Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 21 januari 2021, nr. 3181161, houdende bepalingen ter uitvoering van de Wet op de kansspelen (Uitvoeringsregeling kansspelen)

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op de artikelen 34i, derde en achtste lid, van de Wet op de kansspelen en 6, zesde lid, 7, zesde lid, en 8, vierde lid, van het Kansspelenbesluit;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

het Kansspelenbesluit;

wet:

de Wet op de kansspelen.

§ 2. Vergoedingen

Artikel 2.1. Vergoedingen voor de verlening en wijziging van vergunningen

  • 1. De vergoeding die is verschuldigd voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet, voor zover deze gericht is op het organiseren van:

    • a. een incidenteel kansspel, waarbij de prijzen en premies gezamenlijk een grotere waarde hebben dan € 4.500 en deze waarde niet groter is dan € 50.000, bedraagt € 500;

    • b. een incidenteel kansspel, waarbij de prijzen en premies gezamenlijk een grotere waarde hebben dan € 50.000 en deze waarde niet groter is dan € 500.000, bedraagt € 2.000;

    • c. een incidenteel kansspel, waarbij de prijzen en premies gezamenlijk een grotere waarde hebben dan € 500.000, bedraagt € 24.000;

    • d. een niet-incidenteel kansspel, bedraagt € 48.000.

  • 2. De vergoeding die is verschuldigd voor de behandeling van de aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 4, 9, 14b, 16, 24, 27b of 27h van de wet bedraagt € 48.000.

§ 3. Weddenschappen

Artikel 3.1. Voor weddenschappen vereiste kennis en deskundigheid

De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 15 of 23 van de wet treft passende maatregelen die waarborgen dat de personen die bij het organiseren van die weddenschappen betrokken zijn, voor zover dat relevant is voor de uitoefening van hun taken:

  • a. bekend zijn met de indicatoren die kunnen duiden op risico’s op manipulatie van wedstrijden; en

  • b. bij ongebruikelijke feiten of omstandigheden die duiden op een verhoogd risico van manipulatie van een wedstrijd in staat zijn adequaat te handelen, naargelang de aard en de ernst van dat risico.

Artikel 3.2. Van voorafgaande analyse uitgezonderde wedstrijden

Als wedstrijden en competities, bedoeld in artikel 7, zesde lid, van het besluit, zijn aangewezen de wedstrijden en competities die zijn opgenomen in onderdeel 1 van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3.3. Van weddenschappen uitgesloten wedstrijden en competities

De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 15 of 23 van de wet organiseert geen weddenschappen op wedstrijden en competities die zijn opgenomen in onderdeel 2 van bijlage 1 bij deze regeling.

§ 4. Handhaving

Artikel 4.1. De inbeslagneming van voorwerpen op onbekenden

De raad van bestuur doet in ieder geval binnen veertien dagen na de datum van inbeslagneming van voorwerpen op onbekenden als bedoeld in artikel 34i, derde lid, van de wet mededeling daarvan op diens website en in één of meer door de raad van bestuur aan te wijzen dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen. Die mededeling bevat een voldoende nauwkeurige omschrijving van de inbeslaggenomen voorwerpen.

Artikel 4.2. De opslag van inbeslaggenomen voorwerpen

De voorwerpen die krachtens artikel 34i, eerste lid, van de wet inbeslaggenomen zijn, worden opgeslagen door een bedrijf dat daartoe opdracht heeft ontvangen van de raad van bestuur. Het bedrijf treft maatregelen tegen de beschadiging of ontvreemding van die voorwerpen gedurende de opslag daarvan.

Artikel 4.3. De vernietiging van inbeslaggenomen voorwerpen

De voorwerpen die krachtens artikel 34i, eerste lid, van de wet inbeslaggenomen zijn, worden vernietigd door een bedrijf dat daartoe opdracht heeft ontvangen van de raad van bestuur. De opdracht tot vernietiging wordt uitsluitend verleend nadat de voorwerpen krachtens artikel 34i, vierde lid, van de wet onherroepelijk aan de staat zijn vervallen.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2021.

Artikel 5.2. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling kansspelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

BIJLAGE 1 BEHOREND BIJ DE ARTIKELEN 3.2 EN 3.3 VAN DE UITVOERINGSREGELING KANSSPELEN

Onderdeel 1

Een voorafgaande identificatie en analyse als bedoeld in artikel 7, zesde lid, van het Kansspelenbesluit, achterwege kan achterwege blijven met betrekking tot de volgende wedstrijden en competities:

Sport

Wedstrijden en competities

Draf- en rensport

Wedstrijden en competities in en buiten Nederland die worden georganiseerd onder auspiciën van:

a. de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport (SNDR);

b. de Union Européenne du Trot (UET);

c. de World Trotting Association (WTA);

d. de International Federation of Horseracing Authorities (IFHA);

e. de European and Mediterranean Horseracing Federation; of

f. andere overkoepelende internationale bonden.

Tennis

a. ATP toernooien;

b. WTA toernooien;

c. Grand slam toernooien;

d. Fed Cup;

e. Davis Cup.

Voetbal

a. Eredivisie mannen (Nederland);

b. Eredivisie vrouwen met uitzondering van wedstrijden waaraan een amateurteam deelneemt (Nederland);

c. Eerste Divisie mannen met uitzondering van wedstrijden waaraan een amateurteam deelneemt (Nederland);

d. play-offs promotie/degradatie Eredivisie (Nederland);

e. play-offs promotie/degradatie Eerste Divisie (Nederland);

f. Johan Cruijff Schaal (Nederland);

g. UEFA Champions League, hoofdtoernooi;

h. UEFA Europa League, hoofdtoernooi;

i. UEFA Super Cup;

j. eindronde Europees kampioenschap voor landen mannen en vrouwen (UEFA);

k. EK-kwalificatiewedstrijden mannen en vrouwen inclusief play-offs (UEFA);

l. eindronde Wereldkampioenschap voor landen mannen en vrouwen (FIFA);

m. WK-kwalificatiewedstrijden mannen en vrouwen in Europa (UEFA/FIFA); vriendschappelijke wedstrijden Nederlands elftal mannen en vrouwen.

Onderdeel 2

De vergunninghouder organiseert in ieder geval geen weddenschappen op de volgende wedstrijden en competities:

Sport

Wedstrijden en competities

Draf- en rensport

Duo sulky koersen.

Voetbal

a. vriendschappelijke wedstrijden die niet zijn georganiseerd onder auspiciën van de FIFA of één van haar confederaties of van een nationale bond;

b. wedstrijden van de derde divisie en lagere divisies (Nederland);

c. wedstrijden voor deelnemers onder de 21 jaar en alle andere wedstrijden in iedere lagere leeftijdscategorie.

TOELICHTING

Deze regeling is opgesteld ter uitvoering van de Wet van 20 februari 2019 tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Stb. 2019, 127) en het gewijzigde Kansspelenbesluit. De onderhavige regeling bevat voorschriften met betrekking tot een aantal onderdelen van kansspelen, die niet nader worden geregeld in de Regeling kansspelen op afstand en de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen. Laatstgenoemde regelingen hebben ieder betrekking op specifieke materie, zoals ook tot uitdrukking komt in de citeertitels van die regelingen. In de onderhavige regeling zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot de vergoedingen voor de behandeling door de kansspelautoriteit van aanvragen tot verlening van kansspelvergunningen (met uitzondering van de vergunning voor het organiseren van kansspelen op afstand), het tegengaan van matchfixing bij landgebonden weddenschappen (artikel 15 en 23 van de Wet op de kansspelen, hierna: Wok) en de inbeslagneming van voorwerpen, zoals voorwerpen die kunnen worden gebruikt voor het illegaal organiseren van kansspelen.

Consultatie en totstandkoming van de regeling

Deze regeling is samen met de ontwerpregeling kansspelen op afstand op 24 juli 2019 voor openbare consultatie op internet geplaatst. Zij is tevens ter consultatie toegezonden aan de kansspelautoriteit. Met betrekking tot het ontwerp van de onderhavige regeling zijn naast de kansspelautoriteit met name reacties ontvangen van sportorganisaties. Hieronder is beschreven op welke wijze is omgegaan met de reacties die specifiek betrekking hadden op het ontwerp van deze regeling en aanpassingen ten aanzien van de consultatieversie van deze regeling.

Matchfixing

Gelet op reacties die zijn ontvangen tijdens de consultatie van het ontwerpbesluit kansspelen op afstand – dat tevens voorziet in wijziging van het Kansspelenbesluit, waarop de onderhavige regeling is gebaseerd – is afgezien van een verbod op het organiseren van een weddenschap op een sportwedstrijd waarvan de uitkomst niet van belang is voor de competitie. Zodoende wordt het toegestaan om weddenschappen aan te bieden op vriendschappelijke wedstrijden, bijvoorbeeld het Nederlandse voetbalelftal, behalve indien deze weddenschappen vanwege een onaanvaardbaar hoog matchfixingsrisico geen doorgang kunnen vinden.

De bijlage bij deze regeling is met het oog op (risico’s van) matchfixing en tevens naar aanleiding van consultatiereacties ingericht na overleg met en gelet op het daarbij ontvangen advies van de NOC*NSF en andere Nederlandse overkoepelende sportorganisaties, waaronder de KNVB, de KNLTB en de SNDR, en verder na afstemming met de kansspelautoriteit. Onderdeel 1 van de bijlage bij deze regeling betreft een zogeheten ‘witte lijst’ met wedstrijden en competities waarvoor geen matchfixingsanalyse hoeft plaats te vinden voorafgaande aan het aanbieden van weddenschappen daarop. Bij onderdeel 2 van de bijlage gaat het om een zogeheten ‘zwarte lijst’ met wedstrijden en competities waarop de vergunninghouders in ieder geval geen weddenschappen mag organiseren.

Bij de uitwerking van de artikelen 3.2 en 3.3 en de daarbij behorende bijlage is gezocht naar een evenwichtige balans tussen enerzijds het belang van kanalisatie en anderzijds het belang van spelers en vergunninghouders bij het tegengaan van kansspelgerelateerde matchfixing.

Inbeslagneming

Ten aanzien van artikel 4.2 van het ontwerp van de uitvoeringsregeling kansspelen luidde het advies van de kansspelautoriteit om deze bepaling te schrappen. Dat artikel heeft betrekking op het opslaan van goederen die door de kansspelautoriteit in beslag zijn genomen. Daarbij is bepaald dat de kansspelautoriteit voor de opslag van die goederen een bedrijf opdracht geeft. Blijkens de toelichting bij het advies van de kansspelautoriteit zou deze bepaling moeilijk uitvoerbaar zijn, bijvoorbeeld indien de beslaglegging in nachtelijke uren zou plaatsvinden of bij de eventuele opslag van een enkel apparaat bij de toezichthouder zelf. Met de kansspelautoriteit heeft afstemming plaatsgevonden met betrekking tot de verwachte uitvoeringsproblemen en zij heeft gemeld thans geen bezwaren te hebben. Artikel 4.2 van deze regeling is daarom ongewijzigd gebleven.

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

Deze regeling berust op de Wok en het Kansspelenbesluit. Omwille van de leesbaarheid is in dit artikel een verkorte aanduiding opgenomen van die wettelijke regelingen in het onderhavige artikel.

Paragraaf 2. Vergoedingen

Artikel 2.1. Vergoedingen voor de verlening en wijziging van vergunningen

De kosten die samenhangen met de verlening van vergunningen komen neer op toelatingskosten als bedoeld in het Rapport Maat houden (Kamerstukken II 2013/14, 24 036, nr. 407). De kosten van deze werkzaamheden worden doorberekend aan de vergunninghouder in de vorm van vergoedingen. Deze doorberekening voldoet aan de randvoorwaarden opgenomen in het Rapport Maat houden (Kamerstukken II 2013/14, 24 036, nr. 407).

Voor het door de kansspelautoriteit in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het organiseren van een loterij op grond van artikel 3 van de Wok (met prijzengeld van meer dan € 4.500) dient een vergoeding te worden betaald door de aanvrager. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de omvang van het prijzengeld van de loterij. Dit reflecteert de omvang de werkzaamheden die de kansspelautoriteit voor de afhandeling van een aanvraag verricht voor een vergunning. In het algemeen geldt dat voor de eerste twee categorieën (a en b) de werkzaamheden voor de kansspelautoriteit beperkt zijn tot in behandeling nemen, controle van rekening en verantwoordingen en een beperkte toets op betrouwbaarheid. Een incidentele loterij met een prijzengeld van meer dan € 500.000 vraagt vooral meer werkzaamheden op het gebied van de betrouwbaarheidstoets.

Voor de aanvraag voor een vergunning voor het organiseren van een niet-incidenteel kansspel op grond van artikel 3 (goede doelenloterij) of voor het organiseren van kansspelen op grond van 4 (premieleningen), 9 (staatsloterij), 14b (instantloterij), 16 (sportprijsvragen), 24 (totalisator), 27b (lottospel) en 27h (casinospelen) is een bedrag van € 48.000 als vergoeding verschuldigd. De kansspelautoriteit dient voor dergelijke vergunningen meer werkzaamheden te verrichten dan voor de vergunning van loterijen als bedoeld in onderdeel a tot en met c van het eerste lid. Deze werkzaamheden komen nagenoeg overeen met de werkzaamheden die de kansspelautoriteit verricht bij de behandeling van een aanvraag voor een vergunning voor het organiseren van kansspelen op afstand.

Paragraaf 3. Weddenschappen

Deze paragraaf en bijbehorende bijlagen komen op hoofdlijnen overeen met de tweede paragraaf van Afdeling 2 van de Regeling kansspelen op afstand en de daarbij behorende bijlagen, met dien verstande dat de onderhavige regeling voorschriften betreft met betrekking tot landgebonden weddenschappen op sportwedstrijden en draf- en renwedstrijden (artikelen 15 en 23 van de Wok).

Artikel 3.1. Kennis inzake de manipulatie van wedstrijden

De kansspelaanbieder met een vergunning voor het organiseren van landgebonden weddenschappen op sportwedstrijden of op draf- en renwedstrijden, is verantwoordelijk voor het inzetten van personeel die risico’s op de manipulatie van die wedstrijden en de mogelijke gevolgen hiervan voor de integriteit van de weddenschappen en de sport voldoende kunnen herkennen. Op grond van artikel 6, zesde lid, van het Kansspelenbesluit zijn ter borging daarvan in het onderhavige artikel voorschriften opgenomen. Met het oog op nakoming van de gestelde plicht kan de vergunninghouder besluiten om zijn personeel relevante trainingen en opleidingen laten volgen. Voor zover de vergunninghouder anderen dan het eigen personeel wil inzetten bij het organiseren van weddenschappen, dient hij de benodigde kennis en een goede uitvoering eveneens te borgen.

Artikel 3.2. Van voorafgaande analyse uitgezonderde wedstrijden

Ter uitvoering van artikel 7, zesde lid, van het Kansspelenbesluit verwijst het onderhavige artikel naar onderdeel 1 van de bijlage bij deze regeling. In die bijlage zijn wedstrijden en competities opgenomen waarbij de vergunninghouder een daaraan voorafgaande risico-analyse op matchfixing als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Kansspelenbesluit achterwege mag laten, oftewel een ‘witte lijst’. Na overleg met en gelet op het daarbij ontvangen advies van de NOC*NSF en andere Nederlandse overkoepelende sportorganisaties, waaronder de KNVB, is geoordeeld dat deze wedstrijden en competities voldoende professioneel worden georganiseerd, waardoor het aanbieden van sportweddenschappen op deze wedstrijden en competities in beginsel verantwoord is.

Bij het samenstellen van onderdeel 1 van de bijlage zijn de positieve of negatieve matchfixingservaringen met (wedstrijden of competities in) andere landen betrokken, alsook de (mate van) objectieve verslaglegging van een wedstrijd aan de hand van beelden, bijvoorbeeld via een tv- of een live stream-verbinding. Ook is rekening gehouden met de organisatiegraad en het professionaliteitsniveau van de organisatie onder wiens auspiciën een wedstrijd of competitie wordt georganiseerd, bijvoorbeeld in relatie tot het borgen van onafhankelijkheid van scheidsrechters alsmede de toepassing van gedegen (tucht)procedures bij de sportorganisatie. Voorlichting aan sporters van de betreffende wedstrijd of competitie over matchfixing geldt daarbij als een positieve factor. Voorts is er aandacht geschonken aan de vraag of daartoe gespecialiseerde bedrijven de betrokken wedstrijden monitoren op verdachte gokbewegingen.

Om een wedstrijd of een competitie uit te zonderen van de verplichting van een voorafgaande matchfixingsanalyse, is het onvoldoende dat wordt gespeeld volgens de regels van een internationale organisatie als de FIFA, UEFA of FIBA (basketbal). Hoewel nationale sportorganisaties bij dergelijke internationale organisaties veelal als leden zijn aangesloten, wordt in elk land een eigen licentiesysteem gehanteerd met ook eigen eisen aan integriteit en een eigen wijze van handhaven. De organisatiegraad verschilt bovendien per land.

Ondanks dat de vergunninghouder ingevolge dit artikel sportweddenschappen mag aanbieden op de in onderdeel 1 van de bijlage opgenomen wedstrijden en competities zonder deze voorafgaand aan het openstellen van die weddenschappen te onderwerpen aan risico-analyse, rust op hem nog steeds de verplichting om de weddenschappen die hij daadwerkelijk organiseert voor, tijdens en na het plaatsvinden van de betrokken wedstrijd te monitoren op opmerkelijke en verdachte gokpatronen. Dit is in overeenstemming met artikel 7, derde lid, van het Kansspelenbesluit dat ertoe strekt dat de vergunninghouder vanaf het moment van de organisatie van een weddenschap zorg draagt voor een deugdelijke identificatie, analyse en evaluatie van de risico’s voor de integriteit van de betrokken wedstrijd. Het voorgaande houdt in dat de periode waarover de risico-analyse zich uitstrekt, niet uitsluitend de periode beslaat vanaf aanvang van de betrokken wedstrijd, maar ook betrekking heeft op de periode daaraan voorafgaand, namelijk vanaf het moment waarop de vergunninghouder de weddenschap open stelt. De vergunninghouder moet te allen tijde in staat zijn om verantwoording af te leggen over de uitvoering van de hier bedoelde risico-analyse aan de kansspelautoriteit.

De witte lijst in de vorm van onderdeel 1 van de bijlage bij deze regeling betreft geen statisch document. De lijst betreft het actuele resultaat uit een voortdurend proces van afstemming. Met sportorganisaties, zoals het NOC*NSF, de KNVB, de KNLTB en de SNDR, wordt periodiek overleg gevoerd, mede gelet op het daarbij geldende adviesrecht als bedoeld in artikel 7, zesde lid, van het Kansspelenbesluit. Dit kan in de toekomst leiden tot aanvullingen of andere aanpassingen.

Artikel 3.3. Van weddenschappen uitgesloten wedstrijden en competities

Uit artikel 8, eerste lid, van het Kansspelenbesluit volgt dat vergunninghouders geen weddenschappen op wedstrijden mogen organiseren, indien uit de risico-analyse van de vergunninghouder blijkt dat er een onaanvaardbaar hoog risico bestaat op de manipulatie van gebeurtenissen of uitkomsten, oftewel matchfixing. In aanvulling daarop schrijft het tweede lid van voornoemd artikel onder andere voor dat op bepaalde typen wedstrijden in het geheel geen weddenschappen mogen worden aangeboden vanwege het onaanvaardbare risico op matchfixing, namelijk bij jeugdwedstrijden, wedstrijden waar uitsluitend spelers om niet aan deelnemen, wedstrijden waarvan het verloop niet objectief wordt vastgelegd, en wedstrijden waarop in het land waar die wedstrijd wordt georganiseerd, wegens het risico op manipulatie geen weddenschappen mogen worden afgesloten. Ten aanzien van dergelijke wedstrijden komt de vergunninghouder bij voorbaat al niet toe aan het uitvoeren van een risico-analyse.

Ter uitvoering van artikel 8, vierde lid, van het Kansspelenbesluit bepaalt het onderhavige artikel in samenhang met onderdeel 2 van de bijlage bij deze regeling op welke wedstrijden en competities in ieder geval geen weddenschappen mogen worden georganiseerd in verband met het risico voor de integriteit van die wedstrijden of competities en zodoende het risico op matchfixing. Ook in die gevallen is het overbodig dat de vergunninghouder een risico-analyse uitvoert.

Net als onderdeel 1 van de bijlage is onderdeel 2 van diezelfde bijlage tot stand gekomen na overleg met en gelet op het daarbij ontvangen advies van de NOC*NSF en andere Nederlandse overkoepelende sportorganisaties, waaronder de KNVB, de KNLTB en de SNDR, en na afstemming met de kansspelautoriteit. Op voorspraak van de SNDR zijn in onderdeel 2 van de bijlage de zogeheten duo sulky koersen opgenomen, als wedstrijden waarop geen weddenschappen mogen worden aangeboden. Duo sulky koersen zijn gelegenheidskoersen, namelijk harddraverijen geïnitieerd door een baanvereniging, voor met name promotionele doeleinden. Bij die koersen ontbreekt de benodigde professionaliteit ter zake het voorkomen en beheersen van risico’s op matchfixing.

Om matchfixingsrisico’s zo veel mogelijk uit te sluiten zijn in onderdeel 2 op advies van de KNVB ook vriendschappelijke voetbalwedstrijden opgenomen die niet zijn georganiseerd onder auspiciën van de FIFA of één van haar confederaties of van een nationale bond en voetbalwedstrijden van spelers in de leeftijdscategorie van onder de 21 jaar en jongere leeftijdscategorieën. Hierbij wordt opgemerkt dat op jeugdwedstrijden, namelijk wedstrijden waar voornamelijk minderjarigen aan deelnemen, reeds geen weddenschappen mogen worden aangeboden op grond van artikel 8, tweede lid, van het Kansspelenbesluit.

Het organiseren van weddenschappen op vriendschappelijke voetbalwedstrijden of trainingswedstrijden, bijvoorbeeld ter voorbereiding op de competitie of tijdens de winterstop, wordt slechts verantwoord geacht als die wedstrijden worden georganiseerd onder auspiciën van de FIFA of een van haar confederaties, zoals de UEFA, en als uit een daaraan voorafgaande risicoanalyse geen onaanvaardbaar hoge risico’s op matchfixing worden onderkend. In dat geval kunnen vergunninghouders bijvoorbeeld wel op vriendschappelijke wedstrijden van het Nederlands voetbalelftal weddenschappen aanbieden.

Ook ten aanzien van onderdeel 2 van de bijlage geldt dat het hier niet om een statisch document gaat en dat dit het actuele resultaat is uit een proces dat ook na de vaststelling van de bijlage blijft doorlopen. Zo vindt periodiek overleg plaats met sportorganisaties, zoals het NOC*NSF, de KNVB, de KNLTB en de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport, mede gelet op het daarbij geldende adviesrecht als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van het Kansspelenbesluit. Dit kan aanvullingen of andere aanpassingen opleveren ten aanzien van onderdeel 2 of de gehele bijlage.

Paragraaf 4. Handhaving

Artikel 4.1. De inbeslagneming van voorwerpen

De toezichtmedewerkers van de kansspelautoriteit kunnen op grond van artikel 34i van de Wok in het kader van bestuursrechtelijke handhaving voorwerpen in beslag nemen. Het gaat hier bijvoorbeeld om voorwerpen als rouletteketels en gokzuilen, al dan niet in de vorm van een laptop.

Aangezien de kansspelautoriteit in dergelijke gevallen de betrokken eigenaar van het voorwerp niet middels een – te overhandigen of te verzenden – schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 34i, derde lid, eerste volzin, van de Wok op de hoogte kan stellen van de inbeslagneming, is in dit artikel geregeld dat de kansspelautoriteit mededeling daarover doet op diens website en in één of meerdere door hem aan te wijzen dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen. Slechts een mededeling op de website zal niet volstaan, omdat het niet is uit te sluiten dat de – voor de kansspelautoriteit onbekende – eigenaar niet weet dat het voorwerp in beslag is genomen op grond van de kansspelwetgeving en dat hij daartoe de website van de kansspelautoriteit moet raadplegen. De mededeling moet een voldoende nauwkeurige omschrijving van de inbeslaggenomen voorwerpen bevatte, zodat het als zodanig kan worden herkend.

Door op de hiervoor genoemde wijze over de inbeslagneming mede te delen kan de eigenaar alsnog – tijdig – kennis nemen daarvan, voordat de voorwerpen vervallen aan de staat. Indien de eigenaar wenst dat de voorwerpen aan hem worden geretourneerd, dan kan hij binnen een maand na de betrokken mededeling een klaagschriftprocedure starten als bedoeld in artikel 34i, vijfde lid, van de Wok. Het onderhavige artikel is mede opgesteld naar het voorbeeld van artikel 1:37 van de Algemene douaneregeling, waar artikel 34i van de Wok aan ontleend is.

Artikel 4.2. De opslag van inbeslaggenomen voorwerpen

Voor de opslag van een inbeslaggenomen voorwerp – van een bekende dan wel onbekende eigenaar – zal de kansspelautoriteit een bedrijf inschakelen. Aangezien de opslag onder verantwoordelijkheid van de kansspelautoriteit plaatsvindt, zal die afspraken maken met het bedrijf over de wijze waarop de inbeslaggenomen voorwerpen moeten worden opgeslagen. Schade aan of diefstal van voorwerpen die mogelijkerwijs moeten worden geretourneerd aan de eigenaar, bijvoorbeeld vanwege een beslissing in een klaagschriftprocedure als bedoeld in artikel 34i, vijfde lid, van de Wok, moet zo veel mogelijk worden voorkomen. De kosten van de opslag en van de eventuele vernietiging van inbeslaggenomen voorwerpen komen ingevolge het negende lid van datzelfde artikel voor rekening van de overtreder, voor zover deze bekend is.

Artikel 4.3. De vernietiging van inbeslaggenomen voorwerpen

Volgens artikel 34i, tweede lid, van de Wok worden voorwerpen in beslag genomen die kennelijk zijn bestemd voor het organiseren van kansspelen en die van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met het belang van de verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie van kansspelen overeenkomstig die wet. Het gaat hier veelal om voorwerpen die worden ingezet voor het organiseren van illegale kansspelen. Na de inbeslagneming van deze voorwerpen moet worden voorkomen dat zij opnieuw voor dat doeleinde kunnen worden gebruikt.

Aangezien het doorgaans gaat om voorwerpen die niet geschikt zijn voor doorverkoop, schrijft het onderhavig artikellid voor dat die voorwerpen worden vernietigd na opdracht daartoe van de kansspelautoriteit. Hiermee wordt het voorbeeld gevolgd van artikel 117, tweede lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering waaruit volgt dat ten aanzien van inbeslaggenomen voorwerpen die van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, slechts machtiging tot vernietiging wordt verleend.

Evenals voor de opslag van inbeslaggenomen voorwerpen schakelt de kansspelautoriteit voor de vernietiging van die voorwerpen een bedrijf in. Het wordt niet uitgesloten dat het bedrijf die zich over de opslag van de voorwerpen heeft ontfermd, ook de vernietiging daarvan op zich mag nemen van de kansspelautoriteit, bijvoorbeeld met het oog op kostenbesparing. Het bedrijf gaat in ieder geval niet over tot vernietiging van de inbeslaggenomen voorwerpen zonder uitdrukkelijke opdracht daartoe van de kansspelautoriteit.

Tweede lid

De inbeslaggenomen voorwerpen mogen in ieder geval niet worden vernietigd zo lang deze voorwerpen niet definitief aan de staat vervallen, bijvoorbeeld vanwege een voorlopige voorziening, een ingediend klaagschrift (artikel 34i, vijfde lid, van de Wok) of beroep in cassatie (artikel 34i, vijfde lid, van de Wok juncto artikel 552d van het Wetboek van Strafvordering). De vernietiging van een voorwerp is onomkeerbaar en is daarmee geen lichtzinnige maatregel. De eigenaar van een inbeslaggenomen voorwerp die de teruggave verlangt van dat voorwerp wordt de gelegenheid geboden om de daartoe toepasselijk rechtsmiddelen aan te wenden zonder het risico dat het voorwerp tussentijds wordt vernietigd.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1. Inwerkingtreding

Deze regeling is opgesteld in verband met de regulering van kansspelen op afstand. In navolging van de Regeling kansspelen op afstand treedt deze regeling daarom in werking op 1 april 2021.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven