Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2021, 46565 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2021, 46565 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 69, derde lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag;
Besluit:
Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering komt als volgt te luiden:
Bijlage horende bij artikel 6.3.1, negende lid, van de Regeling zorgverzekering
Land |
Woonlandfactor |
---|---|
België |
0,7369 |
Bosnië-Herzegovina |
0,0715 |
Bulgarije |
0,0893 |
Cyprus |
0,1504 |
Denemarken |
0,9836 |
Duitsland |
0,8138 |
Estland |
0,2684 |
Finland |
0,6716 |
Frankrijk |
0,8816 |
Griekenland |
0,2271 |
Hongarije |
0,1521 |
Ierland |
0,9185 |
IJsland |
1,3388 |
Italië |
0,5233 |
Kaapverdië |
0,0177 |
Kroatië |
0,1945 |
Letland |
0,1231 |
Liechtenstein |
0,9229 |
Litouwen |
0,2830 |
Luxemburg |
0,7491 |
Malta |
0,3956 |
Marokko |
0,0253 |
Montenegro |
0,0821 |
Noord-Macedonië |
0,0567 |
Noorwegen |
1,3213 |
Oostenrijk |
0,6732 |
Polen |
0,1829 |
Portugal |
0,2727 |
Roemenië |
0,1113 |
Servië |
0,0810 |
Slovenië |
0,3645 |
Slowakije |
0,2471 |
Spanje |
0,4019 |
Tsjechië |
0,2917 |
Tunesië |
0,0258 |
Turkije |
0,0643 |
Verenigd Koninkrijk |
0,6308 |
Zweden |
0,7751 |
Zwitserland |
0,7145 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Op grond van artikel 69 van de Zorgverzekeringswet en artikel 3 van de Wet op de zorgtoeslag moeten jaarlijks de zogenoemde woonlandfactoren worden vastgesteld voor de bijdragen die verdragsgerechtigden betalen. Met deze regeling worden de woonlandfactoren vastgesteld voor het jaar 2022.
Verdragsgerechtigden zijn personen die in het buitenland wonen en op grond van de Coördinatieverordening sociale zekerheid (Verordening 883/2004) of op grond van een sociale zekerheidsverdrag recht hebben op zorg in hun woonland ten laste van Nederland. Ze krijgen daar het vergoedingenpakket van het woonland, maar de rekening voor de zorg gaat naar Nederland. Voor dat recht betalen zij aan het CAK een premievervangende bijdrage. In het woonland kan de zorg echter van een lager of hoger kostenniveau zijn. Om de bijdrage in verhouding te brengen met het pakket van het woonland, wordt de woonlandfactor gebruikt. Deze woonlandfactor wordt jaarlijks in november in de Staatscourant gepubliceerd.
De verdragsbijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal dat wordt berekend uit de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland van deze persoon en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon uit hoofde van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) in Nederland. Dit is de woonlandfactor.
Artikel 69, derde lid, van de Zvw bevat de grondslag voor het bij ministeriële regeling vaststellen van de woonlandfactor ten behoeve van de bijdrage van verdragsgerechtigden. Met artikel I van deze regeling is de woonlandfactor vastgesteld die geldt voor het jaar 2022.
Per land staat de factor vermeld in bijlage 4 van de Rzv. De woonlandfactoren zijn berekend door het CAK.
De woonlandfactor wordt ook gehanteerd bij het vaststellen van de zorgtoeslag die verdragsgerechtigden kunnen ontvangen als tegemoetkoming voor hun verdragsbijdrage. Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag (Wzt) dient de woonlandfactor jaarlijks uiterlijk in november bij ministeriële regeling te worden vastgesteld.
In november 2019 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het rapport ‘Onderzoek houdbaarheid woonlandfactor-berekening’1 gepubliceerd. In dat onderzoek heeft het CBS gekeken naar een wijze van berekening van de woonlandfactor die ook op langere termijn bestendig is. Het CBS concludeerde dat er niet direct een betere methode voorhanden is. Het CAK heeft mij op 30 september 2021 daarom geadviseerd om de huidige berekeningsmethode voor 2022 nog te continueren voor de berekening van de woonlandfactoren van het jaar 2022. Het CAK adviseert mij daarbij ook nog nader onderzoek uit te laten voeren naar nieuwe varianten.
De huidige berekeningswijze houdt in dat woonlandfactoren uit eerdere jaren worden geëxtrapoleerd met de relatieve ontwikkeling van de zorguitgaven per land vergeleken met
Nederland. Als startpunt geldt daarbij in beginsel de woonlandfactor van het jaar 2018, waarbij gebruik is gemaakt van de zorgkosten over het meest recente jaar vóór 2015. Het jaartal 2015 is hier relevant omdat in Nederland per 2015 het zorgstelsel aanzienlijk is gewijzigd met de introductie van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet langdurige zorg. Die stelselwijziging zorgde voor een daling van de gemiddelde zorgkosten uit sociale zorgverzekeringen in Nederland. Een vergelijking van zorgkosten over het jaar 2015 zou daardoor voor een aantal landen tot een substantiële verhoging van de woonlandfactor leiden. Om dit nadeel te voorkomen wordt voor een aantal landen daarom nog gebruik gemaakt van een woonlandfactor die is gebaseerd op de zorgkosten over het jaar 2014 of eerder.
Om de woonlandfactoren voor het jaar 2022 te berekenen worden de voor de jaren 2018 of 2017 vastgestelde woonlandfactoren bijgesteld aan de hand van de verhouding tussen de ontwikkeling van de gemiddelde zorgkosten in het woonland en in Nederland in de periode tot en met 2018 volgens de gegevens van de WHO. Deze berekeningswijze is als volgt weer te geven in een formule:
Hierbij geeft de wijzigingsfactor de verhouding aan van de gemiddelde zorgkosten in het jaar dat gebruikt werd bij het erekenen van de eerder vastgestelde woonlandfactor en het berekeningsjaar 2018. Zo leidt een verhoging van de kosten met 10% tot een wijzigingsfactor van 1,1 en een kostenverlaging van 5% tot een wijzigingsfactor van 0,95.
De WHO publiceert jaarlijks op haar website de gemiddelde zorgkosten van de aangesloten landen. Voor de berekening van de woonlandfactor wordt gebruik gemaakt van meest recente cijfers bij de indicator ‘Government schemes and compulsory contributory health care financing schemes’. Deze indicator omvat de kosten die verzekerden maken op grond van een van rechtswege verzekering (in Nederland de Wlz) of een verplichte verzekering (de Zvw)2.
De verschillende benodigde componenten voor de berekening van de landenfactoren zijn exact overgenomen uit de gebruikte bronnen. Er zijn geen afrondingen voor de komma uitgevoerd; cijfers achter de komma zijn wel afgerond.
De woonlandfactor is als volgt afgerond tot vier cijfers achter de komma (bijvoorbeeld 0,3543):
– indien het vijfde cijfer achter de komma 0 tot en met 4 is, is afgerond naar beneden;
– indien het vijfde cijfer achter de komma 5 tot en met 9 is, is afgerond naar boven.
In onderstaande tabel staat de berekening van de woonlandfactoren:
Te indexeren jaar |
Te indexeren woonland-factor |
Wijzigingsfactor |
Index-cijfer |
Woonland- factor 2022 |
||
---|---|---|---|---|---|---|
(a) |
Woonland (b) |
Nederland (c) |
(d) (=b/c) |
(a x d) |
||
België |
2018 |
0,7193 |
0,9018 |
0,8830 |
1,0213 |
0,7369 |
Bosnië-Herzegovina |
2017 |
0,0645 |
0,9319 |
0,8830 |
1,0554 |
0,0715 |
Bulgarije |
2017 |
0,0743 |
0,9782 |
0,8830 |
1,1078 |
0,0893 |
Cyprus |
2018 |
0,1384 |
0,9147 |
0,8830 |
1,0359 |
0,1504 |
Denemarken |
2017 |
0,9715 |
0,9072 |
0,8830 |
1,0275 |
0,9836 |
Duitsland |
2017 |
0,7532 |
0,9536 |
0,8830 |
1,0799 |
0,8138 |
Estland |
2017 |
0,2109 |
1,0381 |
0,8830 |
1,1757 |
0,2684 |
Finland |
2018 |
0,7120 |
0,8709 |
0,8830 |
0,9864 |
0,6716 |
Frankrijk |
2017 |
0,8245 |
0,9551 |
0,8830 |
1,0817 |
0,8816 |
Griekenland |
2017 |
0,3590 |
0,5941 |
0,8722 |
0,6812 |
0,2271 |
Hongarije |
2017 |
0,1310 |
1,0060 |
0,8830 |
1,1394 |
0,1521 |
Ierland |
2018 |
0,8326 |
0,9525 |
0,8830 |
1,0788 |
0,9185 |
IJsland |
2017 |
0,8594 |
1,3822 |
0,8830 |
1,5654 |
1,3388 |
Italië |
2018 |
0,5569 |
0,8820 |
0,9229 |
0,9556 |
0,5233 |
Kaapverdië |
2018 |
0,0175 |
0,8439 |
0,8830 |
0,9557 |
0,0177 |
Kroatië |
2017 |
0,1674 |
0,9874 |
0,8830 |
1,1182 |
0,1945 |
Letland |
2017 |
0,0915 |
1,0446 |
0,8830 |
1,1831 |
0,1231 |
Liechtenstein |
2017 |
0,9473 |
1,0866 |
1,0374 |
1,0475 |
0,9229 |
Litouwen |
2017 |
0,2235 |
1,0392 |
0,8830 |
1,1769 |
0,2830 |
Luxemburg |
2018 |
0,7497 |
0,8696 |
0,8830 |
0,9849 |
0,7491 |
Malta |
2018 |
0,3269 |
1,0771 |
0,8830 |
1,2199 |
0,3956 |
Marokko |
2018 |
0,0125 |
4,0232 |
2,2596 |
1,7805 |
0,0253 |
Montenegro* |
– |
– |
geen nieuwe gegevens beschikbaar |
0,0821 |
||
Noord-Macedonië |
2017 |
0,0529 |
0,9986 |
0,8830 |
1,1310 |
0,0567 |
Noorwegen |
2018 |
1,4015 |
0,8230 |
0,8830 |
0,9321 |
1,3213 |
Oostenrijk |
2017 |
0,6476 |
0,8738 |
0,8830 |
0,9896 |
0,6732 |
Polen |
2018 |
0,1606 |
0,8800 |
0,8830 |
0,9966 |
0,1829 |
Portugal |
2018 |
0,2521 |
0,9105 |
0,8830 |
1,0311 |
0,2727 |
Roemenië |
2017 |
0,0630 |
1,2073 |
0,9229 |
1,3081 |
0,1113 |
Servië |
2017 |
0,0750 |
0,8029 |
0,8830 |
0,9093 |
0,0810 |
Slovenië |
2017 |
0,3243 |
0,9104 |
0,8830 |
1,0311 |
0,3645 |
Slowakije |
2017 |
0,2352 |
0,9176 |
0,8830 |
1,0392 |
0,2471 |
Spanje |
2017 |
0,3767 |
0,9037 |
0,8830 |
1,0235 |
0,4019 |
Tsjechië |
2017 |
0,2386 |
0,8661 |
0,8830 |
0,9809 |
0,2917 |
Tunesië |
2018 |
0,0216 |
1,5244 |
1,1731 |
1,2995 |
0,0258 |
Turkije |
2018 |
0,0894 |
0,8494 |
0,8923 |
0,9518 |
0,0643 |
Verenigd Koninkrijk |
2018 |
0,6789 |
0,8575 |
0,8830 |
0,9712 |
0,6308 |
Zweden |
2018 |
0,8104 |
0,8613 |
0,8830 |
0,9755 |
0,7751 |
Zwitserland |
2017 |
0,6824 |
0,9751 |
0,8830 |
1,1044 |
0,7145 |
ad * Voor Montenegro hebben de meest recente gegevens van de WHO betrekking op het jaar 2015. De woonlandfactor 2022 is daarom ongewijzigd ten opzichte van die voor het jaar 2021.
Aangezien de gegevens van de WHO voor alle landen in dollars zijn genoteerd, spelen de valutaverschillen voor de indexatie op basis van deze gegevens geen rol. Eventuele fluctuaties van de waarde van de dollar hebben immers in gelijke mate effect op de berekende zorgkosten van het woonland als op de berekende kosten in Nederland. Het is voor de bepaling van de woonlandfactor daarom niet nodig om vreemde valuta om te rekenen naar euro’s.
De woonlandfactor daalt voor 14 landen, en stijgt voor 24 landen. Voor Montenegro blijft de woonlandfactor ongewijzigd omdat er geen nieuwe data beschikbaar is. De woonlandfactoren van Letland, Marokko, Roemenië, Servië en Tsjechië kennen een stijging van 13% of nog meer. Bij deze landen ligt de oorzaak waarschijnlijk in de stijging van de zorgkosten. Turkije kent een daling van ruim 20%.
Het Verenigd Koninkrijk is op 31 januari 2020 uit de Europese Unie getreden. Vanaf dat moment is een transitieperiode gaan lopen. Vanaf 1 januari 2021 wordt vervolgens het Handels- en Samenwerkingsovereenkomst toegepast dat is gesloten tussen de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk. In die overeenkomst en de afspraken die in de transitieperiode zijn gemaakt, zijn ook afspraken gemaakt over de zorg in grensoverschrijdende situaties. Hierdoor blijft de noodzaak bestaan om een woonlandfactor te berekenen voor het Verenigd Koninkrijk.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat de regeling niet-ingezetenen betreft en niet-ingezetenen binnen de Rijksbrede methode niet worden meegenomen in de beoordeling van regeldrukeffecten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-46565.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.