Call for proposals, Faculty of Impact

2021/2022 Energietransitie en Duurzaamheid

Applied and Engineering Sciences

2021

Inhoud

1

Inleiding

1

 

1.1

Achtergrond

1

 

1.2

Beschikbaar budget

3

 

1.3

Indieningsdeadline(s)

3

2

Doel

 

3

 

2.1

Doelstelling van het programma

3

 

2.2

Maatschappelijke impact

4

3

Voorwaarden voor aanvragers

4

 

3.1

Wie kan aanvragen

5

 

3.2

Wat kan aangevraagd worden

5

 

3.3

Het opstellen en indienen van de aanvraag

6

 

3.4

Indieningsvoorwaarden

7

 

3.5

Subsidievoorwaarden

7

4

Beoordelingsprocedure

8

 

4.1

Procedure

9

 

4.2

Criteria

11

5

Subsidieverplichtingen

12

6

Contact en overige informatie

12

 

6.1

Contact

12

 

6.2

Overige informatie

12

7

Bijlage(n):

12

 

7.1

Overige relevante informatie voor gehonoreerde projectvoorstellen

12

 

7.2

Uitleg ‘Technological Readiness Levels’ (TRL) en ‘Societal Readiness Levels’ (SRL)

12

1 Inleiding

In deze Call for proposals leest u hoe de aanvraagprocedure is ingericht voor de subsidieronde Faculty of Impact. Deze Call for proposals valt onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

U vindt in deze Call for proposals achtereenvolgens informatie over het doel van dit programma (hoofdstuk 2), de voorwaarden voor de subsidieaanvraag (hoofdstuk 3) en hoe uw aanvraag wordt beoordeeld (hoofdstuk 4). Deze informatie heeft u nodig om een aanvraag voor subsidie te kunnen indienen. In hoofdstuk 5 vindt u de subsidieverplichtingen die van toepassing zijn in geval van toewijzing, in hoofdstuk 6 de contactgegevens en in hoofdstuk 7 de bijlagen.

1.1 Achtergrond

1.1.1 Faculty of Impact Programma

Een van de ambities van de overheid is om ervoor te zorgen dat excellent wetenschappelijk onderzoek ook wordt gebruikt om maatschappelijke problemen aan te pakken en economische groei te verwezenlijken. Op dit moment gebeurt dat echter nog niet vaak genoeg vanwege leemtes in de valorisatieketen. Veel wetenschappelijke ontdekkingen bereiken de markt niet omdat wetenschappers en andere onderzoekers vaak niet beschikken over de kennis en ervaring die nodig is om een marktrijp product te maken en een commerciële organisatie op te richten.

Onderzoekers die impact willen realiseren met hun onderzoek en geïnteresseerd zijn in het opzetten van een eigen bedrijf, kunnen nu een subsidieaanvraag indienen om fellow te worden aan de Faculty of Impact. De missie van de Faculty of Impact is om getalenteerde onderzoekers meer kansen te bieden voor het combineren van ondernemerschap en wetenschap.

De Faculty of Impact is een samenwerkingsverband tussen de Vereniging van Universiteiten (VSNU), de universiteiten, Techleap en NWO.

Het Faculty of Impact programma is gericht op excellente onderzoekers die onderzoek doen dat mogelijkheden biedt om maatschappelijke problemen op te lossen met behulp van geavanceerde wetenschappelijke inzichten. Deze meerwaarde wordt gecreëerd door inzichten uit onderzoek of uit onderzoek voortkomende technologieën te vertalen naar maatschappelijk relevante oplossingen.

Subsidie voor translationeel onderzoek

Om onderzoek te vertalen naar maatschappelijke toepassingen zijn middelen nodig: salarissen voor onderzoekers die toepassingen voor hun onderzoek ontwikkelen, vaardigheden voor het ontwikkelen van onderzoekstoepassingen, toegang tot onderzoeksfaciliteiten, kennis en netwerken om de toepassing in de maatschappij te testen, budgetten om prototypes te bouwen of pilots op te zetten, enzovoort. De Faculty of Impact stelt deze middelen beschikbaar met een tweejarige subsidie voor (postdoctorale) onderzoekers. In deze periode kunnen zij zich richten op het toepassen van hun onderzoek in de samenleving. De fellows worden ondersteund bij het ontwikkelen van hun talent voor toegepast onderzoek en krijgen toegang tot onderzoeksfaciliteiten, relevante kennis en ondersteunende netwerken. Daarnaast biedt de Faculty of Impact ondersteuning bij het verwerven van financiering om prototypes te bouwen en testen en bij het uitvoeren van pilots.

Supportprogramma

De fellows1 van de Faculty of Impact (voortaan aangeduid als ‘fellows’) werken drie weken per maand aan hun universiteit, hogeschool of onderzoeksinstituut in Nederland. De fellows komen elke maand één week samen voor intensieve sessies om hun vaardigheden in toegepast onderzoek te vergroten en daarbij ondernemerschap te ontwikkelen. Ook nemen ze deel aan peer-to-peer sessies en masterclasses over specifieke onderwerpen, en leggen ze contact met relevante bedrijfssectoren of het maatschappelijk veld. Ook ontvangen ze coaching en begeleiding en zullen er voortgangsgesprekken plaatsvinden. Een groep fellows bestaat uit 8 tot 12 individuele fellows. Elke groep richt zich op een specifiek maatschappelijk thema.

Meer informatie over het Faculty of Impact supportprogramma vindt u op: www.facultyofimpact.nl

Voor wie

Binnen het thema zoals beschreven in paragraaf 1.1.2 ziet de Faculty of Impact graag aanvragen van fellows uit alle disciplines en met diverse achtergronden tegemoet. Meer informatie over de specifieke voorwaarden is te vinden in paragraaf 3.1. ‘Wie kan aanvragen’.

Implicaties voor fellow en instituut

  • Om te zorgen dat de fellow zich daadwerkelijk aan het Faculty of Impact programma kan wijden, zorgt het instituut van de fellow dat hij/zij twee jaar lang aan het programma kan deelnemen en in die tijd door het instituut vrijgesteld wordt van reguliere taken zoals onderwijs, publicaties en onderzoek. De gastorganisatie garandeert ook dat de fellow zijn/haar onderzoek zelfstandig kan prioriteren en binnen de organisatie toegang heeft tot de benodigde faciliteiten.

  • De begeleider, directeur en de Knowledge Transfer Office (of een vergelijkbare afdeling) van het instituut voegen ieder een ondersteuningsbrief aan de aanvraag toe zoals beschreven in paragraaf 3.4.1. Mocht een fellow op enig moment tijdens het project besluiten om het project niet af te ronden, dan dient hij/zij dit onmiddellijk aan NWO te melden. In paragraaf 7.1 vindt u meer relevante informatie over gehonoreerde projectvoorstellen.

1.1.2 Thema Energietransitie en Duurzaamheid

Onze energievoorziening is aan het veranderen. Hernieuwbare energiebronnen nemen steeds vaker de plaats in van de fossiele brandstoffen die we gewend zijn te gebruiken voor warmte, elektriciteit en transport. Er is ook een steeds grotere rol weggelegd voor gedecentraliseerde energielevering.

Door deze energietransitie verder te versnellen wordt een bijdrage geleverd aan een vitale en leefbare maatschappij, waarin economische groei, sociale rechtvaardigheid en een schoon milieu zorgen dat mensen graag in Nederland wonen en werken.2 Werkt u aan oplossingen binnen het thema Energietransitie en Duurzaamheid die u wilt inzetten om een commerciële of maatschappelijke start- up te beginnen? Voor de 2021/2022 subsidieronde van de Faculty of Impact zijn alle ideeën in relatie tot het thema Energietransitie en Duurzaamheid welkom.

De subthema’s binnen het thema Energietransitie en Duurzaamheid zijn: klimaat en energie, circulaire economie en toekomstbestendige mobiliteitssystemen. Vooral welkom zijn projecten met betrekking tot de volgende acht doelen:

  • Elektriciteit – Een volledig CO2-vrij elektriciteitssysteem

  • Bebouwde omgeving – Een CO2-vrije bebouwde omgeving

  • Industrie – Een klimaatneutrale industrie met hergebruik van grondstoffen en producten

  • Circulaire economie – Een volledig circulaire economie

  • Mobiliteit – Emissieloze en toekomstbestendige mobiliteit voor mensen en goederen

  • Landbouw en natuur – Een netto klimaatneutraal systeem van landbouw en natuur

  • Systeemintegratie – Een robuust en maatschappelijk gedragen energiesysteem

  • Maatschappelijk verantwoord innoveren – Innoveren en ontwikkelen van nieuwe vaardigheden voor de energietransitie

Enkele voorbeelden zijn:

  • Op onderzoek gebaseerde consultancy en methoden voor gedragsverandering richting energietransitie, duurzaamheid/hergebruik, het verminderen van plastic, en/of circulaire kooppatronen

  • Nieuwe technologie voor batterijen voor de opslag van zonne-energie

  • Hergebruik van afvalmaterialen

  • Ideeën om huurders te helpen bij het verduurzamen van hun huurhuizen

Het thema van de 2021/2022 subsidieronde van de Faculty of Impact is Energietransitie en Duurzaamheid. Dit betekent dat alle aanvragen binnen dit thema moeten vallen. Ter voorbereiding op uw aanvraag kunt u een consult aanvragen met een vertegenwoordiger van de Topsector Energie voor meer informatie over het onderwerp Energietransitie en Duurzaamheid en advies over de reikwijdte van uw aanvraag.

Dit consult is een door de Topsector Energie aangeboden dienst en is niet verplicht. U kunt een consult aanvragen door voor 22 december 2021 aanstaande een korte beschrijving (max. 300 woorden) van het projectidee te sturen naar Marsha Roos (mailto:marsha@tki-urbanenergy.nl) met als onderwerp “Faculty of Impact projectidee – <naam aanvrager>”. Vermeld ook de naam van een van de acht hierboven genoemde primaire doelen waarop het projectvoorstel zich richt. Marsha Roos zal het contact met de ter zake kundige vertegenwoordiger organiseren. Alle aangeleverde informatie wordt vertrouwelijk behandeld. Meer informatie over het thema Energietransitie en Duurzaamheid vindt u op: https://www.topsectorenergie.nl/

1.2 Beschikbaar budget

Het subsidieplafond voor deze Call for proposals bedraagt in totaal 2.000.000 euro. Het budget dat per fellow kan worden aangevraagd is 200.000 euro.

1.3 Indieningsdeadline(s)

De deadline voor het indienen van een volledig uitgewerkte aanvraag is dinsdag 18 januari 2022 om 14:00:00 uur CET.

2 Doel

Dit hoofdstuk beschrijft de doelstelling van het programma en de maatschappelijke impact.

2.1 Doelstelling van het programma

Het doel van de Faculty of Impact is om getalenteerde fellows uit alle disciplines de gelegenheid te bieden om ondernemerschap te combineren met wetenschap. Fellows hebben een innovatief idee dat mogelijkheden biedt om maatschappelijke impact te realiseren. Het kan hierbij gaan om een instrument om gedragsverandering te stimuleren, een technologische innovatie, een nieuw bedrijfsmodel, consultancy om ideeën zonder winstoogmerk te ondersteunen, enzovoort. In dit stadium is er echter nog geen sprake van een volledig functioneel product, functionele dienst of functioneel beleid, of van een bedrijf dat verkoopt aan klanten. Het idee werd echter wel gevalideerd met een pilot in een labomgeving (corresponderend met TRL 43) of met relevante stakeholders (corresponderend met SRL 43). De fellows krijgen tijdens een programma van twee jaar de gelegenheid om hun creatieve en baanbrekende ideeën verder uit te werken en op te schalen. De maatschappelijke verankering van het idee is hier onderdeel van, evenals de voorwaarden van uitvoering, het creëren van bewustzijn, de ontwikkeling van verspreidingsplannen en het vinden van mogelijkheden om het idee te financieren.

Tijdens het tweejarige programma worden de fellows ondersteund en opgeleid op het vlak van de benodigde technische, maatschappelijke en zakelijke aspecten van hun idee zodat zij het op een succesvolle manier kunnen vertalen naar een schaalbare commerciële of maatschappelijke start-up. Als fellows ontvangen zij een arbeidscontract en salaris van hun universiteit of hogeschool en toegang tot onderzoeksgroepen, laboratoria en kantoorruimte. Daarnaast worden fellows door hun universiteit of hogeschool vrijgesteld van standaardtaken zoals onderwijstaken en de publicatie van artikelen. Deze fellows starten met een voorsprong omdat ze verbonden zijn aan een universiteit of hogeschool en hun voordeel kunnen doen met zowel het academisch netwerk van hun universiteit of hogeschool als het zakelijk netwerk van de Faculty of Impact.

Na negen maanden zullen de begeleiders en mentoren van de fellows hun voortgang toetsen om de status van hun project en hun persoonlijke ontwikkeling te evalueren. In dit stadium bespreken de fellows hoe ze het idee verder kunnen ontwikkelen en in welke rol ze verder willen gaan: als de CEO van het bedrijf of als hoofdwetenschapper binnen het bedrijf, of dat hun voorkeur uitgaat naar een academische carrière en ze in de functie van wetenschappelijk adviseur aan het project willen bijdragen. Na afloop van het tweejarige traject dienen de fellows de werking van het idee te hebben aangetoond in een relevante omgeving en in samenwerking met relevante stakeholders, en aan te tonen dat het projectidee gereed is om financiering aan te trekken voor de volgende ontwikkelingsfase.

2.2 Maatschappelijke impact

Nieuwe kennis en inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken van vandaag én morgen. Denk aan de energietransitie, gezondheid en zorg, of klimaatverandering. De verbinding tussen wetenschap en samenleving is een kernpunt van de NWO-visie. Wetenschappelijk onderzoek levert kennis op die als voedingsbodem fungeert voor maatschappelijke en economische innovaties die nodig zijn voor het goed functioneren van de Nederlandse maatschappij. Het thema van deze ronde – Energietransitie en Duurzaamheid – vormt een complexe maatschappelijke uitdaging waarvoor een goede aansluiting tussen technologie, mensen en de maatschappij van belang is (maatschappelijke verankering).

Kennisbenutting vergroot de kans op maatschappelijke impact van onderzoek en is daarom een belangrijk onderdeel van de NWO-strategie.

2.2.1 Kennisbenutting

NWO ziet kennisbenutting als een iteratief proces om maatschappelijke impact te bereiken. Door interactie en afstemming tussen onderzoekers en mogelijke kennisgebruikers, neemt de kans op kennisbenutting toe en daarmee ook de kans op maatschappelijke impact. Via haar kennisbenuttingsbeleid bevordert NWO de mogelijke bijdrage vanuit onderzoek aan maatschappelijke vraagstukken door het stimuleren van productieve interacties met maatschappelijke belanghebbenden. Zowel tijdens de ontwikkeling als in de uitvoering van het onderzoek. Dit doet zij op een manier die past bij het doel van het financieringsinstrument.

2.2.2 Maatwerk in benadering kennisbenutting

Het primaire doel van het financieringsinstrument bepaalt de methode die NWO inzet om kennisbenutting in verschillende fases van het project (aanvraag, uitvoering, na afloop) te bevorderen en de inspanning die van aanvrager(s) en partners gevraagd wordt. In dit programma wordt de Impact Focus benadering toegepast. Hiermee faciliteert NWO projecten die onderzoeksresultaten verder ontwikkelen voor maatschappelijke toepassingen.

Het programma van de Faculty of Impact begint met de ontwikkeling van een oplossing. Vervolgens leren fellows hoe zij hun idee kunnen vertalen naar een commerciële of sociale start-up door strategieën te ontwikkelen voor capaciteitsversterking en een gunstig ondernemingsklimaat. Het volledige programma, vanaf de aanvraag tot de opleiding en het netwerk van de Faculty of Impact, is opgezet om fellows zo goed mogelijk te ondersteunen en de kans dat onderzoeksresultaten in de samenleving kunnen worden toegepast, te maximaliseren.

Voor meer informatie over het kennisbenuttingsbeleid van NWO zie de website: www.nwo.nl/kennisbenutting.

3 Voorwaarden voor aanvragers

Dit hoofdstuk bevat de voorwaarden die gelden voor uw subsidieaanvraag. Eerst wordt beschreven wie subsidie kan aanvragen (paragraaf 3.1) en waarvoor u subsidie kunt aanvragen (paragraaf 3.2). Vervolgens vindt u de voorwaarden voor het opstellen en indienen van de aanvraag (paragrafen 3.3 en 3.4) en specifieke subsidievoorwaarden (paragraaf 3.5).

3.1 Wie kan aanvragen

  • PhD studenten die hun promotieonderzoek bijna hebben afgerond (d.w.z. PhD studenten die al een datum hebben gepland voor de verdediging, die hun proefschrift al aan de leescommissie hebben voorgelegd, of vergelijkbaar) of

  • Postdocs, universitair (hoofd)docenten of ander wetenschappelijk personeel (max. schaal 11) of vergelijkbare functies aan een hogeschool4 mogen een aanvraag indienen als zij een aanstelling hebben bij een van de volgende organisaties:

    • Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;

    • Universitair medische centra;

    • KNAW- en NWO-instituten;

    • het Nederlands Kanker Instituut;

    • het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;

    • de DUBBLE-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;

    • NCB Naturalis;

    • Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL);

    • Prinses Máxima Centrum;

    • Hogescholen gefinancierd in overeenstemming met Artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek5.

3.2 Wat kan aangevraagd worden

Voor een aanvraag binnen deze Call for proposals is maximaal 200.000 euro beschikbaar per fellow van het Faculty of Impact programma. Het programma heeft een looptijd van twee jaar. Voor deze Call for proposals kan budget worden besteed voor de modules ‘Personele kosten’, ‘Vervanging’ en ‘Materieel’. De laatstgenoemde module is beperkt tot reis- en verblijfskosten.

Personele kosten

  • Het is mogelijk subsidie voor de salariskosten van de fellow aan te vragen (max schaal 11). Subsidiëring van deze salariskosten is afhankelijk van het type aanstelling en de organisatie waar de fellow een aanstelling heeft:

    • Voor universitaire instellingen worden salariskosten gefinancierd conform de op het moment van subsidieverlening geldende VSNU-salaristabellen (https://www.nwo.nl/salaristabellen).

    • Voor universitair medische centra worden salariskosten gefinancierd conform de op het moment van subsidieverlening geldende NFU-salaristabellen (https://www.nwo.nl/salaristabellen).

    • Voor personeel van hogescholen en overige instellingen worden salariskosten gefinancierd op basis van de cao-inschaling van de betreffende medewerker, gebaseerd op de Handleiding Overheidstarieven (HOT) 2021. Voor de Nederlandse Cariben geldt dat de rijksoverheid in Caribisch Nederland ambtenaren op de BES-eilanden onder andere voorwaarden in dienst neemt dan in Europees Nederland. www.rijksdienstcn.com/werken-bij-rijksdienst-caribisch-nederland/arbeidsvoorwaarden.

De tarieven voor de module personeelskosten (max schaal 11) zijn verwerkt in het begrotingsformat bij het aanvraagformulier. Bovenop de salariskosten voor de fellow komt een eenmalige persoonsgebonden benchfee van 5.000 euro.

In geval van een vast contract zijn de directe salariskosten niet subsidiabel, maar in dit geval kan een aanvraag worden ingediend voor de kosten van vervanging voor de duur van het Faculty of Impact programma.

Vervanging van extra taken van de aanvrager

Met deze budgetmodule kan financiering worden aangevraagd voor de kosten van de te vervangen aanvrager. Hiermee kan de werkgever van de betreffende aanvrager de kosten dekken om hem/haar vrij te stellen van onderwijs-, begeleidings-, bestuurs- of beheertaken (niet: onderzoekstaken). De door de vervanging vrijgekomen tijd mag de aanvrager alleen inzetten voor werkzaamheden in het kader van het project. In de aanvraag dient te worden beschreven welke werkzaamheden de aanvrager in het kader van het project in de vrijgestelde tijd zullen verrichten.

Er kan voor maximaal het equivalent van 24 voltijdsmaanden vervanging worden aangevraagd. NWO financiert de vervanging op basis van de op het moment van subsidieverlening geldende salaristabellen voor een senior wetenschappelijk medewerker (schaal 11) (https://www.nwo.nl/salaristabellen).

Materieel: Reis- en verblijfskosten

  • Reis- en verblijfskosten worden toegekend op basis van de regels en voorwaarden van het arbeidscontract van het instituut

  • Congresbezoek (maximaal 2 per jaar per aangevraagde wetenschappelijke positie)

  • Veldwerk

  • Werkbezoek

  • BTW kan alleen worden opgevoerd als het deel uitmaakt van de kosten voor de fellow

Niet-subsidiabele kosten:

  • Institutionele basisvoorzieningen (laptop, kantoormeubilair, enz.)

  • Onderhouds- en verzekeringskosten

  • Kosten met betrekking tot de start-up

  • Projectgerelateerde goederen/diensten zoals verbruiksartikelen en dergelijke

  • Implementatiekosten zoals audits, kosten voor datamanagement en dergelijke

3.3 Het opstellen en indienen van de aanvraag

Voor het opstellen van uw aanvraag doorloopt u de volgende stappen:

  • download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (op de website van het betreffende financieringsinstrument);

  • vul het aanvraagformulier in. Let op: naast een geschreven aanvraag dient u ook een link naar een downloadbare video (zoals hierna beschreven) in te dienen.

  • sla het formulier op als pdf en dien het met de eventueel verplichte bijlage(n) in ISAAC in;

  • vul de in ISAAC gevraagde gegevens online in.

Korte video

Naast een geschreven aanvraag, dient u ook een link naar een downloadbare, korte video toe te voegen.

De video mag niet langer zijn dan 3:00 minuten. Het is niet nodig professionele apparatuur of hulp in te huren. De video wordt op de inhoud beoordeeld, niet op de kwaliteit. Een kwaliteit gelijkwaardig aan de HD-kwaliteit van een mobiele telefoon is aanvaardbaar. De video moet in het Engels worden ingesproken. Houd hierbij een breed publiek in gedachten: uw goedgeschoolde buren moeten in staat zijn om uw verhaal te begrijpen. Controleer of gebruikte audiobestanden of visuele materialen royaltyvrij zijn.

De video dient als inspirerende introductie van de volgende onderwerpen (in willekeurige volgorde):

  • Wie bent u?

  • Wat is uw droom en wat motiveert u? (Bespreek dit in de context van de maatschappelijke relevantie van uw idee: waarom heeft de samenleving dit nodig? Wat is het probleem?)

  • Welke kansen biedt uw idee? (Hoe creëert uw idee maatschappelijke waarde of hoe biedt het een oplossing van het -indien van toepassing- genoemde probleem?)

  • In welke fase bevindt uw idee zich? (Ontwikkelingsfase en levensvatbaarheid van het idee: is het idee gevalideerd en schaalbaar? Voer hiervoor bewijzen aan, wanneer mogelijk.)

De link naar de video moet bruikbaar blijven totdat deze call wordt afgesloten (d.w.z. totdat u de beslissing van het bestuur van het NWO-domein Toegepaste en Technische Wetenschappen heeft ontvangen).

Verplichte bijlage(n):

  • Begroting.

  • Ondersteuningsbrief van de begeleider van de aanvrager ter bevestiging van de wetenschappelijke kwaliteit van het idee en de kwaliteit van de aanvrager en (indien van toepassing) ter bevestiging dat de aanvrager bezig is met het afronden van zijn/haar promotie zoals gedefinieerd in paragraaf 3.1. De begeleider van de aanvrager dient een professor of een universitair (hoofd)docent te zijn, een lector aan een hogeschool of een vergelijkbare functie te bekleden, en heeft een aanstelling voor de duur van het programma.

  • Ondersteuningsbrief van de afdelingsdirecteur om te bevestigen dat de aanvrager deel uitmaakt van de groep, gebruik kan maken van de onderzoeksfaciliteiten tijdens het programma van de Faculty of Impact, en bij toelating tot de Faculty of Impact vrijgesteld is van standaard universitaire taken (zoals onderwijstaken en publiceren). Het is verplicht om het bijgevoegde sjabloon voor deze brief te gebruiken.

  • Ondersteuningsbrief van de knowledge transfer office van de organisatie met antwoord op de vraag waarom het idee maatschappelijke impact kan hebben. Indien de projectaanvraag wordt gehonoreerd, zal de knowledge transfer office de fellow gedurende het hele programma coachen om de businesscase te verbeteren en de ondernemerskwaliteiten van de fellow te vergroten. Wanneer de organisatie geen knowledge transfer office heeft, is een ondersteuningsbrief vereist van een vertegenwoordiger van het college van bestuur van de organisatie. In deze ondersteuningsbrief verklaart de vertegenwoordiger dat de fellow vergelijkbare coaching ontvangt als bij aanwezigheid van een knowledge transfer office, d.w.z. dat er gedurende het hele programma een coach beschikbaar zal zijn om zowel de businesscase als de ondernemerskwaliteiten van de fellow te verbeteren.

De vier bijlagen moeten apart van de aanvraag in ISAAC worden geüpload. Alle bijlagen moeten als pdf-bestanden (zonder encryptie) worden ingediend. Het begrotingsformulier mag apart als Excelbestand worden ingediend. Andere bijlagen dan hierboven vermelde bijlagen zijn niet toegestaan. Het is verplicht uw aanvraag in het Engels op te stellen.

Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

U bent als aanvrager verplicht een aanvraag via het eigen persoonlijke ISAAC-account in te dienen.

Het is belangrijk om tijdig te beginnen met uw aanvraag in ISAAC:

  • Indien u nog geen ISAAC-account heeft, dient deze op tijd te worden aangemaakt om eventuele aanmeldproblemen te voorkomen.

  • In ISAAC niet opgenomen organisaties moeten eventueel nog door NWO toegevoegd worden aan ISAAC.

  • U moet online ook nog andere gegevens invoeren.

Aanvragen die na de deadline worden ingediend, neemt NWO niet in behandeling.

Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk, zie contact (hoofdstuk 6).

Werkt u bij een organisatie die niet is opgenomen in de database van ISAAC? U kunt dit dan melden via relatiebeheer@nwo.nlzodat de organisatie kan worden toegevoegd. Hier zijn enige dagen voor nodig. Daarom is het van belang dit uiterlijk een week voor de deadline te melden.

3.4 Indieningsvoorwaarden

3.4.1 Formele voorwaarden voor indiening

NWO toetst uw aanvraag op onderstaande voorwaarden. Alleen als uw aanvraag aan deze voorwaarden voldoet, wordt deze toegelaten tot de beoordelingsprocedure. U wordt gevraagd om na indiening van een aanvraag beschikbaar te zijn om eventuele administratieve correcties door te voeren en zo (alsnog) te voldoen aan de voorwaarden voor indiening.

Deze voorwaarden zijn:

  • er wordt voldaan aan de in paragrafen 3.1,3.2 en 3.3 gestelde voorwaarden;

  • het aanvraagformulier is, na eventueel verzoek tot aanvulling of wijziging, juist, compleet en volgens de instructies ingevuld;

  • het aanvraagformulier bevat een downloadbare videolink zoals beschreven in paragraaf 3.3, en de video voldoet aan alle in paragraaf 3.3 genoemde vereisten;

  • de aanvraag is ingediend via het ISAAC-account van de hoofdaanvrager;

  • de aanvraag is ontvangen voor of op de gestelde deadline;

  • de aanvraag is in het Engels opgesteld;

  • de aanvraagbegroting is volgens de voorwaarden van deze Call for proposals opgesteld;

  • de vier vereiste bijlagen zijn ingediend.

3.5 Subsidievoorwaarden

Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2017en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.

3.5.1 Datamanagement

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. NWO verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door NWO zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO hanteert daarbij het principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, kunnen worden meegenomen in de projectbegroting. Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan aan de hand van de datamanagementparagraaf in de aanvraag, en het datamanagementplan na toewijzing van subsidie.

Datamanagementparagraaf

De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de aanvraag. Onderzoekers wordt gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek, valorisatie, of andere redenen, dient de aanvrager dit beargumenteerd kenbaar te maken in de datamanagementparagraaf.

De datamanagementparagraaf wordt niet beoordeeld en daarom ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al dan niet toe te wijzen. Zowel de referenten als de commissie kunnen wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf.

3.5.2 Wetenschappelijke integriteit

Het project dat NWO financiert moet, conform de NWO Subsidieregeling 2017, uitgevoerd worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018). Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan deze code. In geval van (mogelijke) schending van deze normen bij een door NWO gefinancierd project, dient de aanvrager NWO hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en dient deze alle ter zake relevante documenten aan NWO te overleggen. Meer informatie over de gedragscode en het beleid op het gebied van wetenschappelijke integriteit vindt u op de website: www.nwo.nl/integriteit.

3.5.3 Ethische verklaring of vergunning

Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om na te gaan of voor de uitvoering van het voorgestelde project een ethische verklaring of vergunning noodzakelijk is. De aanvrager dient er voor te zorgen dat deze tijdig wordt verkregen bij de relevante instelling of ethische commissie. Bij toewijzing wordt de subsidie verleend onder de voorwaarde dat de benodigde ethische verklaring of vergunning vóór de uiterste startdatum van het project is verkregen. Het project kan niet starten dan nadat NWO een kopie van de ethische verklaring of vergunning heeft ontvangen.

3.5.4 Nagoya Protocol

Het Nagoya Protocol zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen uit Nederland of het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.

4 Beoordelingsprocedure

Dit hoofdstuk beschrijft allereerst hoe de beoordelingsprocedure verloopt (paragraaf 4.1). Vervolgens somt het de criteria op waaraan de beoordelingscommissie uw aanvraag toetst (paragraaf 4.2). De divers samengestelde beoordelingscommissie bestaat uit externe experts, zoals experts uit het bedrijfsleven, programmacoaches, ondernemers, vertegenwoordigers van universiteiten en hogescholen en/of investeerders.

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en betrokken NWO- medewerkers is de NWO Code Persoonlijke Belangen van toepassing (www.nwo.nl/code).

NWO streeft naar een inclusieve cultuur, waarin geen plaats is voor bewuste of onbewuste barrières vanwege culturele, etnische of religieuze achtergrond, gender, seksuele oriëntatie, gezondheid of leeftijd (www.nwo.nl/diversiteit-en-inclusie). NWO stimuleert referenten en leden van een beoordelingscommissie of jury actief om zich bewust te worden van impliciete associaties en te proberen deze te minimaliseren. NWO voorziet hen van informatie over concrete manieren om de beoordeling van een aanvraag te verbeteren.

The San Francisco Declaration (DORA)

NWO is ondertekenaar van de San Francisco Declaration on Research Assessment (DORA). DORA is een wereldwijd initiatief dat beoogt de manier waarop onderzoek en onderzoekers worden beoordeeld te verbeteren. DORA bevat aanbevelingen voor onderzoeksfinanciers, onderzoeksinstellingen, wetenschappelijke tijdschriften en andere partijen.

DORA richt zich op het terugdringen van het onkritisch gebruik van bibliometrische indicatoren en het wegnemen van onbewuste vooringenomenheid (unconscious bias) bij de beoordeling van onderzoek en onderzoekers. Overkoepelende filosofie van DORA is dat onderzoek moet worden beoordeeld op zijn eigen kwaliteiten en verdiensten in plaats van op basis van afgeleide indicatoren, zoals het tijdschrift waarin het onderzoek wordt gepubliceerd.

NWO gaat bij het beoordelen van het wetenschappelijk track record van aanvragers uit van een brede definitie van wetenschappelijke output.

NWO verzoekt commissieleden en referenten bij de beoordeling van aanvragen niet af te gaan op indicatoren als de Journal Impact Factor of de h-index. U mag deze niet vermelden in uw aanvraag. Wel mag u naast publicaties ook andere wetenschappelijk producten te vermelden, zoals datasets, patenten, software en code, enzovoort.

Voor meer informatie over wat NWO doet om de principes van DORA te implementeren, zie: www.nwo.nl/dora

4.1 Procedure

De aanvraagprocedure bestaat uit de volgende stappen:

  • Indiening van de aanvraag

  • In behandeling nemen van de aanvraag

  • Selectie voor het interview

  • Interview

  • Vergadering van de beoordelingscommissie

  • Besluitvorming

Vanwege de in de beoordelingscommissie aanwezige expertise en de geringe omvang van de subsidie, heeft NWO besloten om bij de beoordeling van de aanvragen gebruik te maken van de mogelijkheid gegeven in artikel 2.2.4, lid 2, van de NWO Subsidieregeling 2017, om de beoordelingsprocedure uit te voeren zonder referenten in te schakelen.

4.1.1 Indiening van een aanvraag

Voor indiening van de aanvraag is een standaardformulier beschikbaar op de financieringspagina van deze Call for proposals op de NWO website. In uw aanvraag moet u zich houden aan de vragen die in dit formulier staan en aan de werkwijze die in de toelichting staat. Ook moet u zich houden aan de voorwaarden voor het maximale aantal woorden en pagina’s.

Uw volledig ingevulde aanvraagformulier moet voor de deadline via ISAAC zijn ontvangen (zie paragraaf 1.3). Na dit tijdstip kunt u geen aanvraag meer indienen. De aanvrager ontvangt na indiening van de aanvraag een ontvangstbevestiging.

4.1.2 In behandeling nemen van de aanvraag

U hoort zo snel mogelijk na het indienen van uw aanvraag of NWO uw aanvraag in behandeling neemt. NWO bepaalt dit aan de hand van een aantal administratieve en technische criteria (zie de formele voorwaarden voor indiening, paragraaf 3.4). Alleen als uw aanvraag hieraan voldoet, kan NWO deze in behandeling nemen.

U wordt gevraagd om gedurende de twee weken na het indienen van uw aanvraag beschikbaar te zijn om eventuele administratieve correcties door te voeren om (alsnog) te voldoen aan de voorwaarden voor indiening. U krijgt één keer de gelegenheid om de correcties door te voeren, hiervoor krijgt u vijf werkdagen de tijd.

4.1.3 Selectie voor het interview

De aanvragen worden in onderlinge competitie met elkaar beoordeeld door een divers samengestelde beoordelingscommissie bestaande uit externe experts, zoals experts uit het bedrijfsleven, programmacoaches, ondernemers, vertegenwoordigers van universiteiten en hogescholen en/of investeerders. De beoordelingscommissie maakt een eigen afweging op basis van het voorstel, de video en de steunbrieven. Aanvragen worden geprioriteerd op basis van de gemiddelde score volgens de criteria beschreven in paragraaf 4.2.De hoogst geprioriteerde aanvragers ontvangen een uitnodiging voor een interview met de beoordelingscommissie om hun ingediende aanvraag te bespreken. Alle uitgenodigde aanvragers ontvangen schriftelijk commentaar van de beoordelingscommissie en instructies ter voorbereiding van het interview.

4.1.4 Interview

Het interview is onderdeel van de beoordeling. In dit interview beantwoordt de aanvrager vragen over het ingediende aanvraagformulier en de video.

4.1.5 Vergadering van de beoordelingscommissie

Na de interviews evalueert de beoordelingscommissie de aanvragen nogmaals op basis van de beoordelingscriteria, gevolgd door een discussie om consensus te bereiken over de uiteindelijke prioritering. De commissie stelt vervolgens voor het bestuur van NWO-domein TTW een schriftelijk advies op over de kwaliteit en prioritering van de aanvragen.

Als na de bespreking van de aanvragen blijkt dat twee of meer aanvragen op basis van hun gewogen totaalscore niet van elkaar te onderscheiden zijn, dan is er sprake van een ex aequo-situatie (zie hieronder).

Kwalificatie

NWO kent alle aanvragen een kwalificatie toe en stelt de onderzoeker hiervan op de hoogte in het besluit om de aanvraag wel of niet te honoreren. Alleen aanvragen met de kwalificatie "excellent" of "zeer goed" komen voor financiering in aanmerking. Ga naar https://www.nwo.nl/financiering-aanvragen-hoe-werkt-datvoor meer informatie over de kwalificaties. Als na de bespreking van de aanvragen blijkt dat twee of meer aanvragen op basis van hun gewogen totaalscore niet van elkaar te onderscheiden zijn, dan is er sprake van een ex aequo-situatie (zie paragraaf over ex aequo).

Ex aequo

Onder ex aequo verstaat NWO de situatie waarin twee of meer aanvragen op basis van hun gewogen score niet van elkaar te onderscheiden zijn. Een ex aequo situatie is relevant rondom de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens. Of er sprake is van een ex aequo situatie wordt als volgt bepaald. Het uitgangspunt is de door de beoordelingscommissie opgestelde prioritering, met eindscores afgerond op 2 decimalen. De referentiescore is de score van de laagst geprioriteerde aanvraag binnen de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens. Alle aanvragen met een score die 0,05 of minder van de referentiescore afliggen, worden in overweging genomen. Vervolgens worden de aanvragen geselecteerd die binnen 0,1 gelijk zijn. Indien een ex aequo situatie zich voordoet op de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens, dan zal de aanvraag met de hoogste score op het criterium ‘Kwalitiet van de aanvrager’ als hoogste eindigen. Als ook dan aanvragen gelijk eindigen bepaalt de beoordelingscommissie met behulp van een (anonieme) meerderheidsstemming de prioritering (conform artikel 2.2.7, derde lid, sub a, onderdeel iv van de NWO Subsidieregeling 2017). Als ook stemming geen uitsluitsel biedt, of niet gewenst is, wordt de ex aequo situatie doorgestuurd naar het besluitnemend orgaan.

4.1.6 Besluitvorming

Tot slot toetst het bestuur van NWO-domein TTW de gevolgde procedure en het advies van de beoordelingscommissie. Daarna stelt het de definitieve kwalificaties vast en besluit over toe- en afwijzing van de aanvragen. Het bestuur van het NWO-domein TTW baseert haar financieringsbeslissing voornamelijk op de prioritering van de projectaanvragen. De belangrijkste overweging is de prioritering op basis van de scores die door de beoordelingscommissie zijn vastgesteld. Het bestuur van NWO-domein TTW geeft geen oordeel over de inhoud van de aanvragen.

4.1.7 Te weinig aanvragen

De huidige ronde van de Faculty of Impact zal niet plaatsvinden als er, nadat er is beoordeeld of er aan de voorwaarden van hoofdstuk 3 is voldaan, of na afwijzing op grond van de in paragraaf 4.2 genoemde afwijzingsgronden, minder dan zeven aanvragen voor financiering in aanmerking komen. In dat geval stelt het bestuur van NWO-domein TTW de subsidielimiet vast op nihil. Vervolgens worden alle aanvragen afgewezen.

4.1.8 Tijdpad

Hieronder treft u het tijdpad aan voor deze Call for proposals. Het kan zijn dat NWO het noodzakelijk acht om tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in het tijdpad van deze Call for proposals aan te brengen. Uiteraard ontvangt u hierover op tijd bericht.

Aanvragen

 

Dinsdag 18 januari 2022

Deadline aanvragen

Week 9 2022

Uitslag voorselectie / Uitnodiging interviews

Week 11-12 2022

Interviews

Week 12 2022

Vergadering beoordelingscommissie

22 april 2022

Bestuur van NWO-domein TTW

4.2 Criteria

4.2.1 Inhoudelijke beoordelingscriteria

De aanvragen die binnen deze Call for proposals worden ingediend worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • Kwaliteit van het idee

    • In de video komen zowel het probleem/de uitdaging (wat, waarom en voor wie?) als de oplossing (welke, waarom en waarom nu?) duidelijk naar voren en er wordt overtuigend beargumenteerd hoe het voorgestelde idee een (gedeeltelijke) oplossing biedt voor het probleem/de uitdaging. De technische kwaliteit van de video wordt niet beoordeeld.

    • Het idee is gebaseerd op gedegen wetenschappelijke kennis en resultaten/inzichten.

    • Het idee is innovatief en origineel.

    • Het idee is gevalideerd middels een pilot in een labomgeving (corresponderend met TRL 4) of met relevante stakeholders (corresponderend met SRL 4). Bovendien is het mogelijk om het idee verder te ontwikkelen tot een concreet product, concrete dienst of concreet beleid (zoals aangetoond in een relevante omgeving).

    • De steunbrieven van de begeleider van de aanvrager en de knowledge transfer office bieden een overtuigende onderschrijving van de wetenschappelijke kwaliteit van het idee.

  • Maatschappelijke impact voor energietransitie en duurzaamheid

    • De nagestreefde maatschappelijke impact voor energietransitie en duurzaamheid is duidelijk omschreven middels een SMART (Specific, Measurable, Achievable, Relevant en Time-based) geformuleerd doel en wordt in de video toegelicht.

    • De voorgestelde verandering (cultureel, economisch, industrieel, ecologisch of maatschappelijk) is relevant, urgent en ethisch verantwoord.

    • Het op duidelijke aannames gebaseerde verwachte succes (beoogde verandering) is aannemelijk en realistisch; er wordt overtuigend beargumenteerd hoe het voorgestelde idee zal bijdragen aan maatschappelijke impact op lange termijn. De verwachte uitkomsten zijn concreet en worden duidelijk beschreven.

    • Het voorgestelde idee heeft het potentieel om de voorgestelde impact op energietransitie en duurzaamheid te realiseren. De haalbaarheid, schaalbaarheid en levensvatbaarheid zijn overtuigend en realistisch.

  • Kwaliteit van de aanvrager

    • De aanvrager komt zowel schriftelijk als mondeling overtuigend over.

    • De aanvrager geeft blijk van een duidelijke motivatie (waaruit ondernemerschap spreekt) en:

      • heeft een duidelijke motivatie om aan het tweejarige Faculty of Impact programma deel te nemen;

      • heeft een passend persoonlijk budget aangevraagd voor realisatie van de programmadoelen;

    • De aanvrager beschikt over het vermogen en de bereidheid om te leren, over aanpassingsvermogen en is, indien nodig, in staat om te improviseren;

    • De aanvrager heeft de juiste vaardigheden en mentaliteit om het idee verder te ontwikkelen van pilot tot implementatie in de samenleving;

    • De steunbrieven van de begeleider van de aanvrager en de knowledge transfer office bieden een overtuigende onderschrijving van de vaardigheden van de aanvrager;

Elk van de drie criteria weegt even zwaar en krijgt een score tussen 1 (excellent) en 9 (zeer matig).

De kwaliteitseis wordt vervolgens op deze manier toegepast: fellows komen alleen in aanmerking voor financiering wanneer hun score niet hoger is dan 5,4 (goed) voor elk van de criteria en het gemiddelde van alle criteria niet hoger is dan 3,4 (zeer goed).

5 Subsidieverplichtingen

In dit hoofdstuk worden de verschillende subsidieverplichtingen toegelicht die – in aanvulling op de in paragraaf 3.5 genoemde subsidievoorwaarden – van toepassing zijn na toewijzing.

5.1.1 Datamanagement

Na toewijzing van een aanvraag dient de aanvrager de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het advies van de referenten en commissie. De aanvrager beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de organisatie waar het project wordt uitgevoerd. Uiterlijk vier maanden na toewijzing van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.

Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement.

5.1.2 Open Access

NWO heeft de Berlin Declaration (2003) ondertekend en is lid van cOAlitie S (2018) en zet zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat door NWO gefinancierd wordt vrij toegankelijk te maken via internet (Open Access). Daarmee geeft NWO invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek Open Access beschikbaar te maken.

Wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toewijzingen voortvloeiend uit deze Call for proposals dienen daarom Open Access beschikbaar te zijn volgens de Beleidsregel Open Access.

Wetenschappelijke artikelen

Voor wetenschappelijke artikelen geldt dat zij direct op het moment van publicatie (zonder embargo) Open Access beschikbaar gesteld moeten worden via één van de volgende routes:

  • publicatie in een volledig open access tijdschrift of platform dat is geregistreerd in de DOAJ;

  • publicatie in een abonnementstijdschrift en het deponeren van tenminste de auteursversie van het artikel in een Open Access repository die is geregistreerd in OpenDOAR;

  • publicatie in een tijdschrift waarvoor een transformatieve Open Access overeenkomst beschikbaar is tussen de VSNU en een uitgever. Zie daarover: www.openaccess.nl.

Boeken

Voor boeken, boekhoofdstukken en bundels gelden afwijkende voorwaarden. Zie daarover de Beleidsregel Open Access op www.nwo.nl/openscience.

CC BY licentie

Met het oog op een optimale verspreiding van publicaties moet tenminste een Creative Commons (CC BY) licentie worden toegepast. Bij de aanwezigheid van zwaarwegende belangen kan de auteur verzoeken om te publiceren onder toepassing van een CC BY-ND licentie. Voor boeken, bundels en boekhoofdstukken staat de keuze van een CC BY licentie vrij.

Voor een nadere toelichting op het Open Access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience.

6 Contact en overige informatie

6.1 Contact

6.1.1 Specifieke vragen

Voor inhoudelijke vragen over deze Call for proposals neemt u contact op met: Dr. ir. Mario van der Linden

Telefoonnummer: 030 6001346

E-mail: FacultyofImpact@NWO.NL

Dr. Wieke Haakma Telefoonnummer: 030 6001296

E-mail: FacultyofImpact@NWO.NL

Dr. Anne Bergen Telefoonnummer: 070 3494285

E-mail: FacultyofImpact@NWO.NL

Dr. Stephanie Holst Telefoonnummer: 070 3494597

E-mail: FacultyofImpact@NWO.NL

Mevr. Brigitte van Dijk Telefoonnummer: 030 6001231

E-mail: FacultyofImpact@NWO.NL

6.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer 020 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

6.2 Overige informatie

NWO verwerkt gegevens van aanvragers conform de NWO privacyverklaring, www.nwo.nl/privacyverklaring NWO kan aanvragers mogelijk benaderen voor een evaluatie van de procedure en/of het onderzoeksprogramma.

7 Bijlage(n):

7.1 Overige relevante informatie voor gehonoreerde projectvoorstellen

Voor de gehonoreerde onderzoeksvoorstellen die bij de kennisinstellingen worden uitgevoerd, hebben fellows handelingsvrijheid nodig om hun onderzoeksresultaten en intellectuele eigendom te kunnen exploiteren. Daarom adviseert NWO fellows ten zeerste om onderhandelingen te initiëren en afspraken te maken met de respectievelijke kennisinstelling om er zeker van te zijn dat alle noodzakelijke informatie na afloop van het project commercieel kan worden geëxploiteerd. Deze afspraken kunnen worden gemaakt overeenkomstig het VSNU Richtlijnen omgang met intellectuele eigendomsrechten (IER) en het VSNU Richtlijnen omgang met aandelenbelangen van kennisinstellingen en medewerkers in academische start-ups (of spin-offs). Deze richtlijnen zijn te vinden op de website www.vsnu.nl.

Voor de gehonoreerde onderzoeksvoorstellen zal de kennisinstelling waarbij de fellow een aanstelling heeft een bijdrage leveren aan het programma van de Faculty of Impact. Deze bijdrage valt buiten het bestek van deze Call for proposals. Het bureau van de Faculty of Impact schat de kosten van deelname op ongeveer

50.000 euro per fellow. Deze kosten vallen buiten de financiering door NWO, en de kennisinstellingen van de fellows dienen deze kosten zelf te dragen.

7.2 Uitleg ‘Technological Readiness Levels’ (TRL) en ‘Societal Readiness Levels’ (SRL)

TRL 1

Basic principles observed: Lowest level of technology readiness. Scientific research begins to be translated into applied research and development (R&D). Examples might include paper

studies of a technology’s basic properties.

TRL 2

Technology concept and/or application formulated: Once basic physical principles are observed, then at the next level of maturation, practical applications of those characteristics can be invented or identified. At this level, the application is still speculative- there is not

experimental proof or detailed analysis to support the conjecture. Examples are limited to analytic studies.

TRL 3

Critical function, proof of concept established: At this step in the maturation process, active research and development (R&D) is initiated. This must include both analytical studies to set the technology into an appropriate context and laboratory-based studies to physically

validate that the analytical predictions are correct. These studies and experiments should constitute proof-of-concept validation of the applications/concepts formulated at TRL 2.

TRL 4

Laboratory testing of prototype component or process: At this level the design, development and lab testing of technological components are performed. Following

successful proof-of-concept work, basic technological elements must be integrated to establish that the pieces will work together. The validation must be devised to support the

 

concept that was formulated earlier, and should also be consistent with the requirements of potential system applications. It is "low-fidelity" validation compared to the eventual system.

TRL 5

Laboratory testing of integrated system: The basic technological components are integrated with reasonably realistic supporting elements so they can be tested in a simulated environment. Examples include “high-fidelity” laboratory integration of components.

TRL 6

Prototype system verified: Representative model or prototype system, which is well beyond that of TRL 5, is tested in a relevant environment. Represents a major step up in a

technology’s demonstrated readiness. Examples include testing a prototype in a high-fidelity laboratory environment or in a simulated operational environment.

TRL 7

Integrated pilot system demonstrated: TRL 7 is a significant step beyond TRL 6, requiring an actual system prototype demonstration in a real relevant environment. The prototype should be near or at the scale of the planned operational system and the demonstration must take

place in real environment. The goal of this stage is to remove engineering and manufacturing risk.

TRL 8

System incorporated in commercial design: Technology has been proven to work in its final form under the expected conditions. Examples include developmental test and evaluation of the system in its intended system to determine if it meets design specifications. In almost all

cases, this level is the end of true system development.

TRL 9

System ready for full scale deployment: Actual application of the technology in its final form and under target conditions, such as those encountered in operational test and evaluation. At this point, the technology is ready for commercial deployment.

 

SRL 1

Identifying problem and identifying societal readiness

SRL 2

Formulation of problem, proposed solution(s) and potential impact, expected societal readiness; identifying relevant stakeholders for the project

SRL 3

Initial testing of proposed solution(s) together with relevant stakeholders

Stages SRL 1–3 reflect the early work in a research project, including suggesting and testing on a preliminary basis a technical and/or social solution to a technical or a societal problem. Here reflections about the general societal readiness towards the idea and its proposed solution(s) are required, including identifying relevant stakeholders and how to include them (such as end users, the right communities, etc.).

SRL 4

Problem validated through pilot testing in relevant environment to substantiate proposed impact and societal readiness

SRL 5

Proposed solution(s) validated, now by relevant stakeholders in the area

SRL 6

Solution(s) demonstrated in relevant environment and in co–operation with relevant stakeholders to gain initial feedback on potential impact

Stages SRL 4–6 represent the actual solution(s), the research hypothesis, and testing it/them in the relevant context in co–operation with relevant stakeholders, while keeping a focus on impact and society’s readiness for the product. In these stages expectations on the societal adaptation must be described in specific terms and, to the extent possible, be part of the test phase.

SRL 7

Refinement of project and/or solution and, if needed, retesting in relevant environment with relevant stakeholders

SRL 8

Proposed solution(s) as well as a plan for societal adaptation complete and qualified

SRL 9

Actual project solution(s) proven in relevant environment

Stages SRL 7–9 include the end stages of the research project, including refining the solution(s), implementation and dissemination of results and/or solution(s). Here the plan for addressing the societal readiness on a practical level to gain impact, creating awareness, disseminating results, etc., will be carried out.


X Noot
1

Fellows zijn promovendi, postdocs of universitair (hoofd)docenten (max schaal 11) of mensen met vergelijkbare functies aan hogescholen zoals gedefinieerd in paragraaf 3.1

X Noot
3

Zie bijlage 1 voor meer informatie over SRL en TRL.

X Noot
4

Neem contact op met NWO in geval van twijfel. Zie ook wat nodig is voor de aanvraag in paragraaf 4.2.1.

Naar boven