Bekendmaking houdende een verbod zich met een schip te bevinden in een gedeelte van het zeegebied (veiligheidszone) rondom platform Hollandse Kust Noord Alpha van TenneT in de Noordzee, Rijkswaterstaat

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

Gelet op artikel 6.10 van de Waterwet;

MAAKT BEKEND:

Artikel 1 Algemeen verbod varen in de veiligheidszone

Het is eenieder verboden zich te bevinden, dan wel enig voorwerp te hebben of te doen hebben binnen 500 meter van de buitenrand van platform Hollandse Kust Noord Alpha (HKNA) van TenneT TSO B.V. zoals weergegeven op onderstaande kaart.

Artikel 2 Generieke uitzonderingen verbod varen in de veiligheidszone

  • 1. Het verbod, bedoeld in artikel 1, geldt niet voor een vaartuig dat de veiligheidszone binnenvaart of zich daar bevindt:

    • a. in verband met de aanleg, de inspectie, het testen, de reparatie, het onderhoud, de verandering, vernieuwing of verwijdering van onderzeese kabels, meetmasten, transformatorstations en andere objecten ten behoeve van elektriciteitsproductie- en distributie;

    • b. om diensten te verlenen voor exploitatie van het platform Hollandse Kust Noord Alpha of vervoer van personen of goederen van en naar het platform ten behoeve van exploitatie van het platform Hollandse Kust Noord Alpha;

    • c. ten behoeve van het uitvoeren van wettelijke taken, toezicht op de naleving en de handhaving van wettelijke voorschriften;

    • d. in het kader van onderzoek in opdracht van de rijksoverheid, of

    • e. met toestemming van de exploitant van het platform Hollandse Kust Noord Alpha.

  • 2. Het verbod, bedoeld in artikel 1, geldt niet voor het zich in de veiligheidszone bevinden, dan wel het daarin hebben of doen hebben van een voorwerp, in het kader van activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met d.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, afdelingshoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat Zee en Delta M.P. Ardon

Bezwaarclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop het is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat Zee en Delta, afdeling Werkenpakket, ter attentie van mw. mr. E.J. Bekker, postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Voldoet het bezwaarschrift niet aan deze eisen of is het te laat ingediend, dan kan het zijn dat het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat het bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat uitvoering van het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Het verzoek dient u in bij de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin uw woonplaats zich bevindt. De rechtbank zal u daarvoor wel griffierecht in rekening brengen.

TOELICHTING

I ALGEMEEN

1. Inleiding

In artikel 60, vierde lid, van het op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee is bepaald dat binnen de veiligheidszone passende maatregelen genomen kunnen worden ter verzekering van de veiligheid van zowel de scheepvaart als van de installatie. Deze veiligheidszone is maximaal 500 meter vanaf de buitenste rand van de installatie. De mogelijkheid die het internationale recht biedt om een veiligheidszone op zee rondom een platform in te stellen, is opgenomen in artikel 6.10, tweede lid, van de Waterwet. Met het besluit van algemene strekking stelt het bevoegd gezag de geografische afbakening vast van de veiligheidszone en kan zij inhoudelijke randvoorwaarden stellen.

2. Windenergiegebied Hollandse Kust Noord

Het windenergiegebied Hollandse Kust Noord bestaat uit één zogenoemd kavel (kavel V) en omvat tevens het Prinses Amaliawindpark (PAWP). Voor kavel V is een kavelbesluit vastgesteld. Het kavelbesluit bepaalt waar en onder welke voorwaarden een windpark gebouwd en geëxploiteerd mag worden. Het windenergiegebied Hollandse Kust Noord is aangewezen in het Nationaal Waterplan. Aan de oostzijde van kavel V is het platform met transformatoren geplaatst dat verbonden is met een aansluitpunt op het hoogspanningsnet op land. TenneT TSO B.V. exploiteert dit platform, dat bekend is onder de naam Hollandse Kust Noord Alpha.

3. Geografische afbakening

Er is voor gekozen om een gebied van 500 meter rondom het platform voor de scheepvaart te beperken.

Vanaf het moment van plaatsing van het onderstel van het transformatorstation op of in de nabijheid van het volgende punt (op basis van het geografisch coördinatensysteem WGS84):

Noorderbreedte

Oosterlengte

52°41,86635’

N 4°17,61067’ E

wordt een veiligheidszone ingesteld welke zich uitstrekt tot een afstand van 500 m gemeten van elk punt van de buitenzijde van de installatie.

In verband met de bescherming van het platform met het transformatorstation en de scheepvaartveiligheid is het noodzakelijk een gedeelte van het zeegebied (veiligheidszone) rondom het platform te sluiten voor het scheepvaartverkeer.

II ARTIKELEN

Artikel 2, eerste lid

Er wordt een uitzondering gemaakt van het algemene verbod voor TenneT, door TenneT ingeschakelde derden en de rijksoverheid. TenneT moet toegang hebben tot zijn platform voor het uitvoeren van operationele werkzaamheden aan het platform en elektriciteitskabels. De rijksoverheid heeft niet alleen toegang nodig voor het uitvoeren van wettelijke taken, zoals toezicht en handhaving, maar ook voor uitvoering van beleidsmatige taken zoals het verrichten van (wetenschappelijk) onderzoek. Op grond van sub e kan TenneT in uitzonderlijke gevallen die niet onder sub a of sub b vallen, een schip toch toegang verlenen om de veiligheidszone binnen te varen. Daarbij kan TenneT schepen geen toegang weigeren, dit is voorbehouden aan het bevoegd gezag. Wanneer een schip zonder toestemming in de veiligheidszone is, kan een melding worden gedaan.

Artikel 2, tweede lid

De uitzonderingen op het algemene verbod, zoals bedoeld in het eerste lid, gelden alleen voor vaartuigen. Met het tweede lid vallen duikers die onderhoudswerkzaamheden verrichten en voorwerpen voor exploitatie van het platform alsnog onder de uitzondering van het algemene verbod.

Naar boven