Verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Zoetermeer, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit 29 oktober 2021

DGKE-WO / V-60

Procesverloop:

  • Wayland Energy B.V. (hierna: Wayland) heeft per brief ontvangen op 11 december 2019 een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied genaamd Zoetermeer, ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Alphen aan den Rijn, Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Zoetermeer en Zuidplas. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 38,70 km². De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vier jaar;

  • Wayland heeft de aanvraag op verzoek van EZK per bericht van 17 januari 2020 aangevuld;

  • in de Staatscourant van 6 maart 2020 (Staatscourant 2020, nr. 12938) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen op de aanvraag Zoetermeer. Binnen de termijn van dertien weken zijn drie concurrerende aanvragen ontvangen voor de gebieden Zoetermeer 2, Bleiswijk-Noord en Leiden 2;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) op 27 november 2020 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 20-10.104);

  • op verzoek van de Minister van EZK heeft TNO op 23 april 2021 op het eerder uitgebracht advies een addendum verzonden;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 24 juni 2020 advies uitgebracht (kenmerk: ADV-500 / 20148206);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland (hierna: GS) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 27 november 2020 advies uitgebracht (kenmerk: ODH-2020-00160865);

  • de Mijnraad heeft op verzoek van de Minister van EZK op 19 juli 2021 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/21190274).

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met vierde lid, eerste volzin, 12, eerste lid, 13, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Wayland Energy B.V. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Zoetermeer.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Alphen aan den Rijn, Lansingerland, Zoetermeer en Zuidplas, en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de volgende punten:

Punt

X

Y

1

99421,950

456069,665

2

95610,638

452707,893

3

100040,471

447685,698

4

96822,789

448829,761

5

96337,867

447132,535

6

93318,000

447721,000

7

94321,290

447973,830

8

94091,500

449009,000

9

94191,473

451996,410

10

93504,394

453618,115

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 23,47 km2.

Het gebied waarvoor de vergunning geldt, is verticaal begrensd met als ondergrens de basis van de Altena Groep.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 11 december 2019 ontvangen aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht: zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de inspecteur-generaal der mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven