Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 27 oktober 2021 nr. BOACAT2021/035, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Inspectie Leefomgeving en Transport.

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelezen het verzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport van 7 juli 2021 en het advies van de hoofdofficier van justitie bij het Functioneel Parket;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten;

  • de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen in dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, die met de opsporing van strafbare feiten zijn belast en niet zijn aangewezen als algemeen opsporingsambtenaar, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein II, Milieu, welzijn en infrastructuur, zoals opgenomen in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar aangevuld met de wetten op het gebied van Infrastructuur en Waterstaat dan wel op het werkterrein van andere ministeries zoals bedoeld in artikel 2, vierde lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland en daarbuiten voor zover de Nederlandse Rechtsmacht strekt en voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 250 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Functioneel Parket.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport.

Artikel 6

  • 1. De Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister voor Rechtsbescherming goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar die belast is met het opmaken van technische processen-verbaal, waarbij hij geen verklaringen van verdachten of getuigen behoeft op te nemen, wordt op grond van het gestelde in het onderdeel beperkte opsporingsbevoegdheden van bijlage H van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar, ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste en derde lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 8

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 9 genoemde besluit, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Dit artikel brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Artikel 9

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar ILT 2017 van 15 december 2016 nr. BOACAT2016/068 zal vervallen op 1 januari 2022.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en vervalt met ingang van 1 januari 2027.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar ILT 2022.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 oktober 2021

De Minister voor Rechtsbescherming, namens deze, I.M. Koster-Boer Operationeel manager V&T

Bezwaar maken

U kunt bij de Minister voor Rechtsbescherming tegen deze beslissing bezwaar maken. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na bekendmaking van deze beslissing. U kunt uw bezwaarschrift digitaal indienen via justis.nl of schriftelijk indienen door deze te sturen naar het volgende adres:

Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Naar boven