Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 november 2021, kenmerk 3260318-1015806-Z, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren voor het jaar 2022 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage voor verdragsgerechtigden

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 69, derde lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering komt als volgt te luiden:

BIJLAGE 4 VAN DE REGELING ZORGVERZEKERING

Bijlage horende bij artikel 6.3.1, negende lid, van de Regeling zorgverzekering

Land

Woonlandfactor

België

0,7369

Bosnië-Herzegovina

0,0715

Bulgarije

0,0893

Cyprus

0,1504

Denemarken

0,9836

Duitsland

0,8138

Estland

0,2684

Finland

0,6716

Frankrijk

0,8816

Griekenland

0,2271

Hongarije

0,1521

Ierland

0,9185

IJsland

1,3388

Italië

0,5233

Kaapverdië

0,0177

Kroatië

0,1945

Letland

0,1231

Liechtenstein

0,9229

Litouwen

0,2830

Luxemburg

0,7491

Malta

0,3956

Marokko

0,0253

Montenegro

0,0821

Noord-Macedonië

0,0567

Noorwegen

1,3213

Oostenrijk

0,6732

Polen

0,1829

Portugal

0,2727

Roemenië

0,1113

Servië

0,0810

Slovenië

0,3645

Slowakije

0,2471

Spanje

0,4019

Tsjechië

0,2917

Tunesië

0,0258

Turkije

0,0643

Verenigd Koninkrijk

0,6308

Zweden

0,7751

Zwitserland

0,7145

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Inleiding

Op grond van artikel 69 van de Zorgverzekeringswet en artikel 3 van de Wet op de zorgtoeslag moeten jaarlijks de zogenoemde woonlandfactoren worden vastgesteld voor de bijdragen die verdragsgerechtigden betalen. Met deze regeling worden de woonlandfactoren vastgesteld voor het jaar 2022.

De verdragsbijdrage en de woonlandfactor

Verdragsgerechtigden zijn personen die in het buitenland wonen en op grond van de Coördinatieverordening sociale zekerheid (Verordening 883/2004) of op grond van een sociale zekerheidsverdrag recht hebben op zorg in hun woonland ten laste van Nederland. Ze krijgen daar het vergoedingenpakket van het woonland, maar de rekening voor de zorg gaat naar Nederland. Voor dat recht betalen zij aan het CAK een premievervangende bijdrage. In het woonland kan de zorg echter van een lager of hoger kostenniveau zijn. Om de bijdrage in verhouding te brengen met het pakket van het woonland, wordt de woonlandfactor gebruikt. Deze woonlandfactor wordt jaarlijks in november in de Staatscourant gepubliceerd.

De verdragsbijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal dat wordt berekend uit de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland van deze persoon en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon uit hoofde van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) in Nederland. Dit is de woonlandfactor.

Artikel 69, derde lid, van de Zvw bevat de grondslag voor het bij ministeriële regeling vaststellen van de woonlandfactor ten behoeve van de bijdrage van verdragsgerechtigden. Met artikel I van deze regeling is de woonlandfactor vastgesteld die geldt voor het jaar 2022.

Per land staat de factor vermeld in bijlage 4 van de Rzv. De woonlandfactoren zijn berekend door het CAK.

De woonlandfactor wordt ook gehanteerd bij het vaststellen van de zorgtoeslag die verdragsgerechtigden kunnen ontvangen als tegemoetkoming voor hun verdragsbijdrage. Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag (Wzt) dient de woonlandfactor jaarlijks uiterlijk in november bij ministeriële regeling te worden vastgesteld.

Advies CAK woonlandfactor 2022

In november 2019 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het rapport ‘Onderzoek houdbaarheid woonlandfactor-berekening’1 gepubliceerd. In dat onderzoek heeft het CBS gekeken naar een wijze van berekening van de woonlandfactor die ook op langere termijn bestendig is. Het CBS concludeerde dat er niet direct een betere methode voorhanden is. Het CAK heeft mij op 30 september 2021 daarom geadviseerd om de huidige berekeningsmethode voor 2022 nog te continueren voor de berekening van de woonlandfactoren van het jaar 2022. Het CAK adviseert mij daarbij ook nog nader onderzoek uit te laten voeren naar nieuwe varianten.

De huidige berekeningswijze houdt in dat woonlandfactoren uit eerdere jaren worden geëxtrapoleerd met de relatieve ontwikkeling van de zorguitgaven per land vergeleken met

Nederland. Als startpunt geldt daarbij in beginsel de woonlandfactor van het jaar 2018, waarbij gebruik is gemaakt van de zorgkosten over het meest recente jaar vóór 2015. Het jaartal 2015 is hier relevant omdat in Nederland per 2015 het zorgstelsel aanzienlijk is gewijzigd met de introductie van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet langdurige zorg. Die stelselwijziging zorgde voor een daling van de gemiddelde zorgkosten uit sociale zorgverzekeringen in Nederland. Een vergelijking van zorgkosten over het jaar 2015 zou daardoor voor een aantal landen tot een substantiële verhoging van de woonlandfactor leiden. Om dit nadeel te voorkomen wordt voor een aantal landen daarom nog gebruik gemaakt van een woonlandfactor die is gebaseerd op de zorgkosten over het jaar 2014 of eerder.

Om de woonlandfactoren voor het jaar 2022 te berekenen worden de voor de jaren 2018 of 2017 vastgestelde woonlandfactoren bijgesteld aan de hand van de verhouding tussen de ontwikkeling van de gemiddelde zorgkosten in het woonland en in Nederland in de periode tot en met 2018 volgens de gegevens van de WHO. Deze berekeningswijze is als volgt weer te geven in een formule:

Hierbij geeft de wijzigingsfactor de verhouding aan van de gemiddelde zorgkosten in het jaar dat gebruikt werd bij het erekenen van de eerder vastgestelde woonlandfactor en het berekeningsjaar 2018. Zo leidt een verhoging van de kosten met 10% tot een wijzigingsfactor van 1,1 en een kostenverlaging van 5% tot een wijzigingsfactor van 0,95.

De WHO publiceert jaarlijks op haar website de gemiddelde zorgkosten van de aangesloten landen. Voor de berekening van de woonlandfactor wordt gebruik gemaakt van meest recente cijfers bij de indicator ‘Government schemes and compulsory contributory health care financing schemes’. Deze indicator omvat de kosten die verzekerden maken op grond van een van rechtswege verzekering (in Nederland de Wlz) of een verplichte verzekering (de Zvw)2.

Afrondingen

De verschillende benodigde componenten voor de berekening van de landenfactoren zijn exact overgenomen uit de gebruikte bronnen. Er zijn geen afrondingen voor de komma uitgevoerd; cijfers achter de komma zijn wel afgerond.

De woonlandfactor is als volgt afgerond tot vier cijfers achter de komma (bijvoorbeeld 0,3543):

  • indien het vijfde cijfer achter de komma 0 tot en met 4 is, is afgerond naar beneden;

  • indien het vijfde cijfer achter de komma 5 tot en met 9 is, is afgerond naar boven.

In onderstaande tabel staat de berekening van de woonlandfactoren:

 

Te indexeren jaar

Te indexeren woonland-factor

Wijzigingsfactor

Index-cijfer

Woonland- factor 2022

(a)

Woonland

(b)

Nederland

(c)

(d)

(=b/c)

(a x d)

België

2018

0,7193

0,9018

0,8830

1,0213

0,7369

Bosnië-Herzegovina

2017

0,0645

0,9319

0,8830

1,0554

0,0715

Bulgarije

2017

0,0743

0,9782

0,8830

1,1078

0,0893

Cyprus

2018

0,1384

0,9147

0,8830

1,0359

0,1504

Denemarken

2017

0,9715

0,9072

0,8830

1,0275

0,9836

Duitsland

2017

0,7532

0,9536

0,8830

1,0799

0,8138

Estland

2017

0,2109

1,0381

0,8830

1,1757

0,2684

Finland

2018

0,7120

0,8709

0,8830

0,9864

0,6716

Frankrijk

2017

0,8245

0,9551

0,8830

1,0817

0,8816

Griekenland

2017

0,3590

0,5941

0,8722

0,6812

0,2271

Hongarije

2017

0,1310

1,0060

0,8830

1,1394

0,1521

Ierland

2018

0,8326

0,9525

0,8830

1,0788

0,9185

IJsland

2017

0,8594

1,3822

0,8830

1,5654

1,3388

Italië

2018

0,5569

0,8820

0,9229

0,9556

0,5233

Kaapverdië

2018

0,0175

0,8439

0,8830

0,9557

0,0177

Kroatië

2017

0,1674

0,9874

0,8830

1,1182

0,1945

Letland

2017

0,0915

1,0446

0,8830

1,1831

0,1231

Liechtenstein

2017

0,9473

1,0866

1,0374

1,0475

0,9229

Litouwen

2017

0,2235

1,0392

0,8830

1,1769

0,2830

Luxemburg

2018

0,7497

0,8696

0,8830

0,9849

0,7491

Malta

2018

0,3269

1,0771

0,8830

1,2199

0,3956

Marokko

2018

0,0125

4,0232

2,2596

1,7805

0,0253

Montenegro*

geen nieuwe gegevens beschikbaar

   

0,0821

Noord-Macedonië

2017

0,0529

0,9986

0,8830

1,1310

0,0567

Noorwegen

2018

1,4015

0,8230

0,8830

0,9321

1,3213

Oostenrijk

2017

0,6476

0,8738

0,8830

0,9896

0,6732

Polen

2018

0,1606

0,8800

0,8830

0,9966

0,1829

Portugal

2018

0,2521

0,9105

0,8830

1,0311

0,2727

Roemenië

2017

0,0630

1,2073

0,9229

1,3081

0,1113

Servië

2017

0,0750

0,8029

0,8830

0,9093

0,0810

Slovenië

2017

0,3243

0,9104

0,8830

1,0311

0,3645

Slowakije

2017

0,2352

0,9176

0,8830

1,0392

0,2471

Spanje

2017

0,3767

0,9037

0,8830

1,0235

0,4019

Tsjechië

2017

0,2386

0,8661

0,8830

0,9809

0,2917

Tunesië

2018

0,0216

1,5244

1,1731

1,2995

0,0258

Turkije

2018

0,0894

0,8494

0,8923

0,9518

0,0643

Verenigd Koninkrijk

2018

0,6789

0,8575

0,8830

0,9712

0,6308

Zweden

2018

0,8104

0,8613

0,8830

0,9755

0,7751

Zwitserland

2017

0,6824

0,9751

0,8830

1,1044

0,7145

ad * Voor Montenegro hebben de meest recente gegevens van de WHO betrekking op het jaar 2015. De woonlandfactor 2022 is daarom ongewijzigd ten opzichte van die voor het jaar 2021.

Valuta

Aangezien de gegevens van de WHO voor alle landen in dollars zijn genoteerd, spelen de valutaverschillen voor de indexatie op basis van deze gegevens geen rol. Eventuele fluctuaties van de waarde van de dollar hebben immers in gelijke mate effect op de berekende zorgkosten van het woonland als op de berekende kosten in Nederland. Het is voor de bepaling van de woonlandfactor daarom niet nodig om vreemde valuta om te rekenen naar euro’s.

Bijzonderheden

De woonlandfactor daalt voor 14 landen, en stijgt voor 24 landen. Voor Montenegro blijft de woonlandfactor ongewijzigd omdat er geen nieuwe data beschikbaar is. De woonlandfactoren van Letland, Marokko, Roemenië, Servië en Tsjechië kennen een stijging van 13% of nog meer. Bij deze landen ligt de oorzaak waarschijnlijk in de stijging van de zorgkosten. Turkije kent een daling van ruim 20%.

Het Verenigd Koninkrijk is op 31 januari 2020 uit de Europese Unie getreden. Vanaf dat moment is een transitieperiode gaan lopen. Vanaf 1 januari 2021 wordt vervolgens het Handels- en Samenwerkingsovereenkomst toegepast dat is gesloten tussen de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk. In die overeenkomst en de afspraken die in de transitieperiode zijn gemaakt, zijn ook afspraken gemaakt over de zorg in grensoverschrijdende situaties. Hierdoor blijft de noodzaak bestaan om een woonlandfactor te berekenen voor het Verenigd Koninkrijk.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat de regeling niet-ingezetenen betreft en niet-ingezetenen binnen de Rijksbrede methode niet worden meegenomen in de beoordeling van regeldrukeffecten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
2

Voor Liechtenstein is gebruik gemaakt van de Eurostat-cijfers.

Naar boven