Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 januari 2021, kenmerk 1813318-217124-LZ, houdende wijziging van de Regeling langdurige zorg in verband met het vaststellen van tarieven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gelet op artikel 49e van de Wet marktordening gezondheidszorg

Besluit:

De Regeling langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5.10 wordt ‘8.10 en 8.12‘ vervangen door ‘8.10, 8.12 en 8.14’.

B

Artikel 8.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 24.959 miljoen’ vervangen door ‘€ 25.085 miljoen’.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, is € 22.424 miljoen bestemd voor zorg in natura en € 2.661 miljoen bestemd voor persoonsgebonden budgetten. Daarbij is rekening gehouden met overhevelingen door de Wlz-uitvoerders tussen de deelkaders voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten tot en met 15 november 2020.

C

Artikel 8.12 komt te luiden:

Artikel 8.12

De bedragen die in 2020 beschikbaar zijn voor de verstrekking van persoonsgebonden budgetten zijn voor de hiernavolgende regio’s de achter die regio’s opgenomen bedragen:

Groningen:

€ 91.673.935

Friesland:

€ 37.800.000

Drenthe:

€ 98.980.995

Zwolle:

€ 90.102.364

Twente:

€ 108.254.717

Apeldoorn, Zutphen en omstreken:

€ 56.165.663

Midden IJssel:

€ 22.121.005

Arnhem:

€ 143.841.013

Nijmegen:

€ 92.943.030

Utrecht:

€ 188.860.809

Flevoland:

€ 40.130.847

´t Gooi:

€ 78.641.292

Noord-Holland Noord:

€ 74.045.497

Kennemerland:

€ 45.099.045

Zaanstreek/Waterland:

€ 37.295.280

Amsterdam:

€ 107.602.678

Amstelland en de Meerlanden:

€ 23.003.878

Zuid-Holland Noord:

€ 56.474.174

Haaglanden:

€ 130.404.770

Westland Schieland Delfland:

€ 65.191.453

Midden-Holland:

€ 36.778.036

Rotterdam:

€ 108.616.657

Zuid-Hollandse Eilanden:

€ 67.411.216

Waardenland:

€ 61.513.975

Zeeland:

€ 55.025.399

West-Brabant:

€ 121.222.558

Midden-Brabant:

€ 84.777.208

Noordoost Brabant:

€ 121.690.527

Zuidoost Brabant:

€ 124.241.804

Noord- en Midden-Limburg:

€ 82.929.670

Zuid-Limburg:

€ 107.749.055

D

Na artikel 8.12 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 8.13

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 49e, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg, bedraagt voor het jaar 2021: € 7.022 miljoen.

  • 2. Van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, is € 24.178 miljoen bestemd voor zorg in natura en € 2.844 miljoen bestemd voor persoonsgebonden budgetten. Daarbij is rekening gehouden met overhevelingen door de Wlz-uitvoerders tussen de deelkaders voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten tot en met 15 november 2020.

Artikel 8.14

De bedragen die in 2021 beschikbaar zijn voor de verstrekking van persoonsgebonden budgetten zijn voor de hiernavolgende regio’s de achter die regio’s opgenomen bedragen:

Groningen:

€ 104.001.001

Friesland:

€ 146.919.744

Drenthe:

€ 108.439.077

Zwolle:

€ 97.794.325

Twente:

€ 117.474.824

Apeldoorn, Zutphen en omstreken:

€ 62.591.306

Midden IJssel:

€ 23.125.479

Arnhem:

€ 158.032.701

Nijmegen:

€ 98.127.474

Utrecht:

€ 204.103.958

Flevoland:

€ 43.365.092

´t Gooi:

€ 82.961.030

Noord-Holland Noord:

€ 78.732.327

Kennemerland:

€ 51.820.660

Zaanstreek/Waterland:

€ 40.546.506

Amsterdam:

€ 115.328.875

Amstelland en de Meerlanden:

€ 23.706.647

Zuid-Holland Noord:

€ 59.533.723

Haaglanden:

€ 136.610.464

Westland Schieland Delfland:

€ 68.768.158

Midden-Holland:

€ 38.644.991

Rotterdam:

€ 115.696.731

Zuid-Hollandse Eilanden:

€ 70.438.370

Waardenland:

€ 64.833.308

Zeeland:

€ 58.614.813

West-Brabant:

€ 125.089.724

Midden-Brabant:

€ 88.673.185

Noordoost Brabant:

€ 127.181.449

Zuidoost Brabant:

€ 131.049.846

Noord- en Midden-Limburg:

€ 86.963.737

Zuid-Limburg:

€ 114.830.477

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen A en D, terug tot en met 1 januari 2021.

Deze regeling zal (met toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Door middel van deze wijzigingsregeling worden enkele wijzigingen doorgevoerd in de Regeling langdurige zorg. Het gaat om het vaststellen van tarieven voor 2020 en 2021.

Ingevolge artikel 49e, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Minister van Volksgezondheid, welzijn en sport ieder jaar vast hoeveel geld er in totaal voor het komende kalenderjaar beschikbaar is voor de Wlz-zorg die tot het verzekerde pakket behoort. Dit wordt wel het 'macrokader Wlz-zorg' genoemd. Op grond van artikel 49e, tweede lid, Wmg verdeelt de Nederlandse Zorgautoriteit het macro-kader over de zorgkantoorregio's.

Het Wlz-kader 2020 is in de voorlopige kaderbrief Wlz 20211 en de definitieve kaderbrief Wlz 20212 verhoogd. Ook hebben zorgkantoren tot 15 november 2020 middelen kunnen verschuiven tussen het regionale pgb-kader en de regionale contracteerruimte. Met onderdeel B en C worden deze wijzigingen voor 2020 doorgevoerd in de Regeling langdurige zorg.

In onderdeel D worden in artikel 8.13 en 8.14 de plafondbedragen voor 2021 opgenomen. De basis hiervoor wordt gevormd in de definitieve kaderbrief Wlz 20213. In artikel 5.10 wordt een verwijzing naar artikel 8.14 opgenomen.

De wijzigingen hebben geen substantiële gevolgen voor de regeldruk.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 34 104, nr. 282

X Noot
2

Kamerstuk 34 104, nr. 302

X Noot
3

Kamerstuk 34 104, nr. 302

Naar boven