Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 oktober 2021, nr. WJZ/21204950 , houdende wijziging van de Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden in de alfabetische volgorde twee definities toegevoegd, luidende:

referentieperiode 3:

het derde kwartaal van 2019;

subsidieperiode 3:

het derde kwartaal van 2021.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘subsidieperiodes 1 en 2’ toegevoegd ‘respectievelijk 3’.

2. In het tweede lid wordt onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel d, een onderdeel c (nieuw) ingevoegd, luidende:

c. over subsidieperiode 3 waarvan het omzetverlies in subsidieperiode 3 ten minste 30% bedraagt;

C

In artikel 4, eerste lid, wordt na ‘subsidieperiodes 1 en 2’ ingevoegd ‘respectievelijk 3’.

D

Artikel 6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt na ‘subsidieperiodes 1 en 2’ ingevoegd ‘respectievelijk 3’.

2. In onderdeel d wordt na ‘subsidieperiodes 1 en 2’ ingevoegd ‘respectievelijk 3’.

3. In onderdeel f wordt ‘subsidieperiode 1 respectievelijk 2’ vervangen door ‘subsidieperiodes 1 en 2 respectievelijk 3’.

E

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Een aanvraag voor de subsidieperiodes 1 of 2 kan worden ingediend in de periode van 5 juli 2021 tot en met 30 september 2021, een aanvraag voor subsidieperiode 3 kan worden ingediend in de periode van 14 oktober 2021 tot en met 15 november 2021.

F

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De getroffen onderneming vraagt uiterlijk op 28 februari 2022 respectievelijk 28 april 2022 de vaststelling van de subsidie voor de subsidieperiodes 1 of 2 respectievelijk 3 aan, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘subsidieperiodes 1 respectievelijk 2’ telkens vervangen door ‘subsidieperiodes 1 en 2 respectievelijk 3’.

G

In artikel 11, eerste lid, wordt na ‘Steunmaatregel SA.63576 (2021/N)’ toegevoegd ‘en Steunmaatregel SA.100202 (2021/N)’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 14 oktober 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 oktober 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Algemeen

Het kabinet heeft besloten de regeling ongedekte vaste kosten (OVK) evenals de TVL ook voor het derde kwartaal open te stellen Kamerbrief 35 420, nr. 314). Doordat steeds meer landbouwbedrijven in het kader van de TVL aanlopen tegen het voor die regeling geldende maximum van paragraaf 3.1 van het Europees staatsteunkader, te weten 225.000 euro voor de hele periode, wordt de noodzaak voor een aanvullende regeling groter. Deze wijzigingsregeling voorziet daarin, met een nieuwe openstelling voor het derde kwartaal van de OVK.

2. Staatssteun

De subsidie die wordt verleend op grond van deze regeling is aan te merken als staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Conform artikel 108, derde lid, van het VWEU is deze steunmaatregel ter voorafgaande goedkeuring bij de Europese Commissie aangemeld. Om geoorloofd steun te kunnen verstrekken op basis van deze subsidieregeling is gebruik gemaakt van het tijdelijk steunkader 3.12.

In dit tijdelijk steunkader zet de Europese Commissie uiteen onder welke voorwaarden staatssteun voor maatregelen ter bestrijding van de gevolgen van de COVID-19 uitbraak gerechtvaardigd is op grond van artikel 107, derde lid, onder b, van het VWEU. Op grond van het tijdelijk steunkader kan steun worden verleend, onder meer in de vorm van subsidies. De relevante voorwaarden hiervoor zijn voor de OVK opgenomen in paragraaf 3.12. van het tijdelijk steunkader.

De OVK subsidieregeling past binnen de voorwaarden van het tijdelijk steunkader en is om die reden op 29 juni 2021 goedgekeurd door de Europese Commissie (SA.63576). Onderhavige wijzigingsregeling voorziet enkel in een nieuwe openstelling voor het derde kwartaal, onder dezelfde voorwaarden. Ook deze wijziging is door de Europese Commissie goedgekeurd, bij besluit van 15 oktober 2021 (SA.100202).

De regeling geeft op dit moment acht weken aan de minister om een besluit te nemen met betrekking tot de aanvragen tot subsidieverlening (artikel 7, derde lid). Het tijdelijk steunkader bepaalt echter dat alle steun uiterlijk op 31 december 2021 moet zijn verleend. De regeling vervalt ook per die datum, hetgeen betekent dat na 31 december 2021 er dus geen grondslag meer is om subsidie te verlenen.

Dit betekent dat in praktijk de minister voor 1 januari 2022 moet besluiten over het verstrekken van een subsidie.

3. Regeldruk

De regeldruk voor de gedupeerde onderneming behelst het kennisnemen van de regeling, het invullen van de aanvraag, het afgeven van de bedoelde verklaringen en het uploaden van de vereiste bewijsstukken. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de kennisneming een kwartier kost en de invulling van de complete aanvraag en uploaden van bewijs door de onderneming nogmaals een drie kwartier aan inzet kost, dus totaal 1 uur per onderneming. Uitgaande van 200 ondernemingen (land- en tuinbouw totaal) die, tegen een gemiddeld uurtarief van € 39,–, een aanvraag zullen doen, komen de totale regeldrukkosten voor de ondernemingen voor de aanvraag op € 7.800,–.

Voor alle ondernemingen wordt ervan uitgegaan dat de indiening van de verantwoording achteraf door de onderneming een half uur in beslag neemt. Dit komt neer op ongeveer € 4.000,– (200 ondernemingen, € 39,– per uur). Bij de verantwoording achteraf zal bij bedragen boven de € 25.000,– een derdeverklaring van een accountant vereist zijn. Verwacht wordt dat ongeveer 160 aanvragers boven de € 25.000,– komen en dus een accountantsverklaring dienen te verstrekken. Tevens wordt ervan uitgegaan dat dit voor de accountant per onderneming 20 uur kost met een gemiddeld uurtarief van € 85,–, wat zal uitkomen op € 1.700,– per onderneming. In totaal dus € 272.000,– euro.

De totale regeldrukkosten voor de ondernemingen komen daarmee uit op € 283.800,–.

4. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit is gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

Omdat het loket van RVO in afwachting van de publicatie van deze regeling al vanaf 14 oktober 2021 geopend was voor aanvragen voor subsidie voor het derde kwartaal door gedupeerde ondernemers werkt de regeling terug tot en met die datum, opdat duidelijk is dat alle aanvragen vanaf 14 oktober in principe (als blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan) in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Uiteraard geldt in alle gevallen dat pas na de inwerkingtreding van deze regeling op de aanvragen kan worden beslist.

5. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A tot en met D

De wijzigingen van de artikelen 1, 2, 4 en 6 betreffen het toevoegen van het derde kwartaal 2021, hetgeen de hoofdreden vormt voor de onderhavige regeling.

Artikel I, onderdeel E

In artikel 7, eerste lid, van de regeling is de aanvraagperiode voor het indienen van een subsidieverzoek voor het derde kwartaal van 2021 toegevoegd. De aanvraagperiode loopt van 14 oktober 2021 tot en met 15 november 2021.

Artikel I,onderdeel F

In artikel 9 wordt de uiterlijke datum voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie gewijzigd. Voor het eerste en tweede kwartaal 2021 is opgenomen dat de subsidieontvanger uiterlijk 28 februari 2022 de aanvraag tot vaststelling moet indienen, voor het derde kwartaal 2021 is dit uiterlijk 28 april 2022.

Deze data zijn zodanig bepaald dat zij vallen na de uiterste data voor de subsidievaststelling van de TVL, aangezien de hoogte van de subsidie immers mede afhankelijk is van de subsidie die op grond van de TVL wordt ontvangen.

Artikel I, onderdeel G

Artikel 11, eerste lid, wordt gewijzigd in verband met actualisatie van de staatssteungoedkeuring.

Artikel II

De inwerkingtredingsdatum is in paragraaf 4 al toegelicht.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven