ARTIKEL I
In artikel 8 van de Subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal 2013 wordt ‘1 januari
2022’ vervangen door ‘1 januari 2027’.
ARTIKEL II
De Subsidieregeling ProDemos wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:
B
Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
C
In artikel 9 wordt ‘1 januari 2022’ vervangen door ‘1 januari 2027’.
ARTIKEL III
In artikel 8 van de BZK Subsidieregeling Nationaal Comité 4 en 5 mei wordt ‘1 januari
2022’ vervangen door ‘1 januari 2027’.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaats.
TOELICHTING
Algemeen
Op grond van artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 worden subsidieregelingen
voorzien van een horizonbepaling. De in deze regeling genoemde subsidieregelingen
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn allen voorzien
van de einddatum 1 januari 2022. Met deze regeling worden deze subsidieregelingen
voor een periode van vijf jaar verlengd.1 Het voorstel tot verlenging is bij brief van 20 september 2021, overeenkomstig artikel
4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016, aan de Tweede Kamer voorgehangen.
De Tweede Kamer heeft niet te kennen gegeven over deze verlenging nadere inlichtingen
te verlangen, zodat bijgevoegde regeling is vastgesteld.
Consultatie
De regeling is in augustus 2021 gedurende vier weken in internetconsultatie gegeven.
Er is tijdens deze periode niet op gereageerd.
Artikelsgewijs
Artikel I Subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal 2013
Uit de evaluatie van de Subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal 2013, die
in 2021 heeft plaatsgevonden, blijkt dat het Kenniscentrum Europa decentraal (hierna:
KED) de doelstelling van de subsidieregeling realiseert.2
De subsidie van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het
KED wordt verstrekt voor het (kosteloos) geven van voorlichting en advies aan gemeenten,
provincies, waterschappen, en decentrale samenwerkingsverbanden over de toepassing
van Europees recht en beleid. Naast het vergroten van kennis en expertise over het
Europees recht en beleid voert het KED ook activiteiten uit die zijn gericht op de
juiste toepassing van de wetgeving bij de decentrale overheden en op het bevorderen
van het ‘Europabewustzijn’.
Uit gesprekken met actoren in het veld blijkt dat de informatie van het KED zoals
opgenomen in de website, nieuwsbrieven en adviezen goed wordt gewaardeerd, intensief
wordt gebruikt en als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Bij zowel de koepelorganisaties
IPO, VNG en UvW als hun achterban bestaat dan ook groot draagvlak voor de voorzetting
van de activiteiten van het KED. Aangezien de impact van Europese wet- en regelgeving
in de komende jaren blijft toenemen, zullen de activiteiten van het KED onverminderd
relevant blijven in de toekomst. Gelet op het bovenstaande wordt de Subsidieregeling
Kenniscentrum Europa decentraal 2013 verlengd tot 1 januari 2027.
Artikel II Subsidieregeling ProDemos
De subsidieregeling ProDemos uit 2017 is in 2021 geëvalueerd.3 Het evaluatieonderzoek maakt duidelijk dat ProDemos goed in staat is om een breed
scala aan activiteiten en producten te ontwikkelen die aansluiten bij de doelen van
ProDemos. Daarbij is het bereik van deze activiteiten groot en groeiend (tot de coronapandemie),
en worden de producten en activiteiten van ProDemos gewaardeerd door gebruikers en
experts op het gebied van democratie en rechtsstaat. De resultaten worden op basis
van gestelde doelen uit de regeling positief beoordeeld. Op basis van de evaluatie
is daarom besloten de subsidieregeling van de Stichting Huis voor democratie en rechtsstaat
(ProDemos) voor een periode van vijf jaar te verlengen.
Uit de evaluatie blijkt echter ook dat doelmatigheid en doeltreffendheid niet in alle
gevallen goed gemeten kunnen worden. ProDemos heeft aangekondigd door middel van meer
impactonderzoek en metingen hieraan te zullen werken. De evaluatie geeft aanleiding
om de formuleringen van de doelstellingen uit de subsidieregeling te wijzigen, om
de meetbaarheid ervan te verbeteren, zonder daarbij de geest en inhoud van de doelstellingen
te wijzigen. Twee van de drie doelstellingen die zijn opgenomen in artikel 2, eerste
lid, worden gewijzigd; ‘het vergroten van vaardigheden om deel te nemen aan democratische
processen’ wordt ‘het aanbieden van activiteiten en cursussen die de deelname aan
democratische processen bevorderen. ‘Het bevorderen van actief democratisch burgerschap’
wordt gewijzigd in ‘het promoten en bevorderen van actief democratisch burgerschap.
In beide gevallen is ervoor gekozen om de doelstellingen te preciseren en zo de effectiviteit
van te organiseren doelen in dit kader beter meetbaar te maken. Tevens wordt, om tegemoet
te komen aan de geldende regeerakkoordopgave waarin is afgesproken dat alle scholieren
een bezoek brengen aan het parlement, ‘het bevorderen en begeleiden van bezoek van
Nederlandse scholieren aan het parlement’ toegevoegd als derde subdoelstelling. Tot
slot vervalt de voorwaarde uit artikel 2, eerste lid, onderdeel drie, subonderdelen
a en d, dat exposities dienen te worden georganiseerd. Hiervoor is gekozen om meer
op het niveau van de overkoepelende doelstellingen voorwaarden voor te schrijven en
minder op het niveau van individuele activiteiten.
Artikel 4 van de Subsidieregeling ProDemos bepaalt dat de aanvraag tot subsidieverlening
uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking
heeft wordt ingediend. Omdat onderhavige regeling naar verwachting omstreeks 1 november
2021 in de Staatscourant zal worden gepubliceerd, wordt in onderdeel B een afwijkende
termijn voor het indienen van de subsidieaanvraag opgenomen voor het kalenderjaar
2022. Hiermee wordt geregeld dat de Stichting Huis voor democratie en rechtsstaat
bekend is met de gewijzigde voorwaarden alvorens de subsidieaanvraag wordt ingediend.
De stichting krijgt tot 15 november 2021 de tijd hiervoor. Nu er inhoudelijk geen
grote wijzigingen worden doorgevoerd in de criteria in artikel 2, is de verwachting
dat deze uitgestelde termijn ook voldoende tijd biedt voor een beoordeling van de
subsidieaanvraag.
Artikel III Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Uit de evaluatie van de Subsidieregeling Nationaal Comité 4 en 5 mei van april 20214 blijkt dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei met inzet van de onderzochte subsidieregeling
de beoogde doelen realiseert. Concluderend kan gesteld worden dat de subsidieregeling
doeltreffend is geweest. Daarnaast blijkt dat de subsidieregeling Nationaal Comité
4 en 5 mei 2017 – 2020 doelmatig is geweest. De beoogde doelen zijn (tegen de laagst
mogelijke) inspanningen en uitgaven bewerkstelligd.
De subsidie van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het
Nationaal Comité 4 en 5 mei wordt verstrekt om tijdens de jaarlijkse Nationale Viering
van de Bevrijding op 5 mei inhoudelijke activiteiten te organiseren. Met deze activiteiten
wordt er naar gestreefd om kennis, bewustzijn en participatie bij burgers te creëren
in relatie tot onderwerpen als democratie, rechtsstaat en actief burgerschap in samenhang
met het thema vrijheid. Deze activiteiten hebben plaatsgevonden tijdens of rondom
de veertien Bevrijdingsfestivals. De activiteiten waren gericht op zes centrale thema’s:
vrijheid in brede zin, democratie en rechtsstaat, vluchtelingen en migranten, vrijheid
in relatie tot de Tweede Wereldoorlog, seksuele en culturele diversiteit en verkiezingen.
Uit gesprekken met betrokkenen blijkt dat de georganiseerde activiteiten positief
gewaardeerd worden. Middels de activiteiten worden de beoogde doelgroepen bereikt,
met name jongeren worden steeds beter bereikt. Uit de evaluatie blijkt voorts dat
het goed is om door te gaan op de ingeslagen weg. Namelijk de toenemende focus op
de inhoudelijke component van de festivals, de gezamenlijkheid waarmee de veertien
festivals de inhoud overbrengen, en de steeds meer toegespitste aandacht voor de doelgroep
jongeren. De verdere aanbevelingen hebben betrekking op de uitvoering en zullen worden
opgevolgd. Gelet op het bovenstaande wordt de Subsidieregeling Nationaal Comité 4
en 5 mei verlengd tot 1 januari 2027.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren