Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 10 november 2021, nr. VO/30279992, houdende wijziging van diverse regelingen voor het voortgezet onderwijs in verband met het verlengen van regelingen en het vaststellen van nieuwe subsidieplafonds en bedragen voor het kalenderjaar 2022

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 74 en 82 van de Wet op het voortgezet onderwijs, de artikelen 123, tweede lid, 124, vierde lid, 124a, eerste, derde en zevende lid, 125, 126, 127g, 155, 157, eerste lid, 188, eerste lid en 189, derde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES, artikel 2.2.3, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 2.2.3, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies, de artikelen 5, eerste, tweede lid onder b, en vijfde lid, 20, derde lid, van het Besluit bekostiging WVO 2021 en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING AANVULLENDE BEKOSTIGING EERSTE OPVANG NIEUWKOMERS VO

De Regeling aanvullende bekostiging eerste opvang nieuwkomers vo wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, in de begripsomschrijvingen van ‘nieuwkomer eerste categorie’ en ‘nieuwkomer tweede categorie’, wordt ‘2019’ vervangen door ‘2020’.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder a, wordt ‘€ 3.003,17’ vervangen door ‘€ 3.075,05’.

2. In het tweede lid, onder b, wordt ‘€ 1.085,89’ vervangen door ‘€ 1.133,33’.

3. In het derde lid wordt ‘€ 16.950,48’ vervangen door ‘€ 17.356,19’.

4. In het vierde lid wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

C

In artikel 5, eerste en derde lid, wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

ARTIKEL II. WIJZIGING REGELING LEERPLUSARRANGEMENT VO

De Regeling leerplusarrangement vo wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2, 3, opschrift en eerste tot en met zesde lid, 4, eerste lid, 5, opschrift en eerste lid, 6, opschrift en tweede lid, 16, eerste tot en met derde lid, en 17, eerste tot en met derde lid, vervalt telkens ‘personele’.

B

In artikel 3, derde lid, wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

C

Artikel 3, vierde lid, komt te luiden: ‘De aanvullende bekostiging wordt betaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang. Bij de eerste betaling wordt rekening gehouden met het moment van vaststellen. In de maand waarop de vaststelling en de eerste betaling plaatsvindt wordt ook de bekostiging van de eventueel voorafgaande maand of maanden betaald.’

D

Het opschrift ‘Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen’ wordt vervangen door ‘Hoofdstuk 5. Slotbepalingen’.

E

Bijlage 2 komt te luiden:

BIJLAGE 2. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5, DERDE LID, VAN DE REGELING LEERPLUSARRANGEMENT VO

Het totaal beschikbare budget en het bedrag per L+A leerling is:

 

2022

Totaal beschikbare budget voor L+A

€ 52 mln.

Bedrag per L+A leerling

€ 780,90

F

In Bijlage 3 wordt ‘de armoedeprobleemcumulatiegebieden L+A 2021’ vervangen door ‘de armoedeprobleemcumulatiegebieden L+A 2022’.

ARTIKEL III. WIJZIGING REGELING AANVULLENDE BEKOSTIGING STRATEGISCH PERSONEELSBELEID, BEGELEIDING EN VERZUIM VO

De Regeling aanvullende bekostiging strategisch personeelsbeleid, begeleiding en verzuim vo wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

2. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. het verbeteren van strategisch personeelsbeleid, de begeleiding van startende leraren en schoolleiders; en

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

2. In onderdeel a wordt ‘€ 797,44’ vervangen door ‘€ 96,28’.

ARTIKEL IV. WIJZIGING REGELING VERREKENING UITKERINGSKOSTEN VO

In artikel 3, eerste lid, van de Regeling verrekening uitkeringskosten vo wordt telkens ‘personele bekostiging’ vervangen door ‘de bekostiging als bedoeld in artikel 6 van de regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden’.

ARTIKEL V. WIJZIGING REGELING VOORZIENINGENPLANNING VO CN 2020

De Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

aanvrager:

bevoegd gezag dat bij de Minister een aanvraag indient voor bekostiging van een openbare of een bijzondere school;

belangstellingsmeting:

belangstellingsmeting als bedoeld in artikel 124a van de wet;

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in de wet;

bijzondere school:

bijzondere school als bedoeld in de wet;

CAPE:

Caribbean Advanced Proficiency Examination als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES;

CSEC:

Caribbean Secondary Education Certificate als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES;

CVQ:

Caribbean Vocational Qualification als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES;

DUO:

Dienst Uitvoering Onderwijs;

havo:

hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 14 van de wet;

kalenderjaar waarin de school volgroeid is:
  • a. wat betreft een school voor vbo of mavo: het vierde kalenderjaar na het jaar dat de school voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • b. wat betreft een school voor havo: het vijfde kalenderjaar na het jaar dat de school voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • c. wat betreft een school voor vwo: het zesde kalenderjaar na het jaar dat de school voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • d. wat betreft een school voor praktijkonderwijs: het vijfde kalenderjaar na het jaar dat de school voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • e. wat betreft een scholengemeenschap op Saba of St. Eustatius die CVQ, CSCEC of CAPE aanbiedt: het vijfde kalenderjaar dat de school bekostigd wordt.

mavo:

middelbaar algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 15 van de wet;

Minister:

Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

nieuwe school:

school of scholengemeenschap als bedoeld in artikel 120, eerste of tweede lid, van de wet, niet zijnde een school als bedoeld in artikel 121, tweede lid, van de wet;

schooljaar waarin de school volgroeid is:
  • a. wat betreft een school voor vbo of mavo: het vierde schooljaar dat de school bekostigd wordt;

  • b. wat betreft een school voor havo: het vijfde schooljaar dat de school bekostigd wordt;

  • c. wat betreft een school voor vwo: het zesde schooljaar dat de school bekostigd wordt;

  • d. wat betreft een school voor praktijkonderwijs: het vijfde schooljaar dat de school bekostigd wordt;

  • e. wat betreft een scholengemeenschap op Saba of St. Eustatius die CVQ, CSCEC of CAPE aanbiedt: het vijfde schooljaar dat de school bekostigd wordt.

Rijksvertegenwoordiger:

Rijksvertegenwoordiger als bedoeld in de wet;

school:

school als bedoeld in de wet;

scholengemeenschap:

scholengemeenschap als bedoeld in de wet;

vbo:

voorbereidend beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 17 van de wet;

voedingsgebied:

voedingsgebied als bedoeld in artikel 124a, tweede lid, onderdeel b, van wet;

vwo:

voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 13 van de wet;

wet:

Wet voortgezet onderwijs BES.

B

Hoofdstuk 2 komt te luiden:

HOOFDSTUK 2. STARTBEKOSTIGING EN AANVULLENDE BEKOSTIGING NIEUWE SCHOLEN VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel 16. Startbekostiging nieuwe school of scholengemeenschap
  • 1. Voorafgaand aan de feitelijke start van een nieuwe school per 1 augustus van het eerste schooljaar verstrekt de Minister aan de nieuwe school eenmalig een startbekostiging ter hoogte van de helft van het bedrag per school, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

  • 2. De startbekostiging wordt verstrekt nadat het bevoegd gezag van de school de prognose van het aantal leerlingen op 1 oktober van het eerste schooljaar heeft ingediend bij de Minister.

  • 3. De prognose wordt ingediend nadat de goedkeuring voor de start van de nieuwe school is verleend in het kader van de voorzieningenplanning. De Minister verstrekt aan het bevoegd gezag van de school een beschikking waarin de startbekostiging is vermeld.

  • 4. De Minister betaalt de startbekostiging in de maand mei.

Artikel 17. Aanvullende bekostiging nieuwe school eerste schooljaar
  • 1. De Minister verstrekt aan een nieuwe school ambtshalve aanvullende bekostiging over de eerste vijf maanden van het eerste schooljaar. De bekostiging wordt berekend op basis van de prognose van het aantal leerlingen per 1 oktober volgend op de feitelijke start per 1 augustus van het eerste schooljaar.

  • 2. De aanvullende bekostiging bestaat uit:

    • a. het bedrag per school als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo; en

    • b. per geprognosticeerde leerling 5/12de van het bedrag als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

  • 3. De Minister betaalt de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, in vijf gelijke termijnen.

  • 4. De aanvullende bekostiging wordt in december van het eerste schooljaar gewijzigd vastgesteld op basis van de voorlopige telling van het werkelijk aantal leerlingen op 1 oktober en uiterlijk in de maand december van het tweede schooljaar nader gewijzigd vastgesteld op basis van het door de accountant goedgekeurde aantal leerlingen dat op 1 oktober in het eerste schooljaar stond ingeschreven bij de school.

Artikel 18. Aanvullende bekostiging nieuwe school vanaf het eerste kalenderjaar na start
  • 1. De Minister verstrekt aan een nieuwe school in het eerste kalenderjaar waarin de school bekostiging als bedoeld in artikel 152, eerste lid, onderdeel b, van de wet ontvangt, ambtshalve een aanvullende bekostiging ter hoogte van 1,5 maal het bedrag per school als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

  • 2. De Minister verstrekt aan een nieuwe school in het tweede kalenderjaar waarin de school bekostiging als bedoeld in artikel 152, eerste lid, onderdeel b, van de wet ontvangt, ambtshalve een aanvullende bekostiging ter hoogte van het bedrag per school als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

  • 3. De Minister verstrekt aan een nieuwe school vanaf het derde kalenderjaar waarin de school bekostiging als bedoeld in artikel 152, eerste lid, onderdeel b, van de wet ontvangt, tot en met het kalenderjaar waarin de school volgroeid is ambtshalve een aanvullende bekostiging ter hoogte van de helft van het bedrag per school als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

  • 4. De Minister betaalt de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, in de maand augustus.

  • 5. De aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt in december van het lopende schooljaar gewijzigd vastgesteld op basis van de voorlopige telling van het werkelijk aantal leerlingen op 1 oktober en uiterlijk in de maand december van het daaropvolgende schooljaar nader gewijzigd vastgesteld op basis van het door de accountant goedgekeurde aantal leerlingen dat op 1 oktober in het voorafgaande schooljaar stond ingeschreven bij de school.

Artikel 18a. Aanvraag aanvullende bekostiging voor leerlingengroei nieuwe school tweede en volgende schooljaar
  • 1. Een bevoegd gezag van een nieuwe school kan vanaf het tweede schooljaar tot en met het schooljaar waarin de school volgroeid is op grond van artikel 156 van de wet een aanvraag indienen voor aanvullende bekostiging vanwege leerlingengroei. De aanvraag wordt ingediend in het kalenderjaar waarin de leerlingengroei zich voordoet.

  • 2. De leerlingengroei wordt vastgesteld door het verschil te berekenen tussen het aantal geprognosticeerde leerlingen in het lopende schooljaar en het aantal leerlingen op 1 oktober van het kalenderjaar t-1.

  • 3. De aanvullende bekostiging wordt vastgesteld door de leerlingengroei te vermenigvuldigen met het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo. De uitkomst wordt vervolgens vermenigvuldigd met 5/12de.

  • 4. De aanvullende bekostiging wordt in december van het lopende schooljaar gewijzigd vastgesteld op basis van de voorlopige telling van het werkelijk aantal leerlingen op 1 oktober en uiterlijk in de maand december van het daaropvolgende schooljaar nader gewijzigd vastgesteld op basis van het door de accountant goedgekeurde aantal leerlingen dat op 1 oktober in het voorafgaande schooljaar staat ingeschreven bij de school.

ARTIKEL VI. WIJZIGING REGELING SUBSIDIE KORTE SCHOLINGSTRAJECTEN VO

De Regeling subsidie korte scholingstrajecten vo wordt als volgt gewijzigd:

A

In de aanhef van artikel 1.2 wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

B

In artikel 1.4, eerste lid, wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

C

In artikel 2.1, eerste en tweede lid, wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

D

In artikel 2.2, vijfde lid, wordt ’2021’ vervangen door ’2022’.

E

In artikel 3.4, tweede lid, wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

ARTIKEL VII. WIJZIGING BESLUIT VASTSTELLING BELEIDSKADER SUBSIDIES DOORSTROOMPROGRAMMA’S VMBO-MBO EN VMBO-HAVO

Artikel 3 van het Besluit vaststelling beleidskader subsidies doorstroomprogramma’s vmbo-mbo en vmbo-havo wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’ en wordt ‘€ 5.488.000’ vervangen door ‘€ 6.306.013’.

2. In het tweede lid wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

ARTIKEL VIII. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingsregeling worden 6 bekostigings- en subsidieregelingen en 1 beleidskader voor het voortgezet onderwijs aangepast. Het gaat hierbij om kleine technische aanpassingen, die primair betrekking hebben op de vereenvoudiging van de bekostiging of de actualisatie van jaartallen, budgetten en bekostigingsbedragen. Het gaat om de Regeling aanvullende bekostiging eerste opvang nieuwkomers vo, de Regeling leerplusarrangement vo, de Regeling aanvullende bekostiging strategisch personeelsbeleid, begeleiding en verzuim vo, de Regeling uitkeringskosten VO, de Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020, de Regeling subsidie korte scholingstrajecten vo en het Besluit vaststelling beleidskader subsidies doorstroomprogramma’s vmbo-mbo en vmbo-havo.

Hieronder wordt artikelsgewijs toegelicht welke wijzigingen er in de bovenstaande regelingen worden aangebracht met deze wijzigingsregeling.

Artikelsgewijs

Artikel I

De Regeling aanvullende bekostiging eerste opvang nieuwkomers vo regelt de aanvullende bekostiging die vo-scholen krijgen voor het verzorgen van onderwijs aan nieuwkomersleerlingen. Met deze wijzigingsregeling worden enkele jaartallen in de regeling aangepast en worden de bekostigingsbedragen bekend gemaakt voor het kalenderjaar 2022.

Artikel II

De Regeling leerplusarrangement vo wordt alleen technisch gewijzigd. Met de vereenvoudiging van de bekostiging is het onderscheid tussen bekostiging voor personeelskosten en bekostiging voor exploitatiekosten vervallen. Daarom wordt overal in de regeling het woord ‘personele’ verwijderd. Daarnaast wordt het budget van deze regeling en het bedrag per leerling voor het jaar 2022 vastgesteld.

Artikel III

In de Regeling aanvullende bekostiging strategisch personeelsbeleid, begeleiding en verzuim vo is het extra aanvullende bedrag in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs uit de regeling gehaald.

Artikel IV

De Regeling verrekening uitkeringskosten vo stelt vast welk deel van de uitkeringskosten voor onderwijspersoneel collectief worden verrekend en welk deel individueel. Het woord ‘personele’ in artikel 3 van deze regeling komt te vervallen, omdat er na de vereenvoudiging van de bekostiging geen onderscheid meer is tussen bekostiging voor personeelskosten en bekostiging voor exploitatiekosten. Inhoudelijk wijzigt de regeling verder niet: de verhouding 75 procent collectief en 25 procent individueel blijft in stand.

Artikel V

De Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020 regelt onder meer de aanvullende bekostiging voor nieuwe scholen in Caribisch Nederland. De bepalingen in deze regeling die daar op zien worden in lijn gebracht met de aanvullende bekostiging voor nieuwe scholen in Europees Nederland. Daarbij is rekening gehouden met de specifieke vormgeving van de bekostiging van de vo-scholen in Caribisch Nederland.

Artikel VI

De Regeling subsidie korte scholingstrajecten vo voorziet in een subsidie voor leraren in het vo die een kort nascholingstraject hebben gevolgd om hun bevoegdheid te behalen. Dit draagt bij aan het totaal aantal leraren in het vo dat bevoegd is voor het vak dat ze geven. De Regeling subsidie korte scholingstrajecten vo wordt verlengd voor het kalenderjaar 2022. In 2022 is voor deze regeling opnieuw een subsidiebedrag van € 2,4 miljoen beschikbaar.

Artikel VII

Deze wijziging regelt het subsidieplafond voor kalenderjaar 2022.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven