Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 oktober 2021, kenmerk 3262506-1016079-Z, houdende Regeling geraamde gemiddelde nominale premie 2022

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2b, tweede lid, van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag;

Besluit:

Artikel 1

De geraamde gemiddelde nominale premie, bedoeld in artikel 2b, eerste lid, van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt voor het jaar 2022 vastgesteld op € 1.522.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Op grond van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna het besluit) is de werknemer bevoegd om als verzekeringnemer schriftelijke volmacht te verlenen aan zijn werkgever om uit zijn minimumloon in zijn naam betalingen te verrichten aan de zorgverzekeraar ter zake van de nominale premie (verschuldigde premie voor een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet) en de premie voor het herverzekeren van eigen risico (verschuldigde premie voor een verzekering ter afdekking van het verplicht eigen risico, bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Zorgverzekeringswet).

Het bedrag dat de werkgever per betalingstermijn op grond van voornoemd besluit ten hoogste van het minimumloon mag inhouden om de betaling te verrichten aan de zorgverzekeraar is het bedrag van de geraamde gemiddelde nominale premie, gedeeld door het aantal betalingstermijnen voor het betrokken kalenderjaar. Met deze regeling wordt het bedrag van de geraamde gemiddelde nominale premie vastgesteld.

De gemiddelde nominale premie wordt jaarlijks geraamd ten behoeve van de indiening bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel ter vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor het jaar 2022 is de gemiddelde nominale premie in de begroting geraamd op € 1.509 per jaar (Kamerstukken II 2021/22, 35 925-XVI, nr. 2, p. 198). Naar aanleiding van een aangenomen motie van de Kamerleden Hijink en Bikker heeft het kabinet besloten om € 675 miljoen vrij te maken voor salarissen in de zorg. In mijn brief aan de Tweede Kamer van 23 september 2021 heb ik aangegeven dat dit besluit doorwerkt in zowel de nominale premie als de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringen (Kamerstukken II 2021/22, 29 282, nr. 445). Het gaat voor de nominale premie om een stijging van € 13 per jaar. Om te voorkomen dat werkgevers een te laag bedrag mogen inhouden op het minimumloon voor het betalen van de nominale premie, moet het in de begroting genoemde bedrag worden verhoogd met € 13. De raming van de gemiddelde nominale premie voor 2022 komt daardoor te liggen op € 1.522 per jaar in plaats van het bedrag van € 1.509 dat is genoemd in de begroting van VWS over het jaar 2022. De geraamde gemiddelde nominale premie komt derhalve neer op circa € 127 per kalendermaand. Tot ten hoogste dit bedrag kan de werkgever op basis van de volmacht betalingen verrichten uit het minimumloon, mits voor het overige is voldaan aan de voorwaarden die in het besluit zijn opgenomen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven