Instellingsbesluit Onafhankelijke Adviescommissie chroom-6 Defensie

29 april 2020,

nr. BS2020006555

De Staatssecretaris van Defensie besluit:

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. ABP:

de Stichting Pensioenfonds ABP;

b. commissie:

de Onafhankelijke Adviescommissie chroom-6 Defensie;

c. uitkeringsregeling:

Regeling uitkering chroom-6 Defensie.

Artikel 2 Commissie

Er is een Onafhankelijke Adviescommissie chroom-6 Defensie.

Artikel 3 Taken

  • 1. De commissie is belast met het desgevraagd adviseren van de Staatssecretaris ten behoeve van de beslissing op bezwaar met betrekking tot de toepassing van de artikelen 3, vierde lid, 12, tweede lid, en 15 van de uitkeringsregeling.

  • 2. Het advies is zwaarwegend en in beginsel bindend. De Staatssecretaris kan slechts gemotiveerd afwijken van het advies.

  • 3. De commissie voert haar taken onafhankelijk en onpartijdig uit.

  • 4. Artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

    • a. Voorzitter, tevens lid: de heer prof.dr. W. van Rhenen;

    • b. Lid: mevrouw mr. J.C. Kranenburg;

    • c. Lid: de heer mr. P.C. Vas Nunes.

  • 2. De voorzitter en de leden vervullen geen functies of nevenfuncties die kunnen conflicteren met onafhankelijke en onpartijdige advisering, noch hebben zij deze functies vervuld.

  • 3. De commissie wordt secretarieel ondersteund door het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel.

Artikel 5 Benoeming

  • 1. De voorzitter en de leden worden door de Staatssecretaris benoemd voor een periode van vier jaar. De leden worden hooguit eenmaal herbenoemd.

  • 2. In het geval van langdurige niet beschikbaarheid van de voorzitter of een lid, kan bij wijze van vervanging een nieuwe voorzitter of een nieuw lid worden benoemd, voor de periode van de resterende zittingstermijn van het betrokken lid of de voorzitter.

Artikel 6 Advies

  • 1. Het advies kan worden aangevraagd door degene die in de bezwaarprocedure als belanghebbende kan worden aangemerkt.

  • 2. De commissie geeft een schriftelijk advies binnen zes weken nadat zij de adviesaanvraag heeft ontvangen. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd met zes weken.

  • 3. De commissie adviseert met meerderheid van stemmen.

  • 4. De commissie stelt nadere regels vast omtrent haar werkwijze.

Artikel 7 Informatie

  • 1. Ten behoeve van de uitoefening van de taken is de commissie bevoegd om schriftelijk en mondeling nadere informatie in te winnen.

  • 2. De commissie wordt alle schriftelijke en mondelinge informatie verstrekt die zij nodig heeft en waar zij redelijkerwijs om kan verzoeken, tenzij een wettelijke geheimhoudingsplicht daar aan in de weg staat.

Artikel 8 Vergoeding

  • 1. De leden ontvangen per vergadering een vergoeding, voor zover zij niet vallen onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en hiermee niet het in artikel 6, eerste lid, van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies bedoelde maximumbedrag overschrijden.

  • 2. De vergoeding per vergadering bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2020. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 april 2020, treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant en werkt het terug tot en met 1 mei 2020.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 april 2020

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

TOELICHTING

Inleiding

Op 4 juni 2018 voltooide het RIVM zijn onderzoek naar chroom-6 op voormalige POMS-locaties van Defensie. Het onderzoek had als conclusie dat Defensie de zorgplicht heeft geschonden die op een werkgever rust en dat er mensen ziek kunnen zijn geworden als gevolg van hun arbeidsomstandigheden. Defensie acht zich verantwoordelijk voor de gevolgen van de schending van de zorgplicht. Dit heeft geleid tot de Regeling uitkering chroom-6 Defensie (de uitkeringsregeling). Een belangrijk kenmerk van de uitkeringsregeling is dat de (oud-)medewerker van de POMS of diens nabestaande geen letselschadeclaim in hoeft te dienen om een bedrag te ontvangen. De Stichting Pensioenfonds ABP is namens Defensie belast met de uitvoering van de uitkeringsregeling.

In maart 2019 is de Kamer toegezegd1 dat –hoewel geen klachten bekend zijn over de uitvoering van de uitkeringsregeling door het ABP– een onafhankelijke commissie wordt ingesteld voor geschillen inzake de uitkeringsregeling, om onafhankelijke oordeelsvorming te borgen. Met dit instellingsbesluit doe ik die toezegging gestand.

Artikelsgewijs

Artikel 3 In artikel 3, vierde lid van de uitkeringsregeling is bepaald dat als de beoordeling van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, ten gunste van de werknemer wordt afgeweken van het eerste lid. Een voorbeeld van toepassing van artikel 3, vierde lid, betreft de situatie waarin de medewerker formeel op een bepaalde functie was geplaatst maar in de praktijk andere werkzaamheden uitvoerde, die feitelijk bezien tot een vergelijkbare blootstelling aan chroom-6 leidden als de werkzaamheden van een functie die in de bijlage bij de uitkeringsregeling is opgenomen. Deze beoordeling hangt af van de omstandigheden van het geval en kan leiden tot discussie. De commissie kan ter zake adviseren.

In artikel 12, tweede lid, van de uitkeringsregeling is bepaald dat de werknemer die recht heeft op een uitkering, in bijzondere gevallen in aanmerking kan komen voor een voorziening in verband met zijn aandoening, indien hierin niet door een andere regeling of voorziening wordt voorzien. Een voorbeeld daarvan is de werknemer die een voorziening behoeft zoals een traplift en hij daar niet voor in aanmerking komt via (bijvoorbeeld) de gemeente of ziektekostenverzekeraar. Het treffen van een voorziening is altijd maatwerk en kan daarom aanleiding geven tot verschillende visies. De commissie kan ter zake adviseren.

Artikel 15 is de hardheidsclausule van de uitkeringsregeling. Met de hardheidsclausule kan Defensie ten gunste van de (oud)medewerker of de nabestaande afwijken van de Uitkeringsregeling. De hardheidsclausule is alleen voor uitzonderlijke, individuele situaties bedoeld. Dat zijn situaties waarin de uitvoering van een regeling (wet, AMvB of ministeriele regeling) leidt tot 'onbillijkheden van overwegende aard'. Toepassing van de hardheidsclausule vereist steeds een zorgvuldige afweging van alle relevante feiten en omstandigheden van het individuele geval. Een andere weging van factoren kan aanleiding geven tot verschillen in inzicht. De commissie kan ter zake adviseren.

Het advies van de commissie is in principe bindend. De Staatssecretaris kan echter van dit advies afwijken als daartoe aanleiding bestaat. Afwijking behoeft een gedegen motivering. Nu het advies van de commissie advisering in de bezwaarfase betreft, is artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Dit houdt onder meer in dat als desgevraagd door de commissie advies zal worden uitgebracht, het horen door de commissie geschiedt. Het houdt daarnaast in dat, indien de beslissing op het bezwaar afwijkt van het advies van de commissie, in de beslissing de reden voor die afwijking staat vermeld en het advies met de beslissing wordt meegezonden.

Artikel 4 De commissie opereert onafhankelijk en onpartijdig. Daartoe mogen de voorzitter en de leden geen functies vervullen -of hebben vervuld- die daarmee strijdig kunnen zijn. Per persoon wordt bezien of daarvan sprake is. Iedere schijn van partijdigheid en afhankelijkheid moet worden vermeden.

De kerntaak van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) is het bieden van secretariële ondersteuning bij arbeidsvoorwaardenonderhandelingen. Het CAOP is niet gelieerd aan de overheid. Gelet op de secretariële expertise en de onafhankelijkheid, is het CAOP deze ondersteunende taak toebedeeld.

Artikel 6 Een besluit omtrent de toekenning of afwijzing van een uitkering op grond van de uitkeringsregeling is een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. Op grond van artikel 7:1 juncto 8:1 Awb kan alleen een belanghebbende bezwaar maken. Daarom is ten aanzien van de aanvrager aangesloten bij de definitie van belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van genoemde wet.

Door de commissie wordt advies uitgebracht over de toepassing van de artikelen als genoemd in artikel 3, eerste lid Awb als daarom door de bezwaarmaker is verzocht. In aansluiting op artikel 7:13, tweede lid Awb wordt de bezwaarmaker na ontvangst van het bezwaarschrift zo spoedig mogelijk gevraagd of door de commissie advies moet worden uitgebracht over de te nemen beslissing op bezwaar. De commissie stelt nadere regels vast omtrent de werkwijze. Daarbij kan worden gedacht aan bepalingen over de vergaderfrequentie of over de wijze van onderlinge communicatie.

Artikel 8 Op de beloning van de voorzitter en de leden zijn de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en het Besluit vergoedingen en adviescolleges van toepassing. Daarmee wordt de reiskostenvergoeding berekend op de voet van de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk (art. 2, tweede lid van de wet).

’s-Gravenhage, 29 april 2020

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser


X Noot
1

TK 2018-2019, 350000X, nr. 105.

Naar boven