Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 28 oktober 2021, kenmerk 3577060/21/DP&O, houdende regels met betrekking tot de vergoedingen van de bestuursleden van het Bureau Financieel Toezicht (Regeling vergoeding bestuur Bureau Financieel Toezicht 2021)

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 110, negende lid, van de Wet op het notarisambt en de artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Bestuur:

het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht als bedoeld in artikel 110 van de Wet op het notarisambt;

b. lid:

degene door de Minister van Justitie en Veiligheid is benoemd tot voorzitter of lid van het Bestuur;

c. rijksambtenaren:

degenen die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 2. Bezoldiging voorzitter

De voorzitter van het Bestuur ontvangt voor zijn werkzaamheden een vaste vergoeding per maand. De salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren. De deeltijdfactor is vastgesteld op 0,167.

Artikel 3. Bezoldiging leden

De leden van het Bestuur ontvangen een vaste vergoeding per maand. De salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 17 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren. De deeltijdfactor is vastgesteld op 0,111.

Artikel 4. Vakantiegeld en eindejaarsuitkering

Boven en behalve de bezoldiging bedoeld in de artikelen 2 en 3, ontvangen de voorzitter en de leden een eindejaarsuitkering van 8,3 procent van de bezoldiging en een vakantie-uitkering van 8 procent van de bezoldiging.

Artikel 5. Pensioen

De voorzitter en de leden zijn voor de duur van de benoeming deelnemer conform de bepalingen van het pensioenreglement van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds.

Artikel 6. Reiskosten

De voorzitter en de leden hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten overeenkomstig Hoofdstuk 10 van de Cao Rijk.

Artikel 7. Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 november 2021 en vervalt met ingang van 1 november 2023.

  • 2. Tegelijk met inwerkingtreding van dit besluit, vervalt het besluit Regeling vergoeding bestuur Bureau Financieel Toezicht van 2 juni 2014 met nummer 522625.

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling vergoeding bestuur Bureau Financieel Toezicht 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling vergoeding bestuur Bureau Financieel toezicht regelt de rechtspositie van de bestuursleden. De bestaande regeling komt per 1 november 2021 te vervallen. Per die datum dient dan ook een nieuwe regeling van kracht te worden. De nieuwe regeling houdt een wijziging in ten opzichte van de huidige situatie. Enerzijds betreft het besluit een uitbreiding van de tijdsbesteding van de leden van het Bestuur. Anderzijds wordt met dit besluit de rechtspositie van de bestuursleden aangepast aan de praktijk zoals die reeds jarenlang door het Bureau Financieel Toezicht (hierna: “BFT”) wordt uitgevoerd waarbij de bestuursleden vakantietoeslag en eindejaarsuitkering ontvangen en zij tevens deelnemen aan het ABP.

Artikel 2 en 3

De inschaling van de voorzitter en de leden is ongewijzigd gebleven. De arbeidsduurfactor van de voorzitter wordt uitgebreid van 0,123 naar 0,167 en die van de leden van 0,086 naar 0,111.

De aanleiding voor de uitbreiding van de arbeidsduurfactor is enerzijds dat de huidige regeling per 1 november 2021 komt te vervallen. Anderzijds is gebleken dat de bestuursleden meer tijd besteden aan hun taken dan de tijdsbesteding die in de huidige regeling is voorzien. De verschillende taken zijn daarom geïnventariseerd en genormeerd (raming tijdsbesteding per taak en mate van voorkomen van een taak). Aan de hand van deze inventarisatie is de nieuwe arbeidsduurfactor vastgesteld. Voor de voorzitter wordt uitgegaan van een tijdsbesteding van gemiddeld 6 uur per week en voor de leden gemiddeld 4 uur per week.

De financiële consequenties van de uitbreiding van de arbeidsduurfactor zijn gering. De wijziging is budgetneutraal voor het BFT.

Artikel 4, 5 en 6

Met de wijziging wordt geformaliseerd dat de vergoeding die de bestuursleden voor hun werkzaamheden ontvangen wordt vermeerderd met vakantietoeslag en een eindejaarsuitkering, vergelijkbaar met de vergoedingen die rijksambtenaren ontvangen. Sinds 2004 ontvangen de bestuursleden deze uitkeringen bovenop de bezoldiging. Met de onderhavige wijziging worden deze afspraken geformaliseerd. Tevens wordt in de regeling vastgelegd dat de bestuursleden zijn aangesloten bij het ABP.

Reiskosten die de voorzitter en de leden maken in verband met de uitvoering van hun taken voor het BFT, kunnen worden vergoed conform de desbetreffende paragraaf in de Cao Rijk.

Artikel 7

De nieuwe regeling is tijdelijk van aard, voor de duur van twee jaar. Op 1 november 2023 komt deze te vervallen. De reden hiervoor is dat het BFT momenteel de inrichting van de governance van de organisatie evalueert. Zodra de consequenties hiervan voor de lange termijn duidelijk zijn, zal een structurele regeling worden ingesteld.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven