TOELICHTING
Algemeen
Op grond van de regeling subsidiering Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling
Patiënt en Professional van instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische
centra (hierna: subsidieregeling) kan subsidie worden verstrekt aan instellingen voor
medisch specialistische zorg en audiologische centra. Dit met het oog op de verdere
intensivering van de informatie-uitwisseling richting patiënten en tussen instellingen
onderling.
De doelstelling van VIPP 5 is het hergebruik van informatie, waarbij eenmalig vastleggen,
meervoudig gebruik het uitgangspunt is, zodat overtypen niet meer nodig is. Deze doelstelling
is vertaald in gestandaardiseerde digitale informatie-uitwisseling tussen instellingen
onderling en tussen een instelling en de patiënt via de Persoonlijke gezondheidsomgeving
(hierna: PGO) conform het MedMij-Afsprakenstelsel.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
B.
Module 1
De tekst in Bijlage 1 “Modules, behorende bij artikel 4, tweede lid”, onder Module 1
Regulier, in de rij Normen wordt vervangen. Daardoor worden alleen patiënten van 16
jaar en ouder meegenomen in de berekeningen voor het gebruikerspercentage. Voor patiënten
jonger dan 16 jaar is het namelijk nog niet mogelijk om uit een PGO gegevens op te
halen via het MedMij-Afsprakenstelsel. Hiermee wordt voorkomen dat instellingen niet
beloond worden voor hun inspanning en resultaten.
Instellingen met een patiëntenpopulatie die voor 90% of meer bestaat uit patiënten
tot en met 18 jaar zijn geheel uitgezonderd van de norm, omdat het deel van de patiëntenpopulatie
dat daadwerkelijk gebruik kan maken van een PGO (16 jaar en ouder) relatief klein
is. Toepassing van dezelfde norm op instellingen met een dergelijke patiëntenpopulatie
leidt tot minimale aantallen van gebruik op een buitengewoon kleine selectie van patiënten
in relatie tot de volledige patiëntenpopulatie. Dit wordt als niet passend binnen
de systematiek van de regeling beschouwd.
Module 3
De tekst in Bijlage 1 'Modules, behorende bij artikel 4, tweede lid', onder Module
3, in de rij Normen wordt vervangen. Hierdoor worden drie BasisgegevenssetZorg-secties
(hierna: BgZ-secties) verplicht.
Begin 2021 is zowel bij de VIPP programma-organisatie als bij VWS door instellingen
aandacht gevraagd voor de haalbaarheid van de realisatie van Module 3, om zes Bgz-secties
te hergebruiken. Aangegeven is dat hergebruik complex en duurder is dan vooraf verondersteld
is. Hiernaar is vervolgens onderzoek gedaan. Daarbij is bekeken welke BgZ-secties
instellingen het eerst zouden kunnen en willen hergebruiken. Uitgangspunt daarbij
was dat BgZ-secties die de meeste toegevoegde waarde hebben voor het zorgproces als
eerste voor ontwikkeling in aanmerking zouden kunnen komen.
Uit het onderzoek volgde het advies om de zes vrije BgZ-secties te vervangen door
drie verplichte BgZ-secties. Door de drie verplichte BgZ-secties op te nemen die voor
het zorgproces de meeste toegevoegde waarde hebben en de instellingen dus aan het
einde van de regeling met elkaar kunnen hergebruiken, wordt de meerwaarde en de kans
op het behalen van de doelstellingen van VIPP 5 vergroot.
Dit advies wordt met de onderhavige wijzigingsregeling deels overgenomen, in die zin
dat er drie BgZ-secties worden verplicht, maar dat instellingen voor wie bijvoorbeeld
de verplichte BgZ-secties geen meerwaarde hebben in het zorgproces, dan wel instellingen
die al afspraken hebben gemaakt met hun ICT-leverancier, alsnog vrij kunnen kiezen
voor de zes BgZ-secties in bijlage 1 (BgZ – specificatie gebaseerd op zorg informatiebouwsteen
(hierna: zibs) release 2017) aan het einde van subsidieregeling. Deze vrije keuze
is nodig, zodat deze groep instellingen met de onderhavige wijziging niet worden benadeeld.
De verplichte BgZ-secties zijn:
Voor de BgZ-sectie Behandelrestricties is gebleken dat een deel van de instellingen
(ongeveer een derde van de klinieken) de gehele BgZ-sectie Behandelrestricties (de
zib Behandelaanwijzing en Wilsverklaring) niet registreren in hun zorgproces, omdat
dit voor het zorgproces irrelevant is. Deze gegevens kunnen daardoor niet worden hergebruikt.
Om het voor deze groep alsnog mogelijk te maken dat de verplichte Module 3 kan worden
gerealiseerd is het nodig dat zij voor drie BgZ-secties hergebruik kunnen aantonen.
Om dat mogelijk te maken dient – in plaats van de BgZ-sectie Behandelrestricties –
de BgZ-sectie Zorgverleners als derde verplichte BgZ-sectie te worden ontvangen door
de instelling, beoordeeld en hergebruikt door de instelling. Bij de auditor dient
dan aangetoond te worden dat de BgZ-sectie Behandelrestricties niet wordt geregistreerd
en dat daarom voor de sectie Zorgverleners hergebruik wordt aangetoond. Met het aanbieden
van deze optie wordt alsnog getracht om zoveel mogelijk drie dezelfde BgZ-secties
voor hergebruik zo breed mogelijk te ontwikkelen, dit om zoveel mogelijk een uniforme
toepassing in het veld te krijgen.
Het kan alsnog voorkomen dat (een deel van) de hierboven genoemde BgZ-secties voor
het zorgproces geen toegevoegde waarde hebben voor de instelling. In dat geval maakt
de instelling hiervan een melding bij DUS-I, om zodoende alsnog hergebruik van zes
zelfgekozen BgZ-secties aan te kunnen tonen. Ook in situaties waarbij instellingen
reeds ver gevorderd zijn met de activiteiten rondom zes BgZ-secties van Module 3,
kan er een melding worden gemaakt bij DUS-I. Ook deze instellingen kunnen zelf zes
BgZ-secties kiezen die kunnen worden ontvangen, beoordeeld en hergebruikt.
Op deze manier wordt getracht te voorkomen dat instellingen de verplichte drie BgZ-secties
als verzwaring van de norm zien. Enerzijds worden die betreffende instellingen op
deze manier niet benadeeld en anderzijds wordt tegelijkertijd de meerwaarde en de
kans op het behalen van de doelstellingen van VIPP 5 vergroot.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge