en Boeren leggen een emissieplafond vast op eilandniveau. Als uitgangspunt voor het bepalen van het emissieplafond op eilandniveau wordt de gezamenlijke melkveeveestapel van de melkveebedrijven genomen, gebaseerd op de in artikel 2, eerste en tweede lid, genoemde aantallen, en de dieraantallen die aanwezig waren op 1 april 20162, i.e. jongvee, vleesvee, schapen en paarden.

  • 2. Provincie en Boeren spreken af dat uiterlijk na afloop van de periode waarvoor subsidie voor de GLB-pilot Biodivers boeren op Schiermonnikoog is verleend, passend binnen de juridische mogelijkheden van Provincie, het emissieplafond op eilandniveau publiekrechtelijk geborgd is. Provincie en Boeren zoeken daarvoor samen het juiste middel, waarbij op dit moment gedacht wordt aan een Provinciaal Inpassingsplan (PIP).

  • 3. Beheervee betreft vee dat gedurende het grootste deel van het jaar in natuurgebieden geweid wordt en slechts een korte periode per jaar op stal staat. Hiervoor zullen door Boeren en Provincie in het kader van het PIP aparte afspraken gemaakt worden.

  • 4. De Boeren kunnen, onverminderd het zevende lid, met gebruikmaking van de N-ruimte binnen hun nu geldende vergunningen en met inachtneming van het emissieplafond op eilandniveau hun vee verplaatsen overeenkomstig de geldende wettelijke regels en het geldende beleid, zodat bedrijfsontwikkeling mogelijk blijft.

  • 5. De Boeren leveren, in hun hoedanigheid van leden van de Zuivelcoöperatie Schiermonnikoog, via extern salderen, de N-ruimte die nodig is voor de bouw en exploitatie van de Zuivelhoeve.

  • 6. De Boeren kunnen de N-ruimte die vrij komt door vermindering van het aantal melkkoeien niet inzetten voor andere dan de in het vierde en vijfde lid genoemde activiteiten buiten het eigen bedrijf.

  • 7. Tijdens de uitvoering van de GLB-pilot Biodivers boeren op Schiermonnikoog in de jaren 2021–2022, de voortzetting daarvan in de jaren 2023–2025 en in de periode daarna tot 2030 worden er door de Provincie geen extra stikstofbeperkende maatregelen afgegeven voor de landbouw op Schiermonnikoog, die aanvullend zijn aan het Rijksbeleid, tenzij

    • a) deze maatregelen noodzakelijk zijn om te voldoen aan artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn, of

    • b) deze maatregelen verplicht zijn op grond van rechterlijke uitspraken of besluiten van andere bevoegde gezagen, of

    • c) het gaat om maatregelen vastgesteld bij provinciale verordening die gelden voor alle veehouders in de provincie.

  • 8. Tot het moment van het van kracht worden van de publiekrechtelijke borging van de emissiereductie op eilandniveau zijn de afspraken over de emissiereductie, in afwijking van artikel 12, afdwingbaar bij de burgerlijke rechter.

  • 9. De Provincie en de Boeren verkennen gezamenlijk de mogelijkheden voor het inzetten van organische reststromen ter verbetering van de bodem van en biodiversiteit op Schiermonnikoog.

Artikel 5 Inzet van de AVN Waddenvogels

  • 1. De ANV Waddenvogels werkt met de Boeren samen aan duurzame landbouw op Schiermonnikoog in het kader van de GLB-pilot Biodivers boeren op Schiermonnikoog.

  • 2. De ANV Waddenvogels controleert ten behoeve van Partijen in ieder geval gedurende de looptijd van de GLB-pilot Biodivers boeren op Schiermonnikoog, of de vermindering van het aantal melkkoeien bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, gerealiseerd is en baseert zich daarbij op de door de Boeren beschikbare gestelde gegevens.

Artikel 6 Inzet van LNV

LNV is bereid om bij te dragen aan de realisatie van het project Biodivers boeren op Schiermonnikoog en zet daarbij het (financiële) instrumentarium in voor zover dit past binnen de Unierechtelijke en nationale wettelijke kaders en procedures. Daarbij:

  • a. brengt LNV in kaart welke financieringsinstrumenten van het ministerie thans en in de toekomst mogelijk benut kunnen worden door de Boeren voor het project Biodivers Boeren Schiermonnikoog daarbij rekening houdend met het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid van de Europese Unie;

  • b. deelt LNV relevante kennis en informatie en wijst een contactpersoon aan voor de Boeren.

II. Organisatie en uitvoering, monitoring en communicatie

Artikel 7 Organisatie en uitvoering

  • 1. Partijen organiseren de uitvoering van deze overeenkomst met daarbij ook een rol voor andere relevante gebiedspartners, zoals bijvoorbeeld de gemeente Schiermonnikoog, het Wetterskip Fryslân en natuurorganisaties.

  • 2. Partijen wijzen een projectcoördinator aan die de voortgang van de uitvoering van deze overeenkomst bewaakt.

  • 3. Partijen bespreken minimaal twee keer per jaar de voortgang van de uitvoering van deze overeenkomst en het project Biodivers Boeren Schiermonnikoog. De projectcoördinator neemt hiervoor het initiatief.

Artikel 8 Monitoring

Partijen stellen een monitoringsplan op om de voortgang en resultaten van hun integrale en meerjarige aanpak en de uitvoering en effecten van het project Biodivers Boeren Schiermonnikoog te monitoren. Op een later moment worden hier door Partijen nadere afspraken over gemaakt.

Artikel 9 Communicatie

Partijen trekken gezamenlijk op bij de communicatie over deze overeenkomst en het project Biodivers Boeren Schiermonnikoog. Voorafgaand aan een mediamoment wordt hierover onderling afgestemd. Hiertoe wordt gewerkt met een nog te formuleren en vast te stellen kernboodschap.

III. Slotbepalingen

Artikel 10 Wijzigingen

  • 1. Elke Partij kan de andere Partijen verzoeken de overeenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen twee weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partij(en) heeft meegedeeld.

  • 3. De wijzigingen worden in een addendum opgenomen dat door Partijen wordt ondertekend. Het addendum wordt als bijlage aan de overeenkomst gehecht.

Artikel 11 Opzegging

  • 1. Elke Partij kan de overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze overeenkomst billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen.

  • 2. Wanneer een Partij of één van de Boeren de overeenkomst opzegt, beraden de overige partijen zich over de gevolgen daarvan voor het overeenkomst.

Artikel 12 Toepasselijk recht, afdwingbaarheid en geschillenbeslechting

  • 1. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

  • 2. Er is sprake van een geschil indien één van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partijen, waarna alle Partijen binnen vier weken met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden.

  • 3. Indien het minnelijk overleg niet binnen acht weken leidt tot een oplossing van het geschil kunnen Partijen een gezamenlijk te benoemen bemiddelaar aanwijzen. Indien de bemiddelaar geen oplossing van het geschil kan bewerkstelligen kunnen Partijen deze overeenkomst beëindigen met inachtneming van artikel 11 van deze overeenkomst.

Artikel 13 Ondertekening in verschillende exemplaren, inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze overeenkomst kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze overeenkomst is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.

  • 2. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en eindigt met ingang van 1 januari 2026. Partijen treden uiterlijk 1 september 2025 in overleg over voortzetting van deze overeenkomst.

Artikel 14 Publicatie

  • 1. Binnen zes weken na ondertekening van deze overeenkomst wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 2. Wijzigingen of opzegging van de overeenkomst worden binnen zes weken bekendgemaakt in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en ondertekend te Schiermonnikoog op 25 september 2021

E. Visser Veehouderij en Kampeerboerderij De Branding V.O.F.

F. Visser Groepsaccommodatie De Oorsprong

L. van der Bijl Maatschap T.J. Holwerda en L. van der Bijl

M. Hagen V.O.F. Hagen

P. Visser P. Visser

R. Talsma De Kooiplaats

W.J. Visser Springfield

P. IJnsen Agrarische Natuurvereniging Waddenvogels

D. Hoogland Provincie Fryslân

K. Fokkinga Provincie Fryslân

C.J. Schouten Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

P.J. Visser Veehouderij en Kampeerboerderij De Branding V.O.F.

T. Holwerda Maatschap T.J. Holwerda en L. van der Bijl

J. Hagen V.O.F. Hagen

K. Hagen V.O.F. Hagen


X Noot
1

De gebiedspartners zijn in ieder geval: Provincie Fryslân, gemeente Schiermonnikoog, Wetterskip Fryslân, Vereniging Natuurmonumenten, Vogelbescherming Nederland en het Ministerie van LNV.

X Noot
2

Gebaseerd op de gecombineerde opgave.

Naar boven